Maakt deel uit van:Collaboratie WO II
Walter Frans ROLAND
Antwerpen, 14 oktober 1922 – Deurne, 13 februari 2024
Is wellicht de beste prozaschrijver van de ‘zwarte generatie’, de auteurs die tijdens de oorlog (en soms ook daarna nog) de kant van het nazisme kozen.
Hij vocht aan het Oostfront en zat na de oorlog vijf jaar in de gevangenis.
“Hij was atypisch”, vond Soethoudt, vriend en uitgever van zijn boeken. “Hij was in feite socialist en bleef niet verkrampt naar het verleden kijken, maar ontdekte de pacifistische tegenbeweging in Antwerpen.
BIOGRAFIE
14 oktober 1922: Geboren te Antwerpen.
Walter Roland doet zijn humaniora in het Sint-Jan Berchmanscollege in Antwerpen. Daar wordt hij lid van de Vlaamse Studentenbond, waar hij in contact komt met de Vlaamse Beweging en een aanhanger wordt van de Groot-Nederlandse gedachte.
1940-1945: Wereldoorlog II
Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt hij lid van de Nationaal-Socialistische Jeugd Vlaanderen.
1943: Sluit zich aan bij de SS-Sturmbrigade Langemarck en vecht aan het oostfront.
1945: Wordt veroordeeld tot vijftien jaar celstraf, waarvan hij er vijf effectief uitzit.
Na zijn vrijlating in 1950 bouwt hij zich een praktijk op als opticien, wordt pr-agent voor een galerij, werkt voor een rijschool van de VAB-VTB …
Tot 1962 had hij een publicatieverbod.
1966: Publiceert zijn eerste roman, De onbekende soldaat, een oorlogsroman waarin hij zijn ervaringen neerschrijft.
Ook in zijn andere romans spelen de ervaringen uit die periode van zijn leven een rol, vanaf De onbekende soldaat (1966) tot Ik haat mijn psychiater (1978). Hij behoort tot de weinigen die er literair in slagen hun ervaringen op een hoger niveau te tillen. Hij beschrijft een wereld van onderlinge agressie en wil een boodschap brengen die verder reikt dan de gebeurtenissen van de tweede wereldoorlog.
In de jaren zestig werpt Walter Roland zich in de Antwerpse tegencultuur.
1967: Publiceert als eerste een studie over de bekende zanger Ferre Grignard, dat hij illustreerde met zijn eigen foto’s die hij in de cafés en op straat had genomen.”
- De eerste dag dat café De Muze in 1964 in Antwerpen opengaat, staat hij er aan de toog. In 1967 schrijft Walter Roland een boek over de opkomende hippie zanger Ferre Grignard die elke donderdag optreedt in De Muze en met Ring, Ring, I’ve Got to Sing in 1965-1966 naam maakt.
1969: Wordt bekroond met de Romanprijs van de Provincie Antwerpen voor de roman Het kijkgat (1968).
1970: Art. 113 biedt een ooggetuigenverslag van de gebeurtenissen aan het Oostfront. Het boek is geïllustreerd met 36 originele foto ’s en vijf landkaarten.
- Artikel 113 verwijst naar het wetsartikel over wapendracht tegen België.
- Het boek schetst het klimaat waarin mensen zich als oostfronter aanmeldden. Niet enkel put uit eigen ervaringen maar verzamelt ook een twintigtal andere getuigenissen. Daardoor bevindt het boek zich op de scheidingslijn tussen roman en non-fictie.
1975: In Niets dan de waarheid : vijftien interviews met de voormalige leden van de WAFFEN-SS biedt Roland gesprekken aan met oostfronters. Tevens wil hij vooral de jeugd waarschuwen voor manipulatie door de media omdat ook hij naar zijn mening hiervan het slachtoffer was: “Veel politiek inzicht had ik destijds niet, en ik heb me vooral door emotionele argumenten laten beïnvloeden.”
Zijn werk wordt tweemaal gebundeld.
- 1977: Welkom in Siberië (omnibus) bevat: De spooktrein (pp 27-109); Art. 113 (pp 111- 303); Niets dan de waarheid (305-426). Voorwoord van Dr. M. Oukhow (pp 9-25)
- 1979: Ik haat mijn psychiater (omnibus) bevat: Ik haat mijn psychiater (pp 11-96, uit 1978); Het kijkgat (pp 97-204, uit 1968); Onder de zee leggen geen balken (pp 205-290, uit 1973); Verhalen (pp 291-338)
Walter Roland vindt dan weer dat door ouder worden de illusies wegkwijnen.
