home | Inloggen
Aantal schrijvers: 594 | Aantal boeken:

19.538

 

 

Van de Voorde, Urbain

Maakt deel uit van:

URBAIN VAN DE VOORDE

Blankenberge 27 oktober 1893 – Leuven 16 juli 1966

Traditionalistisch dichter, criticus en essayist.

Zijn visie op poëzie maakte dat hij vrij nauw aansloot bij de dichters van ’t Fonteintje (1921-1923).

Had  als katholiek criticus grote invloed bij de nieuwe generatie van de jaren dertig.

 

BIOGRAFIE

27 oktober 1893: Urbain Pieter Maria van de Voorde werd geboren te Blankenberge als zoon van een notarisklerk.

Middelbare studies (moderne humaniora) te Blankenberge en te Brugge, waar hij leerling was van Julius Pée en Hendrik J. van de Wijer.

1913/1914: Eerste gedichten verschijnen in het tijdschrift de Biekorf jg 24 & 25 ‘Stervende booten’ ; ‘Avond’

WERELDOORLOG I

1915: Leraar te Oostende.

Van de Voorde behoorde, zoals vele letterkundigen van zijn generatie, tot de sympathisanten van het activisme; in december 1915 ondertekende hij de zogenaamde Zeven Punten van de Jong-Vlaamsche Beweging

1917: Wordt door toedoen van Hippoliet Meert, ambtenaar bij het ministerie van justitie te Brussel.

INTERBELLUM

1919-1920: Militaire dienst, waarna hij tot 1925 staatsambtenaar wordt bij de Dienst voor Oorlogsschade

1921-1925: Redacteur bij De Stem van Dirk Coster met wiens ethiek en humanisme hij zich verwant voelde.

  • Dirk Coster (1899-1940) was een Nederlands publicist. Coster was tussen de twee wereldoorlogen hoofdredacteur van het tijdschrift De Stem (1921-1941), dat wel eens beschreven werd als “bolwerk van de ethisch humanistische richting”. Zelf stelde hij in 1915: “Litteratuur is de openbaring van den mensch, al wat hij is en wat hij kan zijn, vanaf zijn duisterste diepten tot aan zijn hoogten waar iets goddelijks begint” (geciteerd in P de Wispelaere Van Stem tot Anti-stem, p.22.)

1921: Debuteert als dichter met de verzenbundel “De haard der ziel“, een bundel die nog sterk onder invloed staat van Karel Van de Woestijne en het symbolisme.

  • Thema: Het bewustzijn van zijn onheelbare romantische gespletenheid.
  • Vormelijk gegoten  in strak gebeeldhouwde sonnetten – waarin de banaliteit van de beeldspraak, de stroefheid van zinsbouw en versritme evenaart.

1924: In Diepere krachten, zijn tweede bundel, krijgen we een meer meditatieve sfeer.

  • Duidelijk wordt dat de dichter geleidelijk aan tot een synthese wil komen van de dualismen lichaam-ziel, zintuigen-geest, gevoel-rede en vorm-inhoud.

Zijn latere bundels (Eros Thanatos, 1943); in De gelieven (1951) en Metamorfosen (1956) laten zien hoe de dichter – in streng classicistische strofische – vormen zoekt naar de drijfveren en het wezen van het menselijk bestaan. Drie motieven komen hierbij op de voorgrond: liefde, dood en God.

1925-1944: Werkzaam als ambtenaar aan het Ministerie van Onderwijs bij de afdeling kunsten en wetenschappen. Zal in 1944 omwille van culturele collaboratie tijdens WO II uit zijn functie ontzet worden.

1926: Publicatie van een psychologische novelle: “Het meisje Lea“.

DE JAREN DERTIG

Vanaf 1930 is Urbain Van de Voorde – afgezien van een drietal dichtbundels – voornamelijk actief als essayist en polemist.

Als criticus – essayist heeft hij in de jaren dertig een grote invloed op de nieuwe generatie. Fel gekant tegen de moderne stromingen zoals expressionisme, surrealisme, dadaïsme, de dichters van De Tijdstroom en experimentele poëzie, wordt hij in de modernistische kringen hierom herhaaldelijk beschimpt.

