Maakt deel uit van:Poëzie in Vlaanderen 1955-1965 ExperimentelenTijdschrift De Tafelronde
Paul de Vree
Antwerpen, 13 november 1909 – Antwerpen, 25 april 1982
Eig. Paul Rosa Oscar de Vree.
Dichter, criticus, essayist, beeldend kunstenaar, uitgever en organisator van tentoonstellingen, evenementen en filmfestivals.
Debuteerde als dichter in 1933, sloot zijn traditionele poëzie af in 1963 met Pl.acid.amore, waarna hij uitsluitend visuele en konkrete poëzie publiceerde, waarmee hij internationale bekendheid verwierf.
Hij was tevens medestichter en voorzitter van de filmmaatschappij “Fugitive Cinema”.
Met zijn dichterlijke geluidsopnames in het Muzieklaboratorium te Utrecht in Nederland, was hij één van de éérsten die zijn gedichten met een typisch Vlaams karakter voorzag van een atmosferisch timbre. “Vertigo gli”, “Veronika”, “Ogenblik”, “Kleine Caroli”, “Een roos a rose”, “Organon” en “April am Rheine” zijn enkele van de plaatopnames dewelke enige bekendheid verkregen.
Pseudoniemen: Macle Hufe (1947 in Golfslag), Frits Olivier, Steven Riels (in 1947-1950 in Golfslag), Hendrik Storm
BIOGRAFIE
13 november 1909: Geboren te Antwerpen als tweede kind van een kleine middenstandsfamilie.
1914-1920: Middelbare school Oudaen.
1923-1928: Studeert aan de Lagere en Middelbare Jongensnormaalschool (Quellinstraat) te Antwerpen, waar o.m. les krijgt van Lode Baekelmans
1928: Behaalt aan de Jongensnormaalschool te Antwerpen het onderwijzersdiploma, maar werkt eerst als magazijnier bij uitgeverij De Sikkel omdat hij in 1929 aan zijn legerdienst moest beginnen.
- Na zijn legerdienst werkt hij als tekenaar en schilder in een reclamebureau.
1929: Ingelijfd bij het Vde linieregiment met standplaats te Antwerpen.
1932: Neemt op verzoek van Lode Baekelmans diens cursus over aan de ‘Volkshogeschool Herman Van den Reeck’ te Antwerpen. Dit gaf aanleiding tot zijn eerste publicatie “Over den roman”.
24 december 1932: Huwt Mariette Versterren, een regentes wetenschappen.
1932-1941: Onderwijzer bij het Stedelijk Onderwijs te Antwerpen.
1935: Debuteert met “Verzen en kwatrijnen“, een bundel intieme liefdeslyriek, die men als impressionistisch kan kenmerken.
April 1936: Het tijdschrift met de programmatische titel “Vormen” (april 1936- maart 1940) wordt onder leiding van Paul de Vree samen met René Verbeeck en Pieter-Geert Buckinx de wereld in gezonden.
- Het tijdschrift is eigenlijk een voortzetting van het vroegere ‘De Tijdstroom’.
- Het credo van ‘De Tijdstroom’ was dat “de kunst de kristallisering van het leven van de kunstenaar is, en dat haar graad van schoonheid wordt bepaald door de hevigheid van het beleven en de mogelijkheid deze bewogenheid te verstoffelijken in de enige passende vorm”.
- De spanning tussen dit esthetisch georiënteerd individualisme enerzijds en het principe van de gemeenschapszin anderzijds deed de redactie van ‘De Tijdstroom’ uiteenvallen. (dit laatste principe heette in de 30er jaren ‘Vlaams nationalisme’ en had doorgaans een hevige katholieke inslag).
- Aan de ene kant vormde zich het tijdschrift ‘Volk, Maandschrift voor Dietsche kunst en kultuur’, aan de andere kant, kreeg je ‘Vormen. Tweemaandelijksch Letterkundig Tijdschrift’.
