Maakt deel uit van:tijdschrift Vlaamsche arbeid
JOZEF MULS
Antwerpen, 12 juli 1882 – Kapellenbos, 22 april 1961
Jozef Muls was kunstcriticus en auteur van literaire reisdocumentaires en essays over kunst.
Hij was mede-oprichter en bezieler van het tijdschrift Vlaamse Arbeid en een gevierd spreker.
Van zijn hand is de verzenbundel “Verzen” (1912)
Tevens hoogleraar in de kunstgeschiedenis, conservator van het Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen, en later zelfs directeur-generaal voor Schone Kunsten bij het Ministerie van Openbaar Onderwijs;
Schreef ook onder de pseudoniemen Ignotus, Marcus, Titurel, Bouchout, Edm. (in: Alvoorder); Verley P. (in: Alvoorder); Van Etsel, Joost (in: Jong Dietschland) voor details zie rubriek A-Z Pseudoniemen lexicon
BIOGRAFIE
12 juli 1882: Geboren te Antwerpen .
Oktober 1894: Klassieke humaniora aan het St.-Jan Berchmanscollege, waar hij vriendschap sloot met zijn klasgenoot Karel Van den Oever, een vriendschap voor het leven waarvan het verloop door een paar ophefmakende incidenten werd onderbroken.
- Muls heeft ze, na Van den Oevers dood in 1926, herdacht in een bijdrage Mijn handel met Karel van den Oever, een belangrijk stuk voor de kennis van het werk en de persoonlijkheid van beide vrienden en van het literair klimaat in Vlaanderen tijdens het eerste kwart van deze eeuw.
- Hij werd lid van de Vlaamsgezind studentengilde ‘Eigen Taal, Eigen Zeden’, dat zijn lange tijd door de college-overheid verboden vergaderingen om de week in de stad hield.
1898: Reeds tijdens zijn collegejaren begon Jozef Muls te schrijven. Toen hij in 1898 zestien jaar was, werd het opstel “Geschiedenis van Antwerpen’s hoofdkerk” gepubliceerd in de “Gazet van Antwerpen” onder de schuilnaam Fr. van Spilbeek. Het was een vrij uitgebreid werk dat in het Zaterdagsblad van bovenvermelde krant werd opgenomen en een hele reeks vervolgen bedroeg.
1900: Rechtenstudie te Leuven en begin van zijn literaire bedrijvigheid.
In de periode voor WO I verschenen regelmatig gedichten van zijn hand in diverse tijdschriften. Een keuze uit deze vooroorlogse verzen verscheen in 1912 in de bundel Verzen.
- Van 1900 tot 1913 verschenen gedichten van Jozef Muls in de volgende tijdschriften: De Groene Linde (1902), Dietsche Warande en Belfort (1904, 1907), Vlaamsche Arbeid (1905, 1906, 1910, 1913), Jong Dietschland (1906), De Vlaamsche Wachter (van 1900 tot 1905), Van onzen Tijd.
- Onder pseudoniem JOOST VAN ETSEL verschenen gedichten in Jong Antwerpen (1900-1901) en De Vlaamsche Wachter (1904)
Ook tijdens het interbellum schreef hij gedichten
- Onder het pseudoniem PROSPER VERLEY plaatste Jozef Muls verzen in Alvoorder en De Vrije Tribune; Onder pseudoniem JAN VAN HOLDER in Vlaamsche Arbeid (1923, 1924 en 1928) en Volk (1938)
- In het Vlaamsche Land van 8 juli 1922 verscheen eveneens zijn gedicht “Antwerpen’.
Bron: Jozef Muls Werk p. 541
Via onderstaande links (naar DBNL) kunt u enkele van zijn sonnetten en gedichten lezen. Ze zijn sterk door de Hollandse Tachtigers – die hij bewonderde – beïnvloed qua atmosfeer van schoonheid en stemming.
- Jozef Muls, Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1904 (1904)
- Jozef Muls, Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1904 (1904)
- Jozef Muls, ‘Angst’ In: Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1907 (1907)
1900-1901: Hoofdredacteur van het studententijdschrift “Jong Antwerpen”.
1902: Eerste publicatie in boekvorm: Rodenbach’s Gudrun, Een studie van Jozef Muls.
1909-1913: Plaatste regelmatig onder de schuilnaam TITUREL in het toenmalige Fransche dagblad La Presse van Antwerpen kronieken over Vlaamse en Franse letterkunde.
1905: Oprichting – samen met Karel Van den Oever – van het tijdschrift “Vlaamsche Arbeid”.
- Muls werd medewerker en stuwende kracht van het tijdschrift.
- Het tijdschrift was gegroeid uit de Antwerpse katholieke en Vlaamsgezinde studentenvereniging Eigen taal, eigen zeden. Het was de voortzetting van Jong Antwerpen, of liever de herrijzenis er van, want dit blad was in 1901 verdwenen. De nieuwe naam kwam van Van den Oever, die aan het Hollands tijdschrift De Arbeid had meegewerkt. Vlaamsche Arbeid was niet meer strijdend Vlaams en voor studenten bedoeld, maar in hoofdzaak literair.