  • Zijn Modern, al te modern, is een kritiek der Vlaamse poëzie van 1923-’30; Keerend Getij behandelt de jaren van 1931-’41.
  • Van de Voorde ’s basisstelling, waartegen hij zijn ‘critiek der Vlaamsche poëzie’ aftoetst, is zijn overtuiging dat kunst een intens beleefde levenskunst is, waarbij de mens zich bewust wordt van zijn eeuwige bestemming en daardoor aangezet wordt tot het belijden van de eeuwige christelijk-humanistische waarden. Het gaat hem om niet minder dan de herleving van de christelijke middeleeuwen toen het ware, het schone en het goede nog één waren, althans volgens hem.

1930: Onderstreept als één der eersten de platonisch-erotische component in Gezelle’s poëzie.

  • Hij deed dat eerder al in 1926 in een essay getiteld Guido Gezelle, maar explicieter in Gezelle’s eros.
    Daarin een beschouwing tot verklaring van Gezelle’s jarenlang stilzwijgen als dichter, niet omdat de kerkelijke overheid hem tegenwerkte, doch voortvloeiende uit zijn eigen gesteldheid. Hij haalt daarbij Gezelle’s gedicht aan, voor Eugeen van Oye, zijn vriend, onder de titel:

DIEN AVOND EN DIE ROOZE,

met als slot:

Noch nooit een blom zoo schoon,
van u
gezocht, geplukt, gelezen,
als die dien avond blonk op u,
en mocht de mijne wezen!
Ofschoon, zoo wel voor mij als u,
– wie zal dit kwaad genezen! –
een uur bij mij, een uur bij u,
niet lang een uur mag wezen;
ofschoon voor mij, ofschoon
voor u,
zoo lief en uitgelezen,
die rooze, al was ’t een roos van u,
niet lang een roos mocht wezen;
toch lang bewaart, dat zeg ik u,
’t en ware ik ’t al verloze,
mijn hert drie dierbre beelden: u,
dien avond – en – die rooze!

1936: Het pact van Faustus is een essay van cultuurhistorische en filosofische aard, dat wegens vermeend plagiaat fel gecontesteerd werd.

WERELDOORLOG II

Literair is zijn productie in deze periode zeer divers:

  • als dichter laat hij de bundel  Eros Thanatos verschijnen (1943);
  • als criticus ‘De poëtische inspiratie, gevolgd door ” Poëzie en anti-poëzie “’ en ‘Keerend getij. Critiek der Vlaamsche poëzie 1931-1941’ beiden in 1942;
  • als essayist kunnen we ‘Herkomst der hedendaagsche Vlaamse schilderkunst’, ‘De nationale traditie in onze beeldende kunsten’ en ‘Frankrijks dubbele ziel’ noteren. Alle drie uit 1943.  Er verschijnen ook 2 kunstmonografieën, ééntje over Albert Servaes (1943) en ééntje over Alice Frey (1944).

Als journalist wordt hij tijdens de Tweede Wereldoorlog vast medewerker aan Westland en publiceert hij occasioneel in De Vlag. Beide periodieken zijn overtuigd collaborerend.

In september 1944 wordt hij wegens culturele collaboratie uit zijn functie als ambtenaar bij het Ministerie van Onderwijs ontzet.

NA WERELDOORLOG II

1947 – 1952: Redacteur kunst en letteren bij het dagblad “De Standaard” aanvankelijk schrijft hij  onder het pseudoniem Sirius. Hij zal ook na zijn pensionering tot aan zijn overlijden aan de krant meewerken.
Levert tevens bijdragen aan verschillende Vlaamse en Nederlandse tijdschriften.

1 december 1963: de 70-jarige Van de Voorde wordt gehuldigd door de Vereniging van Westvlaamse Schrijvers te Brugge en ontvangt de erepenning en het erediploma van de nationale vereniging voor het auteursrecht Sabam.

12 januari 1964: Viering van de schrijver door zijn geboortestad Blankenberge.

16 juli 1966: Urbain Van de Voorde overlijdt ten gevolge van een hartfalen te Leuven.

BEKRONINGEN

1930: Deelt met Gerard Walschap de Eeuwfeestprijs voor Vlaamse letterkunde;

1935: De vijfjaarlijkse staatsprijs voor kritiek en essay voor het tijdperk 1931-1935

 

SMAAKMAKER

Uit Diepere krachten (1924)

Alles doorleefd en niets geheel genoten;
alles doordacht en niets geheel verstaan.
‘k voel dag aan dag de leegte in ’t hart vergrooten,
maar nog geen deemoed in me, en zelfs geen traan.
 