1937: In ‘Elegische hymnen’ komt naast de liefde ook de doodsgedachte aanzetten, of zoals de Vree het zelf zegt: ‘eros en erosie’ verhouden zich thematisch tot elkaar als de positieve en negatieve polen waartussen de dichter laveert.
13 maart 1937: Geboorte van hun enige zoon Frits.
1938: Behaalt voor de Centrale Examencommissie in Brussel, het licentiaat in de wijsbegeerte en letteren, sectie geschiedenis.
1938: Publicatie van de roman Een kringloop bij uitgeverij De Nederlandsche Boekhandel , waar hij uitgever Albert van Hoogenbemt en Maurice Giliams leert kennen.
1939: De bundel ‘Atmosfeer’ sluit een periode af. Dit in de trant van Hugo von Hofmannsthal gezette gedicht ‘Azuur’ uit de bundel illustreert als het ware de hele beginperiode.
O eens de volheid andrer leven Aanwezigheid hebben gekend; Verwondering door het lichaam rent Als ’t voorjaar door de dreven, Als twijgen aan de lente-lenden Veelvuldige gevoeligheid De vingren zijn: aan ’t vrouwlik onbekende Wordt al ‘ bekende wijd – Azuur: het onbegrensd bezit. O weet van onder de gewaden, Een teer gewricht als zwaluwwit, Als lichtende naiade, Het blauwe bergmeer en zijn zuidersche ballade. – Hoe dikwijls voor de dood ons op de hielen zit ? Uit: Atmosfeer, p. 161940-1953: In deze tweede periode van zijn dichterschap merken we hoe De Vree de traditie langzaam loslaat en overgaat tot het experiment. De bundels ‘De loutering’ (1940), Evenwicht (1941) en ‘nieuwe verzen en kwatrijnen’ (1942) tonen een terugval ten opzichte van zijn eerdere werk. ‘Kruisweg’ (1947) introduceert religieuze thema’s. Nadien onderneemt de dichter pogingen om met ‘nieuwe middelen aan te sluiten op vroeger werk’.
’t Gedicht is immer breken ’t vorig bereikt verband Om ’t onverkende land Van toon en toverend teken In altoos ander lied Verlichtend uit te spreken Zichzelf in tergend niet Scheppend te wreken. Dichterschap, in h.eros.hima p. 281941: Na de mobilisatie en enkele weken van krijgsgevangenschap – Paul de Vree was reserve-officier – , wordt hij in 1941, als opvolger van Prof. Dr. Rob. Van Roosbroeck, benoemd tot leraar in de geschiedenis en moraalleer aan de Stedelijke Lagere en Middelbare Normaalscholen te Antwerpen.
September 1944: Paul de Vree wordt op verdenking van culturele collaboratie door de stad Antwerpen als leraar geschiedenis en moraal geschorst en op 26 november 1945 uit zijn ambt ontzet. Achteraf blijken deze aantijgingen op laster te berusten. Pas in 1951 kan hij weer aan de slag aan de athenea van Deurne en later (1967) aan dat van Lier.
1946: Werkt samen met zijn zwager, Prof. Dr. Verheyen aan de ‘Oologica Belgica’, waarvoor hij 72 aquarelplaten schildert.
Eveneens in 1946 wordt hij redacteur van het jongeren tijdschrift Golfslag (1946-1950).
- De bekendste initiatiefnemers van dit destijds succesvol maar thans zo goed als vergeten tijdschrift waren Manu Ruys (°1924), de latere politiek hoofdredacteur van De Standaard, en de dichter en jazz-kenner Adriaan de Rtoover (°1923), die meteen zijn vriend Ivo Michiels (°1923) bij Golfslag inlijfde en later een beslissende invloed had op Paul Snoek en Nic van Bruggen. Later voegde Paul de Vree zich bij de redactie.
1947: Neemt een verlopen zaak over, boekhandel De Brug, gelegen in het benedenhuis van Gilliams’ woning aan de Lange Nieuwstraat 91 te Antwerpen. Er ontstaat een innige vriendschap met Maurice Gilliams.
