home | Inloggen
Aantal schrijvers: 594 | Aantal boeken:

19.538

 

 

De Mont, Pol

Pol de Mont

Wambeke, 15 april 1857 – Berlijn, 29 juni 1931

De Brabantse Leeuwerik

Maria Polydorus Carolus de Mont, 1857-1931, uit Wambeke in Z. Brabant, ‘de Brabantse Leeuwerik,’. Wambeke ligt in het Pajottenland, de streek ten W. van Brussel.

Pol De Mont was één van de promotors van de heroplevende Vlaamse cultuur op het einde van de negentiende eeuw en in het begin van de twintigste eeuw.

Als dichter was hij een overgangsfiguur, die de Vlaamse poëzie uit het vaarwater van de romantiek heeft gehaald en het symbolisme en het impressionisme heeft geïntroduceerd, met bundels als “Claribella” en “Iris” .

Als volkskundige was hij meer dan verdienstelijk. Niet alleen heeft hij de term “volkskunde” bedacht, hij heeft in deze discipline ook uiterst belangrijk werk geleverd, vooral in samenwerking met Alfons de Cock. “Dit zijn Vlaamsche wondersprookjes” (1896) en “Dit zijn Vlaamsche vertelsels” (1898) zijn hier het resultaat van.

Er is ook de literaire criticus, die zich in inleidingen, kritieken, antikritieken, polemieken, hartstochtelijk opwierp als verdediger van de moderne richtingen en stromingen in de Noordnederlandse, maar ook Franse en Duitse literatuur.

De ware historische betekenis van Pol de Mont is die van schakelfiguur in de Zuidnederlandse literaire ontwikkeling die uitmondt in de Van-nu-en-straks beweging. In die zin kan men even goed zeggen dat hij aan het begin van een nieuw poëtisch tijdperk stond. Als eerste durfde hij tegenover het nuttigheidsprincipe als basis voor de serieuze literatuur stellen: “Het eenig doel der poëzie, hare eenige reden van bestaan, dat is de poëzie zelve”

 

BIOGRAFIE

15 april 1857: Maria Polydorus Carolus de Mont werd geboren te Wambeke (nu deelgemeente van Ternat in het Brabantse Pajottenland nabij Brussel).  als enig kind van Ivo De Mont, landbouwer, boekhouder en gemeentesecretaris, en Jozefina Baudewijns.

1862-1868: Lagere school te Wambeke bij meester Theodoor Lescrinier.

1868-1870: Krijgt les van de Wambeekse hoofdonderwijzer bij Jan Van Leemputten, die een uitgebreide bibliotheek bezat met werken van Conscience, Jacob Cats, Pieter Ecrevisse, Door van Rijswijck. Vooral Conscience sprak tot zijn verbeelding.

29 maart 1868: Eerste communie gevolgd door het vormsel op 26 mei 1869. Vormpeter is hoofdonderwijzer Jan van Leemputten.

Tekentalent ontwikkelt zich snel. Leest zeer veel. Legt zich ook toe op zang.

29 april 1870- 28 augustus 1871: Volgt de lessen in dekostschool van de heer Grillaert, het ‘Pensionnat de Jeunes Gens’. Hij sluit er vriendschap met de latere kunstschilder Oscar de Clarcq.

Woont te Ninove bij zijn grootmoeder van vaderszijde

19 oktober 1871-16 augustus 1877: Leerling op het kleinseminarie te Mechelen, waar zijn latente Vlaamse bewustzijn een voedingsbodem vond. Ook al omdat de schoolleiding – o m de Waalse superior kanunnik du Rousseaux – zeer ruimdenkend was met betrekking tot de Vlaamse schoolstrijd.

1874: Eerste verzen. Profileert zich als een van de meest vooraanstaande leden van de Vlaamse kring  ‘De Jonge Taalvrienden’, een vereniging van Vlaamsgezinde leerlingen, opgericht door Jacob Muyldermans naar het voorbeeld van wat in het Westvlaamse Roeselare.

De kenspreuk van De Jonge Taalvrienden was:

“Blijf steeds uw Vlaamschen oorsprong waard !
Wees Vlaamsch van hart en Vlaamsch van aard !
Wees Vlaamsch in uwe spraak en Vlaamsch in uwe zeden !”

1875: Debuteert met een gedicht ‘De schildwacht’ in De Belgische Illustratie onder het pseudoniem Pol Egmonts.

De uitgave in West Vlaanderen van een Studentenalmanak en enkele maanden later van het tijdschrift De Vlaamsche Vlagge gaf aanleiding tot een intense briefwisseling met Albrecht Rodenbach en de jongere Westvlaamse ‘blauwvoeters’, S. Malfait, A. Vyncke, die de rechtstreekse aanzet is voor zijn ontluikend dichterschap.

1876: Vat het plan op tot stichting van een algemene Vlaamse studentenbond.

Bekroond in een wedstrijd voor liederteksten van het Davidsfonds.

25 oktober 1876: Pol de Mont, toen nog retoricaleerling aan het Klein Seminarie te Mechelen, draagt zijn gedicht “Zes Kerelen” op aan Albrecht Rodenbach. De volgende dag ontmoeten Rodenbach en De Mont elkaar, samen met Segher Malfait en Jacob Muyldermans in Mechelen. Deze ontmoeting mondt uiteindelijk uit in de eerste studentenlanddag die gehouden wordt in de paasdagen te Gent. En waarop de oprichting van de algemene studentenbond wordt aangekondigd.

November 1876: Eerste contact met Hendrik Conscience, die zijn hele leven lang als een mentor voor De Mont fungeerde.

  • Lees hierover meer in Ludo Stynen, De bewondering en de ambitie van de troonopvolger. Pol de Mont en Hendrik Conscience. in Zacht Lawijd, jrg. 14/1 2015; pp.70-92.

7 April 1877: Eerste van twee algemene studentenlanddagen bijeengeroepen te Gent.

  • In het “Café Nord” op de Vrijdagmarkt te Gent – waar het standbeeld van Jacob van Artevelde staat ! – kwamen een driehonderdtal studenten uit het Middelbaar Onderwijs bijeen, onder het gezamenlijk voorzitterschap van Malfait, Joos, Rodenbach, Jan de Block, Heuvelmans en Pol de Mont. Rodenbach handelde over de rechten en plichten van de studenten en Pol de Mont als opvatter van het plan, zette het doel van de bijeenkomst uiteen, stelde voor een bond te stichten en stelde een voorlopig reglement ter goedkeuring aan de leden voor.
  • Er werd beslist om in september een tweede bijeenkomst te organiseren om tot stichting van de Bond over te gaan en om Segher Malfait voorlopig tot ‘voorman’ uit te roepen.

11 februari 1877:  Publicatie van zijn eerste dichtbundel “Klimoprankskes” bij Ryckmans-Van Deuren in Mechelen, waarin, in een voorrede, beweerd wordt dat de Vlaamse literatuur zedelijk, godsdienstig, katholiek en nationaal dient te zijn.

  • Ondanks enkele vormexperimenten zijn formeel noch inhoudelijk breuken met voorgangers aan de orde. Romantiek, sentimentalisme, herinneringen aan Ledeganck, Prudens van Duyse, Gentil Antheunis en Gezelle zijn prominent aanwezig. Een goede oefening voor de pen, een goedbedoeld debuut.

5 September 1877: Op de tweede landdag – in hetzelfde lokaal te Gent – werd “Het Algemeen Vlaams Studenten- verbond” opgericht.

  • De stichters en leidende figuren waren Albrecht Rodenbach, Pol De Mont – inmiddels afgestudeerd aan het Klein Seminarie te Gent – en Amaat Joos uit het Klein-Seminarie van Sint-Niklaas. De bond zou als orgaan een viermaandelijks tijdschrift krijgen, onder de titel Het Pennoen

September 1877: Al snel verschijnt zijn tweede bundel Waarheid en Leven, waarin, in een nieuwe inleiding, de aandacht wordt gevestigd op de noodzakelijkheid van de moedertaal, het vaderland en de volksverbondenheid.

  • De invloeden zijn van kosmopolitische aard: van Walter Scott tot Longfellow, van Klopstock tot Hoffmann von Fallersleben, van Delille via Lamartine tot Victor Hugo, op eigen bodem van Ledeganck via Dautzenberg tot Jan Van Droogenbroeck.
  • Het bevat een zeventigtal gedichten in vijf afdelingen: ‘Cantemus domine’, ‘Vlaanderen’, waarin erg veel kerelthematiek, ‘Leven’, met veel aandacht voor de dood, ‘Onder ’t Schouwkleed’ en ‘Voor de lieve kleinen’.

2 oktober 1877: Trok het nr 41 bij de loting voor het 11e Infanterieregiment te St. Niklaas, maar kreeg van de commandant de ‘congé définitif’ omdat het ministerie van Oorlog een vervanger had gevonden.

STUDENTENTIJD TE LEUVEN – RODENBACH – HET PENNOEN

Oktober 1877: Schrijft zich in als student in de wijsbegeerte en letteren aan de Katholieke Universiteit te Leuven. Neemt zijn intrek in het Pauscollege.

