Maakt deel uit van:de theaterwereld
Nestor de Tière
Eyne (bij Oudenaarde) 16 augustus 1856 – Vorst (bij Brussel) 28 september 1920
Nestor de Tière (eig.Nestor Jan Baptiste Detheire), grondlegger van het realisme in het Vlaamse toneel
Was de succesvolste en meest gespeelde dramaturg van het einde van de 19de eeuw in zijn land.
Aanvankelijk romanticus, – breekt hij onder invloed van het realisme van de Franse auteur Alexandre Dumas fils.
– met de gezwollen stijl van het melodrama
BIOGRAFIE
16 Augustus 1856: Geboren te Eyne, bij Oudenaarde. Zijn vader was schrijnwerker/bouwmeester van beroep, een om zijn kennis veel gevraagd ambachtsman, zijn moeder huisvrouw
1864: Toen de Tière acht jaar oud was verhuizen zijn ouders naar Aalst en later naar Gent, waar hij leerling wordt aan de « beroepsafdeeling » van het Koninklijk Atheneum.
AL VROEG EEN VOORLIEFDE VOOR LITERATUUR
1874: Op achttienjarige leeftijd wordt hij lid van de Gentse afdeling van ’t Willemsfonds, en laat hij in menig Vlaams tijdschrift liederen en versjes verschijnen waarvan sommigen door Julius Vander Meulen en Karel Miry op muziek werden gesteld.
Na zijn schoolcarrière werkt hij een drietal jaren als notarisklerk in de studie van notaris Emiel Soinne te Gent.
- Hij laat gedichten en artikels van allerlei aard verschijnen in tal van dag- en weekbladen, in jaarboekjes en tijdschriften, o.a. in : De Stad Gent, ’t Verbond van Aalst. De Eendracht, De Vlaamsche Kunstbode, De Toekomst, De Nederlandsche Dichten Kunsthalle, enz., enz.
Wordt ook lid van de Zetternamskring. Daar maakt hij kennis met August Hendrickx, die evenals hij ambities koestert om richting toneel een carrière op te zetten. Hendrickx zal beroemd blijspelschrijver worden. De Tière zal evolueren naar bekend schrijver van toneeldrama’s. Beiden zijn vernieuwend en brengen het realisme in de Vlaamse toneelgeschiedenis binnen.
1880: Verhuist een derde maal met de familie, ditmaal naar Brussel, waar hij aan de slag kan in het vertaalafdeling van Theophiel Coopman, bij het ministerie van Spoorwegen. Ook August Hendrickx was daar werkzaam. Een jaar daarna gaat hij over naar de ‘Dienst der Internationale Ruilingen’.
1880 – 1890: DE DEBUUTJAREN
1880: Bij Ad. Wesmael-Charlier te Namen verschijnt een bundeltje Gymnastische Liederen en Lyrische Kinder-tooneelen, waarvan G. Lagye, kort na de verschijning een Franse vertaling maakt.
1880: Samen met August Hendrikx schrijft hij het toneelwerk Roosje van den veldwachter. Het is een stuk waarin hij zich nog plooit naar de gangbare code en conventies, maar met heel wat scenische kwaliteiten en – inhoudelijk – behoorlijk wat sociale elementen. Het werd veelvuldig gespeeld.
Maar De Tière evolueert: halfzachte sociale incidenten (Zieleketens, 1882) en abstract pacifisme (Vorstenplicht, 1883) worden al snel gevolgd door een voorkeur voor thema’s als slechte opvoeding, speelzucht, schriftvervalsing, moord en zelfmoord (Raymond van Alten, 1883), seksueel wangedrag en dubbele moraal (Elza, 1886).
1882: Zieleketens, het eerste eigen werk van De Tière wordt gunstig onthaald. Het is een klein huiselijk drama, een zedentafereeltje in één bedrijf.
