Maakt deel uit van:Poëzie in Vlaanderen 1955-1965 Experimentelen
Tony Rombouts
Hoboken, 7 februari 1941
Romanschrijver, dichter, uitgever, performer en organisator van festivals
« Het werk van Bayar en Rombouts […] is een extreem van ‘écriture artiste’, een verfijnd esthetisch spel op de rand van de kitsch, maar gepresenteerd en wellicht ook beleefd als een houding van artistiek verzet, een ‘contramine’ van schoonheid ». (Hugo Brems en Dirk De Geest)
BIOGRAFIE
7 februari 1941: Tony Rombouts wordt geboren te Hoboken.
Studeerde aan de Normaalschool te Lier.
- “In de Normaalschool van Lier had ik vooral contact met Marc Andries en Freddy de Vree. Zij waren net als ik al enige tijd bezig met het schrijven van literatuur. Walter van den Broeck werd ook een van mijn goede vrienden, maar hij stond vooral bekend als sneltekenaar van portretten. Hij publiceerde toen reeds stukjes in Kempense reclamebladen, maar sprak daar niet over. Dat heb ik pas later ontdekt”, vertelt hij in een interview met Andreas Van Rompaey in het literaire e-zine De Digther van 17 juni 2022
1960: De 19-jarige Tony Rombouts publiceert, samen met Freddy de Vree en Marc Andries, zijn eerste gedichten in de literaire tijdschriften ‘hoos’ en ‘sinteze’.
1961: Debuteert met ‘De makette van de ruimte en de tijd: heel kleine roman’, een uitgave die meteen de aandacht trekt van Louis Paul Boon, die er een lovende recensie over schrijft in de krant ‘Vooruit’
- De titel verwijst naar de invloed die de kunstenaars van de G58-groep op hem als 18 – 19-jarige uitoefenden. “In het voorjaar van 1959 vond in het Antwerpse Hessenhuis de tentoonstelling ‘Vision in Motion’ plaats, de eerste belangrijke gezamenlijke manifestatie van de Zero-groep in Europa. Tony Rombouts poogt ‘hun manier van denken en hun benadering van materie uit te drukken in een abstracte lyrische woordconstructie’”. (Van Rompaye, 2022)
Tony Rombouts publiceert verspreid over de jaren zestig drie verzenbundels: Stella Magnola (1963), Het koudvuur der aarde (1966) en De vrouw van Waas (1967), die uiteindelijk bijeengebracht worden in De feodale verzen (1972), barok-esthetische verzen die naadloos aansluiten bij de flamboyante Pink Poet-thematiek: «lagunen glijden delta-eerlijk/ naalden in haar flankenvlas/ de adeldijen adelglad/ in licht orkanen zuiverheid».
Zelf is Tony Rombout nooit officieel Pink Poet geworden, maar hij ontmoette de leden ervan meermalen per week in het clublokaal VECU,
- Daarover zegt hij: “Ik ontmoette de Pink Poets ongeveer driemaal per week in ons stamlokaal, de VECU. Er werd niet alleen stevig gedronken, maar ook veel over poëzie gepraat. Een beïnvloeding kwam daardoor spontaan tot stand, vooral op maniëristisch-esthetisch vlak. Wel verwerkte ik meer ironie in mijn gedichten, waardoor een soort scepsis ontstond. Ook vormden mijn poëziecycli vaak een verhaal terwijl het bij de Pinks meestal om onafhankelijke gedichten ging. Toch heerste er een gemeenschappelijk klimaat, wat door verscheidene critici waargenomen werd”. (Van Rompaey, 2022)
PERFORMER – ‘poetry slams’ avant la lettre
In de traditie van de zestiger jaren wordt hij bekend als performer. In dat kader organiseert hij, onder andere samen met de experimentele dichters Adriaan Peel en Ben Klein talrijke poëzieperformances, eigenlijk ‘poetry slams’ avant la lettre.