  • Vriendschap met Albrecht Rodenbach, die er reeds een jaar rechten studeert.
  • Op voorstel van Rodenbach wordt hij lid van het studentengenootschap ‘Met Tijd en Vlijt’.

Maart 1878: Verlooft zich met Maria Joanna Jozefina Van der Hulst [‘Ophelia’], aan wie hij het bundeltje ‘Jongelingsleven’ opdraagt.

  • In tegenstelling tot het vroegere werk berust ‘Jongelingsleven’ op eigen ervaringen en gevoelens. Hij schetst er allerlei tafereeltjes, stemmingsbeelden, ogenblikken waarin hij met zijn geliefde samen is, thuis, ‘bewaakt door moeders lievende oog’; in de mis, “toen het orgel den Agnus zong”; s avonds gezeten “in den groeienden lommer der bane”.

September 1878: Logeerde een aantal weken bij Amaat Vyncke, ooit een der stichters van de Roeselaarse blauwvoeterij en op dat moment onderpastoor te Dudzele. De Mont ontmoet er Hugo Verriest. Vanuit Dudzele bewandelden ze het hele omliggende Vlaanderen.

Derde en laatste studentenlanddag te Gent. Nadien viel de werking van de studentenbond vrijwel stil Aangetrokken tot folklore en schilderkunst.

Nieuwjaar 1878: Verschijnen van het eerste nummer van Het Pennoen, Tijdschrift voor het Vlaamsche Studentenvolk (1878-1880), waarin hij, samen met Rodenbach, stilaan een leidende rol zou gaan spelen.

  • Twee jaar lang was Rodenbach in feite de hoofdredacteur en leverde hij de belangrijkste bijdragen, veelal onder de pseudoniemen Harold en Bursche: zelfs fragmenten uit zijn drama’s De Brugsche Metten, Gudrun, De Studenten van Warschau werden opgenomen.
  • Gaandeweg trad ook Pol de Mont op het voorplan en onder de schuilnamen Olympio, Spiridio, Waarzegger, Ortwin, J.A.B. of onder eigen naam, liet hij gedichten, opstellen en kleinere artikelen verspreiden.

Belangstelling voor folklore.

Breuk met Rodenbach wordt langzaam duidelijk. De precieze oorzaken van het uit elkaar groeien zijn niet met helderheid te achterhalen. Is het dat ze langzamerhand verschillende vriendenkringen frequenteerden, was het verschil in karakter ?

Vriendschap met schilder  Oscar De Clercq.

1879: Behaalt kandidatuur in wijsbegeerte en letteren, gaat rechten studeren, zonder overtuiging en zakt dan ook voor het examen.

Maakt geloofscrisis door; wordt vrijzinnig en liberaal. Correspondentie met de platduitse dichter Klaus Groth.

Publicatie van ‘Rijzende sterren’, een bundel epische gedichten, door G. Meir gekenmerkt als ‘Une légende des siècles in miniatuur’ en door zowel Hendrik Conscience, Van Droogenbroeck als Jan Van Beers gunstig onthaald.

1880: Kenteringsjaar

Begin 1880 is de breuk met Rodenbach een feit.

15 januari 1880: Het nieuwe ‘Het Pennoen’ verschijnt als maandblad met Pol de Mont als hoofdredacteur.

  • Slechts 10 afleveringen zien het licht, want toen Pol de Mont op het einde van het jaar Leuven verliet, hield het tijdschrift op te bestaan. Maar in die 10 nummers verschenen een massa gedichten, kritieken, opstellen over literatuur, folklore, kunst, taalkunde, muziek en wat al nog.

1880: Rodenbach – hoewel zwaar getroffen door tuberculosis – sticht het tijdschrift Het nieuw pennoen, dat slechts één aflevering zal hebben. In dat nummer wees hij onder ander op de waarde van De Monts bundel Rijzende Sterren, waar hij besluit: “Hier is een boek waar, hoe zij ook soms anderen wil nadoen, eene persoonlijkheid in leeft, en eene uitmuntende”.

23 juni 1880: Albrecht Rodenbach sterft, amper 24 jaar oud. Pol de Mont was er diep door getroffen en betreurde de ‘domme misverstanden’ die hen voor enige tijd gescheiden hebben gehouden.

  • In het augustus/september nummer van ‘Het Pennoen’ wijdt de Mont een essay aan ‘de geniale Albrecht’. Ook later zal hij meermaals het werk van Rodenbach promoten. Zo zal door zijn toedoen Rodenbachs Gudrun in 1896 voor het eerst in Antwerpen worden opgevoerd.

Augustus 1880: Verwerft – als 23-jarige – de Vijfjaarlijkse Staatsprijs voor Vlaamse Letterkunde van 5.000 fr. voor zijn pas verschenen bundel Gedichten. (een keuze uit zijn tot dan verschenen poëzie). Van toen af was De Mont, in Noord en Zuid, de gevestigde dichter van de jongere generatie.

Behaalt kandidatuur in wijsbegeerte en letteren, gaat rechten studeren, zonder overtuiging. Hij breekt dan ook zijn studies af midden het academiejaar 1879-1880

JONG LERAAR EN DICHTER TE DOORNIK 1880-1882

23 september 1880: Wordt, via bemiddeling van Hendrik Conscience en Jan Van Beers, aangesteld als leraar Nederlands aan het Koninklijk Atheneum te Doornik.

  • Sinds zijn studententijd in Leuven had De Mont zich langzaam van het katholicisme verwijderd. Het feit dat hij met liberale steun de Staatsprijs, een liberale instelling,  verwierf, en dat hij zonder leraardiploma in een Koninklijk Atheneum aan de slag kon, zette bij heel wat katholieken kwaad bloed. Anderzijds heeft hij sommige liberalen nooit echt kunnen overtuigen.

Met een vaste betrekking op zak kan Pol met zijn ‘Ophelia’ trouwen.

21 december 1880: Te Leuven huwt hij Maria Joanna Jozefina Van der Hulst; Het jonge paar trekt voor 2 weken op huwelijksreis naar de Rijn.

Pol de Mont zal 2 jaar aan het Doorniks Atheneum verbonden blijven, om nadien een leraarsbetrekking te Antwerpen te krijgen.

Eind 1880: Sticht het tijdschrift Jong Vlaanderen (1881-1882), dat hij vanuit Doornik zou leiden en dat gewijd was aan de literaire kritiek. Naast zowel jongere als oudere Vlaamse schrijvers, werkten ook Helène Swarth en Albert Verwey mee aan het blad.

  • Het Pennoen was al geëvolueerd tot een algemener blad, maar toen hij aan een vierde jaargang begon, koos hij voor een nieuwe titel. De hele eerste jaargang van Jong Vlaanderen. Tijdschrift voor Kunst, Letteren, Critiek & Oudheid kreeg nog de mededeling Het Pennoen IV mee en de tweede jaargang heette meteen Jong Vlaanderen V.

Polemiek met Wazenaar. naar aanleiding van een kritische bespreking in de derde jaargang van het Pennoen over Wazenaars roman Een Vlaamsche jongen.

1881: Nieuwe vinnige polemiek met Wazenaar, ditmaal naar aanleiding van een bespreking van Wazenaars poëziebundel Langs ruwe paden die werd afgewezen als pseudo-klassiek.

Kennismaking met Hélène Swarth die onder zijn invloed Nederlands gaat schrijven. Van nu af grote activiteit als spreker, ook in Nederland.

1881: Met ‘Lentesotternijen’ wordt De Mont de onbetwiste dichter van het Brabantse, bij uitbreiding, Vlaamse impressionisme. Deze gepassioneerde ‘lustige zangen’, geschreven ‘ter eere der lieflike Mei’ introduceren in de Zuidnederlandse lyriek een sensuele, erotische liefdespoëzie. Dit acht jaar voor Gorters ‘Mei’ verscheen in Nederland, die er een levensbeschouwelijke of symbolistische draagwijdte aan toevoegt.

De dauw beperelde beemd en wei,
botjes sproten in ’t groen,
de bloemekens wisselden zoen op zoen !
O vroolike, lieflike Mei !
 

Latere bundels als ‘Idyllen (1882), Loreley (1882), Idyllen en andere gedichten (1884), Fladderende vlinders (1885), In Noord en Zuid (1887), Claribella (1893) en Iris (1894) evolueren naar een pseudo-mystieke, symbolistische vormgeving.

Hier past een kleine excursus, die de evaluatie aangeeft van Ada Deprez:

“Zijn persoonlijke bijdrage tot de vernieuwing was wellicht iets minder overtuigend, want hij bleek uiteindelijk toch veeleer een verdienstelijk navolger van buitenlandse voorbeelden dan een oorspronkelijk creatief talent te zijn.
Bovendien muntte hij meer uit door, zij het frisse, improvisatorische gaven dan door authentieke diepgang. Maar dat belet toch niet dat hij met zijn bundels ‘Lentesottternijen’ (1881), Loreley (1882) en vooral ‘Fladderende vlinders’ (1885) voor een absolute trendbreuk heeft gezorgd in de Vlaamse literatuur.
Voor het eerst bij ons werden de zintuiglijke natuurbeleving, de sensuele liefdeservaring – inclusief de verheerlijking van de vrouwelijke schoonheid – , de verwarrende dualiteit van de fin de siècle-mens dermate plastisch en muzikaal verwoord; voor het eerst ook in onze poëzie werd zo duidelijk het kunst-om-de-kunst-principe toegepast en het moderne individualisme gehuldigd.”