- Inhoud: Baas Coene en Anna, zijn vrouw, vieren hun gouden bruiloft; vijftig jaar lang hebben zij steeds het beste huwelijk uitgemaakt. Hun dochter, Martha, en haar man, Pol, hebben dit treffend voorbeeld niet gevolgd en tussen hen is er gestadig krakeel. Hun zoontje en de feestelijke stemming van de gouden bruiloft verzoenen hen dan eindelijk toch ».
1883: Vorstenplicht is een didactische comedie. een toneelschets waarin De Tière de filosofische en sentimentele thesis ontwikkelt, dat de oorlog maar gewettigd is door een aanval, waardoor de onschendbaarheid van het vaderland in gevaar wordt gebracht.
- Franse vertaling van Gustave Lagye ; ook een Franse vertaling van L Ceulebroeck.
- De Antwerpenaar, Amatus Van der Biest, (1850-1912), leverde eind 1908 een vertaling af in het Esperanto – Devo de Rego – (verschenen in het dubbelnummer 1ste en 2de van de 1ste jaargang van het Maandblad : Belga Esperantisto, uitgegeven bij Jozef Buerbaum te Antwerpen, – werd ook afzonderlijk gedrukt.
- Op 22 December 1892 werd het werk opgevoerd in de Vlaamse schouwburg te Brussel, in aanwezigheid van Hare Majesteit, de Koningin der Belgen en van prinses Clementina.
- 1910: ten tonele gebracht in Den Haag als herinnering aan de opening van het Vredecongres in die stad.
- We vonden ook bronnen ( oa D’hondt) waarbij ditzelfde thesisstuk ter gelegenheid van Congressen in het Esperanto werd opgevoerd voor een overtalrijk en zeer cosmopolistisch publiek, namelijk te Antwerpen, in augustus 1911, te Spa op 11 Mei 1913 en te Brussel, op 23 Mei 1920.
1890: DE WENDING NAAR HET REALISME
1890: Realistische tendensen worden in zijn werk zichtbaar. Van nu af aan poogt hij de maatschappij te weerspiegelen zoals ze is en niet zoals ze zou moeten zijn.
- Met ‘Honger’ (1891) zien we een beginnend realist aan het werk die ter wille van de echtheid geen concessies meer doet om de ruwe taal te verzachten.
- Tot deze periode behoort ook ‘De Spiegel’ (1891), dat bekroond werd met de staatsprijs (1889-1891).
Hetzelfde jaar waarin Honger van de pers komt, brengt De Tière een paar blijspelen van ongelijke waarde, namelijk : De stoel van Napoleon, een eenvoudige grap, stevig gebouwd, een stuk dat recht op zijn doel afgaat en de niet geringe verdienste heeft gezond en hartelijk te doen lachen, en DE GROLPOT, het andere, gaat merkelijk breder en mag gerust een karakterstudie heten.
1892-1896: PERIODE VAN MEESTERSCHAP – INTERNATIONALE DOORBRAAK
1892-1896: Periode van meesterschap waarin hij de grauwe ondertoon van de menselijke drift uittekent en definitief afscheid neemt van de romantische toneeltraditie.
- Liefdedrift (1892), Roze Kate (1893), Wilde Lea (1894) en Eene misdadige (1896) zijn ernstige pogingen om de niets ontziende duidelijkheid van het naturalisme te bereiken. De boeren die hij ten tonele voert zijn geen doorsneemensen zoals we ze later bij Cyriel Buysse of Lodewijk Scheltjens zullen tegenkomen. Het zijn uitzonderingstypen die verteerd worden door rauwe passie.
1893: Roze Kate geeft het Vlaamse drama zijn eerste echte monsterhit: in 1910 wordt dit sombere stuk vol ruw geweld, passie en drift voor de duizendste keer opgevoerd.
