Maakt deel uit van:Honest Art Movement (H.A.M.)
PAUL DE WISPELAERE
Assebroek, 4 juli 1928 – Maldegem, 2 december 2016
Romanschrijver, essayist en criticus.
Hoofdredacteur van het Nieuw Vlaamse Tijdschrift en redacteur van het Nieuw Wereldtijdschrift.
Bestuurder van het Louis Paul Boon-Genootschap.
Jarenlang hoogleraar moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit Antwerpen.
Niet onbelangrijk: “Doordat hij op zoveel verschillende vlakken actief was, stond hij met zeer uiteenlopende figuren uit de literaire wereld in contact en bracht hij hen dikwijls ook samen. Zowel zijn netwerk als zijn geschriften evolueerden naarmate het literaire veld veranderingen onderging”, schrijft Andreas Van Rompaey in de biografie ‘Paul de Wispelaere, bruggenbouwer’.
Bekende werken zijn onder meer ‘Tussen tuin en wereld’ (1979) en ‘Het verkoolde alfabet’ (1992), en de essaybundels ‘Het Perzische tapijt’ (1966) en ‘De broek van Sartre’ (1987)
Met Hugo Raes stelde hij de vernieuwende bloemlezingen Wereld in Teksten samen voor het middelbaar onderwijs en hij werkte voor boekenprogramma’s op de BRT.
BIOGRAFIE
4 juli 1928: Geboorte van Paul de Wispelaere te Assebroek (Brugge).
- “Na de lagere school was mijn vader tegen zijn zin wagenmaker geworden, maar na de werkuren en zondags verstopte hij zich op zolder om in zijn boeken te duiken. … Toen ik een jongetje was, stelde hij het ritueel in van het wekelijkse verteluur. Op zaterdagavonden na de beurt in de waskuip, als was ik toen gezuiverd om het rijk van de verbeelding te mogen betreden, nam hij me op zijn knie en wijdde me in in de geheimen van ‘De reis naar de maan’ van Jules Verne, ‘De Leeuw van Vlaanderen’ en ‘ De laatste der Mohikanen, of verzon zelf sprookjes en sterke verhalen. Ik luisterde ademloos, en zijn stem is in mij nooit tot zwijgen gebracht.” (Uit: Dankwoord voor de Prijs der Nederlandse Letteren.)
1941-1947: Na de lagere school – in de nonnenschool te Assebroek – volgt hij de Grieks-Latijnse humaniora aan het St.-Lodewijkscollege te Brugge.
1947-1951: Daarna gaat hij Germaanse filologie studeren aan de Rijksuniversiteit te Gent. Hij studeert af op een proefschrift (o.l.v. Prof. E. Strubbe) over de spelling van het Middelnederlands van 1270 tot 1500 in Vlaanderen.
Dan dient hij het vaderland bijna 24 maanden in ledigheid en verveling. Verliest intussen (naar eigen zeggen) vele kostbare jaren met het opruimen van het puin van een benepen katholieke opvoeding.
1953 tot 1956: Werkzaam als leraar Nederlands en Engels aan de Koninklijke Athenea in Berchem en Hoboken, en later (1956-1972) onderwijst hij Nederlands aan de Rijksmiddelbare Normaalschool te Brugge.
1954: De jonge De Wispelaere publiceert in de Dietsche en Warande Belfort zijn eerste werk, het kortverhaal Fantasia. Meerdere verhalen zullen volgen.
1955: Via de schrijver/essayist Paul Lebeau – een collega van De Wispelaere aan het atheneum te Hoboken, kwam hij in contact met de redactie van het Antwerpse tijdschrift De Tafelronde.
- In 1955 treedt hij toe tot de redactie in een periode dat er een hevig debat plaatsvindt tussen enkele oudere redacteuren zoals Karel Vertommen, Paul Lebeau, Ivo Michiels die eerder conservatief en katholiek georiënteerd zijn en Paul de Vree, Adriaan de Roover e a die eerder de focus legden op literatuur georiënteerd op het modernisme, taalexperimenten en het opzoeken van nieuwe geluiden bij andere disciplines.
- De Wispelaere publiceert in 3 jaar maar liefst zes prozastukken in het tijdschrift.
30 januari 1957: De Wispelaere – in de functie van voorzitter – stelt in Brugge het “Onafhankelijk cultureel forum Raaklijn” voor aan de pers. De kring wilde moderne kunstrichtingen in diverse disciplines ondersteunen.
- Er ontstond al snel een wisselwerking met de Antwerpse kring De Tafelronde.
- Naast literatuur programmeerde de kring ook experimentele film, toneel en muziek. Qua beeldende kunst ging de aandacht overwegend uit naar niet-figuratieve, ‘abstracte’ schilderijen en beeldhouwwerken.
1959: Bij de uitgeverij S.M. Ontwikkeling verschijnt een eerste novelle Scherzando ma non troppo.
Vanaf de jaren ’60 neemt het literair-kritisch werk een evenwaardige plaats in naast het creatieve proza.
- Zijn visie op literatuur stelt dat reflectie het niet kan stellen zonder creativiteit en omgekeerd. Hij is geïnteresseerd in literaire mengvormen. Kritisch werk beschouwt hij evengoed als artistiek engagement.
1962: Samen met Jan van der Hoeven, Claude Korban en Hedwig Speliers besluit De Wispelaere een nieuw tijdschrift op te richten: Diagram voor progressieve literatuur.
- Tussen 1962 en 1964 verschenen er 8 nummers in 7 afleveringen. De Wispelaere was grotendeels verantwoordelijk voor de programmabepaling, met toenemende belangstelling voor nieuwe richtingen in de buitenlandse prozaliteratuur ( oa de Franse nouveau roman’) en literatuurtheorie (o a de nouvelle critique’).
- Met Diagram kwam de literaire kritiek in volle schwung. Kort daarna begon het kritisch-essayistische Bok – met Julien Weverbergh aan het roer – te verschijnen en daarna een nog bredere doorbraak van de polemiek in Vlaanderen met Heibel en Mep.
- Ook het nieuwe Gentse tijdschrift ‘Yang’ (1964) vroeg hem om samen te werken.
1963: Een eerste volwaardige roman met ‘Een eiland worden’.
1964 – 1968: De interactie tussen Diagram en Bok geeft aanleiding tot het ontstaan van een nieuw tijdschrift: Komma.
- De aanvankelijke redactie bestaat uit P.H.Dubois, R.Gysen, W. Roggeman, J.Weverbergh en P.de Wispelaere. Uitgeverij: ‘s-Gravenhage, Nijgh & Van Ditmar, Antwerpen, Diogenes’ Boekhandel.