Vanaf Pasen 1882 was De Mont op zoek naar een betrekking in een Vlaamse stad. Benoemingen in overheidsdienst – het was niet zo simpel in die dagen, je had vrienden nodig, vrienden die zich bovendien de benen uit het lijf liepen. Het wasJan van Beers die voor hem opkwam en zich garant stelde voor De Monts vrijzinnigheid.

IN ’T VOLLE LEVEN TE ANTWERPEN 1882-1892

September 1882: Door toedoen van Jan van Beers wordt Pol de Mont tot leraar aan het Koninklijk Atheneum te Antwerpen benoemd. Hij bleek snel een gloedvol en invloedrijk leraar te zijn. Lode Baekelmans, die een oud-leerling van hem was heeft er in zijn roman ‘De Mannen van ‘Elck wat wils’ vurig over verteld.

  • Meer dan enige andere school was het athenaeum van Antwerpen tijdens de decennia rond de eeuwwisseling een broeihaard van flamingantisme, een kweekvijver van strijdbare Vlamingen.
  • Franstalige leerlingen – vaak van adellijke afkomst – verenigden zich in een ‘Fédération des élèves des athénées de Belgique, Nederlandstalige leerlingen – voor een deel behorend tot de burgerlijke kringen – in  een ‘Vlaamsche Bond’.
  • Verschillende leerkrachten zullen later geciteerd worden in de Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, onder wie Pol de Mont, Antoon Moortgat, Omer Wattez – die in 1907  Pol de Mont zal opvolgen en August Borms, die er vanaf 1909 Nederlands, Engels en Duits zal geven.

Pol de Mont nam zijn taak als leerkracht zeer ernstig en vanaf deze periode zullen regelmatig leerboeken van zijn hand, dikwijls in samenwerking met anderen verschijnen: Met Carl Hebbel een ‘Duitsche Spraakkunst’ met bijbehorend leesboek (1885), Met H. Roumen twee vertaalboeken (1886), met Maurits SabbePoëzie en Proza’ (2 delen, 1888), met Frans van KuyckMijn leesboek’ (1889)

Belangstelling voor het streven van De Félibres; briefwisseling met Mistral en andere Provençaalse dichters en met talrijke Duitse letterkundigen. Woont Van Geertstraat 43.

1883: Sticht de kring ‘Wees u zelf’ dat een wederzijdse kennismaking tussen kunstenaars uit diverse disciplines nastreefde.

1883: Geboorte van een zoon, Frits.

1884: Mederedacteur van De Nederlandsche dicht- en Kunsthalle, een eerder gezapig literair conservatief tijdschrift, maar toch toonaangevend in de periode van voor Van Nu en Straks. Nog in 1884 aanvaardt hij de redactie, hem door A. Hoste aangeboden, van De toekomst, het tijdschrift voor opvoeding en onderwijs, waarin hij gedurende 10 jaar het grootste deel van zijn literaire kritiek laat verschijnen.

1884: Verschijnt een bundel onder de titel: Idyllen en andere gedichten.

1885: Geboorte van een dochter, Paula.

1885: Naar aanleiding van Fladderende vlinders ontstaat er een polemiek met Max Rooses, waarin die Pol de Mont verwijt te veel aan de vorm te hebben geofferd. De polemiek groeit uit tot een debat over de moderne poëzie waarin de Mont stelt:  “Onze poëtische kunst beleeft, op dit oogenblik, den Sturm und Drang-tijd van een duidelijk herkenbaar overgangstijdperk”. Het zal tenslotte Prosper van Langendonck zijn die het debat beslecht in een gevat opstel ‘De Vlaamsche Parnassus’ in het voordeel van Pol de Mont.

Reis naar Zeeland.

1886: Lesgever in ‘Germaansche letteren’ aan de Academie voor Schoone Kunsten te Antwerpen.

Niet aangeduid als lid van de Koninklijke Vlaamsche Academie bij haar oprichting.

In 1886 verschijnt zijn eerste proza: Op mijn dorpken. Het is een bundeling van een tiental verhalen, sommigen reeds eerder in een tijdschrift verschenen, die teruggaan op zijn kinderjaren in Wambeke. Trefzeker worden ook een aantal dorpsmensen uitgebeeld, de vroedvrouw en baker Treze Jowie, de kleermaker, trompetblazer Jan Remie enz.

Maart 1887: Stichting van ‘Het Taalverbond’, een anti-academie gesticht door liberale letterkundigen. Alle Nederlandstalige literatoren zijn welkom, ook de Hollandse. Pol de Mont wordt secretaris. Er worden allerlei afdelingen in de vereniging opgericht, waaronder die van ‘Volkskunde’. Pol de Mont zal hiervan voorzitter worden, nadat hij zijn mandaat als algemeen secretaris aan Frans van Kuyck had overgedragen. Vanaf dan zal Pol de Mont zich intensief met folklore bezig houden en zullen een hele reeks publicaties het daglicht zien.

Houdt te Parijs een voordracht over Vlaamse Beweging, op uitnodiging van de aldaar verblijvende Félibres (Provençaalse dichters)

Waagt zich aan het toneel met “Zanna”, een gedramatiseerde idylle over een ongehuwde moeder (Zanna) met blij eindigend slot. Het stuk – een herwerking van het verhaal ‘De Dienstmeid’ uit de bundel Op het dorpken –  kende een niet onaardig succes.

1887: Geboorte van een dochter, Rika.

1888: Sticht het tijdschrift Volkskunde samen met August Gittée: ontstaan van de wetenschappelijk beoefende folklore. Onder de talrijke medewerkers onderscheidden zich weldra Isidoor Teirlinck en Alfons de Cock.

1888 tot 1891: Geeft de reeks bloemlezingen Onze nationale letterkunde uit.

  • Daarin verschenen korte bundeltjes over : W. Bilderdijk, Antheunis, Ledeganck, Ecrevisse, Guido Gezelle (1889), Vondel (Lucifer), Sleeckx, S. Daems, Van der Palm, G. Segers, H. Swarth, J. Winkler Prins.

1890: Tracht een politieke rol te spelen in de ‘Liberale Vlaamsche Bond’. Ondanks het feit dat hij in vele van zijn geschriften zijn ongeloof had aangetoond en van zijn democratische gezindheid had getuigd in bvb ‘Alleman soldaat !’, waarin hij o a was opgekomen voor de persoonlijk dienstplicht en de afschaffing van de loting, stuit zijn kandidatuur voor de gemeenteraadsverkiezingen op zodanig veel verzet dat hij vrijwillig zijn kandidatuur intrekt.

Geboorte van een dochter, Veerle.

1891: Sticht het driemaandelijks poëzie-tijdschrift Zingende vogels, waarin “de nationale poëzie, in proza zoowel als in verzen “ tot rijpere ontwikkeling zou kunnen komen.

  • In het tijdschrift kwamen de namen aan bod die een paar jaren later (1893) het vernieuwende tijdschrift ‘Van Nu en Straks’ zouden oprichten. August Vermeylen, Cyriel Buysse, Emmanuel De Bom, Prosper Van Langendonck. Ook namen van oudere schrijvers of overgangsfiguren kwamen aan bod (Couperus, Swarth, Ferguut ea), wat erop duidt dat de Mont niet in staat was om kordaat de scheidingslijn te trekken tussen traditie en vernieuwing.
  • Het tijdschrift op rijm zal het 2 jaargangen – acht nummers in zeven boekjes –  uithouden.

Overlijden van zijn moeder.

1892-1896: Verkozen tot lid van de Provincieraad van Antwerpen.

12 tot 20 september 1892: Maakt een reis langs de Moezel met burgemeester Jan van Rijswijck en diens echtgenote Adolphine Biemans.

1893: Verschijnt een nieuwe dichtbundel: Claribella.

  • De Mont heeft het formalisme van ‘Fladderende vlinders’ afgezworen en komt met een eerder symbolistische poëzie. A. De Ridder en G. van Roosbroeck verwoorden het als: “een lyrische roman, een verloop van gevoelens, met een steunbodem van feiten, levensvoorvallen daaronder…”

1893: Bij de stichting van het tijdschrift Van-Nu-en-Straks wordt De Mont door de jongere generatie verdrongen en genegeerd.

  • Dat kon ook moeilijk anders. De Van-Nu-en-Straks- generatie had de gehele vernieuwing in zijn vaandel geschreven. Het moest klaar en onbetwistbaar toenen dat het nieuwe wegen opging. Daarom moest het een uitgesproken karakter dragen en met Pol de Mont in de redactie zou dit niet het geval geweest zijn. Hij behoorde nu eenmaal tot de vorige generatie, ook wat zijn ideeën over kunst en poëzie betrof.