‘k Wrok nog om smart en wegbrokklenden waan.
‘k Woel nog, ’t diepst wezen der natuur te ontblooten.
–          Wen heeft me ’t spel van ’t vlees genoeg verdroten
dat kalm en diep ‘k mijn aardschen weg kan gaan ?
 
Wat zult gij, God, mij dwerg onder de dwergen,
in wien uw glans ligt met veel nacht in strijd,
tot schreiens toe met werelds weelde tergen,
en wat aan trotsverzake’, aan Liefde vergen,
voor puur, heel na haar eerste majesteit,
mijn ziel weer strandt voor uw stille eeuwigheid ?

 

De nacht gloort als gepolijst zwart marmer

Uit: Verspilde gloed. (1964)

De nacht gloort koud als gepolijst zwart marmer,
De sterren, wier geheim geen droom meer teelt,
maken mij nog een lieve illuzie armer
met het precieze va hun roerloos beeld.
O mathematische Orde, niets verheelt
gij van den waan dat hoedt ons een Beschermer;
mijn bloed vloeit niet meer inniger en warmer,
als toen ‘k mij, zalig, dacht door ’t licht gestreeld,
dat op mij, stillen knaap, uw diepten stortten.
Dat slechts de dood ons weedom kan bekorten
weet nu de man, wiens laatste heildroom vlood.
O sterren, macht van ruiten en trapezen,
uw strakke lijning is het die mijn wezen
onwrikbaar spreekt van ’t eeuwge van den nood….

 

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Websites

Referenties

  • Prof. Dr. M. Rutten; Prof. Dr. J. Weisgerber (red.): Van “Arm Vlaanderen” tot “De voorstad groeit” 1888-1946. Standaard Uitgeverij 1988.
  • Arno Kuypers, Over de jonge Dirk Coster, in: ZL Literair historisch tijdschrift  jg.4 nr 1 p.25-47

 

BIBLIOGRAFIE

Woordje vooraf

  • De bibliografie bestaat uit twee rubrieken
    • Het chronologisch overzicht
    • Een overzicht per genre alfabetisch op titel met vermelding van datum van publicatie

De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij

  • Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
  • Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
  • Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
  • POËZIECENTRUM vzw – Gent

Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.

A.  Chronologisch overzicht

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1921 De haard der ziel. (gedichtenbundel)

Bevat de cycli: De haard der ziel; Lucht en zee; Gestalten.
1930: 2de druk
Van de voorde 4 Brugge: Druk.-uitg. Excelsior -103p.

Afmetingen: 20.80 x 13.60 (ingenaaid)
Voltooid : Brussel, Januari 1921

 

1924 Diepere krachten. (gedichtenbundel)

Bevat de cycli: De drang der aarde; De derde pool; Eindzang.
 
1943 : Heruitgegeven door Uitg. Die Poorte.met frontispice van Luc De Jaeghere. In een genaaide én gebonden uitgave.
Van de voorde 7 Brugge: Druk.-uitg. Excelsior (St. Trudostraat, 21) .-77p.

Afmetingen: 22.60 x 15.50 (ingenaaid)
Van de voorde 7a
1926 Guido Gezelle. (essay) Amsterdam: E.M. Querido’s Uitgevers-Maatschappij. -109p.
1926 Het meisje Lea. (novelle) Amsterdam: E.M. Querido’s Uitgevers-Maatschappij. -141p.

Afmetingen: 19 x 3.50 (ingenaaid)
Colofon: Dit boek is gezet uit de Gravure-letter en gedrukt in het jaar 1926 op de persen van Amerongen & Co te Amersfoort
1928 Het donker vuur. (gedichtenbundel)

Bevat de cycli: XIV sonnetten van ongestadigheid; Nocturnen; In memoriam matris; Het donker vuur; Endymion; Groenendael.
Van de voorde 6 Santpoort: C. A. Mees./Antwerpen: Uitgeverij “De Sikkel” -66p.

Afmetingen: 25.70 x 16.60 (ingenaaid)
Colofon: Van dit werk werden gedrukt ter Sinte Katharina Drukkerij, 35, Tramstraat Brugge, 25 exemplaren op Antique de luxe, genummerd van I tot XXV en 300 exemplaren op houtvrij editie papier, genummerd van 26 tot 325.
1929 Per umbram Vitae. (poëzie – bloemlezing)

Bevat: gedichten uit de bundels ‘De haard der ziel’ en ‘Diepere krachten’ Titels en initialen in blauw. Oorspronkelijke grijze omslag met titel in rood.

Antwerpen:Uitgeverij  “De Sikkel”. / Santpoort: C.A. Mees. -59 + [V]p.