In diezelfde zestiger jaren is hij de drijvende kracht achter het wekelijks Literair Café in De Muze, oa. Simon Vinkenoog en Gust Gils zijn er regelmatige gasten.
TIJDSCHRIFTEN
1963-1965: Geeft samen met Bobb Bern de literaire tijdschriftjes ‘Baal’ (Wilrijk) en ‘Stuip’ (Hoboken) uit.
Het lijkt wel alsof er geen tijdschrift uit deze periode (Baal, Stuip, NTT of TNT) is of Rombouts heeft het helpen maken als medewerker, promotor of gangmaker.
1965-1967: Zet deze activiteit voort in ‘TNT: driemaandelijks letterkundig tijdschrift’ – Geel
- TNT ontstond uit de fusie van Baal (Bobb Bern), Stuip (Tony Rombouts) en het Nieuw Tweemaandelijks Tijdschrift (Werner Cranshoff en Jan Diels)
- Het tijdschrift was een poging tot frontvorming rond ‘estetische poëzie’: “De grootste hinderpaal voor de ekspansie van de eigentijdse literatuur was het diasporatief egocentrisme van haar beoefenaars. Deze vzegissing willen wij met TNT opblazen.” Lang heeft de frontvorming via TNT niet standgehouden: vier afleveringen, gespreid over drie jaar.
1966: Het spraakmakende en baanbrekende essay Pijn en puin verdwenen, jonge Vlaamse estetische poëzie. – bloemlezing samengesteld door Werner Cranshoff (Marnix Pocket nr 37, Manteau) – , brengt 4 van zijn gedichten: Sneeuw (uit: Bergen kristal), Magistraal ( uit Stella Magnolia), Autodafé (uit: Het koudvuur der aarde), Zwarte suite in 3D (ongepubliceerd)
1966: Huwt de dichteres Maris Bayar Het huwelijk duurt tot 1985.
UITGEVER – DRUKKER
1972: Sticht samen Maris Bayar de Uitgeverij Contramine, waar tientallen poëziebundels verschenen die hij overigens zelf drukte.
- Begin jaren zeventig had Rombouts een prachtige gietijzeren drukpers op de kop getikt – een Original F.M. Weiler’s Liberty National 2 degelpers met pedaalaandrijving – een indrukwekkend XIX de eeuwse gietijzeren gevaarte, waarmee hij met benedictijns geduld tot in 1986 zowat 63 dichtbundels zal uitgeven, waaronder een paar prachtige bibliofiele edities.
- De Pink Poets publiceerden er 7 bundels (twee bundels van Spillemaeckers, een van Bartosik, een van Conrad en drie van Jespers), naast 7 bundels van Maris Bayar en zes van Rombouts zelf. De overige gepubliceerde bundels vloeiden uit de pen van een nogal heterogeen gezelschap, gaande van gezworen experimentelen als Peel, Ben Klein en Dirk Claus tot figuren uit de Radar-kring (Jan van der Hoeven, Hendrik Carette, Renaat Ramon) en dichters als Joris Denoo, Wilfried Adams, en Lucienne Stassaert.
Vanaf 1973 wordt het salon van Maris Bayar en Tony Rombouts een vertrouwde, drukbezochte ontmoetingsplaats.
1974: Tony Rombouts wordt lid van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen, zowat de oudste literaire vereniging in Vlaanderen, gesticht in 1907. Hij wordt er bestuurslid in 1980, ere- secretaris en in 2009 voorzitter. Sinds 2015 is hij ere-voorzitter van deze vereniging. Als bestuurslid kreeg hij de opdracht om de organisatie in het buitenland te vertegenwoordigen
1975: Neemt het initiatief tot een uniek tijdschrift: het Tienjaarlijks tijdschrift.