Spoedig ontpopt De Vree zich ook als uitgever.
- Hij brengt de reeks “Mens en muze” (onder de redactie van Ivo Michiels, Paul de Vree en Adriaan de Roover”, 1947-1949), gedrukt bij Die Poorte, waarin twaalf delen zullen verschijnen,
- In deze reeks verschijnen dichtbundels van Ivo Michiels, Frank Meyland, Albe, Anton van Wilderode, Jos Coveliers, René Verbeeck, Adriaan de Roover, Albert Speekaert en Adriaan Magerman; een essay van Paul de Vree over Maurice Gilliams en een essay en bloemlezing van Adriaan de Roover, De doodsgedachte in de moderne Noord-Nederlandse poëzie; alsmede een vertaling van Petrarca door Albe.
- Bij De Brug verscheen onder meer ook de novelle Zo, ga dan! Kronijk van een opgang (1947), van Ivo Michiels.
1951: Wordt benoemd tot leraar aan achtereenvolgens de athenea te Deurne en te Lier; aan het laatste blijft hij verbonden tot aan zijn pensioen. (1969).
1953: Initiatiefnemer en medeoprichter – de anderen waren Jan Meeuwissen, Paul Lebeau en Adriaan De Roover – van het tijdschrift De Tafelronde (1953-1981), dat onder zijn impuls zou uitgroeien tot orgaan van het Vlaamse experimentalisme, de internationale concrete poëzie en de poesia visiva.
- De Tafelronde waarvan De Vree na 1956 in feite de eenhoofdige leiding heeft (naast een redactie met onder meer Henri Chopin en Henri-Floris Jespers), legde na 1963 het accent op de poëzie in fusie, ‘waarmee de poëzie bedoeld wordt die aan de hand van elektronische middelen klank- en stemgeluiden bewerkt en/of de grafische waarde van de gedrukte, getekende of handschriftelijke tekst (die tot een enkele letter kan gereduceerd worden) integreert. De poëzie-of verbografie komt ten volle in De Tafelronde tot haar recht. Thematisch en technisch heeft de konkrete poëzie sedert het door de Dadaïsten gelanceerde “Lautgedicht” weer een werkelijke vernieuwing in de poëzie gerealiseerd, nl. het visuele gedicht’, aldus De Vree.
1953: Met de bundel Appasionata begint De Vree’s experimentele periode, waarin hij de traditionele verificatie begint te verstoren.
1953-1957: Poëzierecensent bij Het Handelsblad.
1959-1963: Werkzaam als poëzierecensent verbonden aan de BRT-radio, omroep Antwerpen.
1957-1982: Een derde omwenteling in zijn poëtische groei vangt aan bij de bundel ‘Egelrond: kollegrafische gedichten’ . Het is een periode van ‘neo-dadaïstisch experimenteren’.
- De Vree noemt ‘Egelrond’ ‘het narrengezicht van zijn vroegere poëzie, d.w.z. een relativeren van zijn vroeger idealisme. De speelse eros heeft de plaats ingenomen van de vroegere cerebrale eros.
1958: Medestichter en voorzitter (tot 1969) van het ‘Modernistisch Centrum’, het latere ‘Nationaal Centrum voor moderne Kunst’. In 1960 sloot Filmgroep 58 zich op aandrang van De Vree hierbij aan.
- Hij krijgt steeds meer contacten met de toenmalige nationale en internationale artistieke avant-garde; hij is mede-inrichter van o.a. de forumtentoonstellingen te Oostende en Gent (1960-1962), Profile II te Bochum (1963), drie Benelux-filmfestivals te Antwerpen en Leuven (1963-1965-1967), de tentoonstelling Objektieve Poëzie te Antwerpen (1963) en de internationale tentoonstelling Integratie 64 te Deurne (1964).