- Muls heeft later in een jubileumartikel verklaard dat Van den Oever van 1905 tot 1912 en ook nog na Wereldoorlog de ziel van Vlaamsche Arbeid was, maar eigenlijk is het gedurende vijfentwintig jaar het tijdschrift van Muls geweest. Het was ruim katholiek en stond wijd open voor vrijzinnigen, het was enigszins esthetiserend en bepaald eclectisch. Kortom, het droeg het stempel van Muls. Opgemerkt moet worden dan zowel Muls als Van den Oever oud-leerlingen waren van het Sint-Jan Berchmanscollege te Antwerpen.
- Vergeleken met de andere vooraanstaande katholieke tijdschriften, de vrij academische Dietsche Warande en Belfort en het strijdvaardiger en eerder op het ethische ingestelde Jong Dietschland, was Vlaamsche Arbeid meer vooruitstrevend artistiek, voor sommigen ietwat dilettantisch. Het stond meer open voor het nieuwe en het had ook een kosmopolitische toets. Dit dankte het niet het minst aan Muls zelf, die over Burne-Jones en Gustave Moreau schreef en van zijn buitenlandse reizen vlotte opstellen over Constantinopel, Venetië en Parijs meebracht. Hij hield ook een kunstkroniek en stond voor heel wat boekbesprekingen in.
- In zijn vooroorlogse fase was de dominante van het tijdschrift neoromantisch. In de redactie zetelden benevens Muls en Van den Oever de priester-dichter Jan Hammenecker, de heimatschrijver Alfons Jeurissen, de dichter Jan van Nijlen, de historicus Floris Prims, voor Nederland eerst Felix Rutten, later Theo Weiman. Een van de produktiefste medewerkers was André de Ridder, die zich als vrijzinnig niet-katholiek auteur liet gelden en in 1908-1909 als redactiesecretaris fungeerde;
Ingevolge een in de redactie ontstaan antagonisme nam De Ridder ontslag en zag hij, samen met enkele geestesgenoten, van verdere medewerking af. De Ridder zal in 1909 het tijdschrift De Boomgaard oprichten.
Na het vertrek van De Ridder traden o.a. de toenmaals tere dichter August van Cauwelaert, de schrijver van exotische verbeeldingen Emiel van der Straeten, de olijke Ernest Claes tot de redactie toe. Medewerkers die weldra naam zouden maken waren Felix Timmermans, Antoon Thiry, Joris Eeckhout en Hilarion Thans.
1907: Promoveerde als doctor in de rechten en vestigde zich als advokaat te Antwerpen.
Oktober 1914: Toen de Duitse kanonnen Antwerpen beschoten, verbleef Muls te Kapellenbos op ‘De Marentak’, het landgoed van zijn ouders. Van daar uit vluchtte hij, met zijn ouders en zijn zuster, via Nederland naar Engeland.
- De familie verbleef eerst te Londen, begin november 1914 verhuisde zij naar High Wycombe, in februari 1915 naar Hampstead. Muls zelf verbleef in 1915 te Oxford.
- Hij was correspondent van de Nieuwe Rotterdamsche Courant en het Algemeen Handelsblad en hield in enkele plaatsen lezingen over de Belgische kunststeden en de Belgische schilderkunst (o.a. aan de universiteit te Oxford op 23 februari 1915).
5 augustus 1916: Vestigde zich met moeder en zuster – vader was inmiddels overleden – te Neuilly-sur-Seine, bij Parijs. Hij ondernam reizen in Frankrijk, Spanje en Rusland.
- Hij ging door met schrijven en publiceren. In De gruweljaren 1914-1916 (1916), Le crépuscule des villes d’art flamandes (1917) en De val van Antwerpen (1918) ontgint hij het sinds 1908 aangeboorde steden- en landschappengenre, dat hij als geen ander in onze letterkunde zo bij herhaling zal hebben beoefend.
1918: Na de wapenstilstand keerde hij terug naar Antwerpen.
1919: Publicatie van een fijn atmosferisch werkje Het levende Oud-Antwerpen en het jaar daarop een bundel gemengde kronieken, eerder vlot publicistisch werk, Het rijk der stilte (De kunst en de oorlog).
1919: Professor in de kunstgeschiedenis aan de door Elisabeth Belpaire opgerichte Katholieke Hogeschool voor Vrouwen.
November 1919: Gaf opnieuw Vlaamsche Arbeid uit.
- Hij fungeerde nu als enig redacteur. Veel was intussen veranderd.
- Vroegere medewerkers waren gestorven; anderen die veelbelovend schenen te zijn, geraakten reeds op de achtergrond; anderen waren door de oorlog gerijpt of door het snel veld winnend expressionisme aangegrepen.
- Een nieuwe generatie was aan het woord gekomen.
- Muls, wiens Vlaamsche Arbeid – samen met De Ridders tijdschrift De Boomgaard – het klimaat van 1900 had vertolkt, stelde zijn tijdschrift thans in op het literair, artistiek, politiek, religieus en sociaal zo diep gewijzigd klimaat van 1920. Hij deed dit resoluut en geestdriftig, zij het niet exclusief: aan zijn eclectische natuur kon hij ten slotte niet veel veranderen. Werd Vlaamsche Arbeid geen – hoe zal ik het noemen? – partij-orgaan van het expressionisme, zoals bijv. Ruimte, toch is het uit de expressionistische beweging niet weg te denken. Voor 1914 werd op het stuk van de poëzie het leeuwendeel aangebracht door Constant Eeckels, Jan Hammenecker, Aug. van Cauwelaeert, Karel van den Oever, Jan van Nijlen; na 1919 geven nieuwe dichters de toon aan: Victor J. Brunclair, Gaston Burssens, Van den Oever ‘nouvelle manière’, Paul van Ostaijen, in mindere mate Marnix Gijsen en Wies Moens. Ook voor kritische bijdragen en talrijke boekbesprekingen staan zij in.