“Het idee voor de oprichting van het Tienjaarlijks Tijdschrift is, zoals zoveel prachtige uitvoerbare en onuitvoerbare ideeën, ontstaan op café. Het was beeldend kunstenaar Eddy Ausloos die het idee lanceerde. Hij legde enkele argumenten voor, maar hoefde mij eigenlijk helemaal niet te overtuigen. Een tijdschrift dat slechts eenmaal om de tien jaar verschijnt, is uiteraard niets anders dan de karikatuur van een literaire periodiek. Op het moment dat het tweede nummer verschijnt, bestaat het blad al tien jaar en zo lang houden de meeste tijdschriften het niet vol.” (Van Rompaye, 2022)
- Voor het eerste Tienjaarlijks tijdschrift , themanummer over publiciteit,wist de redactie illustere medewerkers aan te trekken als Wannes Van de Velde, Jef Geeraerts, Fernand Auwera, Patrick Conrad en Gust Gils. Van dat roemruchte eerste nummer werden 260 genummerde exemplaren gedrukt. Suite van 16 originele houtsneden van Eddy Ausloos. Men voorzag “ een voordelig eeuwabonnement” van 2.000 frank. Een overzicht van de inhoud ? Klik dan hier
- Het tweede nummer verscheen in [april] 1986, elf jaar na het eerste. Nummer 2 – een themanummer over macht – werd op 200 exemplaren gedrukt. Het bevat – naast de teksten – een oorspronkelijke ets door Eddy Ausloos, ts p. 34 & 35; en kommuniefoto’s van de auteurs op omslag achterzijde. Voor de inhoud, klik hier
- Het derde nummer – zonder thema – verschijnt rijkelijk te laat anno 2004. Het werd uitgegeven door de Paradox Press.
- 2 februari 2017: Met een concert van koffiemolens wordt op 2 februari in galerie De Zwarte Panter het vierde nummer van het Tienjaarlijks. Tijdschrift voorgesteld.
“Omdat er niemand voor een eeuwabonnement had ingetekend, hebben we na het vierde nummer de uitgave stopgezet. Omdat enkele nummers te laat verschenen zijn, heeft het tijdschrift toch zo’n vijftig jaar bestaan. De nadruk lag steeds op het ludieke aspect”, mijmert Rombouts. (Van Rompaey, 2022)
1982 tot 2001: Redacteur informatie bij de stad Antwerpen. Publiceert bijdragen en een column over boeken in de stedelijke informatiekrant De Antwerpenaar.
1985: Huwelijk met Maris wordt ontbonden.
ORGANISATOR
1985: Medestichter van de Federatie van Europese Schrijversverenigingen, een internationale stichting die regelmatig het Europees Schrijverscongres organiseert.
1985 tot 1990: Organiseert elke zondagmiddag het “Literair Aperitief” in het Fakkeltheater
1986 en 1987: Mede-organisator van het stedelijk STEENFESTIVAL, een drie weken durend festival met dagelijks optredens met pop- en jazzmuziek, chansons, ballet en literatuur.
- Tony Rombouts organiseert ‘Het Steenfestival’ driemaal, vijfmaal de ’Nacht van de Poëzie’ en samen met Jos Daelman gedurende vijftien jaar lang de ‘Zomeravonden van de Poëzie’.
Nadien verzorgt hij meer dan tien jaar lang het programma ‘Hoboken Literair’ in Kasteel Sorghvliedt. In datzelfde kasteel stelt hij in 1995 gedurende de zomermaanden zijn eigen ontworpen ‘Gruwelpaleis’ tentoon, een installatie met attributen en gedichten, opgesteld in een rotonde met negen kamers.
1990: Samen met Marcel van Maele organiseert hij de Tempel van de Poëzie tijdens de Paulusfeesten te Oostende.
1995 tot en met 2001: Wordt, naar aanleiding van zijn poëtisch werk, benoemd tot ereburger van Hoboken en aangesteld voor zes jaar tot ‘poëzieburgemeester’ van het internationale kunstenfestival ‘A(RT)SSENEDE’ te Assenede.