- De Vree werpt zich op als verdediger van de niet-figuratieve kunst in het algemeen, van de Zero-beweging (Manzoni, Fontana, Dorazio, Schoonhoven, Armando, Leblanc), de Nieuwe Vlaamse School waar hij tevens het manifest van opstelt (Verheyen, Gentils, Dries, Van Anderlecht, Mees) en het Constructivisme (Vandenbranden, Delahaut, Peire, Van Severen, Swimberghe) in het bijzonder.
- In De Tafelronde en in inleidingen tot diverse catalogi benadrukt hij herhaaldelijk de parallellen die bestaan tussen de literatuur en de plastische kunsten.
- Vanaf 1960 verzorgt hij de proza- en theaterkronieken van De Periscoop, en wijdde hij meerdere artikels aan plastische kunstenaars, eveneens laat hij in dit blad tot 1980 maandelijks zijn kunstbrief verschijnen. In het begin van de jaren zestig komt hij in contact met onder meer de concrete dichters Henri Chopin, Pierre Garnier en Frans Vanderlinde. Hun bijdragen bezorgen De Tafelronde internationaal niveau.
1963: De bundel ‘Pl.acid.amore’ is het overgangswerk naar zijn latere zgn. ‘visuele poëzie’ en ‘konkrete gedichten’ als in ‘explositieven’ (1966), ‘Zimprovisaties’ (1968) en ‘poëZIEN’ (1971).
- Op het einde van hetzelfde decennium krijgt De Vree’s eigen visueel-poëtisch werk vooral buiten onze grenzen erkenning, en komt hij o.a. in contact met de dadaïst Raoul Hausmann (1886-1971), met wie hij intens correspondeert.
1966/1968: Met Explositieven (1966) en Zimprovisaties (1968) zet De Vree definitief de stap naar de concrete en visuele poëzie waarmee hij bekend is geworden.
“De heel aparte vormen van experiment in “Explositieven” worden typogrammen genoemd. De Vree maakt daarbij gebruik van losse schrijfmachinetekens die samen een beeld oproepen. Concreet werd een blad rondgedraaid in een schrijfmachine en zo werd een constructie gemaakt. Elk ‘explositief’ moest een stemming oproepen gaande van uitbundigheid tot chaos.
In een latere fase van zijn werk combineerde De Vree deze techniek met allerlei collages en montages van andere tekensystemen, waardoor de constructies minder abstract talig werden en explicieter refereerden aan de concrete werkelijkheid” (Stefaan Goossens in: Vaarwel, wat lelijk is. Bijzondere stukken uit de collectie van het Poëziecentrum, 2500 Gent pp 100-101.)
1969: Gepensioneerd als leraar.
1970: Geeft een vijftal poëziegrafieën uit: Het verbale gelaat van de woorden waarin fotografische elementen meespelen in het uitbeelden van stadsnamen als Amsterdam en Londen. In dat jaar ontstond eveneens de bundel Contestical Mill die uitgaat van de eros-binding. Dat thema staat opnieuw centraal in zijn laatste bundel Poëzien, waarin ook het actuele politiek-sociale onbehagen kritisch wordt gevisualiseerd. De nadruk in deze gedichten ligt op het visuele aspekt, op het tekenen van de woorden waardoor, aldus De Vree in een voorwoord, ‘het grafisch karakter van het materiaal wordt geaccentueerd zodat van “poëziegrafe” (fusionele poëzie) kan worden gesproken.’ In een aantal beeldteksten gaat De Vree verder dan in zijn Zimprovisaties wanneer hij de taal nog meer reduceert en de kollage van beeld- en woordmateriaal toepast. Een tendens die door Sarenco met ‘fusionele expressie’ wordt omschreven.
1971: Zijn laatste grote project, het tijdschrift ‘Lotta poetica – Lutte poétique – Poëtische strijd’ (1971-1975), richt hij op met de jonge Italiaanse visuele dichter en uitgever Sarenco. Met zijn visuele poëzie neemt hij deel aan tal van binnen- en buitenlandse tentoonstellingen. Zijn sonore teksten worden op langspeelplaat en cassette opgenomen.
1974: Wordt erelid van de Pink Poets en werd hij op initiatief van zijn vrienden feestelijk gehuldigd in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen.