- Elke jaargang verschijnt er een boekaflevering van Komma in de nieuwe Nijgh Boeken-serie. In tegenstelling tot de reguliere nummers staat hierin telkens een specifiek thema centraal. In de eerste boekaflevering is dat de toen onderbelichte schrijver Louis Paul Boon.
- De laatste jaargang van Komma verschijnt in 1968, maar wanneer René Gysen begin maart 1969 overlijdt, besluiten de redactieleden nog een laatste Komma-boek te realiseren dat volledig gewijd is aan hun overleden vriend en collega.
1965: Zijn tweede roman Mijn levende schaduw sleept de Prijs van het Referendum der Vlaamse Letterkundigen in de wacht.
- Leest men er de kritische recensies op na, dan kan men niet anders dan concluderen dat velen het moeilijk hadden om deze roman te plaatsen.
Ondertussen was De Wispelaere druk bezig geweest om een uitgever te vinden die bereid was zijn tot dan toe geschreven literaire kritieken te publiceren.
- In 1965 verschijnt Het Perzische tapijt bij De Bezige Bij
- In 1967 verschijnt bij Nijgh & Van Ditmar de bundel Met kritisch oog, dat enkele langere theoretische stukken bevat.
- In 1968 Facettenoog. Een bundel kritieken gekozen en ingeleid door Weverbergh als Maerlantpocket nummer 12 bij Manteau
1970: In Paul-tegenpaul 1969-1970, dat tegelijk een literair dagboek en essay is, formuleert De Wispelaere het doel van zijn schrijven als “zichzelf begluren als een willekeurig mens, met wie men opgescheept zit”.
Vanaf de jaren ’70 staat zij werk voor een belangrijk deel in het teken van een reconstructie van de jeugd en het familiale verleden.
1972 tot 1992: Doceert Nederlandse letterkunde aan de Universitaire Instelling Antwerpen.
1973: In Maldegem te midden van de weilanden staat een charmante hoeve waar Paul De Wispelaere sinds 1973 woont en werkt tussen zijn fraaie collectie boeken en 11 katten.
1973-1977: Werkt samen met Hugo Raes en Paul van Aken aan een zesdelige schoolbloemlezing voor het middelbaar onderwijs onder de titel : Wereld in teksten (Uitgeverij Manteau)
- De delen 1 tot 4 in samenwerking met Hugo Raes, de delen 5 en 6 in samenwerking met Hugo Raes en Paul van Aken
1974: Promoveert tot Doctor in de letteren en wijsbegeerte aan de UIA met een proefschrift over Dirk Coster en diens tijdschrift De Stem: “Van Stem tot Anti-Stem. Een historisch beeld van het tijdschrift De Stem als brandpunt van humanistische en vitalistische stromingen in de Nederlandse literatuur tussen de twee wereldoorlogen.”
- Het was Prof Frank Baur die hem er reeds in 1952 toe had aangezet om over het onderwerp een doctoraal te schrijven. Aanvankelijk vlotte het werk naar behoren, maar uiteindelijk bleef het proefschrift lange tijd onafgewerkt liggen. Toen De Wispelaere aan de UIA een academische carrière aanvatte, werd hij door de toenmalige decaan Clem Neutjens verzocht om vooralsnog de doctorstitel te behalen.
1976: De toenmalige BRT maakt deze educatief verantwoorde uitzending (nostalgici klik op deze link !) over auteur en criticus Paul De Wispelaere.
Eind 1978: Benoemd tot hoogleraar aan de Universitaire Instelling Antwerpen (UIA).
1984-1997: Betrokken bij het Nieuw Wereldtijdschrift – ook bekend als het NWT. Het was de opvolger van het Nieuw Vlaams Tijdschrift. NWT verschijnt van 1984 tot 1997, en van 1998 tot 2000.
- Het blad wordt geleid door Herman de Coninck, Piet Piryns en Hugo Claus. Deze laatste stapt echter snel uit het project. De Coninck wordt de nieuwe hoofdredacteur. Paul de Wispelaere, hoofdredacteur van het NVT, schaart zich aan hun zijde
Academiejaar 1986-1987: Sticht het Louis Paul Boon-documentatiecentrum.
- Van 1991 tot 1996 geeft het Centrum i s m het Louis Paul Boon-genootschap het tijdschrift De Kantieke Schoolmeester uit waarvan hij eerst redacteur en nadien hoofdredacteur wordt en er met diverse essays aan meewerkt.
1987: Het nieuwe essayboek ‘De broek van Sartre’ bestaat voornamelijk uit essays die hij voor het Nieuw Wereldtijdschrift schreef. Er bevinden zich ook twee teksten in over Louis Paul Boon, die tot stand kwamen in een academische context.
1992: Het autobiografische Het verkoolde alfabet volgt gedurende een jaar, van oktober 1990 tot september 1991, het leven van de auteur, die allerlei gebeurtenissen uit de actualiteit en het verleden associatief met elkaar verbindt. Het geheel is een bonte mengeling van verhalen, impressies en bespiegelingen over literatuur, kunst, liefde, natuur en politiek.
- ‘Het is een literair dagboek, wat een nevenvorm is van de autobiografische roman’, verduidelijkt de Wispelaere. ‘Literatuur en werkelijkheid lopen er makkelijker in elkaar over. Je hebt als schrijver daarom meer vrijheid. Dat in tegenstelling tot het privédagboek, dat niet bedoeld is om openbaar te maken en dat veel dichter op de huid van het bestaan zit. Maar in Het verkoolde alfabet gaat het wel degelijk over mij. Ik heb niet gelogen, niets verzonnen.’
18 november 1998: Ontvangt de Prijs der Nederlandse Letteren, de hoogste onderscheiding in het Nederlandse taalgebied.’ Een referentiepunt voor vele generaties schrijvers en critici in Vlaanderen en Nederland’, schrijft de jury over het werk van de Wispelaere.
- De prijsuitreiking gaf aanleiding tot de gelegenheidsuitgave ‘Glinsterende splinters’ en de TV-reportage ‘Afspraak met Paul De Wispelaere’.
2002: Samen met zijn echtgenote Ilse Logie – een specialiste in Zuid-Amerikaanse literatuur – maakthij in de jaren 1990 reizen naar Cuba, Mexico en Peru. In de bundel Cuba en andere reisverhalen brengt hij daarvan verslag uit.
2003: In de laatste verzamelbundel essays – onder de titel Onder voorbehoud – staan essays centraal waarin hij de complexe relatie tussen fictie en werkelijkheid poogt te verhelderen.
2 december 2016: Paul de Wispelaere overlijdt in zijn woning te Maldegem na een langdurig ziekteproces. Hij kreeg te maken met de ziekte van Parkinson. Hij is 88 jaar oud geworden.