2001: 40 jaar poëzie schrijven – meer dan 20 bundels – verschijnt gebundeld in de meer dan 400 pagina’s tellende ‘De witte wandelaar’, uitgegeven door Berghmans Uitgevers
POËZIE EN GRAFIEK – GRAFIEK EN POËZIE
Tony Rombouts heeft zich ook steeds geïnteresseerd in een interdisciplinaire benadering van de letterkunde. Het is dan ook niet toevallig dat hij zich meer en meer daarin verdiept. Het laatste decennium werkt hij dan ook nauw samen met beeldende kunstenaars.
Vanaf 2003 publiceert hij meerdere gedichten bij grafiek van beeldend kunstenaar Niki Faes, verzameld in bibliofiele kunstmappen met als titels: ‘Een hand vol druppels’ (2003), ‘De geheime garderobe van grafiek en poëzie’ (2004), ‘Château Les Beaux Arts’ (2007), het kunstfoedraal ‘Ver hulde woorden’ (2013), ‘Polychrome woorden, verbale kleuren’ (2014) en ‘Autonoom’ (2017).
2003: Wordt voorzitter van vzw LiterGra, een vereniging die zich inzet voor de samenwerking van dichters met beeldende kunstenaars om gezamenlijke kunstwerken te realiseren.
2005-2010: Onder de overkoepelende titel ‘Hoogland – Laagland’, organiseert Litergra een driedeling project waaraan 28 grafici en dichters uit Vlaanderen, Zwitserland en Liechtenstein hun medewerking verlenen.
- Het eerste project kreeg als onderwerp ‘Zand – Steen / Stein – Sand’ en voor de uitvoering ervan werden er door beeldende kunstenaars en auteurs duo’s gevormd.
- Voor Zwitserland waren dat Mathias Balzer met Leo Tuor en Carla Neis met Heinz Salvisberg. Voor Vlaanderen Goedele Peeters met Johan van Cauwenberge en Veerle Rooms met Willem Persoon.
- Het tweede project kreeg als titel ‘Hout – Lover’ / Laub – Holz’ en beeldende kunstenaars Colette Cleeren, Gieri Schmed, Agnes Indermaur, Christophe Meul en Niki Faes vormden een duo met auteurs Brigitte Hasler, Lothar Deplazes, Beatrijs van Craenenbroeck, Marleen de Creé en Tony Rombouts.
- Het derde en laatste project verscheen onder de titel ‘Mens – Landschap / Landschaft – Mensch’ en hier werden er duo’s gevormd door de beeldende kunstenaars Linda Vinck, Enna Salis, Roeland Kotsch, Toni Parpan en Jan Pieter Cornelis met de auteurs Peter Holvoet-Hanssen, Leta Semadeni, Annmarie Sauer, Ladina-Lucia Bordoli en Piet Brak.
2004: Organiseert het kunstenfestival ‘KASTER LEEST !’ in de dorpskom van Kasterlee, met medewerking van tien beeldende kunstenaars en tien dichters.
2005: Verschijnt zijn bundel – omen est nomen – ‘Een Dandy’.
2013: Een bundel ‘Duo-gedichten’, die hij samen, in de vorm van een poëtische dialoog, schrijft met een oude compagnon de route Rudy Witse.
2018: De bundel ‘De Gedichten van het Gedicht’ bestaat uit twee delen.
- In het eerste deel, ‘Op Weg’ verwerkt de dichter zijn ervaringen in Sint-Petersburg, vervolgens gaat hij samen met de Muze op bezoek in zes Antwerpse musea en na een intermezzo met drie huldes aan overleden letterkundigen, onderneemt hij met de algebraïsche onbekenden X, Y en Z een zoektocht naar de essentie van creativititeit.
- In het tweede gedeelte, ‘In Zicht’ , voert de dichter eerst een dialogisch kat-en-muis-spelletje met het gedicht, waarna het gedicht zelf verklaart op welke manier er poëzie dient geschreven te worden.