1977: Oprichting van het tijdschrift Factotum Art (1977-1982).
1979-1982: Net als Marcel Van Maele gaat ook De Vree samenwerken met De Zwarte Panter, waar hij drie mappen zou uitgeven: Poesia visiva (1979), dertien zeefdrukken met een slotwoord van Henri-Floris Jespers; Visueel (1981), negen zeefdrukken met een voorwoord van Willem M. Roggeman; en Ook oppervlak ik (1981), acht gedichten met acht originele foto’s van Ludo Geysels
25 april 1982: Overlijden te Antwerpen. Hij ligt begraven op het Schoonselhof te Antwerpen. Het grafmonument voor Paul de Vree bevindt zich op perk R, rij 5. Op het graf treffen we het woord “revolutie” aan.
Overzicht van andere activiteiten
- In 1935 en 1980 werd Paul De Vree onderscheiden met de Prijs voor de Poëzie door de provincie Antwerpen.
- Hij was voorzitter van de filmgroep Fugitive Cinema (1968-1978) en lid van de Vlaamse Commissie voor Culturele Films (1966-1978).
- Verder was hij lid van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen en van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde,
- Lid van de Vereniging van Belgische Kunstcritici (ABCA) en van de Internationale Kunstcritici (AICA);
- Voorzitter van de Vereniging voor het Museum van Moderne Kunst te Antwerpen en van het Raamtheater.
- Hij werkte mee aan de Moderne Encyclopedie der Wereldliteratuur, aan de Encyclopedie van Vlaanderen en aan de Moderne Nederlandse Larousse.
- Paul de Vree was tevens bestuurslid van het Paul Van Ostaijengenootschap.
- Tevens richtte het Museum een persoonlijke tentoonstelling Poesia Visiva in.
- Het Internationaal Cultureel Centrum (ICC) te Antwerpen wijdde in 1975 een merkwaardige overzichtstentoonstelling aan het tijdschrift De Tafelronde.
- Zijn artistieke carrière kende in 1981 een laatste hoogtepunt met een persoonlijke tentoonstelling in het Provinciaal Museum te Hasselt.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
- DBNL auteur – Paul de Vree
- NEDWEB/Literatuur in context – Vree, Paul de
- Paul de Vree – users.pandora
- Piet Tommissen over Golfslag (II): Paul de Vree & De Brug – Le …
- Nederlandse Poëzie Encyclopedie – Paul de Vree
Referenties
- Prof. Dr. L. Gillet, Antimodernistische strekkingen. In: Prof. Dr Rutten en Prof. dr. J. Weisgerber, Van “Arm Vlaanderen” tot “De voorstad groeit” 1888-1946. Standaard Uitgeverij 1988; p.424-425.
- Henri-Floris Jespers pp, Paul de Vree, Monografieën over Vlaamse letterkunde, vol. 58. Uitgeverij De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen, Amsterdam. 1977. -52p.
- Stefaan Goossens in: Vaarwel, wat lelijk is. Bijzondere stukken uit de collectie van het Poëziecentrum, Poëziecentrum vzw Gent 2500 pp 100-101.
Meer over Paul DE VREE
- Paul de Vree. Provinciaal Museum Hasselt, 19.9/8.11.1981. [Samenst. onder algemene leiding van Urbain Mulkers]. Provinciaal Museum, Hasselt, [1981]. – [168] p. Tentoonstellingscatalogus. Met bibliogr., discografie, filmografie en lit. opg. Met teksten in Nederlands, Frans en Engels.
- Pieter Verstraeten. Het discours van de kritiek. Literaire kritiek in Vlaanderen tussen de twee wereldoorlogen. Joris Eeckhout, Urbain van de Voorde, Paul de Vree. Academisch literair nr. 5. Garant, Antwerpen/Apeldoorn, 2011. – 343 p.