- Inhoud: Evert heeft het meisje van zijn dromen gevonden in Roze Kate, zijn broers Jacob en Simon zijn hier erg jaloers om. Dan gebeurt er totaal iets onverwachts: hun vader overlijdt. De moeder van de jongens trouwt opnieuw en zorgt er voor dat haar zoons de erfenis van hun vader mislopen. Jacob en Simon zijn hierdoor zo verbitterd dat ze een plan smeden om hun moeder te vermoorden. Als het gebeurd is wijst al het bewijsmateriaal naar de broer Evert die niet in het complot zat. Het lijkt erop dat Roze Kate een sluw spel speelt om de jongens van hun erfenis af te helpen.
- De oorsprong van het stuk ligt in een waar gebeurd verhaal, Een afschuwelijke moedermoord in een klein, rustig dorpje uit het land van Aalst. De rechterlijke debatten over deze tragische gebeurtenis werd door de media met gretigheid opgepikt en tot in de minste bijzonderheden gepubliceerd.
Roze Kate wordt een succesnummer zowel in het buitenland als hier te lande:
- Roze Kate gaat in première in oktober 1893, met Julia Cuypers in de titelrol, te Brussel.
- Het Brusselse Alhambra lokte volle zalen met de Franse vertaling door J. Verbeeck en Mathy…
- Schitterende bijval ook in oktober 1910 te Antwerpen waar het na zestien speelseizoenen, zijn 1000e opvoering mocht beleven.
- In Engeland blijft Roze Kate vier maand lang op de affiche en wordt nadien nog in verschillende andere steden opgevoerd in een vertaling van Wilson Barett, die het stuk de titel The sledge hammer
- Honderden malen komt Roze Kate op het podium in Nederland en overwint er de koele afstandelijkheid die het toneelpubliek daar gewoonlijk ten toon spreidt.
- In Chicago wordt Roze Kate opgevoerd, namelijk op 10 Maart 1912 !
1896: Te midden van al dat dramatisch geweld komt plots een luchtig lachspel: Pietje! Comedie in één bedrijf.
« Pas getrouwd en dolverliefd hebben de echtgenoten een aangename verrassing voor mekaar in petto: ze hebben elk een kanarievogel aangekocht. Een kleine vergissing maakt dat die vredelievende vogeltjes twist en stoornis brengen in het jonge huishouden. Gekijf, geween, wanhoop… Gelukkig allemaal van korte duur. Beide tortelduifjes vallen welhaast teder in elkaars armen en zoenen elkaar eindeloos lief wanneer de waarheid aan het daglicht komt. »
1896: Ernstiger opnieuw is het stuk Een misdadige
- De Tière betitelt het stuk : de lijdensgeschiedenis van een jonge vrouw — hier een Vlaamse boerendochter — die in haar eerlijke verwachtingen bedrogen, buiten alle huwelijksbanden, moeder wordt, — de geschiedenis van velen. — De samenleving verontschuldigt de schaamteloze verleider, laat hem straffeloos rondlopen. Maar de het gestichte onheil vraagt verantwoording, straf en boete…. En de laffe verleider krijgt loon naar werken: hij wordt gedood door dezelfde hand die hem in volle onschuld eens liefdevol streelde…
1896-1919: OPERA of LYRISCH TONEEL zoals dat toen heette – SAMENWERKING MET COMPONIST JAN BLOCKX
Van af 1896 moeten wij een reuzensprong maken van 23 jaar, namelijk tot 1919, willen we nog een paar eenakters van De Tière aantreffen.
In de tussentijd legt hij zich toe op het schrijven van libretto’s voor opera’s op muziek van Jan Blockx (1851 – 1912). Blockx en De Tière zullen een hecht duo vormen en samen een vijftal opera’s creëren .
- 1896, Herbergprinses, een spel van de stad: de ondergang van een kunstenaar, die bij een herbergdeerne opgaat in zinnelijke liefde en daarmee de sprankels van zijn genie uitdooft.