Afmetingen: 21.30 x 14 (gebrocheerd)

Colofon: ‘Dit boek, zijnde een keur uit ‘De haard der ziel’ en ‘Diepere krachten’ werd gezet uit de letter Garamont, C. 12 op de pers van den Eikelaare ter kunstwerkstede van de Gebroeders De Coene, te Kortrijk. De oplaag bestaat uit: 18 ex. op handgeschept papier van Gaspard-Maillol, ‘Vergé blanc de Montval’, genummerd van A tot R. 275 ex. op antiek druk ossekop van Van Gelder, genummerd van 1 tot 275. Dit is nummer

1930 Critiek en beschouwing. Eerste bundel. (essays) Antwerpen: Uitgeverij “De Sikkel”. / Santpoort: C. A. Mees. -131p.
1930 Gezelle’s eros of De leeraarstijd te Roeselare. (essay)

1943: 2de druk
1948: 3de druk

Mechelen: Het Kompas. / Amsterdam: De Spieghel -78p.
1930 Charles De Coster en de Vlaamsche idee. (essay)

Lezing gegeven voor de Literarische Faculteitsvereeniging van de Universiteit te Groningen, op 24 Februari 1928.
1938: 2de druk.
1948: 3de druk onder de titel ‘Charles De Coster’s Ulenspiegel’
Van de voorde 1 Mechelen: Het Kompas. / Amsterdam: De Spieghel. -72p.

Afmetingen: 19.20 x 12.60 (ingenaaid)
Colophon: Van dit boek werden op handpapier van Montval, geschept door Gaspard Maillol, gedrukt: 12 exemplaren, waarvan er vier niet in den handel komen. Ze zijn genummerd van I tot IV, van 5 tot 12 en door den schrijver geteekend.
1931 Een mysterie in de Vlaamsche Kunst ; het raadsel van den Meester van Flémalle. (essay)

1942: 2de druk

Brussel : L. J. Kryn. -40p.
1931 Critiek en beschouwing. Tweede bundel, Gezelle-Bundel. (literaire kritiek) Antwerpen: Uitgeverij “De Sikkel”. -286p.
1931 Modern, al te modern: critiek der Vlaamsche poëzie, 1923-1930. (literaire kritiek) Kortrijk: Steenlandt. 181p.
1931 Panorama d’un siècle de littérature néerlandaise en Belgique 1830-1930. (literatuurgeschiedenis) Paris: Éditions du Sagitaire / Brussel: Ed. L.J. Kryn. -153p.
1934 Essay over Karel Van de Woestijne. (essay)

1942: 2de druk

Antwerpen: Uitgeverij “De Sikkel”. -98p.
1934 Ruusbroec en de geest der mystiek. (essay) Antwerpen: Uitgeverij “De Sikkel”. -176p.
1936 Het pact van Faustus. (essay) Oude God/Antwerpen: Boekengilde Die Poorte. -174p.

Afmetingen: 19.50 x 12.50 (ingenaaid – zachte kaft met flappen)
Colofon: Dit boek is het vijfde van de Boekengilde “DIE POORTE”, jaargang 1935-1936. Het werd gedrukt op de persen der drukkerij P. Lombaerts, te Schoten bij Antwerpen.

1936 De Duitsche Letterkunde sinds 1914. (essay)

Met 38 afbeeldingen van Duitse schrijvers en schrijfsters, deels zw/w foto’s, deel tekeningen en bustes.
Brussel: Nationaal Instituut voor Radio (N.I.R.).  -32 p.

Programmabrochures van het N.I.R. Nederlandsche Reeks Nr. 13;
De Moderne West-Europeesche Letterkunde Nr. 6.
Afmetingen: 21.20 x 13.60 (geniet)
1937 ‘k Heb menig uur bij u… Essay’s over boeken en gedachten. (essay) Brussel : ” Onze Tijd ” -154p.
1939 Vorm en geest. (essays)

Met zwart-wit afbeeldingen van besproken schilderijen.
Bevat: Henri de Braekeleer of de romantiek (pp 5-32); Jacob Smits of de nieuwe mystiek (pp 3-62); Henri Evenepoel of het prae-expressionisme (pp 63-82); Rik Wouters of het expressionisme (pp 83-113); Constant Permeke of het expressionisme (pp 115-154); Henry Van de Velde of de nieuwe bouwkunst (pp 155-178).
 Van de voorde 10_1939 Leuven: Davidsfonds. -179p.

