1920 Volkenbond 1926 Uitvinding van de televisie 1929 Beurscrash in Wallstreet |
Victor J. Brunclair (1893-1945) Fritz Francken (1893-1969
-De dwaze rondschouw (1925) -Het heilige schrijn (1919)
-Het heilige handvest (1937) -Normandische suite (1963)
Gaston Burssens (1896-1965)
-De Yadefluit (1919)
-Piano (1924)
-French en andere Cancans (1933)
Stephanie Claes-Vetter (1885-1974)
-Eer de mail sluit (1915)
-Martine, een ontgoocheling (1954) Franz De Backer (1891-1961)
-Het dochterken van Rubens (1922)
-Longinus (1934)
Paul de Mont (1895-1950) Caesar Gezelle (1875-1939) Marnix Gijsen (1899-1984)
-Het geding van Onze Heer (1926) -De dood van Yper (1916) -Lofzang van H. Franciscus (1920)
-Reinaert de Vos (1925) -Herbloei (1923) -Klaaglied om Agnes (1951)
Paul Kenis (1885-1934) Karel Leroux (1895-1969) Wies Moens (1898-1982)
-Een ondergang in Parijs (1914) -Van het beginsel des levens (1917) -Celbrieven (1920)
-De apostels van een nieuw rijk (1930) -De barmhartige samaritaan (1931) -Golfslag (1935)
Jozef Muls (1882-1961) Alice Nahon (1896-1923) Maurice Roelants (1895-1966) -Melancholia (1929) -Vondelingskens (1920) -De kom der loutering (1918) -Memling, de laat-gotische droom (1941) -Schaduw (1928) -Komen en gaan (1927) Jef Scheirs (1885-1960) Jozef Simons (1888-1948) Stijn Streuvels (1871-1969) -De filosoof van Haegem (1828) -Eer Vlaanderen vergaat (1927 -Prutske (1922) -Bonte garve (1941) -Leven en dood in de Ast (1926) Urbain Van de Voorde (1893 – 1966) Willem van den Aker (1901-1978) -Het donker uur (1928) -Wijding: muziek der sferen. (1924) -Modern, al te modern (1931) -Het gelaat der straten (1933) Karel van de Oever (1879-1926) Frank van den Wijngaert (1901-1962) -Kempische vertelsels (1905) -De moderne Vlaamsche houtsnijkunst (1927) -Het inwendige leven van Paul (1933) -Kaleidoscoop (1929) Edmond van Offel (1871-1959) Paul van Ostaijen (1896-1928) Max Elskamp (1862-1931) -Bloei (1896) -Music Hall (1914) -Salutations, dont angéliques (1893) -Adriaan (1943) -Het sienjaal (1918) -La chanson de la rue Saint-Paul (1922) -Bezette stad (1921) Hugo van Walden (1877-1934) Edward Vermeulen (1861-1934) -Elooi in ’t Woud (1924) -Herwording (1911) -De Blieckaerts (1926) Cyriel Verschaeve (1874-1949) Joris Vriamont (1896-1961) Zeesymphonieën (1911) -Sebbedee (1923) Uren van bewondering voor grote kunstwerken (1920-22) -De exploten van Tabarijn (1932) Schoonheid en Christendom (1938-40) Eugeen De Bock (1889-1981) Karel de Winter (1889-1953) Juul Grietens (1884-1936) De Nederlanden (1949) -Pan cyclus (1922-1954) Heideverhalen (1920) Zr. Maria Jozefa (1883-1961) Frans Delbeke (1890-1947) Leo Bittremieux (1880-1946) – Lichtsonnetten (1923) -De vrek (1923) -Vertellingen uit Mayombe (1924) -Tusschen twee werelden (1940) Andre Baillon (1875-1932) Vande Putte Jeanne (1907-1930) -Histoire d’une Marie (1921) Mijn hart is niet hier (1932) |
1920 Edith Wharton The age of innocence. Pierre Benoit L’Atlantide. 1921 Jaroslav Hasek De brave soldaat Svejk (1921-23) 1922 T.S. Eliot The Waste Land. James Joyce Ulysses. Herman Hesse Siddharta. 1923 Italo Svevo Bekentenissen van Zeno. P.G.Wodehouse The inimitable Jeeves. 1924 Thomas Mann Der Zauberberg. Ezra Pound Cantos (1924-25) André Breton Manifeste du surréalisme. 1925 Adolf Hitler Mein Kampf. 1926 Franz Kafka Das Schloss. A. A. Milne Winnie the Pooh. F. Scott Fitzgerald The great Gatsby. G. K. Chesterton The incredulity of Father Brown. 1927 Virginia Woolf To the Lighthouse. Hermann Hesse Der Steppenwolf. 1928 D.H. Lawrence Lady’s Chatterley’s Lover. Bertolt Brecht Die Dreigroschenoper. 1929 Alfred Döblin Berlin Alexanderplatz. Alberto Moravia De onverschilligen . William Faulkner The sound and the Fury. |