De Wispelaere is bij heel wat tijdschriften betrokken geweest.
- 1956-1962: redacteur van het Antwerpse modernistische tijdschrift De Tafelronde.
- 1961-1967: literair chroniqueur bij De Vlaamse Gids
- 1962: richt samen met Hedwig Speliers, Jan van der Hoeven en Korban het vernieuwende blad Diagram op.
- 1965-1970: maakt samen met Pierre H. Dubois, Willy Roggeman, René Gysen en Julien Weverbergh deel uit van de redactie van Komma (1965-1970).
- 1969: redactie van het Nieuw Vlaams Tijdschrift.
- 1981-1983: hoofdredacteur van ‘Nieuw Vlaams Tijdschrift’.
- 1972-1974: medewerking aan Raam.
- 1961-1979: De Vlaamse Gids
- 1965-1979: De Gids
- 1984: redacteur van het Nieuw Wereldtijdschrift
- Paul de Wispelaere was literair criticus van Het Vaderland.
- Paul de Wispelaere was lid van de redactieraad van Literatuur.
C. Offermans (in DBNL . De Nederlandse en Vlaamse auteurs zegt het volgende:
- Het is essentieel voor het schrijverschap van De Wispelaere dat er geen duidelijke scheidslijn loopt tussen enerzijds het kritische en essayistische deel van zijn oeuvre, anderzijds het creatieve deel. Reflectie over literatuur kan het in zijn visie niet meer stellen zonder creativiteit en creativiteit niet meer zonder reflectie. Desondanks kan er ook in zijn eigen werk nog wel een onderscheid worden gemaakt tussen de versch. genres: Het Perzische tapijt (1966), Met kritisch oog (1967) en Facettenoog (1968) zijn essaybundels; Een eiland worden (1963) en Mijn levende schaduw (1965) romans. Het boek waarin de genrevermenging het verst is doorgevoerd is het caleidscopische Paul-tegenpaul (1970), dat in het gefragmenteerde kader van een schrijversdagboek ruimte biedt voor verhalen, essays en polemische beschouwingen. De antithetische titel van dit boek verwijst naar het belangrijkste thema van het werk van De Wispelaere: dat van de ambivalentie. Steeds tracht hij te ontkomen aan een definitieve keuze tussen literatuur en leven, mythe en rationaliteit, stilstand en vooruitgang, natuur en cultuur, en wel door een flexibele tussenpositie in te nemen waarin telkens plaats is voor beide polen.
BEKRONINGEN
- 1966: Prijs van het Referendum der Vlaamse Letterkundigen voor ‘Mijn levende schaduw’
- 1967: Jan Campertprijs voor het essay 1967 voor ‘Met kritisch oog’.
- 1971: Driejaarlijkse Prijs van de Maatschappij voor Letterkunde voor ‘Facettenoog’
- 1971: Prijs der literaire kritiek 1971 voor de recensies in het Haagse blad ‘Het Vaderland’
- 1974: L.P. Boon-prijs 1974
- 1976: De Yang-Prijs voor Een dag op het land
- 1977: Literaire prijs Dirk Martens van de stad Aalst voor het essay L.P. Boon, tedere anarchist
- 1980: August Beernaertprijs van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde voor het tijdvak 1978-1979 voor ‘Tussen tuin en wereld’
- 1988: Staatsprijs voor Kritiek en Essay 1988 voor ‘De broek van Sartre’.
- 1988: Interprovinciale Prijs voor Letterkunde voor ‘De broek van Sartre’.
- 1994: Emile Bernheimprijs (oeuvreprijs)
- 1994: De Interprovinciale Prijs voor Letterkunde voor het gezamenlijk oeuvre
- 1998: Driejaarlijkse Prijs der Nederlandse Letteren 1998 voor zijn kritisch proza.
- 2002: Driejaarlijkse Vlaamse Cultuurprijs voor een Schrijversloopbaan
- 2003: Isengrimusprijs van het Louis Paul Boon Genootschap 2003, voor zijn onderzoek naar het werk van LP Boon.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
Referenties
- Andreas Van Rompaey, Paul de Wispelaere. Bruggenbouwer, Uitgeverij zorro-feniks, Damme, 2020, pp 245.
BIBLIOGRAFIE & AUDIOGRAFIE
Woordje vooraf
De bibliografie bevat
1. Chronologisch overzicht van het literaire werk
I. Proza
II. Brieven
III. Bloemlezingen
IV. Essayistisch werk (een selectie)
2. Audiografie
3. Beknopt overzicht per genre alfabetisch op titel
4. Paul De Wispelaere in vertaling
De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
- anoniem Mededelingen van de Documentatiedienst, ‘de Wispelaere 1928-’ In: Mededelingen van de Documentatiedienst (1954-1992)
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.
Chronologisch overzicht
I. Proza
Jaar | Titel | Fotogalerij | Uitgeverij 1ste druk |
1954 | ‘Fantasia’. (verhaal)
1958: In: Vandaag 4. Bruna. Utrecht, 1958 |
In: Dietsche Warande en Belfort, jg. 99, 1954, nr. 3. | |
1954 | ‘Loutering’. (verhaal) | In: De Tafelronde, jg. 2, 1954, p. 16-24. | |
1954 | ‘Lea’. (verhaal) | In: De Tafelronde, jg. 2, 1954, p. 170-183. | |
1955 | ‘De verrukkelijke glimlach’. (verhaal) | In: De Tafelronde, jg. 2, 1954, p. 331-339. | |
1956 | ‘De andere man’. (verhaal) | In: Basia. 2, 1956, p. 23-25. | |
1956 | ‘Viviane’. (verhaal) | In: De Tafelronde, jg. 4, 1956, p. 3-8. & p. 51-57. | |
1956 | ‘Het examen’. (verhaal) | In: De Tafelronde, jg. 4, 1956, p. 167-174. | |
1959 | Scherzando ma non troppo. (novelle)
Omslagontwerp: John Trouillard.