Reeks: Keurboeken / Davidsfonds. – Leuven; vol. 22
Afmetingen: 19,5 x 15,7 (ingenaaid – zachte kaft)
1942 De poëtische inspiratie, gevolgd door ” Poëzie en anti-poëzie ” (essay)

Omslag-teekening van Fred Franchomme, vignetten van Roger De Moor
Brussel: “De Phalanx”. -48p.

Reeks: Kleine Beer-reeks nr 6
1942 Keerend getij. Critiek der Vlaamsche poëzie 1931-1941. (literaire kritiek)

Bevat: De erfenis der romantiek (pp 15-70); Herleving van den gotischen geest (pp 71-124); In het spoor van het modernisme (pp 125-156); Hernieuwde vormcultus en zuivere poëzie (pp 157-230); Schermutselingen (pp 231-284).

Gent: Snoeck Ducaju en Zoon. -288p.

Reeks: De faunreeks: bibliotheek voor literaire, artistieke en cultuurhistorische werken. – Gent; vol. 2:1.
Afmetingen: 23 x 17.50 (ingenaaid)
Colophon: Dit werk van den heer Urbain Van de Voorde kwam als eerste boek der Faunreeks 1942 in Februari van de persen van het uitgevershuis Snoeck-Ducaju en Zoon, begijnhofstraat 76, te Gent, in een oplage van 500 exemplaren, waarvan 50 genummerd.
1943 Eros Thanatos. (gedichtenbundel) Van de voorde 5 Antwerpen: Uitgeverij “De Sikkel”. -52p.

Afmetingen: 22.40 x 14.50 (ingenaaid)
Colofon: Van dit boek werden 6 exemplaren gedrukt op Pannekoek genummerd van I tot VI en 375 exemplaren op Satin Surface van Spalding en Hodge genummerd van 1 tot 375. Dit is nummer 347.
1943 Herkomst der hedendaagsche Vlaamsche schilderkunst. (essay – kunstgeschiedenis)

Tekst van een lezing, voor verschillende kringen in den winter van 1941 gehouden.
Met 22 zw/w illustraties na de tekst

Antwerpen: N.V. De Nederlandsche Boekhandel. -51p.

Afmetingen:17 x 11 (ingenaaid – harde kartonnen kaft)
Reeks: De seizoenen. – Antwerpen; vol. 38.
Toelating nr 1135
1943 Frankrijks dubbele ziel. (essay)

Bandteekeningen en vignetten: André Vlaanderen.
Vignet Regenboogreeks: Nelly Degouy.
Brugge: Cultura / H. Cayman-Seynaeve. -85p.

Reeks: Regenboogreeks vol. 2
Colofon: ‘Frankrijk’s Dubbele Ziel’” van Urb. Van de Voorde, het tweede boek van de Regenboogreeks, werd in de maand Januari van het jaar 1944 uitgegeven door de Uitgeverij Cultura, H. Cayman-Seynave, te Brugge en aldaar gedrukt op de persen van de Drukkerij D. Walleyn.Voor deze uitgave ontwierp André Vlaanderen de bandteekening en enkele kleinere vignetten. Het voor de heele Regenboogreeks kenmerkende vignet, onderaan het bandje, is van Nelly Degouy.
Druk: drukkerij D. Walleyn, Brugge. Prijs: 38 fr
1943 De nationale traditie in onze beeldende kunsten. (essay – kunstgeschiedenis)

Prijs: 28 fr.
1944: Heruitgave  ibidem
Antwerpen: Uitgeverij Volk en Staat. -114p.

Reeks: Ons Erfgoed, vol. 2
Druk: Volk en Staat, Antwerpen. Organisatie: V.N.V.

 

1943 Albert Servaes, of: Het religieus expressionisme. (kunstmonografie) Antwerpen: N.V. Standaard-Boekhandel -31p.

Reeks: Kunstenaars van heden. – Antwerpen, 1943 – 1944; vol. 1943: 3
1944 Alice Frey (kunstmonografie) Antwerpen: N.V. Standaard-Boekhandel. -31p.

Reeks: Kunstenaars van heden. – Antwerpen, 1943 – 1944; vol. 1944: 1
1951 De gelieven. Een cyclus.  (gedichtenbundel) Antwerpen: Uitgeverij “De Sikkel”. -51p.