- 1901, De Bruid der Zee, een spel van de kust: de treurige geschiedenis van het vissersmeisje van wie de bruidegom op zee is vergaan, krankzinnig wordt en zich in de bruisende golven werpt om haar minnaar in de diepte te gaan vervoegen.
- 1908, Baldie, veranderd in Liefdelied (1911), een spel van den buiten, de geschiedenis van een zinnelijk, hebzuchtig kasteelheer, die door de liefde geraakt, vertedert, overwonnen wordt en opgaat in een bredere gevoelskring: in liefde tot de mensheid. Een soort triptiek, waarvan elk deel verscheidenheid van onderwerp en omlijsting meebrengt.
- 1903, De Kapel, half realistisch en half mystiek, een lyrisch tafereel in één bedrijf
1900:, De Tière wordt. als letterkundige, ridder en, in 1912, officier in de Leopoldsorde; in 1919 kreeg hij zijn bevordering als Commandeur in de Orde van de Kroon
1906: Het gemeentebestuur van Schaarbeek-Brussel geeft, zijn naam aan een van de nieuwe straten van de gemeente, « voulant honorer les lettres belges et rendre hommage au talent de De Tière » zegt het besluit van het Schepencollege.
In het Josaphat park werd een standbeeld van de auteur opgericht (klik op Bestand:Nestor de Tière – Parc Josaphat – Schaerbeek.JPG …
1912: Verfilming van zijn stuk Roze Kate.
NA DE OORLOG 1914-1918
1919: Het allerlaagste is een schets – de tekst omvat slechts 25 pagina’s – van onfrisse oorlogstoestanden.
- « Frank Geertsen, bouwmeester, klaagt verraderlijk zijn ambtgenoot Hardijns bij de bezettende Duitse Overheid aan. De reden: kleinzielige wraak, misnoegen, afgunst, tal van oorzaken die niet in verhouding zijn met de verschrikkelijke gevolgen van de laffe aanklacht, namelijk de jarenlange verbanning of de doodstraf! — Hardijns wordt gefusilleerd !. Speelsgewijs wordt Frank, in zijn huisgezin door Eefje, zijn dochtertje, als de verklikker aangewezen. Geïsoleerd, verwenst, verafschuwd, beladen met de schuld van het lage, het allerlaagste wat verzonnen kan worden, — de naamloze aanklacht, — wordt Frank door de grootvader maar één middel tot verzoening aangeboden: zelfmoord.»
In hetzelfde jaar brengt De Tière nog een tweede kort oorlogsdrama God zegent de wapens. Dood en gruwel alom op het toneel. De Tière reageert hiermee op ruwe wijze tegen de rampzalige oorlogsretoriek waarbij beide vijanden zich op de goedgunstigheid van dezelfde God beroepen.
“Vijandige volken, wederzijds te hooren verkondigen: God zegent de wapens, klinkt aanmatigend, klinkt vermetel. Waarom God in den strijd mengen, Hem, door zijn zegeningen, doen deelnemen aan menschenslachting, Hem plaatsen in een zee van dampend bloed ? God is liefde !”
In de inleiding schrijft De Tière:
« Deze ruwe schets van te weinig vooropgestelde oorlogswanbedrijven vergt geen boekentaaltje, geen conventioneele tooneel-kieschheid. Te veel abeligheden zijn geschied om er, met huichelende inschikkelijkheid, een sluier over te werpen; die akeligheden moeten — zonder schroom — aan ’t Volk in volste naaktheid vertoond, opdat, in het diepste van zijn wezen, onuitroeibare afschuw én voor den Duitschen overweldiger, én voor den Oorlog ontsta: tafereelen met fletse kleuren hebben daartoe geen macht. ’t Volk moet willen de vernietiging van alle militarisme. De leus zij. Weg met den oorlog! »
1920: Zijn allerlaatste tekst ’t Was op eersten januari. Huiselijk spel, is een hommage aan zijn moeder. Hij brengt er de laatste gelukkige ogenblikken en de dood van zijn eerbiedwaardige en onvergetelijke moeder in een « gevoelvol en innig huiselijk tafereeltje »
28 september 1920: Nestor de Tière overlijdt te Vorst (Brussel)
EPILOOG.