Hij drukt dit aldus uit: ‘… Ik hoop dat je het niet kwalijk neemt dat ik niet op je verzoek inga. Je weet, ik ben nooit een schrijver geweest uit liefde voor het woord of voor de taal. De illusie dat ik iets bijzonders te zeggen had en door te publiceren iets kon veranderen, heeft me aangezet om te schrijven. Door ouder te worden verbleken de illusies en bovendien had ik niet veel last van een ‘ego’’ (In antwoord op een enquête uit 1994 aan het tijdschrift Gierek).
13 februari 2024: Overleden te Deurne
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Er is niet veel over deze schrijver gepubliceerd.
Websites
- Walter Roland – Wikipedia
- lay-out 94 (gierik-nvt.be/Nr94/Gierik94.pdf) – zeer interessant nummer omwille van de de enquête over het waarom een aantal auteurs na een beloftevol debuut, soms beginnende schrijverscarrière, afhaken. (jammer genoeg intussen verwijderd).
BIBLIOGRAFIE
Woordje vooraf
- Meer weten over een drietal boeken van de auteur ? Lees meer in ‘Uitsmijter’ achteraan de bibliografie.
De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque de Belgique – Bruxelles.
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.
Chronologisch overzicht
Uitsmijter
Bespreking van de omnibus ‘Welkom in Siberië. Van spooktrein tot repressie’
Het boek ‘Welkom in Siberië’ is in feite een bundeling van drie boeken van Walter Roland die eerder afzonderlijk verschenen. Siberië is een begrip. De naam alleen roept ellende, haat en eenzaamheid op. Drie thema’s die dit boek op een navrante manier domineren. In het historische kader van de tweede wereldoorlog laat de schrijver de mens centraal. Hierdoor krijgen de verhalen een universeel karakter. De eenvoudige taal, de overvloedige informatie en de direkte stijl verhogen de levensechtheid van dit menselijk dokument.
Het boek wordt ingezet met een lijvig voorwoord van Dr. Michel Oukhow (Ukkel 23.01.1926 – Antwerpen 25.05.1997). Michel Oukhow werd in Ukkel geboren als zoon van Wit-Russische emigranten, die na de Russische revolutie hun land hadden verlaten. Hij verhuisde later naar Antwerpen en ging in Gent geschiedenis studeren, waar hij een doctoraat wijsbegeerte behaalde. Oukhow publiceerde onder meer studies over de geschiedenis van de Vlaamse Beweging, de pers en het socialisme. In de kring van de Zwarte Panter was hij een geliefd figuur en zijn leven lang was hij een verdediger van het humanisme. Hij was jarenlang voorzitter van de Antwerpse afdeling van het Humanistisch Verbond waarvan hij al sinds begin jaren vijftig in het bestuur zetelde.
Deel 1: De Spooktrein
Michel Oukhow: ‘Met De Spooktrein blijft Walter Roland in het verhalende genre. Hij schreef buiten zijn interviews alleen proza. Hij heeft de collaboratie en repressie van nabij gekend. Natuurlijk is wat hij schrijft veelal eigen belevenis, eigen beleefde geschiedenis en valt daarom ook onder het domein van de memoire. De Spooktrein zelf is een op ondervragingen gebaseerde herschepping van de wegvoering van de verdachte anti-belgicisten.’
Op 10 mei 1940, de dag van de Duitse inval in België, werden in ons land aan de hand van lijsten, opgesteld door verschillende diensten, ongeveer 4.000 personen opgepakt die een gevaar voor de veiligheid van de staat konden vormen (het merendeel Joden, vooral van Duitse origine die hun land waren ontvlucht naar België om aan de jodenvervolging in Duitsland te ontkomen…) en naar Frankrijk gevoerd. Daar werden ze in kampen opgesloten waar ruimte was vrijgekomen doordat een groot gedeelte van de bevolking aan ziekte en ontbering was bezweken en die had bestaan uit leden van de Internationale Brigaden, die na het einde van de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) over de Pyreneeën waren gevlucht.