Technische uitvoering: Pierre van den Broeck. Voorpublicatie in Nieuw Vlaams Tijdschrift, jg. 12, 1959, p. 113-147 & p. 265-296. |
Antwerpen: S.M Ontwikkeling / Rotterdam: Ad. Donker. -72p. Reeks: Nieuw Vlaams Tijdschrift nr 14 Afmetingen: 21.0 x 13.50 (ingenaaid) Uitvoering Drukkerij Excelsior Antwerpen. | |
1960 | ‘Het verhaal van Bérénice’. (verhaal)
1963: Opgenomen in ‘Een Eiland Worden’ als ‘Het verhaal van Janinka’. |
In: De Tafelronde, p. 174-178, jg. 8, 1960. | |
1960 | Victor J. Brunclair 1899-1944. (essay) Bevat: een Inleiding [door Paul de Wispelaere], een Bibliografie [van en over Victor J. Brunclair] en een bloemlezing uit het werk van Victor J. Brunclair]. Op het omslag [= band]: de laatste foto van Victor J. Brunclair, april 1938. [Met voorts 3 foto’s van Victor J. Brunclair, een foto van Victor J. Brunclair met zijn echtgenote en 4 facsimile’s waarvan 3 van handschriften van Victor J. Brunclair, en met een portretfoto van Paul de Wispelaere op de achterzijde van de band]. | Brussel: A. Manteau N.V.. -56p. Reeks: Monografieën over Vlaamse Letterkunde nr 12 | |
1961 | Hendrik Marsman. (essay) . [Met een Biografische inleiding [door Paul de Wispelaere] en met een Bibliografie [van H. Marsman] en Literatuur [over H. Marsman] achterin]. [Met een portretfoto van H. Marsman op de voorzijde van het omslag]. | Brugge: Desclée De Brouwer. -60p. Reeks: Ontmoetingen, Literaire monografieën nr 33 | |
1963 | Een eiland worden. (roman)
Omslag: Karel Beunis en J. Cursto. 1972: 2de herziene druk bij Paris-Manteau, Amsterdam/Brussel in de reeks Marnix pockets nr 75 . Afmetingen: 18 x 10.40 (pocket). Omslagontwerp: Robert Nix/Alje Olthof. Foto auteur op achterflap: Jan Lievens. |
Amsterdam: De Bezige Bij / Antwerpen: S.M. Ontwikkeling. -166p.
Reeks: Literaire reuzenpocket. – vol. 49
Afmetingen: 20 x 12.50 (garenloos gebrocheerd – zachte kaft)
1966: Vertaald in het Duits als ‘So hat es begonnen’ door Georg Hermanowski, Uitgever: Edition Suhrkampf, Frankfurt am Main. (Met bio- en bibliografische gegevens over Paul de Wispelaere voorin). Deutsche Erstausgabe (1.-6. Tausend). |
|
1965 | Mijn levende schaduw. (roman)
Omslag: Niek Wensing.
Foto: Jean Mil.
Voorpublicaties Mijn levende schaduw in: Schriften van Driekoningen, 1963, 7, p. 16-17. Romanfragmenten in: Yang, jg. 2, 1964, nr. 7, p. 5-7. & In: Komma, jg. 1, nr. 1, 1965, p. 19-26. 1975: 2de editie bij Manteau, Brussel als Grote Marnixpocket. vol. 103 1984: 3de editie bij uitgeverij Manteau i de reeks ‘Manteau parels’ (omslagontwerp: Jan Vanriet/Rikkes Voss) |
’s-Gravenhage: Nijgh & Van Ditmar. -192p. Reeks: Nieuwe Nijgh boeken nr 10 Afmetingen: 20 x 13.50 (ingenaaid) | |
1966 | Het Perzische tapijt (literaire essays en kritieken). (essays) Omslag: Leendert Stofbergen Typografie: Peter Renard Letter Monotype Caslon. | Amsterdam: De Bezige Bij / Antwerpen: Uitgeverij Contact NV. -225p. Reeks: Literaire Documenten Serie Amsterdam vol 4 Afmetingen: 20 x 12.50 (garenloos gebrocheerd – zachte kaft) Druk Mouton & Co Den Haag. | |
1966 | Raymond Brulez – De Klok (monografie)
Bevat: inleidend essay door P. de Wispelaere; de novelle De Klok uit 1937; een bibliografie van R. Brulez. |
Brugge: Vereniging der Westvlaamse Schrijvers vzw. -16p.
Reeks: VWS-Cahiers jg. 1, nr 2 – zomer 1966. |
|
1967 | Met kritisch oog. (kritieken) Omslag: Niek Wensing. | s-Gravenhage/Rotterdam: Nijgh & Van Ditmar. -168p. Reeks: Nieuwe Nijgh boeken nr 13 Afmetingen: 20 x 13.50 (garenloos gebrocheerd – zachte kaft) | |
1968 | Facettenoog. Een bundel kritieken gekozen en ingeleid door Weverbergh. (kritieken)
Omslagontwerp: Stefan Mesker.
Typografie: Aldert Witte. inhoud – klik op afbeelding. |
Brussel/Den Haag: A. Manteau. -143p. Reeks: Maerlantpocket nummer 12. Afmetingen: 20 x 12.50 (garenloos gebrocheerd – zachte kaft) Druk: Geuze Dordt. | |
1970 | Paul-tegenpaul 1969-1970. (dagboeken)
Omslag: Niek Wensing.
Foto voorzijde omslag: John Huybrechts reproductie naar een werk van Louis Paul Boon. 1978: 2de druk, Brussel-Den Haag Manteau, Grote Marnixpocket 162 2004: Heruitgave bij Houtekiet, Antwerpen en de reeks Vlaamse Bibliotheek vol 36 -206p. |
Rotterdam: Nijgh & Van Ditmar. -172p. Reeks: Nieuwe Nijgh boeken nr 35 Afmetingen: 20 x 13.50 (garenloos gebrocheerd – zachte kaft) | |
1972 | Een Vlaming bekijkt Nederland. (essays)
Bundeling van 10 gesprekken met bekende Vlamingen en Nederlanders uitgezonden op KRO en voorzien van een inleidend zelfgesprek van Paul de Wispelaere en een besluit. Omslagontwerp: Stefan Mesker. Fotoverantwoording: K.I.P.P.A. Amsterdam en F. Truyman Hilversum. |
Amsterdam-Brussel: Elsevier. -142p. Reeks: Elsevier Paperbacks Afmetingen: 20 x 13 (garenloos gebrocheerd – zachte kaft) | |
1972 | J. Walravens, de mythe van de eerste morgen. (essay) | Antwerpen: Helios. -48p. Reeks: Monografieën over Vlaamse letterkunde. – Brussel; vol. 49 | |
1974 | Van Stem tot Anti-Stem. Een historisch beeld van het tijdschrift De Stem als brandpunt van humanistische en vitalistische stromingen in de Nederlandse literatuur tussen de twee wereldoorlogen. | Doctoraatsproefschrift Universitaire Instelling Antwerpen (niet gepubliceerd). | |
1975 | Hendrik Marsman. (essay) | Brugge: Orion, Den Haag: Scheltens & Giltay. -82p. Reeks: Grote ontmoetingen nr 5 | |
1976 | Louis Paul Boon, tedere anarchist. Omtrent de utopia in ‘Vergeten straat’. (studie) Omslagverzorging: Niek Wensing. Foto: Jo Boon | ’s-Gravenhage/Rotterdam: Nijgh & Van Ditmar. -135p. Reeks: Nieuwe Nijgh Boeken nr 48 Afmetingen: 20 x 13 (garenloos gebrocheerd – zachte kaft) | |
1976 | Een dag op het land. (novelle)
Omslagontwerp: Robert Nix. Aanloop tot zijn Nergenshuizen-trilogie. 1989: 2de herziene druk bij Uitgeverij Houtekiet, Antwerpen. Omslagillustratie: Jan Vanriet – Omslagtypografie: Herbert Binneweg. |
Brussel: Manteau. -71p.