- Sinds 1923 is dit tijdschrift de tribune van Paul van Ostaijen, die er behalve gedichten, ook korte prozastukken, kritieken, boekbesprekingen en een kapitale bijdrage als Gebruiksaanwijzing der lyriek laat in verschijnen. In het jaar van Van Ostaijens overlijden, 1928, schreef Muls een uitvoerig opstel over Paul van Ostaijen en de stad. Hij vertelt daar o.a. in, hoe hij zes jaar te voren persoonlijk met de dichter kennis maakte en hem verzocht de kroniek van de Nederlandse letterkunde in Vlaamsche Arbeid voor zijn rekening te nemen. Toen Van Ostaijen later eens de wens te kennen gaf van dit regelmatig werk ontslagen te worden, schreef Muls hem dat hij zijn tijdschrift alleen om deze medewerking in stand hield. Muls heeft overigens niet gewacht op de Van Ostaijen-vogue om te schrijven: ‘Hij was het eerste nieuw geluid dat na Guido Gezelle in Vlaanderen weerklonk’.
1920-1929: Correspondent voor Antwerpen van het Algemeen Handelsblad (Amsterdam), een activiteit die hij, met andere gecombineerd, tot 1929 uitoefende.
1922-1929: Verkozen tot briefwisselend lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde; in 1929 werd hij werkend lid.
- Na de eerste wereldoorlog ging zijn belangstelling voornamelijk uit naar de schilderkunst, wat blijkt uit de zeer vele waardevolle kunsthistorische essays die hij schreef, zoals “Bruegel” (1912), “Van El Greco tot het cubisme ” (1929) en “Oude meesters” (1934). Hij was misschien wel de belangrijkste Vlaamse kunstcriticus en essayist van zijn tijd.
1925: Docent algemene kunstgeschiedenis aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Mechelen
1926: Conservator van het Museum van Schone Kunsten te Antwerpen.
1929: Werkend lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde.
1930-1940: Conservator van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen.
1932-1933: Docent in de kunstgeschiedenis aan de Volksuniversiteit te Rotterdam.
Oktober 1939 tot 1952: Hoogleraar kunstgeschiedenis aan de Leuvense universiteit.
- Hij doceerde er tot juli 1952 de geschiedenis van de schilderkunst, met overzicht van de geschiedenis van de graveerkunst; bijzondere vraagstukken uit de schilderkunst en de geschiedenis van de schilderkunst in België
1940-1944: Directeur-generaal van Schone Kunsten aan het Ministerie van Kunsten en Wetenschappen.
1954-1955: Opnieuw docent in de kunstgeschiedenis aan de Volksuniversiteit te Rotterdam
6 juni 1957: Werd door een beroerte getroffen.
- Hij zou niet meer herstellen. De hand die zoveel had geschreven, kon geen letters meer vormen; de gevierde spreker en schitterende causeur kon slechts nog wat stamelen. Maar zijn geest bleef helder. Met grote toewijding werd hij verzorgd door zijn zuster Tine. Er kwam nog wel bezoek, en af en toe gebeurde het dat een vriend hem in een rolstoel langs de lanen en wegen van ‘De Marentak’ voortduwde.
22 april 1961: Jozef Muls overleed op zijn landgoed te Kapellenbos.
Het grafmonument voor Jozef Muls bevindt zich op het Ereperk N van de begraafplaats Schoonselhof te Antwerpen.
BEKRONINGEN
- 1930: Prijs van de provincie Antwerpen (monografie/beschouwend genre) voor Van El Greco tot het cubisme.
- 1937: Oeuvreprijs van de provincie Antwerpen
- 1936-1940: Vijfjaarlijkse grote staatsprijs voor kritiek en essay voor Memlinck: de laat-gotische droom.
- 1943: Oeuvreprijs van de provincie Antwerpen
Bron: Frans Heymans, Het goud van de Vlaamse letteren. 170 jaar prijzen voor de Nederlandse literatuur in België (1830-2000). Snoeck-Ducaju & Zoon, Gent, 2001.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
BIBLIOGRAFIE
De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
- Rob Roeman, Bibliographie van Prof. Dr. Jozef Muls, in: Werk. (Bloemlezing gepubliceerd ter gelegenheid van Muls 60ste verjaardag). Ingeleid door Jan Hallez en Dirk Vansina met een bibliographie door Rob. Roemans. Diest: Kunstuitgeverij Pro Arte. pp 516-541.