Afmetingen: 25.20 x 17.50 (ingenaaid – zachte kaft met flappen)
Colofon: Van deze dichtbundel werden 250 exemplaren gedrukt, genummerd van 1 tot 250 en 3 exemplaren op Hollands Haesbeek, genummerd van I tot III, niet in de handel. Dit is nummer …
Walleyndruk, Brugge
[1956] Hélène Riedel (kunstmonografie)

Nederlandse en Franse tekst

Brussel-Luik: Dutilleul. –[26]p.
1956 Metamorfosen. (gedichtenbundel)

Illustraties van Hélène Riedel.     

Brussel/Amsterdam: Elsevier. -18p.

Afmetingen: 26 x 19.80 (ingenaaid – zachte kaft met flappen)
Colofon: ‘Metamorfosen’ door Urbain Van de Voorde, zijnde een nieuwe reeks van ‘De Gelieven’, werd gezet uit de ‘ Baskerville Monotype’ corps 13 en gedrukt op de eigen persen van de Uitgeverij ELSEVIER te Brussel, in de maand Maart van het jaar 1956.
De oplage bedroeg 500 exemplaren op luxe editie-papier, genummerd van 1 tot 500. Tien exemplaren werden gedrukt op Banzay papier, genummerd van A tot J en gesigneerd door de tekenares en de dichter.
Dit is nummer ….
Tweekleuren druk: zwart – bruin.
1962 Rik Slabbinck. (kunstmonografie) Antwerpen: Rockoxhuis – Artiestenfonds. -79p.
1963 Hélène Riedel (kunstmonografie)

Zelfde jaar Franse editie te Parijs bij Ed. La Nef de Paris.

Antwerpen: Rockoxhuis – Artiestenfonds. -74p.
1963 Ferdinand Schirren (kunstmonografie) Brussel: Meddens. -16p.

Reeks: Monografieën over Belgische kunst. – Brussel; vol. 1963: 4
1963 Hubert Malfait. (kunstmonografie) Brussel: Meddens. -14p.

Reeks: Monografieën over Belgische kunst. – Brussel; vol. 1963: 8
1964 Verspilde gloed. (poëzie, bloemlezing)

Bevat gedichten uit de bundels: De haard der ziel; Diepere krachten; Het donker vuur; Eros thanatos; De gelieven en metamorfosen.
Hasselt: Uitgeverij Heideland. -79p.

Reeks: Poëtisch Erfdeel der Nederlanden nr 18
Afmetingen: 18 x 10.80 (pocket)

 

B.  Overzicht per genre alfabetisch op titel met vermelding van datum van publicatie.

Poëzie

  • De gelieven. (bundel) 1951
  • De haard der ziel. (bundel) 1921
  • Diepere krachten. (bundel) 1924
  • Eros Thanatos. (bundel) 1943
  • Het donker vuur. (bundel) 1928
  • Metamorfosen. (bundel) 1956
  • Per umbram Vitae. (bundel)1929
  • Verspilde gloed. (bloemlezing) 1964

Novelle

  • Het meisje Lea. 1926

Essays

  • De nationale traditie in onze beeldende kunsten. 1944
  • Albert Servaes, of: Het religieus expressionisme. 1943
  • Frankrijks dubbele ziel. 1943
  • Herkomst der hedendaagsche Vlaamsche schilderkunst. 1943
  • Keerend getij. Critiek der vlaamsche poëzie 1931-1941 1942
  • De poëtische inspiratie, gevolgd door ” Poëzie en anti-poëzie ” 1942
  • Vorm en geest. 1939
  • ‘k Heb menig uur bij u… Essay’s over boeken en gedachten. 1937
  • De Duitsche Letterkunde sinds 1914. 1936
  • Guido Gezelle. 1926
  • Critiek en beschouwing. Eerste bundel. 1930
  • Gezelle’s eros of De leeraarstijd te Roeselare. 1930
  • Charles De Coster en de Vlaamsche idee. 1930
  • Een mysterie in de Vlaamsche Kunst ; het raadsel van den Meester van Flémalle. 1931
  • Critiek en beschouwing. Tweede bundel, Gezelle-Bundel. 1931
  • Modern, al te modern: critiek der Vlaamsche poëzie, 1923-1930. 1931
  • Essay over Karel Van de Woestijne. 1934
  • Ruusbroec en de geest der mystiek. 1934
  • Het pact van Faustus. 1936

Monografieën

  • Alice Frey. 1944
  • Rik Slabbinck 1962
  • Ferdinand Schirren. 1963
  • Hubert Malfait. 1963
  • Hélène Riedel 1963