Reeks: Manteau Marginaal. vol. 2.
Afmetingen: 19.50 x 9 (pocket)
Vertaling |
|
1979 | Tussen tuin en wereld. (roman)
Omslagontwerp: Robert Nix / Alje Olthof.
Foto van de auteur op het achterplat: Monique Quintelier. Deel I van de Nergenshuizen-trilogie. 1980: 2de druk bij Elsevier/Manteau, Brussel. 1996: 6de geheel herziene druk bij De Arbeiderspers. 2003: 7de druk bij Uitgeverij Atlas , Amsterdam/Antwerpen in de verzamelbundel ‘Tuin en wereld’ pp 7-202 |
Brussel: Manteau. / Amsterdam: Elsevier, -219p. Reeks: Grote Marnixpockets nr 174 Afmetingen: 20 x 12.50 (garenloos gebrocheerd – zachte kaft) Druk. Smits Wommelgem-Antwerpen | |
1982 | Mijn huis is nergens meer. (roman)
Omslagontwerp: Jan Vanriet/Rikkes Voss. Foto van de auteur op de achterflap. Fotograaf niet vermeld. Deel II van de Nergenshuizen-trilogie. 1998: 4de herziene druk bij Uitgeverij Atlas, Amsterdam/Antwerpen 2003: 5de druk bij Uitgeverij Atlas , Amsterdam/Antwerpen in de verzamelbundel ‘Tuin en wereld’ pp 203-394 |
Antwerpen/Amsterdam: Manteau. -261p. Reeks: Grote Marnixpockets nr 226 Afmetingen: 20 x 12.50 (garenloos gebrocheerd – zachte kaft) Druk. Smits Wommelgem-Antwerpen. | |
1986 | Brieven uit Nergenshuizen. (roman)
Typografie: Herbert Binneweg.
Omslagontwerp van Paul de Wispelaere naar een fresco van Michelangelo (Sixtijnse kapel: de schepping van de wereld). Deel III van de Nergenshuizen-trilogie. Foto van de auteur op de achterflap. Fotograaf niet vermeld. 1998: 3de herziene druk bij uitgeverij Atlas, Amsterdam/Antwerpen. 2003: 4de druk bij Uitgeverij Atlas , Amsterdam/Antwerpen in de verzamelbundel ‘Tuin en wereld’ pp 395-568 |
Schoten: (H) Uitgeverij Hadewijch. -196p. Afmetingen: 21 x 13 (garenloos gebrocheerd – zachte kaft) Colofon: Brieven uit Nergenshuizen, roman door Paul de Wispelaere, werd met imprint (h), in opdracht van de uitgeverij Hadewijch nv, Schoten, gezet in Bembo romein met een omslagontwerp van Paul de Wispelaere naar een fresco van Michelangelo (Sixtijnse kapel: de schepping van de wereld) Typografie van Herbert Binneweg en gedrukt op 90 grams romandruk door Bosch en Keuning nv, Baarn. | |
1987 | De broek van Sartre en andere essays. (essays)
Omslagontwerp van Jan Vanriet.
Omslagtypografie van Herbert Binneweg. Foto van de auteur op de achterflap. Fotograaf niet vermeld. Bevat voornamelijk essays die hij schreef voor het Nieuw Wereldtijdschrift in de beginjaren van het blad. inhoud |
Schoten: Uitgeverij Hadewijch. -221p. Afmetingen: 21 x 13 (garenloos gebrocheerd – zachte kaft) ‘De broek van Sartre’, essays van Paul de Wispelaere, werd met imprint (h) in opdracht van de uitgeverij Hadewijch nv, Schoten, gezet in Bembo romein met een omslagontwerp van Jan Vanriet, omslagtypografie van Herbert Binneweg, en gedrukt op 90 grams romandruk door Bosch en keuning nv, Baarn. | |
1988 | Eerste liefde (verhaal – bibliofiele uitgave)
Met 6 zeefdrukken van Dees De Bruyne, een verhaal van Paul de Wispelaere, en een woord vooraf van Michel Oukhow.
|
Schelle: Uitgave Uitgeverij Van Dyck i.s.m. Vrienden van De Zwarte Panter.
Bordeaux linnen map 75.70 x 56.50 cm |
|
1988 | ‘Oefeningen in afscheid’ (verhaal)
Soort feestbundel waarin de vier redactieleden van het NWT – Herman de Coninck, Benno Barnard – Piet Pyrijns en Paul De Wispelaere – elk een stukje proza aanleveren. Naast de gewone oplage werden 20 exemplaren gebonden door handboekbinderij De Pers te Antwerpen en door de auteurs genummerd en gesigneerd. |
In: De tweede vrouw van Dik Trom. (pp 51-78)
Uitgeverij Dedalus, Antwerpen / Van Ditmar, Amsterdam. -78p. |
|
1989 | Een dagje op het land. (herziene versie van 1976)
Omslagillustratie: Jan Vanriet |
Antwerpen/Baarn: Uitgeverij HouteKiet. -68p.
Afmetingen: 21.10 x 13 (garenloos gebrocheerd – zachte kaft) |
|
1989 | Louis Paul Boon, schrijver: een bundel opstellen. Onder redactie van Kris Humbeeck & Paul de Wispelaere. | Wilrijk: L.P.Boon-documentatiecentrum. -604p. | |
1992 | Het verkoolde alfabet (Dagboek 1990-1991). (dagboeken)
Omslag: Paul de Wispelaere gefotografeerd door Bert Nienhuis
Omslagontwerp: Kees Kelfkens en Marjo Starink.