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto
Chronologisch overzicht
Jaar | Titel | Fotogalerij | Uitgeverij 1ste druk |
1898 | Geschiedenis van Antwerpen’s hoofdkerk. Onder pseudoniem: FR. VAN SPILBEEK | Gepubliceerd onder de schuilnaam Fr. VAN SPILBEEK in een aantal afleveringen van het zaterdagsblad van de Gazet van Antwerpen. | |
1902 | Albrecht Rodenbach’s “Gudrun” / Studie door Jozef Muls. (studie) Opgedragen aan en met een woord vooraf van Prof. Paul Alberdingk Thijm | Maldeghem: Victor Delille. -47p. + [I] p. Reeks: Duimpjesuitgave. – Maldegem; vol. 31bis Afmetingen: 17.50 x 13 Boekje verkocht aan 50 centimes ’t stuk ten voordele der propaganda voor Rodenbach’s beeld | |
1912 | Verzen. (gedichtenbundel) | Antwerpen: Uitgave van “Vlaamsche Arbeid” . -105p. + [III]p. Afmetingen: 19 x 14 Druk: drukkerij “De Vlijt”, Antwerpen. | |
1912 | Bruegel. | Antwerpen: N.V. Standaard-Boekhandel / Amsterdam: N.V. Uitgevers-Mij “Kosmos”, z.j. 82+2p | |
1912 | Moderne kunst. (opstellen)
Bevat zeven opstellen: I. Engeland. Burne-Jones. II. Frankrijk. Gustave Moreau. III. Duitschland. Het Salon van Berlijn in 1908. IV. Kunst van heden. Door de tentoonstellingen. Vlaanderen: V. Edmond Verstraeten. VI. Valerius de Saedeleer. VII. De Tijden die komen. |
Berchem-Antwerpen: Uitgave van “Vlaamsche Arbeid”. -124p. + [IV] p.
Druk: drukkerij “De Vlijt”, Antwerpen.
|
|
1913 | Steden. (essays, geschreven tussen 1908 en 1912)
Bevat: I. Constantinopel (pp 11-48); II. Venetië (pp 49-86); III. Parijs (pp 87-106); IV. Oud-Lier (pp 107-126); V. Brugge (pp 127-146); VI. Rousselare (pp 147-162); VII. Antwerpen in het werk van Conscience (pp 163-204). 1933: 2de vermeerderde druk. |
![]() |
Brugge: Sint Michiel. -204p. + [IV] p. Met 13 platen.
Afmetingen: 19.50 x 13 (ingenaaid) Colophon: Dit boek werd gezet en op één duizend exemplaren afgedrukt in de Sinte Catharina-Drukkerij te Brugge, in Wintermaand 1900 en dertien. Er werden vier genummerde afdrukken getrokken op Hollandsch van Gelder. |
1914 | Gezellebrevier. (bloemlezing uit het poëtisch werk van Guido Gezelle)
Samengesteld en van een nawoord voorzien door J. Muls. |
Amsterdam: J. J. Veen / Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel. -[VI] + 48p. | |
1916 | De gruweljaren 1914-1918: Steden en landschappen. (opstellen) Bandversiering van Albert Geudens. Bevat: I. De Torens van Vlaanderen. II. Leuven en zijn schilder Alfred Delaunois III. De Geschiedenis der Universiteit van Leuven. IV. De Dood van Yperen. V. Indrukken van Parijs in Oorlogstijd. VI. Door de Dardanellen. VII. In den Kaukasus. VIII. Kerstnacht in Vlaanderen. | Bussum: C.A.J. Van Dishoeck. -[VIII] + 124p.
Afmetingen: 21 x 16 1994: ‘De Dood van Yperen’ werd opgenomen (pp 179-188) in de anthologie De Grote Oorlog Novellen over 14-18, samengesteld door A.G. Christiaens en uitgegeven door het Davidsfonds, Leuven.
|
|
1917 | Crépuscule des Villes d’art flamandes. Bevat : Avant-propos. Introduction. I. Les Villes dans le Paysage. II. La Physionomie des Villes. III.Ypres. IV. Bruges. V. Gand. VI Bruxelles. VII. Anvers. VIII. Le Crépuscules des Villes. | Paris-Gand : Editions de la Société Anonyme « Ons Vlaanderen ». -99 +[V]p.
Afmetingen : 16 x 10.50
|
|
1918 | De val van Antwerpen. (10 october 1914)
Opdracht: Aan de nagedachtenis van mijn vader die in ballingschap gestorven is.
Dateering: Neuilly-sur-Seine, Lente 1917.
|
![]() |
Paris/Gent: Naamlooze Vennnootschap “Ons Vlaanderen” -202p.
Afmetingen: 18 x 12 (ingenaaid) |
1919 | Het levende Oud-Antwerpen.
Met acht illustraties volgens etsen van Walter Vaes ; en een inleidend woord van Maria Viola. Gedateerd: December 1913. Bevat: Ter inleiding door Maria Viola I. De schoonheid der oude Straten II. De groote Verkeerswegen III. Het Sint Andrieskwartier IV. De Kathedraal-wijk V. Het Schipperskwartier VI. De mystieke Wijk VII. Het onaantastbaar Heiligdom |
![]() |
Leiden: De Vlaamsche Boekenhalle. -71p. + [I] p.
Afmetingen: 16.50 x 12 (ingenaaid – zachte kaft)
![]()
|
1920 | Het rijk der stilte: de kunst en de oorlog. Met veertien kunstreproducties | Amsterdam: Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur. -262 + [II]p Reeks: Vlaamsche Bibliotheek onder leiding van Emmanuel de Bom. Afmetingen: 18 x 11.50 | |
z j [1924] |
Pieter Breughel. (monografie)
Met veertien platen.