SMAAKMAKER
Veronika
in de dwaasteil doet de tijd doeb doeb spoed je niet veronika voor de woordpap voor het bloed en de blunders is je vaatdoek niet groot genoeg als ik je roep veronika van uit mijn vliegtuig goepie goepie boven het dal raakt mijn evenwicht marvellous kant noch wal hallo hallo veronika
BIBLIOGRAFIE – DISCOGRAFIE – FILMOGRAFIE – GRAFICA
Woordje vooraf
- Na de chronologische bibliografie vindt U tevens een overzicht gerangschikt per genre.
De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Hendrik Conscience Bibliotheek – Antwerpen.
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten, klikt u op de foto
BIBLIOGRAFIE
Chronologisch overzicht
POSTUUM
2018 | Paul de Vree. Vlaamse avant-garde & poëzie in fusie; (tekstkritische uitgave)
Bezorgd door Els van Damme, Yves T’Sjoen. |
Antwerpen: uitgeverij Woolf. -112p.
Reeks: Experimentele literatuur in Vlaanderen nr 8. |
Bibliografie gerangschikt per genre
Poëzie
- Verzen en kwatrijnen. Varior, St.-Amandsberg, 1935
- Het blanke waaien. Eenhoorn, De Bladen voor de poëzie I, 1, Mechelen, 1937
- Elegische hymnen. Eenhoorn, De Bladen voor de poëzie I, 12, Mechelen, 1937
- Atmosfeer, [z.uitg.], De Bladen voor de poëzie III, 9-10, Mechelen, 1940
- De Loutering, [z.uitg.], De Bladen voor de poëzie, IV, 6, Mechelen, 1940
- Zang in de landouw. Verzamelde Verzen. Die poorte, Antwerpen, 1941
- Evenwicht. R.Verbeeck, Bladen voor de poëzie, Mechelen, 1941
- Nieuwe verzen en kwatrijnen. De Bladen voor de poëzie, De Bladen voor de poëzie VI, 6, Mechelen, 1942
- Het aardsch bedrijf. Steenlandt, De Bladen voor de poëzie VII,4, Mechelen, 1943
- Terra firma. Steenlandt, Brussel, 1944
- De kruisweg en andere gedichten (onder pseudoniem Henrik Storm). Van Maerlant, Antwerpen, 1947
- Tussen twijfel en traan.Van Maerlant, Antwerpen 1950
- Appassionato. [privé-uitg.], Antwerpen, 1953
Experimentele poëzie
- Egelrond. De Tafelronde, Otosiblen I, Antwerpen, 1957
- Grondbeeldig. Ontwikkeling, Antwerpen, 1960
- Pl.acid.amore. Ontwikkeling, Antwerpen, 1963
- H.eros.hima. Heideland, Poëtisch Erfdeel der Nederlanden, Hasselt, 1965
- Naar het einde toe. De Schuttingpers, Hilversum, 1979
- Concrete en visuele poëzie
- Explositieven. De Tafelronde-Monas, Nieuwe Otosilbenreeks I, Antwerpen, 1966
- Zimprovisaties. De Tafelronde/De Bladen voor de poëzie, Antwerpen/Lier, 1968
- Verbaal gelaat. De Tafelronde, Antwerpen, 1969
- Contestical mill. Edizioni Amodulo, Brescia, 1970
- Poëzien. Edizioni Amodulo, Milanino sul Garda, 1971
- Maskers. Subverse Press, IJmuiden, 1973
- Poesia Visiva. Edizioni Beniamino Carucci, Roma, 1975
- Verzamelde gedichten, Orion/Gottmer, de Gulden Veder, Brugge/Nijmegen, 1979
- Brandwonden, The Street Tells the Truth, Factotumbook 17, Verona, 1979
Proza
- Een Kringloop. Kronijk van een gezin. De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen, 1938
- Een kringloop [herziene druk]. Heideland, Vlaamse Pockets 132, Hasselt, 1964
- Buiten de oevers, Monas-De Galge, galgeboekje 39, Antwerpen, 1969
- Verzameld proza 1938-1972. Nijgh & Van Ditmar/Walter Soethoudt, Kijkgatpaperback 28, Antwerpen/’s-Gravehage, 1975
- Kroniek van een gezin. Walter Beckers, Kalmthout, 1977
Beschouwend proza
De betekenis van De Vrees kritische en essayistische arbeid omschrijft H.J. Jespers als: “Het ontleedmes van De Vree’s scherp-cerebrale, analytische geest verricht een voortdurende vivsectie van de nieuwste poëtische strekking en de autopsie ook van de vorige.” In: H.-F. Jespers, P. de Vree, Monografieën over Vlaamse letterkunde, nr 58, p. 23.