2006: Vertaald naar het Frans door Charles Franken als ‘L’alphabet calciné (journal 1990-1991)’ uitgegeven bij Castor Astral, Bordeaux. 2017: 7de druk ibidem (Privé-domein) |
Amsterdam: De Arbeiderspers. -299p. Reeks: Privé-domein. – Amsterdam; vol. 179 Afmetingen: 19.50 x 11.50 (garenloos gebrocheerd – kaft met flappen) Druk: Geuze & Co’s Drukkerij B.V., Dordrecht. | |
1998 | En de liefste dingen nog verder. (roman)
Opdracht: Ter nagedachtenis aan Herman de Coninck Omslagontwerp: Marjo Starink Omslagillustratie: ‘Tot zum verlassenen Garten’ 1935, 58(L18) 31.8/32.50×45.50/46 cm: oil and water-colour on chalkprimed papier; Privatbezitz © Paul Klee c/o Beeldrecht Amstelveen. Typografie: John van Wijngaarden Foto van de auteur op de achterflap: Filip Claus. 2001: 2de druk als Pandora Pockets. 2003: 3de druk bij Uitgeverij Atlas , Amsterdam/Antwerpen in de verzamelbundel ‘Tuin en wereld’ pp 569-781 |
Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij: Atlas (Contact). -229p. Afmetingen: 21 x 13.50 (garenloos gebrocheerd – zachte kaft) | |
1998 | Glinsterende splinters. Een uitgave ter gelegenheid van de uitreiking van de Prijs der Nederlandse Letteren 1998 aan Paul de Wispelaere, waarin opgenomen Cuba sí, Cuba no … en het juryrapport Prijs der Nederlandse Letteren | Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas. -54p. | |
2002 | Cuba en andere reisverhalen.
Omslagontwerp: Zeno |
Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas. -176p.
Afmetingen: 20 x 12.40 (garenloos gebrocheerd – zachte kaft) |
|
2003 | Tuin en wereld. (romanbundeling)
Bevat: Tussen tuin en wereld (1979 pp 7-202), Mijn huis is nergens meer (1982 pp 203-394), Brieven uit Nergenshuizen (1986 pp 395-568) en En de liefste dingen nog verder (1998 pp 569-782) |
Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas. -783p.
Afmetingen: 21 x 13.50 (gebonden – harde flikkerende blauwlinnen kaft – stofomslag en leeslint) |
|
2003 | Onder voorbehoud. (essays)
Omslagontwerp: J. Tapperwijn/Studio Eric Wondergem |
Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas. -207p. Afmetingen: 20 x 12.50 (garenloos gebrocheerd – zachte kaft) | |
2004 | Ik ben ongeneeslijk. (bibliofiele uitgave)
Illustraties: Karel Dierickx. Vormgeving: Bob Matthysen. Druk: Snoeck-Ducaju & Zoon, Gent. Bindwerk: Snoeck-Ducaju & Zoon, Gent. Lettertype: Bodoni. Papier/ Biotop (200 gr) |
Klik op deze link |
Kessel-Lo: Literarte. 2dln.
Afmetingen: 34 x 24 Oplage 150 exemplaren |
II. Brieven
III. SAMENSTELLER VAN BLOEMLEZINGEN
IV. ESSAYISTISCH WERK
Paul de Wispelaere heeft heel wat essayistische stukken geschreven zowel in tijdschriften als in publicaties die thematisch essays bundelden.
Dit is een greep uit de productie.
Andere grepen vindt u
- Op de website van DBLN – Paul de Wispelaere · dbnl,
- Publicaties in tijdschriften tot 1976 vindt u ook in Yang. Jaargang 13 · dbnl
- In: Andreas Van Rompaey, Paul de Wispelaere. Bruggenbouwer, Uitgeverij zorro-feniks, Damme, 2020, pp 245.
1955
- ‘Marsman. Het antagonisme tussen dichter en mens’. In: Dietsche Warande en Belfort, jg. 100, nr 7, 1955, pp 416-427.
1957
- ‘De correspondentie Coster-Vermeylen’. In: Nieuw Vlaamse tijdschrift. jrg. 11. p. 972-981.
- ‘Peilingen in van Nijlens thematiek’. In: Nieuw Vlaamse tijdschrift. jrg. 11. p. 373-395.
1959
- ‘Vlaamse existentialistische proza’. In: De Vlaamse Gids. jrg. 43. p. 177-182.
1962
- ‘Messiah’. In: De Vlaamse Gids, jg. 46, nr 4, 1962, pp 298-301.
1963
- ‘Bakkeleien over literaire kritiek’. In: Diagram, jg. 1, nr 1, 1963, pp 56-68
- ‘Karlheinz Deschner’. In: Diagram, jg. 1, nr 1, 1963, pp 87-90.
- ‘De problematiek van de ik-roman’. (essay) In: Diagram, jg. 1, nr 2, 1963, pp 1-19. Ook in : Literair akkoord, 8 Brussel-De Haag, Manteau 1964, pp 168 e v
- ‘Baratzeartea’. In: De Vlaamse Gids, jg. 47, nr 5, 1963, pp 361-363.
- ‘Mijn levende schaduw (romanfragment)’. In: Tabula, jg. 1, nr 2, 1963, pp 29-30.
- ‘M. Seuphor en ‘Het Overzicht’’. In: De Vlaamse Gids. jrg. 47., 1963, pp 741-755.
- ‘Open brief aan Piet van Aken’. In: De Vlaamse Gids, jg. 47, nr 12, 1963, pp 863-865.
- ‘Het problematische ik’. In: Diagram, jg. 1, nr 3, 1963, pp 54-73.
1964
- ‘Zeer open brief aan de heer Hedwig Speliers te Nieuwpoort’. In: Bok, jg. 1, nr 6, 1964, pp 71-72.
- ‘Een lezer voor Robbe-Grillet gevraagd’. In: Diagram, jg. 1, nr 4, 1964, pp 1-19.
- ‘Een lezer voor Robbe-Grillet gevraagd’ (vervolg). In: Diagram, jg. 2, nr 1 1964, pp 1-11
- ‘Mijn levende schaduw’(romanfragment). In: Yang, jg. 2, nr 7, 1964, pp 5-7.
- ‘Het nieuwe onkruid van L.P. Boon’. In: Vooruit, 02.07.1964.
- ‘Kees Fens als kritikus’. In: Diagram, jg. 2, nr 2/3, 964, pp 150-163.
- ‘Processie all stars’. In: Bok, jg. 1, nr 9, 1964, pp 59-68.
- ‘Sybren Polet. De obsessie van het bewustzijn’. In: De Vlaamse Gids, jg. 48, nr 12, 1964, pp 818-821.
1965
- ‘Mijn levende schaduw’ (romanfragment). In: Komma, jg. 1, nr. 1, 1965, pp 19-26.
- ‘Het boek Genesis of Genesis van een boek. Nawoord’. In: Hector-Jan Loreis, Is de boelijn over de nok ?, Brugge, 1965, pp 170-176.
- ‘Het paradoxale Bokboek’. In : De Vlaamse Gids, jg. 49, Nr.7, 1965, pp 477-480.
- ‘Een eigen literaire visie in essays van Willy Roggeman’. In: Het Vaderland, 14.08.1965.
- ‘Komen en gaan als psychologische en katholieke roman’. In: Mep; , jg. 1 nr 12/13, 1965, pp 44-55.