Opdracht: Voor Tine, mijne zus
Dateering: Capellenbosch, juli 1924
|
Brussel: N.V. De standaard / Amsterdam: P.N. van Kampen, z.j. – 135 + [V]p. Reeks: Eigen Schoon nr 2 Afmetingen: 28 x 22 Colophon: Van dit werk, het tweede der reeks “Eigen Schoon”, onder leiding van Dr. M. Cordemans, werden 225 genummerde exemplaren gedrukt op de persen van J.-E. Buschmann, te Antwerpen, waarvan 25 exemplaren op Simili-Japansch, met den naam van den inteekenaar op de pers genummerd van 1 tot 25, en 200 exemplaren op Engelsch Featherweight genummerd van 26 tot 225. Dit boekdeel draagt op den rug de tweede letter van “Eigen Schoon”. De volgende werken zullen de spreuk voortzetten en voltooien. | |
z j |
Bruegel. (monografie) Met reproducties van het werk van Bruegel. Opdracht: Voor Tine, mijne zus Dateering: Capellenbosch, juli 1924 | Brussel: N.V. De standaard / Amsterdam: N.V. Uitgevers-Mij “Kosmos”, z.j. -82 + [II] Afmetingen: 21.10 x 17 | |
1926 | Hugo Verriest. (monografie) | Brussel: N.V. Standaard. – [IV] + 24 + [IV]p. Afmetingen: 31 x 24 Colophon: Afgedrukt den 1 Augustus 1926 op de persen van J.-E. Buschmann, te Antwerpen, voor de Standaard-Boekhandel, Brussel, Antwerpen, Leuven, op 210 genummerde exemplaren waarvan tien op Keizerlijk Japansch papier, genummerd I-X en 200 op Hollandsch geschept van Gelder, genummerd 1-200, en onder leiding van Dr. M Cordemans, gezet uit de “Lutetia” van XVI van J. van Krimpen, hier voor de eerste maal in Vlaanderen gebruikt. | |
1926 | Beschouwingen over Rubens zooals hij is te Munchen in de Pinakotheek. | Gent: Samenwerkende Drukkerij “Volksverheffing” -26p. Afmetingen: 22 x 14.50 [gedateerd: September 1925] Jozef Muls, ‘Beschouwingen over Rubens zooals hij is te München in de Pinakotheek door Jozef Muls briefwisselend lid der Kon. Vl. Academie’ In: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1926 (1926) | |
1926 | Driejaarlijksche wedstrijd in de Nederlandsche Letterkunde (XVde Tijdvak 1918-1920) | Gent: Samenwerkende Drukkerij “Volksverheffing” -49p. Afmetingen: 22 x 14.50 Jozef Muls, ‘Driejaarlijksche wedstrijd in de Nederlandsche Letterkunde (XVe tijdvak 1918-1920) Verslag van den keurraad door Mr Jozef Muls.’ In: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1926 (1926) | |
1927 | Mijn handel met K. van den Oever.
1929: Opgenomen in de bundel ‘Melancholia’ |
Uitgave van “Vlaamsche Arbeid”. -40 + [II]p. Afmetingen: 21.50 x 17.20 | |
1929 | Van El Greco tot het cubisme. Verzamelde opstellen over kunst. | Brugge: Uitgave Excelsior. -247 + [I] p. Met 61 platen + 1 afbeelding tegenover blz. 7 Afmetingen: 21.50 x 15.50 Colophon: Deze uitgave werd gezet uit de Garamond Letter, Corps 12 en gedrukt op de persen der drukkerij “Excelsior” te Brugge, voleindigd den 15den Maart 1929. Er werden 35 ex. gedrukt op Engelsch geschept papier, genummerd van 1 tot 35, en 665 ex. op Engelsch vederlicht papier, genummerd van 36 tot 700. Dateering: O.L.V. Hemelvaart, 1928. | |
1929 | Melancholia. Herinneringen aan gestorven Vlaamsche schrijvers en kunstenaars.(bundel essays) Bandversiering van Fr. Nackaerts. Bevat essays over: Jan van Beers (pp 5-12); Peter Benoit (pp 13-30); Lodewijk de Koninck (pp 31-34); Hugo Verriest (pp 35-56); Dr. Eugene van Oye (pp 57-62); De Gezelle-herdenking (pp 63-72); Albert Crahay (pp 73-76); Marten van der Loo (pp 77-84); Emiel Claus (pp 85-90); Emiel van der Straeten (pp 91-96); Dr. Herman Baccaert (pp 97-104); Alfons Jeurissen (pp 105-110); Mijn handel met Karel van den Oever (pp 111-140); Paul van Ostayen en de stad (pp 141-154). | ![]() |
Leuven: Davidsfonds. -154p. + [VI]p.
Reeks: Keurboeken van het Davidsfonds nr 1.