 

EEN TWEEDE ADEM: FOLKLORIST, KUNSTGELEERDE, PROZASCHRIJVER. 1894-1914

1894: De bij Buschmann zeer fraai uitgegeven lijvige bundel Iris wekt de algemene bewondering van critici en bibliofielen.

De bundel toont de veelzijdigheid van de Mont als dichter. In Claribella stond voornamelijk lyriek, hier treedt vooral de epiek op de voorgrond in een zeer gevarieerde waaier van onderwerpen.

Zo klinkt bvb zijn boeren-klompjes dans

Van klip en van klap en van klipperdeklap!
Een tarwene korst
en een goed eind worst
en een lekkeren schotel kermispap,
en daarop een ferme kanne bier,
gerstebier,
hoppebier,
farobier !
Breng hier, bazin, breng hier !

Maar elders klinkt mystiek in de Boodschap aan Maria

De zoetste aroom, geur van jasmijn en lelie,
ambert de lucht rond haar als rees op wolken
van zoeten reuk, uit elken fulpen kelk
tot haar een bloemenziel, – een zusterziel !

Toch is 1894 een nieuw keerpunt.

Naast de intense betrokkenheid bij folklore zal DE KUNSTKRITIEK het belangrijkste element worden. Tot 1890 had hij slechts sporadisch een artikel over kunst geschreven, nu echter zal hij regelmatig verslag uitbrengen over belangrijke kunsttentoonstellingen in de tijdschriften De Toekomst en vooral in De Vlaamsche School. Het is een activiteit waaraan hij zich tot aan zijn dood zal wijden.

  • De Vlaamsche School, was een zeer verzorgd tijdschrift dat door J.E. Buschmann werd uitgegeven en gewijd was aan kunsten, letteren, oudheidkunde en kunstnijverheid. Tot 1893 hadden Vermeylen en De Bom eraan meegewerkt. De rubriek “Kunsten” werd zowel door vader en zoon Buschmann als door Max Rooses en Pol de Mont verzorgd.
  • In 1897 werd Pol de Mont hoofdredacteur, hoewel hij reeds enkele jaren voordien de feitelijke leiding had. Hij zou het blijven tot 1901.

1895: Reis naar Engeland.

1896: Houdt in Duitsland een reeks voordrachten voor de ‘Alldeutscher Verband’.

Vanaf 1896 komen de eerste resultaten van de volkskundestudies op de markt die hij samen met Alfons de Cock had gemaakt. ‘Dit zijn Vlaamsche wondersprookjes’. Regelmatig zullen er meer volgen.

1897: In De Gids. Jaargang 1897 verschijnt een essay onder de titel ‘Guido Gezelle’, waarin hij als eerste in Vlaanderen het bijzondere talent van de priester-dichter (h)erkent.

1898: Augustus: verblijf op Walcheren.

1900: Tweede reis naar Engeland.

1902: Meningsverschillen met de uitgever van De Vlaamsche School noopten Pol de Mont van zijn hoofdredacteurschap af te zien. Onmiddellijk stichtte hij een nieuw tijdschrift Kunst en leven, waarvan 2 jaargangen zouden verschijnen.

1902: Krijgt van het bestuur van het Antwerpsch Museum van Schoone Kunsten de toelating om in het museum zelf kunsthistorische voordrachten te houden. Van dan af tot 1907 hield hij geregeld voordrachten zowel over oude als moderne meesters

December 1902: Wordt benoemd tot Ridder in de Leopoldsorde.

Voorzitter van een hulpcomité A.N.V. Oranje Vrijstaat en Transvaal: organiseert de zending van een ambulance (een intussen gedateerd woord voor veldhospitaal) en van verplegers: zenuwslopende activiteit.

1903: Huldefeest te Antwerpen naar aanleiding van het 25-jarig verschijnen van Klimoprankskens. Krijgt hulde-album.

1903: Een dertigtal van zijn kunstkritische opstellen in tijdschriften (1892-1902) worden gebundeld in Koppen en Busten. Ze bevatten o m opstellen over toen nog jonge maar reeds bekende kunstenaars als Ensor, Smits, Verwee, Rassenfosse, Th. Van Rijsselberghe, A.J. Heymans.

1903: Op literair gebied komen twee prozateksten uit: een historische novelle ‘De Amman van Antwerpen’ en een bundeling van verhalen onder de titel ‘Vier legenden’.

  • Van ‘Lentesotternijen’ werd een tweede druk bezorgd. Vele gedichten werden hiervoor gewijzigd, 3 stukken werden weggelaten en 14 nieuwe toegevoegd.
  • In het tijdschrift Vlaanderen verscheen voor het eerst het gedicht ‘Aan een Brabantsche Leeuwerik’, dat spoedig zo populair werd dat men de dichter zelf de ‘Brabantse Leeuwerik’ ging noemen.

Augustus 1904-1918: Aangesteld als conservator van het Museum voor Schoone Kunsten te Antwerpen (tot 1918), dat hij op moderne leest opnieuw inricht.

  • De tentoongestelde werken worden voortaan in chronologische orde gepresenteerd. Voordien gebeurde dat lukraak.
  • Hij stelt voor het eerste een degelijke beschrijvende catalogus op van de gehele verzameling. Cfr. Beschrijvende catalogus van het Kon. Muzeum van Schoone Kunsten te Antwerpen in 2 delen (1905)
  • Hij engageert zich om de collectie beter bij het grote publiek bekend te maken. Dat resulteert in werken als Het Muzeum van Antwerpen (1908), De oude Meesters der Schilderkunst in het Koninklijk Muzeum van Schoone Kunsten te Antwerpen (1914).

1905: Ophefmakende rede over Vlaamse Beweging te Dresden. De herrie werd veroorzaakt doordat hij zich had uitgesproken ten voordele van het Pangermanisme.

1906: Reis naar Oostenrijk.

1912: Algemeen voorzitter van het Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres te Antwerpen. Derde reis naar Engeland. Overlijden van zijn dochter Veerle.

1913: Reis naar Denemarken, Zweden en Noorwegen, over Duitsland.

SCHEMERAVOND…1914-1931

1914: Wereldoorlog I breekt uit.

  • Brengt alle kunstwerken onder in een ‘bomvrije’ kelder van het museum. Ook de meesterwerken uit de Antwerpse en Mechelse kerken, zelfs uit privé-verzamelingen.

1915: Op uitdrukkelijk bevel van de Duitse overheid werd het museum weer voor het publiek opengesteld en worden er terug schilderijen in de zalen opgehangen. Van 7 november 1915 tot 4 juni 1916, telkens op zondag, geeft Pol de Mont in totaal 23 lessen over de evolutie van de nationale schilderkunst van eind 18de eeuw tot 1915.

Maart tot september 1916: Geeft 24 weken lang, telkens op donderdag, een voordracht over een Vlaamse dichter in de feestzaal van het Atheneum.

  • Nog in 1916 verscheen De Monts operalibretto Meivuur, een landelijk spel in 2 bedrijven. De muziek is van Jef van Hoof. De eerste opvoering gebeurt pas na de oorlog in de Vlaamse Opera te Antwerpen.
  • Weigerde een leerstoel aan de door de Duitsers vervlaamste universiteit te Gent.

1918: Wordt in de Franstalige pers nogal virulent beschuldigd van activisme tijdens de oorlog. Erg depressief geworden, wijkt hij uit naar Nederland en wordt er te ‘s-Gravenhage in een sanatorium verpleegd. Woont in ‘s-Gravenhage tot januari 1919.

1919: Bij zijn terugkeer te Antwerpen biedt hij – wegens de vijandige houding van sommige leden van de beheerraad – zijn ontslag als conservator aan en wordt op pensioen gesteld.

1919: In deze moeilijke omstandigheden geeft hij onder pseudoniem Multifero ‘Een droom van Tijl Uilenspiegel en Lamme Goedzak uit’, waarin Tijl en Lamme getuige zijn van een vergadering van afgestorven Vlaamsgezinden op het Kielkerkhof in de nacht van 11 op 12 juli 1919.

  • De Droom is een politiek pamflet, waarin hij de wapens weer opnam voor zijn oude strijd.

Juli 1919-1923: Wordt hoofdredacteur van de Vlaams-nationalistische krant De Schelde tot 1923, waar hij jonge talenten als Paul van Ostayen, Gaston Burssens en Alice Nahon en vele anderen publicatieruimte aanbood.

1921: Eindelijk verschijnt er een synthetisch werk over de schilderkunst: De schilderkunst in België van 1830 tot 1921.

  • Pol de Mont verdedigt in het boek het nationalisme in de kunst: “de schilder moet met eigen oogen zien en eigen land en eigen volk naar eigen geest weergeven”.
  • Historieschilders, romantiek met schilders als Hendrik Leys en Hendrik de Braekeleer komen dan ruimschoots aan bod. Ook Ensor krijgt een afzonderlijk hoofdstuk. Het tweede deel is geenszins helder, grote stromingen worden amper geduid. Waardering voor de modernen was uitgesloten.