- ‘Twee prozadebuten. Henk van Kerkwijk en Michael Tophoff’. In: Het Vaderland, 14.12.1965.
- ‘Literatuur als therapie en mythe’. (essay). In: De onbekende twintigste eeuw. List en literatuur. ’s Gravenhage-Rotterdam, Nijgh & Van Ditmar (Nieuwe Nijgh Boeken nr 9) pp 92-122.
1966
- ‘De glimlachende god’. In: De Vlaamse Gids, jg. 500, nr. 5, 1966, pp 195-197.
- ‘Rechtzetting’. In: Kentering, jg. 7, nr. 4, 1966, pp 11-13.
- ‘De structuur van De Kapellekensbaan en Zomer te Termuren’. In: Komma, jg. 1, nr. 5/6, 966, pp 35-36. Ook in: Louis Paul Boon. ’s Gravenhage-Rotterdam, Nijgh & Van Ditmar (Nieuwe Nijgh Boeken nr 11) pp 35-56.
- ‘Mijn levende schaduw. Een conventionele roman ?’ In Komma, jg. 2, nr. 1, 1966, pp 32-41.
- ‘Biografie’. In: Elf uit Vlaanderen, Amsterdm/Antwerpen, 1966, pp 37-40.
- ‘Dagboekfragmenten’. In: Elf uit Vlaanderen, Amsterdm/Antwerpen, 1966, pp 41-58.
- ‘Drie debuten. Peter H. van Lieshout, Edward Valens, Koos van Zomeren’. In: Het Vaderland, 28.10.1966.
- ‘Kraamanijs. Debuutroman van Marcel van Maele’. In: De Vlaamse Gids, jg. 50, nr. 11, 1966, pp 607-609.
- ‘Twee Vlaamse debuten. Roobjee en Adolf Merckx’. In: Het Vaderland, 25.11.1966.
1967
- ‘Het vat der Danaïden. Uit het Dagboek van een ik-schrijver’. In: 5 geloofsbrieven. pp 93-113 Uitgever: Nijgh & Van Ditmar, ’s Gravenhage/Rotterdam in de reeks ‘Nieuwe Nijgh boeken nr 11.
- ‘Hugo Raes: Jagen en gejaagd worden’. In: K. Fens, H.U. Jessurun en J.J. Oversteegen (red.).: Literair Lustrum . Een overzicht van vijf jaar Nederlandse literatuur 1961-1976. Amsterdam, Athenaeum-Polak & Van Gennep pp 207-224.
- Karel Jonckheere over poëzie. In: Zeven over Karel Jonckheere. pp. 60-83. Brussel/Den Haag: A. Manteau. -122p. Reeks: Maerlantpocket nr 5.
- ‘Kritiek op menselijke verblinding + Een faun met kille horentjes’. In: Kritisch akkoord 1967. Brussel-Den Haag, Manteau pp 118-122; 147-151. Reeks: Maerlantpockets nr 8
1968
- ‘Drie realistische fabels van Sybren Polet’. In: Nieuw Vlaams tijdschrift. Jaargang 21 pp 898-920; In: Sybren Polet, Mannekino, Amsterdam, 1968, pp 270-303.
- ‘Gruwel bij Hugo Raes en Marc Andries’. In: Het Vaderland, 07.12.1968.
- ‘Verhalen van Henk van Kerkwijk en Judicus Verstegen’. In: Het Vaderland, 21.12.1968.
1969
- ‘Nieuw proza van Jacq Firmin Vogelaar’. In: Het Vaderland, 22.02.1969.
- ‘Schriftuur van Jacq Firmin Vogelaar’. In: Het Vaderland, 01.03.1969.
- ‘Over de grens van het normale’. In: Het Vaderland, 22.03.1969.
- ‘Ivo Michiels’ Orchis militaris’. In: Het Vaderland, 27.09.1969.
- ‘Ivo Michiels schreef een boek vol vreemde poëzie’. In: Het Vaderland, 04.10.1969.
- ‘Nabericht’. In: Johan Sonneville, Netsky, Brugge, 1969, pp 116-120
1970
- ‘Open brief aan Jef Geeraerts’. In: Nieuw Vlaams Tijdschrift, jg. 23, nr. 2, 1970, pp 161-165.
- ‘Wie is bang voor Huug Kaleis ?’. In: Het Vaderland, 04.04.1970.
- ‘Een dag als een ander. Herdenkingsstuk Jan Walravens’. In: De Vlaamse Gids, jg. 54, nr. 6, 1970, pp 2-6.
- ‘Opmerkelijk debuut’. In: Het Vaderland, 24.10.1970.
- ‘René Gysen of het gevecht met de realiteit’. In: Over René Gysen. pp 26-42. Uitgever: ‘s-Gravenhage ; Rotterdam : Nijgh & Van Ditmar. -162p. Reeks: Nieuwe Nijgh Boeken nr 2
1971
- ‘Spiegelgevecht vol bitterheid en schoonheid’. In: Het Vaderland, 29.05.1971.
- ‘Schrijversportret als legkaart’. In: Het Vaderland, 13.11.1971.
- ‘Is de Nederlandse literatuur in Noord en Zuid één ?’. In: Het Vaderland, 11.12.1971.
1972
- ‘Jef Geeraerts en de mythe’. In: Het Vaderland,05.02.1972.
- ‘Kunst als kritiek’. In: Het Vaderland, 08.04.1972.
1973
- ‘Literatuur is alles en niets. Stinkputten van het verleden. Therapeutische en actieve functie van schrijfdaad.’ In: Het Vaderland, 31.03.1973.
- ‘Het proza (overzicht 1966-1971)’. In: K. Fens, H.U. Jessurun en J.J. Oversteegen (red.).: Literair Lustrum 2.. Amsterdam, Athenaeum-Polak & Van Gennep pp 11-40.
- ‘Drieledig beeld van het actuele Nederlandse proza. Een ander “literair lustrum”. In: Het Vaderland, 30.06.1973.
- ‘Directe neerslag uit het eigen leven. Nieuwe verhalen van Clem Schouwenaars’. In: Het Vaderland, 20.10.1973.
- ‘Beschouwingen. Ik ben maar een neger’. In: Profielreeks Jef Geeraerts Autobiografie, bibliografie, beschouwingen (Paris- Manteau -48p.), Amsterdam / Brussel, 1972, pg.19-21.
1975
- ‘Robberechts bakt Leo Geerts een poets’. In: Nieuw Vlaams Tijdschrift , jg. 28, nr. 9, 1975, pp 851-852.
1976
- ‘Waar wonen en waarom’. In: Snoecks 1976. Gent, Snoeck-Ducaju pp 156-163.