- Over den roman. Vonksteen, Langemark, 1933
- Hedendaagse romanciers en novellisten. Eenhoorn, Mechelen, 1936
- Wereldsche Lyriek. H.Kamp, De Bladen voor de poëzie II, 5-6, Mechelen, 1938
- De geschiedenis van het schip, De Nederlandsche Boekhandel, De Seizoenen 28, Antwerpen, 1942
- Maurice Gilliams. De Brug, Mens en Muze 2, Antwerpen, 1947
- Schets der sociale achtergronden van de hedendaagse Vlaamse roman, Werkgemeenschap Baken, Baken I, 3, Antwerpen, 1951
- Tien jaar apartheidsliteratuur. De Tafelronde, Antwerpen, 1957
- De sociale ruimte van de literator in Vlaanderen sedert wereldoorlog II. De Tafelronde, Otosilben 3, Antwerpen 1958
- Trow in. Kritische bijdrage tot duiding der Vlaamse 55-ers. De Tafelronde, Otosilben 4, Antwerpen, 1959
- Close-up der Vlaamse dichtkunst van nu (Vier delen). De Tafelronde, Otosilben 6, 8, 10 en 11, Antwerpen, 1960-1963
- Over literaire cultuurpolitiek. De Tafelronde, Antwerpen, 1960
- Paul De Vree belicht Ben Klein. Nationaal Centrum voor Moderne Kunst, Vlaamse dichters van nu 1, [z.pl.], 1961
- Het Nationaal Centrum voor Moderne Kunst. Historiek en argument. Nationaal Centrum voor Moderne Kunst, [z.pl.], 1962
- Maurice Gilliams, Desclée de Brouwer, Ontmoetingen 55, Brugge, 1964
- Vlaamse avant-garde (1921-1964). De Bladen voor de poëzie, De Bladen voor de poëzie XII, 9-10, Lier, 1965
- Paul Van Ostaijen (met H.F.Jespers), De Galge, Galgeboekje 14, Brugge, 1967
- Onder experimenteel vuur. De Galge, Galgeboekje 25, Brugge/Antwerpen, 1968
- Poëzie in fusie, visueel, konkreet, fonetisch. De Bladen voor de poëzie, De Bladen voor de poëzie XVI, 6-8, Lier, 1968
- René Verbeeck. Helios, Monografieën over Vlaamse Letterkunde 50, Antwerpen, 1974
- Paul Snoek. De Nederlandse Boekhandel, Monografieën over Vlaamse Letterkunde 57, Antwerpen/Amsterdam, 1977
2. DISCOGRAFIE
- 1967: Bij het tijdschrift OU-Cinquiéme saison n°28-29, brengt Henri Chopin een langspeelplaat uit met F. Dufrêne en Paul de Vree. Zijn gedichten’Veronica’, ‘Een roos a rose’, ‘Ogenblik’, ‘Vertigo gli’ en ‘Kleine Caroli’ zijn voorgedragen door Jan Bruyndonckx)., Parijs, mono, 25 cm,
- 1967: Anastasio Bitzos brengt Konkrete Poësie, Sound Poetry, Artikulationen uit, met daarop o m C. Bremer, E. Gomringer, Ernst Jandle Franz Mon,, Paul.de Vree. Zijn gedichten ‘Vertigo gli’, ‘Kleine Caroli’ zijn gesonoriseerd door Jan Bruyndonckx. Andere artiesten op de plaat zijn: Greenham, M. Bense, R. Döhl, H. de Campos, R. Geiss-Bühler, Bern, mono, 30 cm.