Afmetingen: 19.50 x 15.50 (ingenaaid)
Colofon:Colofon: Dit boek voor rekening van het Davidsfonds gedrukt op de persen van “Excelsior”, Brugge, in juni 1929 met een eerste oplage van 5.000 exemplaren. In September 1929 werd het boek herdrukt op 3500 exemplaren.
|
1930 | Guido Gezelle. Zijn grootheid en zijn macht. | Gent-Ledeberg: Drukkerij Erasmus. -19p. Afmetingen: 22 x 14.50 Jozef Muls, ‘Guido Gezelle Zijn grootheid en zijn macht Rede door Dr Jozef Muls, Werkend lid der Academie.’ In: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1930 (1930) | |
1930 | Kerstmis in de Vlaamsche schilderkunst. (essay) Geïllustreerd met verschillende afbeeldingen in zwart wit en kleur. 1934: Opgenomen in de essay bundel ‘Oude Meesters’. | ![]() |
In: Het Vlaamsche Kerstboek 1930. Pp 7-23
Uitgave: Het Volk Ontwaakt Brussel, 1930 -109+ IVp. Afmetingen: 30 x 22,50 (ingenaaid – zachte kaft) |
1931 | Mathias Grunewald | Gent-Ledeberg: Drukkerij Erasmus. -21p. Afmetingen: 22 x 14.50 Jozef Muls, ‘Mathias Grünewald Door Jozef Muls, werkend lid der Academie.’ In: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1931 (1931) | |
1932 | Cornelis De Vos, schilder van Hulst. Met vijftien platen. | Brussel: Standaard Boekhandel. z.j. –XI + 97+ [III] p. (Oudheidkundige kring De Vier Ambachten Hulst – Jaarboek 1933) Afmetingen: 21.50 x 16.50 | |
1932 | Jan Hammenecker, dichter der Schelde. | Gent: N.V. Vanderpoorten. -192p. Afmetingen: 22 x 14.50 Jozef Muls, ‘Jan Hammenecker dichter der Schelde Door Dr. Jozef Muls, werkend lid der Koninklijke Vlaamsche Academie.’ In: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1932 (1932) | |
1932 | Albert Servaes. (essay) Geïllustreerd met 6 zwart wit afbeeldingen over de hele pagina. | ![]() |
In: Het Vlaamsche Kerstboek 1932. pp 69-89.
Uitgave: Het Volk Ontwaakt, Brussel, 1932 -109p. Afmetingen: 30 x 22,50 (ingenaaid – zachte kaft met stofomslag) |
1933 | Deze tijd: beschouwingen over volk en cultuur. | Gent: Uitgave ” Kunst “, 13, Nederkouter / Brussel: N.V. Standaard –Boekhandel. -192p. Afmetingen: 21 x 17 | |
1933 | Steden. Tweede vermeerderde druk van 1913. Bevat: Voorwoord (gedateerd: 4 mei 1933); Moskou; Constantinopel; Venetië; Oxford; Madrid; Bourges. | Turnhout: Uitgeverij J. van Mierlo-Proost. -156p. Reeks: Volksbibliotheek nr 5 Afmetingen: 17 x 11 | |
1933 | Hendrik Conscience. | Gent: N.V. Vanderpoorten. -6p. Afmetingen: 22 x 14.50 | |
1934 | Hyppolyte Daeye. | Gent: Uitgave ” Kunst “, 13, Nederkouter. -32p. Afmetingen: 31.50 x 24 | |
1934 | Een onuitgegeven gedicht van Paul van Ostayen. | Gent: N.V. Vanderpoorten. -46p. Afmetingen: 22 x 14.50 Jozef Muls, ‘Een onuitgegeven Gedicht van Paul Van Ostayen Door Dr. Jozef Muls, werkend lid der Koninklijke Vlaamsche Academie.’ In: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1934 (1934) | |
1934 | De dichters van de Schelde. | Gent: N.V. Vanderpoorten. -16p.
Afmetingen: 22 x 14.50. Jozef Muls, ‘De Dichters der Schelde Door Dr. Jozef Muls, werkend lid der Koninklijke Vlaamsche Academie’ In: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1934 (1934) |
|
1934 | Oude Meesters. (essays over kunst)
Met 12 ingekleefde afbeeldingen. Bevat 11 essays 1. Sint Franciscus, de vader van de moderne Italiaanse schilderkunst. 2. Leonardo da Vinci. 3. De kunst en het gerecht. 4. Het ruimte-gevoel in de Vlaamsche schilderkunst. 5. Bij de 500ste verjaring van het “Lam Gods” 6. Memling. 7. Kerstmis bij de Vlaamsche primitieven. 8. Het Museum Mayer-van den Bergh. 9. Laus Brabantiae. 10. Albrecht Dürer. 11. Mathias Grünewald. |
![]() |
Averbode: Uitgeverij-Drukkerij der Abdij. -186 + [IV]p.
Afmetingen: 24.50 x 18.50 (ingenaaid – zachte kaft met flappen) Colofon: Dit boek werd gedrukt op de persen der abdij-drukkerij te Averbode, ten jare negentien-honderd vier-en-dertig. Nota: Het essay ‘Kerstmis bij de Vlaamsche primitieven’, verscheen eerder in Het Vlaamsche Kerstboek 1930, Kerstnummer van ons volk ontwaakt, pp 7-23. En is hier geïllustreerd met talrijke zwart witte foto’s en ingekleefde afbeeldingen in kleur. |
1935 | Tentoonstelling van kunstwerken uit Antwerpsche verzamelingen. Catalogus. | Antwerpen: Antwerpsche Propagandaweken 20 April-19 Mei 1935. -104p. + 28 platen. Afmetingen: 20 x 13.50 Drukwerk: Drukkerij J.-E. Buschmann. | |
1935 | Tentoonstelling van kunstwerken uit Antwerpsche verzamelingen. Tweede reeks. Catalogus. | Antwerpen: Antwerpsche Propagandaweken 10 Augustus-22 September 1935. -102p. + 8 platen. Afmetingen: 20 x 13.50 Drukwerk: René Leclercq. | |
1937 | Jacob Smits en de Kempen. (monografie)
Verlucht met 11 koperetsen van Jacob Smits. |
![]() |
Oude God-Antwerpen: De Boekengilde “Die Poorte”. – 31 + [I]p.