1922: Onverwacht verschijnt een late verzenbundel: Zomervlammen. Het is een uitbarsting van levensdrift, “niet meer smachtend-week als in Claribella of uitgelaten-blijmoedig als in Lentesotternijen, maar zinnelijk verschroeiend , fors en mannelijk en onbedwingbaar”. (Meir, p.230)

Gelijk een bloem ontluikt, ontloken al mijn zinnen !
Ik zag weer, hoorde, smaakte, rook en voelde ! Minnen
zou ik opnieuw, nog eens !.. God nam, maar zie – Hij gaf !
En ik ontsteeg mijn smart als Lazarus zijn graf.
‘k Ben jong ! Weer ben ik jong ! ‘k Heb hoop en liefde weer…

In de jaren nadien onderneemt hij vele tochten doorheen Europa. Noord-Duitsland en Noord-Nederland in 1924. Zuid-Duitsland en Tirol in 1925. In 1926 reist hij naar Oostenrijk. 1927 naar Italië. In 1928 bezoekt hij de kastelen van de Loire, Lourdes, de Pyreneeën. Bourgondië leert hij kennen in 1929, Schotland en Ierland (1930) en Noord-Spanje en Mallorca (1931)

Eind Juni 1931 wil hij vooral de musea te Berlijn nog eens bezoeken. Hij wordt er ernstig ziek. De dokters stellen een zweer vast aan maag of ingewanden.

29 juni 1931: Pol De Mont overleed in het Elisabethkrankenhaus te Berlijn.

  • 2 juli: verast in het crematorium te Wilmersdorf.
  • 9 juli: as begraven op het Schoonselhof te Antwerpen.  Alleen de familieleden en enkele uitgenodigde vrienden waren aanwezig.

 

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Websites

Referenties

  • M. Rutten, Voorgeschiedenis van Nu en Straks. In: Prof. Dr. M. Rutten, Prof. Dr. J. Weisgerber, Van “Arm Vlaanderen” tot “De Voorstad groeit” 1888-1946. Standaard 1988; p. 22-25
  • Ada Deprez, Bouwstenen voor een geschiedenis van de 19de –eeuwse poëziebeoefening (van Willems tot De Mont). In: Hoofdstukken uit de geschiedenis van de Vlaamse letterkunde in de 19de eeuw deel 3. Gent, Uitg. KANTL 2003 p. 203-205
  • Dr. George Meir, Pol de Mont. Een studie over zijn leven en werk. De Sikkel, Antwerpen, 349p. Met omvangrijke bibliografie pp.271-335.
  • Ludo Stynen, Pol de Mont. Een tragisch schrijversleven, Uitgeverij Polis, Antwerpen, 2017, 511p.

Nog een appreciatie

Uit K. Ter Laan: Letterkundig Woordenboek Noord-Zuid p. 356:

“Hij beschreef De Schilderkunst in België van 1830-1921. In 1897 was hij de eerste, die de aandacht vestigde op Guido Gezelle. In 1898 verscheen zijn Inleiding tot de Dichtkunst. Hij stelde een bloemlezing samen, Sedert Potgieters Dood, 1896; tweede druk in 1904 als Verzen van N. en Z. Ned. Dichters. Hij was ook de redenaar bij alle mogelijke gelegenheden: bij ’t graf van Jan van Beers, 1888; van Conscience, 1883; van Max Rooses, 1914; over Ogier, Dautzenberg, De Cort, bij het Consciencejubileum van 1912. In 1921 gaf Lode Monteyne 21 redevoeringen van Pol de Mont uit. Hij was dichter en prozaschrijver, kenner van de kunstgeschiedenis en folklorist. Maar bij al zijn gaven was hij niet de hervormer der Vlaamse letteren. Kloos zei, dat zijn gedichten herinnerden aan de natuur, zo als men die op de deksels van chocoladedozen vindt. De mannen van Nu en Straks sloten hem uit, ondanks zijn grote verdiensten voor de Vlaamse Beweging. Tot die verdiensten behoort ook, dat hij de mannen van Tachtig in België bekend maakte.”

Bron: :   DBNL . K. ter Laan, Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid

 

SMAAKMAKER

MIJN HART IS DOOD…

Mijn hart is dood! – Wie zal het begraven?
Wie zal het kisten? – mijn hart is dood!
Vaak schroeide ’t van dorst, en geen kwam ’t laven;
de honger verteerde ‘t, geen schafte brood…
Mijn hart is dood! – Wie zal het begraven?
Wie zal het kisten? – mijn hart is dood!
 
Mijn hart is dood…! – Men legge ’t te rusten,
te rusten in ’t eerste, beste graf.
Komt àl nu, mijn liefden, mijn jonge lusten,
komt allen nu nader en legt het af…
Mijn hart is dood…! – Men legge ’t te rusten,
te rusten in ’t eerste, beste graf!
 
Mijn hart is dood… Komt allen nu samen,
mijn jonge liefden, een laatsten keer.
En noemt het eens nog met de oude namen,
en koost en vertroetelt het vals weleer…
Mijn hart is dood… Komt allen nu samen,
mijn jonge liefden, een laatsten keer.
 
Van alle de oudste, Gij, bruine blonde,
Gij eerste liefde en de reinste mee,
sluit Gij, zacht zoenend, zijn breede wonde,
zoen weg al ’t kwaad, dat het éens U deê,
van alle de eerste, Gij, bruine blonde,
mijn oudste liefde en de beste mee.
 
Gij, donkre Fee, met uw zeediepe oogen,
Gij liefde van vuur met uw kussen van vlam,
raap Gij het lijk op, uit meededoogen,
draagt Gij het mede als een arm dood lam,
Gij, donkre Fee, met uw zeediepe oogen,
Gij liefde van vuur met uw kussen van vlam,
 
En Gij, o slanke, Gij, ranke, blanke,
Gij schoonste en zoetste, die ’t heeft bemind,
leg Gij het te slapen, – o ‘k dank U, danke! –
leg Gij het slapen gelijk een kind…
o Gij, o slanke, Gij, ranke, blanke,
leg Gij het slapen gelijk een kind.
 
Dek Gij het toe met cypressentwijgen
en strooi heel zachtjes er aarde op neer,
en keer dan huiswaarts met plechtig zwijgen,
vergeet zijn graf, en keer nimmer weer…
Dek Gij het toe met cypressentwijgen
en strooi, voor eeuwig, er aarde op neer,
 
Uit: Claribella 1893

 

BIBLIOGRAFIE

Woordje vooraf

  • Pol de Mont had een vruchtbare pen. In deze bibliografie zijn enkel de werken opgenomen die in boek- of brochurevorm zijn verschenen. Om het geheel overzichtelijk te houden zijn de publicaties per genre opgelijst.
  • Rubrieken : Poëzie – Verhalend proza – Toneel – Letterkundige kritiek – kunstkritiek – Folklore – Bloemlezingen, schoolboeken, redevoeringen, enz.
  • Binnen deze rubrieken zijn de werken chronologisch gerangschikt.

De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij

  • Erfgoedbibliotheek Antwerpen. Werken van Pol de Mont
  • Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
  • Anoniem Mededelingen van de Documentatiedienst, ‘de Mont 1857-1931’ In: Mededelingen van de Documentatiedienst (1954-1992)
  • Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007.
  • Dr. George Meir, Pol de Mont. Een studie over zijn leven en werk. De Sikkel, Antwerpen, 349p. Met omvangrijke bibliografie pp.271-335.

Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.

Chronologisch overzicht

I. POËZIE

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1877 Klimoprankskes. (gedichtenbundel).

Gedichten van K.M. Pol. De Mont, student in het Klein Seminarie te Mechelen, lid der gilde van Sinte Luitgarde te Brugge, van den letterlievenden kring “De jonge taelvrienden’ enz.
De Mont Pol 3 Mechelen: Drukk. J. Ryckmans-Van Deuren. -52p.

Afmetingen:17.75 x 11 (ingenaaid)
1877 Waarheid en leven. (gedichtenbundel).

Bevat de cycli: Cantemus domino; Vlaanderen; Leven; Onder ’t schouwkleed; Voor de lieve kleinen.
Brugge: Boekdrukkerij Amaat De Zuttere. -200p.

Afmetingen:18.20 x 11.70 (ingenaaid)
1879 Rijzende sterren. (gedichtenbundel).

Bevat de cycli: Schaduwen (pp 23-76); Lichtsprankels (pp 77-122); Spooken en schimmen (pp 123-184); Vlaanderen (pp 185-200).
Nota: Het gedicht Scilt ende vrint uit de laatste cyclus Vlaanderen werd geschreven naar aanleiding van een ballade uit Klaus Groth’s Quickborn, en op muziek gezet door Edgar Tinel.

Roeselare: Julius De Meester Boehandelaar – Uitgever. -200p.

Afmetingen: 16.50 x 12
1879 Jongelingsleven. (gedichtenbundel).