Tot op heden is er belangstelling voor zijn werk.
1958: De bruid der zee: opera : [uitzending 18 december 1958] / van Jan Blockx ; tekst : Nestor De Tière ; algemene muzikale leiding : Frédéric Devreese ; televisiebewerking en realisatie Francine Bruylants ; produktie Dries Waterschoot. [Brussel] : BRT Culturele en educatieve uitzendingen
1991: Zijn toneelstuk ‘Wilde Lea’ kwam opnieuw in de aandacht begin jaren negentig van de 20e eeuw door de bewerking door de Blauwe Maandagcompagnie – nu Het Toneelhuis – in een regie van Luk Perceval en met o.m. Els Dotttermans en Lucas Van den Eynde.
September 2009: voert het RO Theater in Rotterdam zijn toneelstuk ‘Honger’ op, in de regie van de jonge regisseur Sarah Moeremans. Er wordt gespeeld door o.a. Gijs Naber en Hannah van Lunteren.
MEER OVER DE TIERE
- M. Sabbe, L. Monteyne, H. Coopman Thz., Het Vlaamsch tooneel inzonderheid in de xixe eeuw (1927);
- Th. de Ronde, Toneellevens in Vlaanderen door de eeuwen heen (1930);
- L. Monteyne, Een eeuw Vlaams toneelleven (1936).
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
Referenties
- Frank Peeters, “Te zijn of niet te zijn”. Toneelletterkunde en theaterpraktijk als manifestatie van burgerlijke beschaving. In: Hoofdstukken uit de geschiedenis van de Vlaamse letterkunde in de 19de eeuw, deel 3. Gent, KANTL 2003. 308-309;
- D’Hondt Valerius, Nestor de Tière de baanbrreker van het realisme op het Vlaamsch tooneel: proef van bio-bibliographische documentatie, 1921. Antwerpen: L.J. Janssens en Zonen. -240p. Elektronisch beschikbaar via Delpher
BIBLIOGRAFIE & FILMOGRAFIE
Deze bibliografie bevat 4 rubrieken
- Chronologisch overzicht van de werken
- Beknopt overzicht alfabetisch op titel
- Filmografie
- Nestor de Tière in vertaling
De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Universiteitsbibliotheek – Katholieke Universiteit Leuven.
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.
Chronologisch overzicht
Gerangschikt volgens genre alfabetisch op titel
Toneel
- ’t Allerlaagste / Spel in één bedrijf. (1919)
- ’t Was op eersten januari. Huiselijk spel. ‘1920)
- Belsama. Treurspel tijdens den ondergang van het Druïdendom 60-61 jaar na J.-Chr., in 5 bedrijven en 6 tafereelen. (1892)
- Bloemeken, drama in drie bedrijven. (1884)
- Bonpapa, blijspel in drie bedrijven. (1886)
- De grolpot, comedie in éen bedrijf. (1891)
- De holblokken, tooneelspel in één bedrijf, naar het fransch van Edmond Duesberg / door Nestor De Tière (1881)
- De stoel van Napoleon, blijspel in één bedrijf. (1891)
- Eene misdadige. (1896)
- Een spiegel, drama in drij bedrijven. (1891)
- Elza, comedie in vier bedrijven. (1886)
- God zegent de wapens / Spel in een bedrijf. (1919)
- Hermina, drama in vijf bedrijven. (1888)
- Het brood, lijrische kindertooneelen.(1894)
- Het Rouwkleed, dramatisch schouwspel in éen bedrijf. (1885)
- Het Vondelingsken, comedie in éen bedrijf (1886)
- Honger ! Dramatisch schouwspel in één bedrijf. (1891)
