Maakt deel uit van:De romantische school
Jozef Ronsse
Oudenaerde, 5 februari 1806 – 1862
Behoorde tot de Gentse kring oud-studenten in de rechten (Philippe Marie Blommaert, Constant Philippe Serrure, George Bergmann, Prudens van Duyse ea ), die de Vlaamse literatuur op gang trokken.
Werd vrederechter. Gematigd liberaal. Schrijver van voornamelijk historische romans.
BIOGRAFIE
5 februari 1806: Geboren te Oudenaerde als zoon van een onderwijzer.
- Liep college te Aalst.
1830: Promoveerde te Gent tot doctor in de rechten.
- Maakt deel uit van een literair vruchtbare lichting kandidaat-juristen, waarvan verschillende leden korte tijd later de Vlaamse literatuur op gang trokken. Philippe Marie Blommaert, Constant Philippe Serrure, George Bergmann, Prudens van Duyse … allen studeerden rechten te Gent tijdens de laatste jaren van het Hollands bewind.
- Vestigde zich in Oudenaerde als advocaat.
1836: Vrederechter van het kanton Nederbrakel.
1841: Na voorpublicatie van twee korte hoofdstukken in het Nederduits Letterkundig Jaarboekje (onder redactie van zijn vriend Frans Rens) publiceert hij zijn debuutroman: Kapitein Blommaert of de Boschgeuzen te Audenaerde, 1566-1572.
- In navolging van Conscience werd deze roman bedacht tegen de achtergrond van de politieke en religieuze troebelen te Oudenaarde tussen 1566 en 1572. Op grond van zijn talrijke en omvangrijke voetnoten is het evenzeer een historische kroniek als een roman. Het ontbreekt de auteur zeer zeker niet aan historische bagage, veelal heeft hij –zoals Ecrevisse in zijn ‘Verwoesting van Maestricht’, de grootste moeite om daar een coherent en vlot verhaal uit te distilleren.
- Net zoals bij Hendrik Conscience moest ook de roman van Ronsse twee fundamentele eigenschappen in de verf zetten: afkeer van de buitenlandse bezetter en liefde voor het vaderland. Subtiel werd aan de lezer duidelijk gemaakt hoezeer de geuzenopstand een voorafspiegeling was van de onafhankelijkheid van België. Een geuzenleider zegt na de inname van de stad Oudenaarde letterlijk: “Leenen wy elkander de hand: weldra zullen ’s lands kluisters geheel verbroken zijn, en dan zullen wy de woorden: Eendragt maekt magt, met het bloed van den laetsten Spanjaert op onze banier mogen prenten’.
- Het boek werd uitgegeven door de Drukkery der Gazette van Audenaerde, de krant waarvan zijn broer uitgever was en waaraan hij zelf regelmatig meewerkte.
- De nodige documentatie haalde hij voornamelijk uit eigen opzoekwerk, maar werd ook deels bezorgd door de Oudenaerse stadsarchivaris Lodewijk van Lerberghe en door Prudens van Duysse, stadsarchivaris van Gent en oud-studiegenoot van Ronsse.
- Kapitein Blommaert verscheen meer dan dertig jaar later – in 1875- nog eens als vervolgverhaal in het liberale en Vlaamsgezinde dagblad De Kleine Gazet uit Antwerpen. Hierdoor kreeg het een ideologisch etiket dat geen recht doet aan de genuanceerde houding van de auteur.
1842: Publicatie van Pedro en Blondina. Verhael uit de XVIe eeuw.
- Speelt zich rond dezelfde tijd en op dezelfde plaats af als de vorige roman, maar lijdt aan het omgekeerde euvel: hier wordt de Beeldenstorm volledig ondergeschikt gemaakt aan een hyperromantische liefdesgeschiedenis tussen een Vlaamse freule en een Spaanse page. De eigentijdse kritiek vond daarom deze roman te weinig nationaal.
- Een tweede verschil: toonde de auteur zich in zijn eerste roman duidelijk pro-geus en volbloed liberaal, nu gaf hij zijn hoofdstukken ostentatief een katholieke signatuur door boven elk hoofdstuk als motto een citaat uit de bijbel te plaatsen.