Over de uitgeverij Contramine
- Samen met Maris Bayar en Adriaan Peel, begon Rombouts in 1973 met het uitgeven van poëziebundels door hemzelf gedrukt op een degelpers. Nummer één van de bundel ‘Gastronautikon’ van Adriaan Peel.
In een artikel van De Groene Amsterdammer juli 2001
Er verstreek nogal wat tijd vooraleer Rombouts de pers fatsoenlijk draaiende had. Hij had het gevaarte overgenomen van Adriaan Peel, een Antwerpse dichter die eind jaren zestig dichtbundels uitbracht in de zogenoemde Lepel-reeks. Peel had het apparaat voor een appel en een ei bij een op de fles gegane Antwerpse drukkerij vandaan gehaald. «Adriaan kon er niet mee overweg. Hij heeft hem nooit echt gebruikt.» Rombouts mocht de gedemonteerde pers met letterkasten en al overnemen. Na enig knutselen had Rombouts het apparaat weer in elkaar. Maar hoe hij ook probeerde, drukken lukte niet. «De pers was van 1840, zonder elektriciteit, met vliegwiel en pedaalaandrijving. Ik heb films van Daems zitten bekijken waarin net zulke persen voorkomen, om te zien hoe ze gebruikt werden.»
Hoopvol zette hij ’s ochtends om acht uur de inkt op de machine, om hem er ’s avonds om acht uur onbenut weer af te halen. «Het was ontzettend karweien. Je moest dat vliegwiel in gang trekken en dan onderaan dat pedaal met de voet indrukken. Dan klapte er die degel open en in de tussentijd moest je manueel een blad wit papier nemen, in de degel steken, die klapte dicht en weer open. Je moest een tempo vinden om niet iedere keer dat wiel te hoeven trekken.»
Af en toe donderden nog weleens de letters uit het zetraam, maar gaandeweg kreeg Rombouts het hele proces onder de knie. In januari 1973 rolde de eerste bundel van de pers, Gastronautikon van Adriaan Peel, compleet met linosneden.
- Bij Contramine verscheen vooral werk van Antwerpse dichters zoals Ben Klein, Werner Spillemaeckers, Michel Bartosik, Marcel Van Maele, Henri-Floris Jespers, Wilfried Adams, Lucienne Stassaert, Emiel Willekens, Patrick Conrad enz. De oplagen variëren van 50 tot 500 exemplaren; een beperkt gedeelte werd bibliofiel verzorgd. De Poëziereeks werd in 1991 afgesloten met het nummer 70, Wonderplaneet van Annie Reniers.
- In 2003-2004 verscheen met de imprint Contramine nog twee bibliofiele bundels van Tony Rombouts met grafisch werk van (zijn partner) Niki Faes.
- Contramine is ook de uitgever van de tijdschriften: Trap, Radar en het Tienjarig Tijdschrift.
Bron: Ludo Simons, Het boek in Vlaanderen. Een cultuurgeschiedenis. Tielt, uitgeverij Lannoo. pp469-470.
Na de bibliografie vindt u een lijst van de Contramine uitgaven in de poëziereeks.
BEKRONINGEN
- 2005 : Publieksprijs voor de beste Poëziebundel voor “Een Dandy: gedichten”. (in een gezamenlijk initiatief van Rottend Staal en de Contrabas )
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
- De Groene Amsterdammer juli 2001
- Interview van Andreas Van Rompaey met Tony Rombouts op 22 juni 2022 in: De schaal van Digther: Dromend op de dool
Referenties
- Ludo Simons, Het boek in Vlaanderen.Een cultuurgeschiedenis. Tielt, uitgeverij Lannoo. 2013, 640p.
- Hugo Brems en Dirk De Geest, Barbaar in mijn mond. Poëzie in Vlaanderen 1955-1965 (Leuven 1989, Acco)
SMAAKMAKER
Een dandy in de lucht
Uit: Een dandy: gedichten (2005)
Vanop aarde kan je hem nauwelijks bemerken:enkel twee dunne lijntjes, als getrokken
met witte pijpjes krijt, héél hoog aan de hemel.