- 1969: HAHAHAH, sonoverbo, verbosonico, etc., met onder meer Gust Gils, M. Nannucci, Paul de Vree/C.Doesburg (Organon, Exodus), F. van der Kooy, H. Damen, Utrecht, stereo, 30 cm, VR 503.
- 1970: Bij het Stedelijk Museum van Amsterdam verschijnt Sound texts, concrete poetry?, visual texts, met Chopin, Dufrêne, Heidsieck, De Vree (Rivièra, Het leven is een baccarat), B.E. Johnson, Cobbing, Novak, Jandle, Amsterdam, RSC 246, stereo, 30 cm, 1970
- 1970: Poemi audio-visuali. Cassette met daarop de gedichten ‘Rivièra’, ‘Veronika’, ‘Ogenblik’, ‘Kleine Caroli’, ‘Vertigo gli’’,’ Een roos a rose, ‘Organon’, ‘Exodus’, ‘Het leven is een baccarat’., Ed.Amadulo, Brescia.
- 1971: Phonetische Poësie, met V. Chlebnikov, A. Kroetsjonych, K. Malevitsj, R. Hausmann, K. Schwitters, M. Lemaître, Dufrêne, Chopin, Cobbing, Greenham, Paul de Vree (April am Rhein), Arrigo Lora-Totino, Novak, Jandle, Luchterhand Neuwied, Berlin, mono, 30 cm.
- 1975: Poesia sonora: Antologia internazionale di ricerche fonetiche a cura di M.Nannucci, met Cobbing, Chopin, De Vree (Stockholm Ode), Dufrêne, Gysin, Hanson, Heidsieck, Jandle, Lora-Totino, Mon, Nannucci, Pétronio, CBS/Sugar s.p.a. Milan, stereo, 30 cm.
- 1978: Microfonie van Zuidnederlandse schrijvers 2, Discus, Moere-Gistel, stereo, 33 cm.
- 1983: Paul De Vree “Toute prédication”. Radio taxi, vibrazioni del sonoro 2, Edizioni Lotta Poetica & Studio Morra, Verona-Napels, stereo, 33 cm, 1979
3. FILMOGRAFIE
- Mijn Evanaaste (Poëziefilm)[1963–16mm-90m-zwart-wit], Jos Pustjens (realisatie); Paul De Vree (gedichten); Julien Schoenaerts (stem); Jos Welfens (scenario); Willy Verlinden (camera); en Jan Bruyndonckx (muziek)
- Essentieel (experimentele film over kunst) [1964-16mm-220m-20’-kleur], Jos Pustjens (realisatie); Jef Verheyen (thema), Paul De Vree (tekst); Julien Schoenaerts (stem); Jan Bruyndonckx (muziek); J.P.B.-films (productie)
- Kleine Caroli (experimentele film) [1964], Jos Pustjens (realisatie), Paul De Vree (gedicht), Julien Schoenaerts (stem), Jan Bruyndonckx (muziek)
4. GRAFISCH WERK
- Oologica Belgica, 72 aquarelplaten voor de Oologica Belgica van Prof.R.Verheyen, Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, Brussel, 1946
- Poesia Visiva, 13 zeefdrukken van Paul De Vree, inleidende tekst van Paul de Vree, slotwoord van H-F.Jespers, Panter Press, Antwerpen, 1979
- Visueel, 9 zeefdrukken van Paul De Vree, uitgevoerd naar originele gedichten die voorkomen in de bundels ‘Zimprovisaties’ en ‘Poëzien’ van De Vree; voorwoord door Willem M.Roggeman, Panter Press, Antwerpen, 1981
- Ook oppervlak ik, 8 originele zwart/wit foto’s van Ludo Geysels, 8 gedichten van Paul De Vree geschreven tussen 1957-1977, inleidende tekst van De Vree, Panter Press, Antwerpen, 1981