Bevat de cycli: Ophelia 1 (pp 11-54); Intermezzo: Balladen  (pp 53-88);  Ophelia 2 (pp 89-130)  Studentenleven (131-166); Naklank (pp 167-175), gevolgd door enkele ‘Beoordeelingen uit literaire tijdschriften’.

Leuven: Drukkerij der Wed. G. Robyns. -186p.

Afmetingen: 14.50 x 10 (ingenaaid)
1879 De eerste mensch. (gedichtenbundel). Leuven: Drukkerij Karel Peeters. -19p.

Afmetingen: 19 x 12

1879 Gedichten. [onvolledige vooruitgave van Gedichten 1880]

Slechts enkele exemplaren gedrukt van dit onvolledige boek; de uitgave werd ingezonden voor de 5-jaarlijkse prijskamp, in 1879;
volledige uitgave: 1880
Leuven: Ter drukkerije van Karel Fonteyn. -166p.

Afmetingen:18 x 12
1880 Gedichten. (gedichtenbundel).

Bekroond met den vijfjaarlijkschen prijs van Nederlandsche Letterkunde (Tijdvak 1875-1879)1884: 2de druk bij Algemeene Boekhandel van Ad. Hoste te Gent. Ongewijzigde druk.
1917: vermeerderd en gewijzigd onder de titel: Dichterlente
Leuven: Ter drukkerije van Karel Fonteyn. -310p.

Afmetingen: 18 x 12 (ingenaaid)
Bevat de cycli: I. Ophelia (pp 7-90); II. Spooken en beelden (pp 91-158); III. Een tarwemei (pp 149-172); IV. Dominatores Terrae (pp 173-218); Aqua Forti (pp 219-260); VI. De eerste mensch (pp 261-276); VII. Lichtsprankels (pp 277-306); VIII. Nazang (pp 307-310)
1881 Lentesotternijen. (gedichtenbundel).

Poezie van Pol de Mont April – Juli 1880 ; met een gedicht van Klaus Groth ; een portret naar eene teekening van E. Claus, en het fac-simile van den schrijver;
1903: 2de herziene druk bij Van Romburgh, Utrecht.
1920: 3de herziene druk Volksuitgave bij Boekdrukkerij D. De Vos-van Kleef te Antwerpen. 3de uitgave

Gent: Algemene Boekhandel Ad. Hoste. -XIV+135p.

Afmetingen: 20 x 13.50 (ingenaaid)
Inhoud : Portret en titel (p. III) Opdracht aan Klaus Groth (p. V) ; Toewijding en Antwoord : An Klaus Groth (p XI-XI) ; An Pol de Mont (pp XII-XIII)

  1. Eerste krans « Dag in de Lente (pp 3-48)
  2. Tweede krans « Nacht in de Lente » pp 49-86)
  • Derde krans « Intermezzeo » pp 87-116)

Een enkel meiken « Koewachter idylle » pp 117-126

1882 Loreley. Verstrooide bladzijden uit het boek der lijdenschappen. (gedichtenbundel).

1886: Heruitgave bij Uitgevers-maatschappij “Elsevier” te Rotterdam met als titel: ‘Loreley Liederen en gedichten’  (afmetingen en aantal pagina’s zoals de editie van 1882)
Utrecht: J.L. Beijers. -XIV+276p.

Afmetingen: 20 x 13.50
1882 Idyllen. (gedichtenbundel).

Bevat de cycli: Opdracht aan J.A. Van Droogenbroeck; Sonnettentrits; Hektor en Andromache; Pulcinello; Een rapeling.
De Mont Pol 7 Sneek: H. Pijttersen Tzn. -114p.

Afmetingen: 20.80 x 13.50
Gedrukt bij C.H. Susan Jr., te ’s Gravenhage.
1884 Gedichten. Tweede druk.  (gedichtenbundel).

1ste druk: 1880
Gent: Algemene Boekhandel Ad. Hoste. -310p.

Afmetingen: 18 x 12
1884 Idyllen en andere gedichten. (gedichtenbundel). De Mont Pol 6 Sneek: H. Pijttersen, Tz. -206p.

Afmetingen: 17.20 x 11
Snelpersdruk van H.C.A Thieme te Nijmegen
1885 Fladderende vlinders. (gedichtenbundel).

In de gewone uitgave: 3 koperetsen van Léon Abry, Edgard Farazijn en Piet Verhaert.
In de uitgave op Hollandsch papier(50 ex.): daarenboven 2 etsen door Willem Linnig Jr.en Frans Simons en een gegraveerd portret van P.d.M. door Frans Lauwers.
Bevat de cycli: Op vlinderwieken; Rondeelkens en villanelles; Ritornellen en terzinen; Pantoens en ghazelen; Intermezzo; Sonnetten; Cameeën en antiekpenningen.
De Mont Pol 5c Rotterdam: Uitgeversmaatschappij “Elsevier”. -184p.

Afmetingen: 19 x 12.80 (gebonden – harde geïllustreerde kaft)
Colofon: Van dit boek zijn 50 exemplaren op Hollandsch papier van de Firma Van Gelder Zonen gedrukt.
Behalve de drie etsen, welke in de editie op gewoon papier voorkomen, bevat de uitgave op Hollandsch papier nog 2 etsen ‘Het Bad’ door Willem Linnig Jr. en ‘de paerdjesmolen’ door Frans Simons, benevens een portret van den schrijver door Frans Lauwers. Deze exemplaren zijn genummerd van 1 tot 50 en door den schrijver geteekend.
1886 Loreley Liederen en gedichten. (gedichtenbundel).

Tweede uitgave van Loreley. Verstrooide bladzijden uit het boek der lijdenschappen uit 1882
De Mont Pol 12_1886 Rotterdam:  Uitgevers-maatschappij “Elsevier”. -XIV+276p.

Afmetingen: 20 x 13.50 (ingenaaid – zachte kaft)
1887 In Noord en Zuid, Idyllen en andere gedichten. (gedichtenbundel).

[aangevulde herdruk van Idyllen 1882]
Rotterdam: Uitgeversmaatschappij “Elsevier”. -157p.

Snelpersdruk van H.C.A Thieme te Nijmegen
1888 Zaterdagavond op het land. Vrij bewerkt naar Robert Burns. De Mont Pol 13_1888_01 Amsterdam: S. Warendorf Jr. –Met vele prenten, zonder paginering. E.j. [1888]

Afmetingen: 18.50 x 15.50 (ingenaaid)
1893 Claribella. (gedichtenbundel).

Litho tegenover titelpagina van Ferdinand Knopff & t.o. pagina 170 van Jef Leempoels.
Bevat de cycli: Voorzang (pp 5-14); I. Flos veneris (pp 15-90); II. Hamatis Vallata Spinis (pp 91-140); Lilium Asphodelum (pp 141-210; Nazang pp 211-217).
Bevat ruim 80 gedichten, geschreven in de periode van 1885-1892, verschillende eerder gepubliceerd in Elsevier’s Geïllustreerd Maandblad, De Gids en De Vlaamsche School.
Utrecht: J.L. Beijers. -225p.

Afmetingen: 25 x 21.50
1893 De Rijndwergen. Ballade.

Tevens verschenen in Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 6 [1893] pp 487-495.
1906: Omgewerkt tot een libretto voor een sprookjesspel met dezelfde titel in 3 bedrijven en 5 taferelen. Muziek van August de Boeck.
Tevens verschenen in De Vlaamsche Gids, 1906, pp 385-428

Gent: Drukkerij A. Siffer. -13p.

Afmetingen: 22.50 x 14 (ingenaaid)

1894 Iris. (gedichtenbundel).

Met 9 gravures van Henricus, G. Rochegrosse, F. Van Uhde, K. Mertens et F. Khnopff, en een portret ‘à l’eau forte’ van Ph. Zilcken.
Deeltitels:: Boerenrozen, Dansstudies, Uit de Legende van Jeschoea-ben Jossef, Penteekeningen en Memories; Klank en Rythmus; Uit den Wonderhoorn; Vizioenen uit de Fransche revolutie.
1897: Tweede druk (gewone editie op velijn zonder platen of randversieringen)
Antwerpen: J.E. Buschmann. – [XII] + 362 + [VI]p.

Afmetingen: 28 x 18
Deze uitgave:enkel op 250 genummerde luxe-exemplaren, gedrukt met elzevier-letter op Van Gelderpapier; iedere bladzijde is omlijst met takken, bladeren en bloemen in stemmig-groene kleur.
1896 Dat liedeken van Here Halewyn. (gedichtenbundel).

Geïllustreerd door K. Doudelet (op hout gesneden door E. Pellens).
Bevat: a) Inleiding, door P.d.M.; b)Het oude Liedeken van Here Halewijn; c) De 2 Halewijngedichten van P.d.M.; d) De Franse vertaling van a, b en c.
Antwerpen: J.E. Buschmann.

Enkel op 100 genummerde exemplaren. De gedichten van P.d.M.: uit Iris (1894).
1897 Iris. Tweede uitgave. (gedichtenbundel).

Titeluitgave van de druk van 1894 maar zonder de randversieringen op de pagina’s en zonder de afbeeldingen.
Antwerpen: J.E. Buschmann. -363p.