Ten minste, als er geen wolken hangen. Hij vliegt. Zijn huid is bespijkerd en gestroomlijnd.
Zijn gepolijste vleugels zijn vederlicht
maar staan toch strak gespannen.
Als satijn glanst het aluminium in het zonlicht. Zijn lichaam is een Boeing 737.
Hij bevindt zich op een hoogte van 1.000 meter
en beweegt zich bestendig voort
met een snelheid van 850 kilometer per uur. Hij klappertandt want het is er bitter koud –
min 25 graden Celsius. De ijzige kilte snijdt
in zijn vlees, rijp kristalliseert zich rond zijn voorhoofd
en zijn genitaliën worden donkerblauw, diep bevroren. De wijde witte ruimte van de verlossing
lijkt, in dit perspectief, op een immense doolhof
waarvan men de hoeken, kanten en muren
enkel wat verder uit elkaar heeft geplaatst. Zijn naam is Icarus
en hij vliegt, zo vrij als een vogel,
van het ene Labyrint
naar het andere.
DE ONTMOETING
Zoals zwanen op een breed meerglijdend, hun halzen buigend
in gratie, hun vleugels flonkerend
in een wijde witte ruimte ontmoetten zij elkaar, met vertrouwen
in hun lot, hoffelijkheid in hun gebaren
betovering in hun stralende ogen
in de gewijde schrijn van hun lach. Geschiedschrijvers beweren dat er ergens staat
geschreven dat het in een ander land gebeurde
ongetwijfeld tijdens een andere tijd. Maar intieme ingewijden weten wel
dat op dat ogenblik tijd en ruimte
enkel behoorden tot het ongehoorde.
BIBLIOGRAFIE
De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Universiteitsbibliotheek – Katholieke Universiteit Leuven.
- Universiteitsbibliotheek Gent.
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007.
- POËZIECENTRUM vzw – Gent
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.
Chronologisch overzicht
CONTRAMINE Poëziereeks
Al bij al namen de Pink Poets niet zo een ruime plaats in het Contramine fonds in: twee bundels van Spillemaeckers, één van Bartosik, één van Conrad en drie van Jespers, tegenover bvb 7 van Bayar en zes van Rombouts zelf.
Daarnaast publiceerde er een nogal heterogeen gezelschap, gaande van gezworen experimentelen als Peel, Ben Klein en Dirk Claus tot figuren uit de Radar-kring (Jan van der Hoeven, Hendrik Carette, Renaat Ramon) en dichters als Joris Denoo, Wilfried Adams, en Lucienne Stassaert.
- Adriaan Peel, Gastronautikon (1973).
- Maris Bayar, De heerlijkheid omhelzen. 1973
- Ben Klein, Ik verlang een landschap. 1973
- Kari Bert, Oefencahier. 1974.
- Werner Spîllemaekers, Veranda. 1974
- Rob Goswin, Mijn bloed : gedichten 1969-1972. 1974
- Maris Bayar, Dwerg : poëtisch schimmenspel. (1974)
- Dirk Claus, Orientatie voor overlevenden. Een leeftocht voor vrije naturen en een weg voor alle onzekeren (1974)
- Michel Bartosik, Linguistiek. 1975
- Saint-Rémy, Defixio memoriae. 1975
- Tony Rombouts, Les demoiselles de la mer: 12 kitschgedichten. 1975
- Wauters, Christian-A., Het boudoir van Barbe de Nettine: burlesken, serioza en coïtale motieven. 1975
- Renaat Ramon, Oogseizoen. (1976)
- Marcel van Maele. Berichten uit de kouwe aardappelstraat: 12 gedichten en 3 handgekleurde tekeningen. 1976
- Henri-Floris Jespers, De tijd van een vreemdeling. 1976
- Wilfried Adams. Ontginning: gedichten 1974-1975. 1976
- Jos Daelman. Vacuüm 1977
- Tony Rombouts, Vergeten variëteit. 1977
- Henri-Floris Jespers, De imperiale gedachte. 1977
- Maris Bayar, Les Chevalier Bayard. 1977
- Jan van der Hoeven, Anarchipel: gedichten. 1977
- Lucienne Stassaert. Gedichten van de jonkvrouw met de spade. 1978
- Andries Ludoviek, Ademnood en spiegelvrees. 1978
- Tony Rombouts, Chambres pour voyageurs: vier gedichten bij vier etsen. 1978
- Hendrik Carette, Ik leef dus ik zweef nog (een ode aan Friesland in elf gruwelijk-romantische gedichten met drie foto-litho’s van Jan Karel Demarest).