Afmetingen: 23 x 19 (ingenaaid – zachte kaft)
Gedateerd: Antwerpen: 23 december 1936 Colofon: Dit boek is het derde van de Boekengilde “Die Poorte”, jaargang 1936-1937. Het werd gedrukt op de persen der drukkerij P. Lombaerts, te Schoten, bij Antwerpen. |
1938 | Fantastische Steden. Met vier steenteekeningen van Jan Poortenaar | Amsterdam-Zuid: Uitgeverij ‘In den Toren’. / Antwerpen: Uitgeverij “De Sikkel” z.j. [1938] – [XIV] + 133 + [V]p. Afmetingen: 25.20 x 19 | |
1939 | Memling.
1940: Tweede oplage
1941: Derde vermeerderde oplage onder de titel Memling, de Laat-Gotische droom.
1960: Heruitgegeven in de reeks: ‘Vlaamse Pockets’ als nummer 12 bij de uitgeverij Heideland te Hasselt.![]() |
Diest: Kunstuitgeverij Pro Arte. -70p. (tekst) + [II] + 40p. (illustraties) + [XVp.] (index op de platen) + [I]p. Reeks: Die Suverlicke Boexskens ; nr 13 – Kunstmonografieën van “Pro Arte” nr 1 Afmetingen: 24.20 x 18.50 Colophon: Dit is het eerste deel in de reeks kunstmonografieën van “Pro Arte”. Een beperkt aantal exemplaren werd gedrukt op geschept van Gelder papier. Dateering: Antwerpen, Mai-Oogst 1939. | |
z j [1939] |
Schilders van gisteren uit Noord- en Zuid Nederland. Met talrijke kunstdrukreproducties. | Utrecht: Uitgeverij “Het Spectrum”. Z.j. [1939] -98 + [II]p. Reeks: Schijnwerpers- reeks nr 27 Afmetingen: 19 x 11 | |
1940 | Memling. | Diest: Kunstuitgeverij Pro Arte. -104p. [70p. tekst + Illustraties van p. 73 tot 104] Afmetingen: 24.50 x 19 Colophon: Dit is de tweede oplage van het eerste deel in de reeks kunstmonografieën van “Pro Arte”. De eerste oplage werd gedrukt op Engelsch Featherweuight en een beperkt aantal weelde-exemplaren op Geschept van Gelder papier. | |
1940 | Rubens. Met een voorwoord van Jan Poortenaar. Met gekleurde platen. | Naarden: Uitgeverij “In den Toren”. Z.j. [1940] -76p. + [IV] p. Afmetingen: 32 x 24 Colophon: Dit werk verscsheen ter gelegenheid van de Rubensherdenking, driehonderd jaar na den dood van den kunstenaar. Het werd typographisch verzorgd door Jan Poortenaar en gedrukt op de persen van Vonk en Co’s Drukkerij te Zeist, de tekst op papier van P. Poost en Zoon en de platen op kunstdruk van C.G.A. Corvey, beiden te Amsterdam. De reproducties werden vervaardigd door L. van Leer en Co., en deels ook door de firma’s Union en Mercurius, allen te Amsterdam. Het bindwerk verzorgden de Gebroeders Delcour te Hilversum. | |
1941 | Memling. De laat-gotische droom.
1939: Oorspronkelijke uitgave onder de titel ‘Memling’ door Pro Arte Diest. |
Diest: Kunstuitgeverij Pro Arte. -74 + [II] p. + Illustraties van p. 77 tot en met 108. Afmetingen: 25 x 19 Colophon: Onder titel “Memling” verscheen van dit boek bij dezelfde uitgeverij de eerste oplage in de maand Augustus 1939 en de tweede in ’t begin van 1940. Deze derde en vermeerderde druk verscheen in maart 1941, onder leiding van Jos. Philippen. In opdracht van de kunstuitgeverij “Pro Arte” te Diest, werd de keurenplaat van het omslag vervaardigd op de persen van J.E. Bischmann te Antwerpen, terwijl de firma Desclée-De Brouwer, te Brugge, den druk van het boek en de platen verzorgde. In het totaal kwamen van dit werk 5000 exemplaren van de pers. | |
1941 | Rubens als diplomaat. | Ledeberg-Gent: Drukkerij Erasmus. -24p. Afmetingen: 22 x 14.50 Jozef Muls, ‘Rubens als diplomaat Door Prof. Dr. Jozef Muls Werkend lid der Koninkl. Vl. Academie voor Taal- en Letterkunde.’ In: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1940 (1940) | |
1942 | Werk. (Bloemlezing gepubliceerd ter gelegenheid van Muls 60ste verjaardag) Ingeleid door Jan Hallez en Dirk Vansina met een bibliographie door Rob. Roemans Ontwerp bandversiering: Hooger Nationaal Instituut voor Architectuur en Sierkunsten Colofon: Dit boek werd samengesteld ter gelegenheid van den 60en verjaardag van Prof. Dr. Jozef Muls, als blijk van dank en waardeering voor de groote diensten welke hij aan ons volk bewees, door zijn rustelooze arbeid, zijn geschriften, lessen en voordrachten, zijn raad en leiding, alle uiting van zijn nobel hart en van zijn rijk talent. | ![]() |