1977
- ‘Op de grens van de biohrafie, geschiedenis en literatuur’. In: Zebra, jg. 1, nr. 1, 1977, pp 16-17.
- ‘Nieuwe essays van Pierre H. Dubois’. In: Kritisch akkoord 1977. Brussel-Den Haag, Manteau (Maerlantpockets nr 30) pp 35-39.
1978
- ‘Nieuw kritisch werk van Hugo Bousset’. In: Het Vaderland, 01.04.1978.
- ‘Ander proza: een gemiste kans’. In: Het Vaderland, 14.10.1978.
1979
- ‘Literaire theorie en kritiek uit Nederland’. In: Kritisch akkoord 1979. Brussel-Amsterdam, Manteau, Elsevier, pp 134-142.
1980
- ‘Schets van de Vlaamse literatuur na 1945’. In: De Nederlandstalige letteren in België: de Franstalige letteren in België. pp 5-46. Brussel: Paleis voor Schone Kunsten (Europalia). -130p.
1985
- ‘Het pleintje in St. -Benoît’. In: Raster, jg. 15, nr. 36, 1985, pp 37-47.
1986
- ‘Bestaat er een Vlaamse literatuur ? Notities over het literaire klimaat in Vlaanderen’. In: Tom van Deel, Nicolaas Matsier en Cyrille Offermans (red.), Het literaire klimaat 1970-1975, Amsterdam, pp 249-260.
1987
- ‘Een regenboog boven Vlaanderen’. In: BOKelf pp 162-174.
1990
- ‘Hoe staat een schrijver tegenover zijn biografie’. In: Anton Korteweg (red.), Aspecten van de literaire biografie, Kampen, 1990, pp 106-122.
- ‘Ambivalentie’. In: Raster, jg. 19, nr. 51, 1990, pp 119-132.
1992
- ‘Dixit’. In: Tijdingen. Tijdschrift voor het Boekbedrijf, 22.01.1992.
1993
- ‘Worstelen met de leugen’. In: Bzzlletin, jg. 23 nr. 211:212, winter 1993-1994, pp 99-109.
1994
- De kunstopvattingen en de literair-kritische praktijk van Louis Paul Boon in de bladen De Roode Vaan en Front (1945-1950). Tilburg: Tilburg University Press. -36p.
Ook in : Het literatuur- en kunstkritische werk. II. Front. Bezorgd door E. Bruinsma & K. Humbeeck m.m.v. D. de Geest & P. de Wispelaere. Antwerpen: L.P. Boon-documentatiecentrum. – XLVII + 505 p.
1996
- Het vermoeden van een schepping. Gent: Academie voor Schone Kunsten. -16p.
AUDIOGRAFIE
BEKNOPT OVERZICHT
LITERAIR PROZA
- Fantasia (verhaal, 1954)
- Loutering (verhaal, 1954)
- Lea (verhaal, 1954)
- De verrukkelijke glimlach (verhaal, 1955)
- De andere man (verhaal, 1956)
- Viviane (verhaal, 1956)
- Het examen (verhaal, 1956)
- Scherzando ma non troppo (novelle, 1959)
- Het verhaal van Bérénice (verhaal, 1960)
- Een eiland worden (roman, 1963)
- Mijn levende schaduw (roman, 1965)
- Dagboekfragmenten (dagboek, 1966)
- Paul-tegenpaul 1969-1970 (dagboek, 1970)
- Een dag op het land (novelle, 1976)
- Tussen tuin en wereld (roman, 1979)
- Mijn huis is nergens meer (roman, 1982)
- Brieven uit Nergenshuizen (roman, 1987)
- Het verkoolde alfabet (dagboek, 1992)
- En de liefste dingen nog verder (roman, 1998)
- Cuba en andere reisverhalen (2002)
ESSAYS & KRITIEKEN
- Victor J. Brunclair (essay, 1960)
- Hendrik Marsman (essay, 1961)
- Literatuur als therapie en mythe (essay, 1965)
- Het Perzisch tapijt (essays, 1966)
- Het vat der Danaïden (essays, 1967)
- Met kritisch oog (kritieken, 1967)
- Facettenoog (kritieken, 1968)
- René Gysen of het gevecht met de realiteit (essay, 1970)
- Een Vlaming bekijkt Nederland (essay, 1972)
- Jan Walravens (essay, 1974)
- Louis Paul Boon, tedere anarchist (essay, 1976)
- Ivo Michiels. Het afscheid (essay, 1982)
- De broek van Sartre en andere essays (essays, 1987)
- Tekst en context (essays, 1992)
- Onder voorbehoud (essays, 2003)
BLOEMLEZINGEN
- Karel Van de Woestijne. De boer die sterft en andere verhalen. (bloemlezing, 1973)
- Wereld in teksten : bloemlezing voor het secundair onderwijs en voor het eerste oriënteringsjaar v. s. o. of het derde jaar middelbaar onderwijs . 1 t/m 6 (bloemlezing, 1973-1977)
- Indruk 83. Wat schrijvers schrijven (bloemlezing, 1983)
- Vlaamse verhalen na 1965 (bloemlezing, 1984)
- Bar en bizar. Ontsluierde geheimen (bloemlezing, 1993)
- Herman De Coninck. Het proza (2 delen, bloemlezing, 2000)
- Het land van de mosseleters. 150 jaar Vlaamse vertelkunst (bloemlezing, 2002)
PAUL DE WISPELAERE SCHREEF EEN VOORWOORD/NAWOORD VOOR:
- Sybren Polet, Mannekino: een realistische fabel (1968)
- Johan Sonneville, Netsky (1969)
- Marnix Gijsen, Jacqueline en ik (1970)
- J. Wesselo, Het tijdbeeld (1974)
- Hugo Raes, Bankroet van een charmeur (2003)
PAUL DE WISPELAERE IN VERTALING
DUITS
- 1966: So hat es begonnen Duits / vert. uit het Nederlands door Georg Hermanowski. Uitgever: Suhrkamp (Edition Suhrkamp; 149), Frankfurt am Main. Fictie, paperback. Oorspronkelijke titel: Een eiland worden. Amsterdam De Bezige Bij, 1963.
- 1992: Ein Tag auf dem Land Duits / vert. uit het Nederlands door Bernd Kehren. Mönchengladbach Juni. Fictie, paperback. Oorspronkelijke titel: Een dag op het land. Antwerpen Houtekiet, 1989.
FRANS
- 2006: L’alphabet calciné Frans / vert. uit het Nederlands door Charles Franken. Uitgever: Le Castor Astral (Escales des lettres), Bordeaux, Pantin, Paris. Non-fictie, paperback. Oorspronkelijke titel: Het verkoolde alfabet. Amsterdam: De Arbeiderspers, 1992.