Vanaf 28 mei 1940, wanneer België al na achttien dagen van hevige gevechten, overrompeld en verslagen werd, begonnen de ‘weggevoerden van mei 1940’ druppelsgewijs terug te keren naar België. Enkele van hen waren door Franse soldaten omgebracht in Abbeville, waarvan de meest gekenden – Joris Van Severen en Jan Rijckoort- leiders van het Verdinaso, de mythe zouden ingaan en tot op heden in rechts-extremistische Vlaams-nationale middens getuigen van ‘Vlaamse heldenmoed en zelfopoffering’. De duizenden Joden die in hun gezelschap eveneens werden afgevoerd in de Spooktrein, daar spreekt niemand meer over. Zij bleven opgesloten en werden twee jaar later vanuit Drancy afgevoerd naar het concentratiekamp van Auschwitz. Slechts een handvol van hen zal later – maar gebroken voor het leven – uit de kampen weerkeren.
De Spooktrein bericht in verhalend proza de treinrit op 15 mei 1940 van Brussel naar het Franse Orléans en werd gebaseerd op getuigenissen van inzittenden uit wagon nr. 38.758. Het boek werd geschreven op basis van werkelijk gebeurde feiten. Na de inval in Rusland op 22 juni 1941 bloklettert Volk en Staat, het partij dagblad van het anti-semitische V.N.V. van Staf de Clercq, op 24 juni 1941: ‘De afrekening met het joodsch-bolsjewistische verraad is ingezet. Duitsche, Roemeensche en Finsche troepen rukken Rusland binnen. Europa staat paraat.’
Deel 2: Art. 113
Art. 113 verscheen eerder in boekvorm in 1970. Het boek is samengesteld uit ooggetuigenverslagen van Vlamingen aan het oostfront en leest als een roman. Artikel 113 verwijst naar het Strafwetboek, Boek II ‘De misdrijven en hun bestraffing in het bijzonder’. Hoofdstuk II: ‘Misdaden en wanbedrijven tegen de uitwendige veiligheid van de Staat’. Artikel 113: ‘Iedere Belg die de wapens tegen België opneemt, wordt gestraft met de dood’. Deze Besluitwet die dateert van 11 oktober 1916, werd door de Belgische Regering in Ballingschap te Londen in 1942 verder aangepast een aangevuld met het oog op de naoorlogse repressie van onder meer de militaire collaboratie. De Besluit-wet van 17 december 1942 (B.S., 29.12.1942) bevat onder meer de artikelen 113, 117, 118bis en 121bis van het Strafwetboek. Zo werd Artikel 113 aangevuld met de bepaling dat hulp aan de vijandelijke legers (namelijk het verrichten van strijd, vervoer, arbeid of bewaking die normaal op de vijandelijke legers of hun diensten rustte) met het voormelde misdrijf worden gelijkgesteld. Met deze uitbreiding konden bijvoorbeeld Belgische chauffeurs van het N.S.K.K. worden veroordeeld alsmede Belgische arbeiders in Duitse kazernes of bewakingsdiensten, zoals bv de Vlaamse Wacht en de Fabriekswacht, worden bestraft.
In Art. 113 verhaalt Walter Roland over de geschiedenis van het Vlaams Legioen en de Waffen SS Standarte Nordwest en over de divisie die de naam ‘Wiking’ droeg. Michel Oukhow: ‘Een hard verhaal over het oorlogsbedrijf, waar de soberheid van de stijl het sombere oorlogsbedrijf voor ons schildert. Toch weer duidelijk uitgewerkt ligt het stramien van dit werk voor ons open: Vlaamse jongeren vechten voor Vlaamse idealen, maar worden aan een gewetenloze fascistische politiek in werkelijkheid opgeofferd. Er komen op een bepaald ogenblik geen brieven uit Vlaanderen meer aan. Ook die band is afgesneden. Steeds drukt de propaganda door wat de Vlaamse kinderen tenslotte een leven lang hebben moeten slikken: offeren, uw eer, de trots tot een moedig volk te behoren.’
Deel 3: Niets dan de waarheid
Dit derde boek bevat vijftien min of meer openhartige interviews met voormalige ‘Oostfronters’. Zij vertellen zelf over hun motieven waarom ze het uniform van de Duitse bezetter aantrokken om in het vreemdelingenlegioen van de Waffen SS tegen het zogenaamde ‘judeo-bolsjewistische complot’ ten strijde te trekken. De interviews werden gerangschikt volgens de datum van hun indiensttreding en verschillende politieke strekkingen komen hier aan bod. Wie denkt hier een eensluidend verhaal en inzicht te krijgen in het hoe en het waarom deze jonge mannen zich in dit dramatische avontuur hadden gestort, blijft met meer vragen achter dan er antwoorden worden gegeven.