- Liefdedrift. Drama in vier bedrijven. (1892)
- Liefdevonkjes / Tooneelspel. (1887)
- Moederhert, drama in 4 bedrijven. (1889)
- Op de vroegmarkt. Tooneelspel. Eén bedrijf. (1917) Tweede, gansch omgewerkte uitgave van “Het Vondelingsken” (1886)
- Pietje! Comedie in één bedrijf. (1896) & ((1914)
- Raymond van Alten. Drama in 3 bedrijven. (1883)
- Roosje van den veldwachter, drama in drie bedrijven / door August Hendrickx, et N. De Tière. (1880)
- Roze Kate, het treurspel der smeden in 5 bedrijven en 6 tafereelen. (1893)
- Seva Rutsaert, de wolvin uit ’t Zwartbosch. (1890) & (1910)
- Vorstenplicht: tooneelspel (als thesis) in één bedrijf. (1883)
- Wilde Lea. (1893)
- Zieleketens, tooneelspel in éen bedrijf. (1882)
Muziekdrama’s (muziek: Jan Blockx)
- Baldie. Zangspel in drie bedrijven. (1908)
- De bruid der zee. Lyrisch drama in drie bedrijven. (1901)
- De kapel: een lyrisch toneel. (1903)
- De zeemanskinderen: dramatisch zanggedicht in 3 deelen (1902)
- Herbergprinses. Opera in drie bedrijven en vier tafereelen. (1896)
- Liefdelied, zangspel in drie bedrijven met een voorspel. (1911)
Poëzie
- Gedichten (1891)
FILMOGRAFIE
6/4/1912 | Roze Kate. (Nederlandse stomme film)
|
18/12/1958 | De bruid der Zee : opera .
|
NESTOR DE TIERE IN VERTALING
FRANS
- Een Spiegel, vertaling door J. Van Roy.
- Honger, vertaling door G. Lagye.
- Roze Kate, vertaling van Emile Matthy en J. Verbeeck als Rose Kate : la tragédie des forgerons : pièce en quatre actes. Antwerpen: Janssens Frères. 1910 -125p.
- Herbergprinses en De Bruid der Zee, vertaling van G. Lagye.
- Rouwkleed vertalingen Mathy en Jules Van Roy, elk een aparte Franse vertaling La robe de deuil : pièce en un acte, en vers
- De vertaling van Van Roy is uitgegeven bij Ixelles : Imprimerie-Lithographie Denis Kremer, 1908
- De Kapel , vertaald door Paul Gilson. La Chapelle : page lyrique Jan Blockx ; poème flamand de Nestor De Tière ; paroles françaises de Paul Gilson
- Liefdelied, vertaald door Ern. Closson.
- Bonpapa, Vorstenplicht, beiden vertaald door Lagye.
- Vorstenplicht, vertaald door Van Ceulebroeck als Devoir de roi : pièce en 1 acte. Hasselt : Imprimerie Michel Ceysens. -19p. 1891
- Vingt-cinq chants pour exercices gymnastiques à l’usage des écoles des deux sexes, d’après la méthode Docx, vertaald door H. Patigny. Namur : Imprimerie de Ad. Wesmael-Charlier, libraire-éditeur, 1882
DUITS
- Een Spiegel, Bonpapa, De Grolpot en Zieleketens vertaling door Von Ziegesar,
- Vorstenplicht, Roze Kate vertaald door Kluchert,
- De Bruid der Zee , vertaald door Melis en Henriette Marion, elk afzonderlijk.
- Die Meeresbraut : Oper in drei Aufzügen Vertaald door Henriette Marion 48p. Ahns Operntext-Bibliothek. – Köln; vol. 92 Parijs: Heugel & Cie 1902
ITALIAANS
- Herbergprinses , vertaald door Tito Zanardelli.
ESPERANTO
- Vorstenplicht vertaald door A. Van der Biest, als Devo de reĝo: unuakta tezo. Antwrpen: Buerbaum 1908