- Maris Bayar, De innerlijke Belediging. 1978 (ill. Roel Richelieu van Londersele)
- Denoo Joris, Een praalbed bloemen maar ik hoef niet te geuren. 1978
- Denissen Frans , Op het purperen Ei (1980)
- Maris Bayar, Vrouwelijke elegieën. 1980
- Ramon, Renaat, Ansichten: gedichten . 1980
- Bert Kooijman, Kroniek van een ketter. 1980
- Daelman, Jos, De landschapstuin (1980)
- Tony Rombouts, Carezza Veneziana. 1980
- Henri-Floris Jespers, De wetten van de verdrukking. 1980
- Marcel van Maele. Het blaffen van de angst . Het huiverend herkennen. 1981
- Maris Bayar. Heldendichten – Zeegezichten. 1981
- Marcel van Maele. Bedreven in het feest der jaren: gedichten. 1981
- Tony Rombouts, Binnenskamers: drie intieme introducties gevolgd door dertien rampzalige gedichten. 1981
- Lucienne Stassaert. Een dichteres is ook maar een poes…een sprookje in mineur voor mensen die naar poezen luisteren. 1982
- Maris Bayar, Levend in Leningrad. 1982
- Willekens, Emiel, De archaïsche glimlach. 1982
- Roger Nupie, Ivoren Weemoed 1983
- Reniers, Annie, Degressief. 1983
- Daelman, Jos, Buiten de roedel: gedichten 1979-1983. (1983)
- Zaal, Wim, Subtotaal (1983)
- Bert Kooijman, Fossiel bederf (1983)
- Tony Rombouts, Blanc de blancs. 1983.
- Patrick Conrad. Rond hem huilt iedereen: 10 zangen van Patrick Conrad. 1983
- Daelman Jos, Buiten de roedel. Gedichten 4. 1979-1983. (1983).
- Tony Rombouts, Tien jaar Contramine, 1973-1983: een inventaris met bibliografische documentatie, kritische verantwoording en bloemlezing. 1983
- Ollevier, Ivan, Passionaria: gedichten (1984)
- Witse Rudy, Childhood’s end (1984)
- Mendes, Bob, Met rook geschreven. (1984)
- Ben Klein, De Vrouw van Karel Martel baarde twee gestreepte kinderen. 1984
- Maris Bayar. Verzamelwoede. 1984
- Brem, Tonko, In het voorbijgaan: gedichten. (1985)
- Bert Decorte. Kop of letter: rijmen en gedichten geschreven sedert 1969. 1985
- Lanyard, De vlekken op mijn vleugels. 1985
- Erik Spinoy, Dirk van Bastelaere. Golden boys. 1985
- Suykerbuyk, Benoit J., L’homme aoriste. (1985)
- Reniers, Annie, Vingergewaad: gedichten (1986)
- Tony Rombouts, Naakt met Borsalino. 1986.
- Maris Bayar. Parade van de paladijnen. 1986
- Jo Gisekin bij textielwerken van Liev Beuten. Annabel. 1986
- Daelman, Jos, Het verlangzamen. (1986)
- Mendes, Bob, Alfa en omega: gedichtencyclus (1987)
- Reniers, Annie, Wonderplaneet. (1991)