- Jan Pauwels – in het tijdschrift ‘Zacht Lawijd’ – wijst er echter op dat Ronsse dit boek geschreven heeft voor vrouwen, omdat hij begon ‘te gelooven dat de tyd daer is, waerop ook vrouwen vlaemsch lezen.’ Zij waren de voornaamste slachtoffers van de wijd verspreide Franse romans die ‘ook in de handen der meisjes vallen, en in hare harten zulke vreeslyke verwoestingen aanrigten’, niet zozeer door het vreemde taaleigen maar door hun onzedelijke strekking. Ontucht, overspel en incest waren immers de gebruikelijke onderwerpen. Ten diepste verontwaardigd en in een poging om een vaderlands alternatief te bieden, beschreef Ronsse in zijn boek een voorbeeld van kuisheid en onschuld.
Is dit de eerste Vlaamse damesroman ?
- Het boek werd opnieuw uitgegeven door de Drukkery der Gazette van Audenaerde en op het kantoor van de krant verkocht tegen 2 frank, een distributiemethode die wijst op lokaal doelpubliek.
1842: Verovert met ‘De Gentsche Mammelokken’ de eerste prijs op een wedstrijd van de Maatschappij van Retorika uit Diksmuide.
1843: Plaatst in het 10de jaargang van het Nederduits Letterkundig Jaarboekje een historisch verhaal ‘Beleg van Audenaerde’ over een 17de eeuwse veldslag tegen de Fransen.
1844: Plaatst in het 11de jaargang van het Nederduits Letterkundig Jaarboekje een verhaal uit de 14de eeuw ‘Slag van Roosebeke’.
1845: Publiceert zijn magnum opus: Arnold van Schoorisse. Episode uit den opstand der Gentenaers (1382-1385). Het werk omvat maar liefst 4 delen en telt 950 bladzijden.
1845-1850: In samenwerking met twee stadsgenoten publiceerde hij zes forse delen Audenaerse mengelingen. Het betreft een omvangrijke collectie transcripties archivalia uit het bezit van de stad Oudenaarde.
1846: Lanceert zich in de politiek.
- Onder het toen heersende kiescijnsstelsel volstonden 91 op 132 geldig uitgebrachte stemmen om de debuterende politicus – waarschijnlijk een gematigd liberaal, maar zich niet openlijk tot een strekking bekennend – naar de Oost-Vlaamse provinciestad te sturen.
1846: Huwt met Virginie Cosyns met wie hij nog 6 kinderen zal krijgen.
1848: Door een nieuwe wet op de onverenigbaarheden, werden magistraten verplicht te kiezen tussen hun ambt of een politiek mandaat. Ronsse koos voor zijn ambt als vrederechter.
- Zijn carrière loopt zeer parallel met die van Karel Lodewijk Ledeganck, ook onderwijzerszoon, doctor in de rechten, vrederechter en provincieraadslid.
- Er is zelfs een derde Oost-Vlaamse vrederechter literair actief: Pieter Ecrevisse, die eveneens historische romans schreef.
Na 1845 kwam er geen literair werk meer uit zijn pen.
- Waarschijnlijk lagen materiële redenen aan de basis. Tijdens de 19de eeuw droeg de auteur vaak de financiële risico’s van zijn eigen publicaties, een onverantwoord waagstuk voor een goede huisvader met zes kinderen. Toen Van Duyse hem aanspoorde tot het schrijven van nieuwe romans, antwoordde hij prompt dat met Vlaamse literatuur geen droog brood te verdienen viel: “Ja, ik zie slechts het oogenblik tegemoet waerop de Vlaemsche letterkunde voorstanders zal vinden door de welk wy schadeloos zullen gesteld worden over de moeite die wy aenwenden en de kosten die wy dragen moeten om eenige onzer voortbrengselen in de wereld te zenden”.
1862: Overlijden van Jozef Ronsse.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Referenties
- Jan Pauwels; Jozef Ronsse. In: Literair-historisch tijdschrift ZL 2(2003) nr 4, p.20-33
- Karel Wauters, Het Vlaamse fictionele proza van Conscience tot Loveling. In: Hoofdstukken uit de geschiedenis van de Vlaamse letterkunde in de negentiende eeuw. Gent, KANTL 1999. P186-187
BIBLIOGRAFIE
De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
Chronologisch overzicht