Diest: Kunstuitgeverij Pro Arte. -541p. Afmetingen: 24 x 16 (gebonden – harde linnen kaft) Colofon (vervolg) Aan deze uitgave verleenden hunne medewerking: Jan Hallez en Dirk Vansina, door het schrijven der inleidende studies en het samenstellen van de bloemlezing; R. Roemans, door het opmaken der bibliographie; het Hooger Nationaal Instituut voor Architectuur en Sierkunsten, door het ontwerpen van de bandversiering; de drukkerij De Vos-Van Kleef, Antwerpen, voor het verzorgen van den druk; Jos Philippen, Dir. Van “Pro Arte” door het waarnemen van de leiding dezer uitgave. In ’t jaar onzes Heeren MCMXLII. |
1942 | Het portret in Belgie van Navez tot Ensor. Met talrijke afbeeldingen. | Brussel: De Kunstkring Uitgaven. -39p. Afmetingen: 18 x 15 | |
1942 | Rubens als diplomaat in den 80-jarigen oorlog. | Naarden: Uitgeverij “In den Toren”.-60p. Reeks: Toren-reeks ; 17 Afmetingen: 15.50 x 20 (oblong) | |
1942 | James Ensor. Peintre de la mer. Conférence donnée à l’Ecole Nationale Supérieure d’Architecture et des Arts Décoratifs de Bruxelles, le 21 mars 1941. | Iprimé sur les Presses de l’Ecole Nationale Supérieure d’Architecture et des Arts Décoratifs en janvier 1942. -20 + [II]p. Afmetingen : 23 x 14.50 | |
1943 | Edgard Tytgat. | Bruxelles: Les Editions Apollo. -40p. + 59 illustraties waarvan 4 in kleur. Afmetingen: 22 x 16 cm. | |
1944 | Een eeuw Portret in België. Van classicisme tot expressionisme. | Diest: Kunstuitgeverij Pro Arte. -173p. (tekst) 156 platen in zw/w. Afmetingen: 32 x 25 (harde kaft met stofomslag) | |
1944 | Rubens, schilder van het uitbundige leven.
Met een inleiding door Jozef Muls. |
Diest: Kunstuitgeverij Pro Arte. -8p. z.j. [1944] -8p. + 10 reproducties Afmetingen: 38.50 x 28.50 | |
1945 | De krans van laurier: letterkundige bijdragen | Tielt: Drukk.-Uitgeverij J. Lannoo. -263p. | |
1946 | De boer in de kunst. (essays) Bandversiering en cliché’s bezorgd door Photogravure De Schutter, Antwerpen | ![]() |
Leuven: Davidsfonds. -244p. Reeks: Keurreeks / Davidsfonds. – Leuven; vol. 35 Afmetingen: 18.50 x 12 (gebonden – harde gekartonneerde & geïllustreerde kaft) Druk van de NV Scheerders – Van Kerchove St. Niklaas. |
1946 | Antwerpen ten tijde van Rubens. | Brussel: Kinkhoren. -10p. | |
1947 | Hippolyte Daeye. | Hasselt: Heideland– 40p. / Tilburg: Bergmans. Z.j. [1947] – 40p. tekst. + frontispice in kleur + 59 buitentekstplaten. Afmetingen: 27.50 x 22 (gekartonneerde band (linnen rug), met stofomslag) | |
1948 | Florentijnse schilderijen uit het quatrocento. | Amsterdam : Van Ditmar. -22p. | |
1953 | Erasmus en Quinten Matsys. (verhandeling) Met 11 zwart-wit illustraties. | ![]() |
Antwerpen: Uitgeversmij N.V. Standaard-Boekhandel. -42p.
Reeks: Katholieke Vlaamsche Hoogeschooluitbreiding. Verhandeling nr.429. Jg. XLVII Nr 4.
|
1953 | Rik Slabbinck. (monografie) | Antwerpen: De Sikkel. -15p. + 24 illustraties Reeks: Monografieën over Belgische kunst Afmetingen: 24.50 x 18 (harde kaft met stofomslag) | |
1956 | Peter Paul Rubens als levenskunstenaar. Verlucht met zestien afbeeldingen. | Antwerpen: Die Poorte. -147p. Afmetingen: 20 x 13 (harde kaft) | |
1957 | Albert Van Dijck. (monografie) | Brussel: Elsevier (voor het ministerie van Openbaar Onderwijs) -13p. + [III] + 24 illustraties. Reeks: Monografieën over Belgische Kunst | |
1958 | Lodewijk de Vocht en de Chorale Caecilia. In het muziekleven van Antwerpen. Met portrettekening van G. van Raemdonck binnenin. | ![]() |
Leuven: Davidsfonds. – 169p. + 39 buitentekstplaten.
Reeks: Keurreeks van het Davidsfonds nr 71 1958-3 Afmetingen: 18.30 x 12.30 (gebonden – harde linnen kaft let stofomslag). Tekenwerk door Grafische Dienst – Davidsfonds. Druk van de N.V. Scheerders van Kerchove, St.-Niklaas. |
POSTUUM | |||
1964 | Jozef Muls herdacht / Jozef Muls. | Leuven : Davidsfonds; -264p. Reeks: Leuven : Davidsfonds. |