Afmetingen: 23.50 x 15.50
1897 Van Jezus. (gedichtenbundel).

Een bundel gedichten in volkstrant, tonelen uit de kindsheid van Jezus en verdeeld in 5 hoofdstukken: De Boodschap (pp 5-11); Te Bethlehem (pp 12-42); Aanbidding in het Bos (pp 43-48); Op de vlucht naar Egypte (pp 49-52); Te Nazaret (pp 53-68).
Zeven illustraties over het volle blad naar Karel Doudelet in hout gesneden.
Deze gedichten waren eerder verschenen in De Legende van Jeschoea-ben Jossef, in ‘IRIS’ De laatste twee gedichten zijn in ‘Van Jezus’ niet opgenomen

Antwerpen: J.E. Buschmann. – 71p

Colofon: “Getrokken op 20 ex. op Japans papier genummerd van 1 tot 20 waarvan enige met de hand gekleurd en 250 ex op scheppapier van Gelder genummerd van 21 tot 270.”
Exemplaren op Van Gelder papier met linnen band; op beide platten gestileerde versiering uitgespaard inwit op blauwe achtergrond; op het voorplat : Van JezusDe exemplaren op Japans paier zijn in wit satijn gebonden. Van deze laatste zijn de platen in enkele exemplaren door de kunstenaar eigenhandig ingekleurd.
1903 Lentesotternijen en de Twee eerste Idyllen. (gedichtenbundel).

Tweede herziene druk.

Utrecht: H. Van Romburgh. -160p.

Afmetingen: 21 x 15.50
1905 De roode zwaan.

Gedicht uit Iris.
Met tekeningen van Edward Pellens door hem in hout gegraveerd.
Antwerpen: J.E. Buschmann. –[22]p. Geen paginering. Z.j. [1905]

Reeks: IXe Jaarboek der Scalden.
Afmetingen: 15.50 x 16.50 (oblong)
Lichtbruin leren band met op het voorplat in reliëf en creux op donkerder leer: IXde Jaarboek der Scalden; band van Van Os de Wolf naar een tekening van Edw. Pellens.
1917 Dichterlente. (gedichtenbundel).

Met foto van de auteur (uit 1877) op frontispice.
[Derde vermeerderde uitgave van Gedichten 1880]
Bevat de cycli: Ophelia; Spooken en beelden; Dominatores terrae; Noordsche silhoeetten; Aqua forti; Lichtsprankels; De eerste mensch; Naklank; Nawoord.
 De Mont Pol 4 Antwerpen: Gust Janssens. -270p.

Titelpagina in tweekleuren druk: zwart-rood;
Afmetingen:19.20 x 14 (ingenaaid)
Colofon:
1920 Lentesotternijen en de Twee eerste Idyllen. Volksuitgave. (gedichtenbundel).

3de herziene druk. Bevat dezelfde gedichten als de uitgave van 1903. (de 6 blz aantekeningen werden weggelaten).
Antwerpen en Leiden: Uitgeverij Mercurius / Antwerpen: De Vos-Van Kleef. -126p.

Afmetingen: 18 x 11.50
1922 Zomervlammen. Verzen. (gedichtenbundel).

Bevat de cycli: Zomervlammen; Natuur; Oorkonden
Met voorwoord van Victor de Meyere.
Met een teekening door F. Khnopff.
De Mont Pol 5

Leiden: A. W. Sijthoff’s Uitgeversmaatschappij / Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel. . –XV+200p.

Afmetingen: 20.50 x 15.10 (ingenaaid)
Colofon (enkel in de exemplaren uitgegeven te Leiden): Van dit boek werden gedrukt 100 genummerde pracht eksemplaren op Oud Engels papier, alle door de dichter getekend.
Enkel in de exemplaren uitgegeven te Antwerpen: Op 1 september 1922 werd dit drukwerk voltooid op de persen van V. Resseler Prinsstraat 20 Antwerpen.
1929 Aan mijn Payottenland. (gedichtenbundel).

Bevat ook het gedicht De Payotten (pp 33-39, opgedragen aan Staf de Clerck)
 
Geschied- en oudheidkundige Kring van West-Brabant. -39p. z.j. [1929]

Afmetingen: 13.50 x 10.50 (ingenaaid)
Druk: Jan van Achter, Assche

POSTUUM

1932 Bloemlezing uit zijn poezie. (bloemlezing)

Bezorgd en toegelicht door Dr. George Meir.
Bevat: Inleidend woord; Gedichten; Lentesotternijen; Loreley; Idyllen en andere gedichten; Fladderende vlinders; In noord en zuid; Claribella; Iris; Lentesotternijen, tweede uitgave; Dichterlente; Zomervlammen; Ongebundelde gedichten
 De Mont Pol 1 Antwerpen: De Sikkel. / Amsterdam: De Spieghel. -326p.

Afmetingen: 25.30 x 16 (gebonden harde kaft)
Titelpagina in tweekleuren druk: zwart – rood;
Colofon: Van dit boek werden 40 exemplaren gedrukt op Hollandsch papier “Pannekoek”, genummerd van I tot XL, en 300 exemplaren op Antique Wove, genummerd van 41 tot 340. Dit is nummer …

II. VERHALEND PROZA

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1878 Finneken, schetsen uit het kinderleven. (novelle)

Gedateerd: Leuven, 16 Meert, ‘78
Onder auteursnaam: K.M. POL DE MONT
Met een opdracht : Aan mijnen beminden vriend, den dichter G. Antheunis

Leuven: Aug. Peeters-Ruelens, drukker en uitgever (Naamsche-Straat, 11 en Munt-Straat nr 1). -16p.

Afmetingen: 22.50 x 14.50 (ingenaaid)
1880 Melchior I en Melchior II. (kerstvertelling) Gent: Poelman.
1886 Op mijn dorpken / Korte vertellingen door Pol. de Mont.

Met eene ets van Leo Brunin.
Bevat: Opdracht, p.VII; Twee oudjes, p.1; “Eerwaerde pastoor”, p. 35; Mijn eerste broek, p.53; Kollebloemen-Phantasie, p. 69; Uit de nalatenschap van eenen groot geworden kwajongen, p. 89; My Master dead, p.137; Fancy-fair, p. 159; Van Melchior I en Melchior II, p. 179.
1901: 2de uitgave
1925: 3de uitgave
Roeselare : De Seyn-Verhougstraete. – XII+214p.

Afmetingen: 18 x 11.50 (ingenaaid)
1898 Een zoete Sproke van drie vrome Brabantsche Maagdekens en van de zoete Vrouwe Maria.

Met illustraties van Edmond van Offel.
1903: Opgenomen in de bundel Vier legenden
Gent: Firma I. Vanderpoorten. z j [1898] -50p.

Afmetingen: 24.3×16 (ingenaaid, papieren uitgeversomslag)
1901 Op mijn dorpken. Tweede uitgave.

Acht vertellingen.
Bevat: Voorwoord en opdracht, p.7; Mijn eerste broek, p. 15; Treze Jowie, p. 27; Twee oudjes, p. 41; Melchior I en Melchior II, p. 65; “Eerwaerde pastoor”, p. 91; “My Master dead”, p. 105; Jan Remie, p. 121; Uit de nalatenschap van eenen groot geworden kwajongen, p.141.
Antwerpen: De Vos en Van der Groen. -182p.

Afmetingen: 23 x 15.50
In deze 2de druk zijn vertelling 4 en 7 uit de eerste druk niet meer opgenomen en vervangen door 2 onuitgegeven schetsen Treze Jowie uit 1880 en Jan Remie uit 1882.
1903 De Amman van Antwerpen. (historische roman)

Geïllustreerd door Edm. Van Offel.
Gedateerd: Antwerpen, 1897
Uitgevers: (voorplat) Rotterdam D. Bolle. (Titelblad) Haarlem: Vincent Loosjes. -160p.

Afmetingen: 20 x 13.50 (ingenaaid)
1903 Vier legenden.

Bevat: Van het Heidenjongetje, p. 5; Van Gotelindis, p. 28; Een zoete sproke van drie vrome Brabantsche Maagdekens en van de zoete Vrouwe Maria, p. 47; De roeping van Broeder Willem, p. 93.
1930: Tweede vermeerderde uitgave: De gouden Distel.
Gent: Firma I. Vanderpoorten. -148p. z.j. [1903]

Afmetingen: 23.50 x 16 (ingenaaid)
1905 Mijn Eerste Broek. Drie vertellingen door Pol de Mont.

Aparte uitgave van Mijn eerste broek; Treze Jowie, en  Twee oudjes .
‘Mijn Eerste Broek’ verscheen voor het eerst in ‘Op mijn dorpken / Korte vertellingen door Pol. de Mont’ (1886) en nadien in ‘Op mijn dorpken. Tweede uitgave’. (1901)
‘Treze Jowie’, en  ‘Twee oudjes’ verschenen voor het eerst in ‘Op mijn dorpken. Tweede uitgave’. (1901)

Antwerpen: De Vos en Van der Groen. -64p.

Afmetingen: 22 x 14 (gebonden – harde kartonnen kaft)
[1905] Jan Remie en Uit de nalatenschap van een grootgeworden kwajongen. (vertellingen)

Twee vertellingen door Pol de Mont.
Aparte uitgave van 2 vertellingen  uit ‘Op mijn dorpken’ Tweede uitgaaf.

Antwerpen: De Vos en Van der Groen., Drukkers-uitgevers (Apostelstraat nr 14) -pp 121-182.

Afmetingen: 23 x 15.50 (ingenaaid stevige kartonnen kaft)

1909 Te Veere. (reisverhaal) Gent: drukkerij Plantyn (Naamlooze Vennootschap Koestraat 3A). -31p.

Reeks: Flandria’s novellen bibliotheek Nr 102
Afmetingen: 18.50 x 12 (geniet)
1925 Op mijn dorpken. Derde uitgave.

Met vier illustraties van de de schrijver.
Bevat: Opdracht, p.5; Mijn eerste broek, p. 11; Treze Jowie, p. 21; Twee oudjes, p. 33; “Eerwaerde pastoor”, p. 51; “My Master dead”, p. 61; Jan Remie, p. 73; Uit de nalatenschap van eenen grootgeworden Kwajongen, p.91.
Bevat 1 verhaal (Melchior I en Melchior II) minder dan de 2de uitgave
Antwerpen: Gust Janssens. -132p.

Afmetingen: 20.50 x 16
 
Colofon: Van dit boek werden er 160 exemplaren op simili-Japansch papier gedrukt. Zij zijn genummerd van 1 tot 160 en voorzien van de handteekening van den schrijver. 150 ervan worden in den handel gebracht. Dit is Nr.
1930 De gouden distel. Legenden en kronijken.

Met houtsneden van Jan F. Cantré.
Bevat: Van Gotelindis, p. 5; Van het Heidenjongetje, p. 25; Een zoete sproke van drie Maagdekens, p. 49; De allerhoogste vierschaar, p. 97; Roeping, p. 135; Minnederve, p. 195; Het eiland, p. 215.
Zeist: N. V. G. J. A. Ruys’ Uitgevers.-Mij. -240p. z.j. [1930]

Afmetingen: 21.50 x 15.50 (gebonden)
POSTUUM
1942 Keurbladzijden uit het werk.

Ingeleid en toegelicht door Prof. Dr. George Meir.
Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel. -124p.

Reeks: Klassieke Galerij nr 2

III. TONEEL

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1887 Zanna. Oorspronkelijk tooneelspel in éen bedrijf en in vaerzen. (theatertekst)

1911: 2de druk in de reeks Flandria’s Novellen Bibliotheek, n° 128 bij Uitgeversmij Plantyn, Gent -33p.
Met een portretfrontispice, een korte biografie en: ‘Westvlaamsche Schoolmaats van Mevr. Bultinck-Dhanis’. Geniet. 33 + 4 p., 18,2 x 12,2
Leiden : A.W. Sijthoff, -24p.

Afmetingen: 23 x 13.50 (ingenaaid)
1887: Voor het eerst opgevoerd in de Nederlandsche Schouwburg te Antwerpen.
1889: Opvoering te Freiburg in een Duitse vertaling van H. Flemmich.
1902 Prinses Zonneschijn. Sprookjesspel in vier bedrijven / Gedicht van Pol de Mont ;, Tekstboekje

1896: Verschenen in Elsevier’s geïllustreerd Maandschrift I p. 50-81. (= eerste druk) .
1902: 2de druk
1908: 3de druk
z.j. : 4de druk
Antwerpen: De Nederlandsche boekhandel. -8+39p.

Afmetingen: 20.50 x 12
1903 Prinses Zonneschijn. Sprookjesspel in vier bedrijven. La Princesse Rayon de Soleil: légende féerique en 4 actes.

Libretto Pol de Mont / Muziek Paul Gilson.
Traduction française: M. Lefèvre et D.M.G.

   

Brussel: G. Oertel, Editeur de musique. (47, Rue de la Régence). -228p.

Afmetingen: 27.70 x 17.70 (ingenaaid)
Druk: Imprimerie Nationale de la Musique, Bruxelles.

1906 De Rijndwergen. Sprookjesspel in 3 bedrijven en 5 taferelen.

Muziek van August de Boeck
De tekst van het libretto verscheen tevens in De Vlaamsche Gids, 1906, pp 385-428
Nota: De Rijndwergen is een omwerking van een cantate met dezelfde titel verschenen als ballade in 1893 in  Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 6 pp 487-495. Uitgegeven door A. Siffer, Gent in 1893.
Antwerpen: C. Thibaut. -53p. z.d. [1906]

Afmetingen: 16 x 12.50 (geniet)
1908 Prinses Zonneschijn. Sprookjesspel in vier bedrijven. Derde druk.

Muziek van Paul Gilson
Antwerpen: Lod. Opdebeek. -39p. z.j. [1908]

Afmetingen: 19.50 x 11.50
1911 Zanna. Oorspronkelijk tooneelspel in een bedrijf en in verzen. Tweede druk.

Met een portretfrontispice, een korte biografie en ‘Westvlaamsche Schoolmaats van Mevr. Bultinck-Dhanis’.
Gent: Uitgeversmij Plantyn. -33p.

Reeks: Flandria’s Novellen Bibliotheek, n° 128
Afmetingen: 18,2 x 12,2 (geniet)
1916 Meivuur. Landelijk spel in 2 bedrijven.

Getoonzet door Jef van Hoof.
Met facsimile van Het lied van Cis (blz. 6) naar het handschrift van den Toondichter
1923: 2de druk
Antwerpen: Gust Janssens. – [IV] + 54 + [VI]p.

Afmetingen: 26.20 x 19.30 (ingenaaid – met stofwikkel)
1923 Meivuur. Tweede druk.

Getoonzet door Jef van Hoof.
Geschreven te Wambeke-bij-Ternath in Augustus-September 1883 Getoondicht in 1913 en 1915

Antwerpen: D. de Vos-Van Kleef. -42p.

Afmetingen: 19 x 13.50 (ingenaaid)
???? Prinses Zonneschijn. Vierde druk. Antwerpen: Lod. Opdebeek. -39p. z.j.

Afmetingen: 19.50 x 11.50

IV. LETTERKUNDIGE KRITIEK

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1883 Hendrik Conscience. Zijn leven en zijne werken (studie)

Met twee autografen van Conscience, zijn portret in lichtdruk en een ets, voorstellende het hoofd des dooden door P. Verhaert.
1901: 2de druk in Drie groote Vlamingen
1912: 3de druk

Gent: Ad; Hoste / Haarlem: W. Gosler.- II+188 p.

Afmetingen: 21 x 15 (gebonden – harde linnen kaft)
Stoomdrukkerij van J.F. Haeseker & Co te Haarlem.
Verscheen eerder in 2 afleveringen in De Gids, 1883, I, 38-79 en 270-304 onder de titel: Hendrik Conscience. Een bladzijde uit de geschiedenis der Vlaamsche Beweging.
1889 Jan van Beers. (essay)

Met portret.
Haarlem: Tjeenk Willink. -84p.

In de reeks: Mannen en Vrouwen van beteekenis.
Afmetingen: 21.50 x 15
1889 Losse schetsen uit de letterkundige geschiedenis van onzen tijd.

Deel I: Duitschland (1889)
Deel II: Frankrijk en Provence (1889)
Hasselt: W. Klock.  -267 + 464p
1892 Over Shakespeare. (essay) Gent : C. Annoot-Braeckman. -36p.

Overdruk van:
‘Kleinigheden over Shakespeare’, De Toekomst, VIIIe Reeks I (1892), nr.9, 341-354; VIIIe Reeks, I (1892), nrs 10-11, 381-400. Dit opstel is in feite de tekst van een lezing die De Mont gaf in het Antwerpse Atheneum ter gelegenheid van de opvoeringen door E. Rossi in 1891.
1900 Losse schetsen uit de letterkundige geschiedenis van onzen tijd.

Derde deel: Nederland
Hasselt: W. Klock. -396p.
1901 Drie groote Vlamingen. (essay)

Bevat: Hendrik Conscience p. 1-194; Jan van Beers p. 195-272; Peter Benoit p 272-310.
[samenbundeling van de gelijknamige essays uit 1883, 1889 en 1892]
Brussel: J. Lebègue & Cie. -308p. z.j. [1901]
1912 La poésie flamande de 1830 à 1890.

Conférence organisée par la Ligue de l’Enseignement.
Gent: I. Vanderpoorten. -24p.

Afmetingen: 23.50 x 15.50
1912 Hendrik Conscience. Derde druk.

Met voorrede door L. Van Keymeulen.
Met 2 portretten en 2 autografen.
Brussel: J. Lebègue & Cie. –XV + 196p.

Afmetingen : 23.50 x 15.50
1914 Eenigen. Letterkundige opstellen door Pol De Mont. (essays)

De Brusselse uitgave draagt als titel: Eenigen. Letterkundige opstellen door D.
Bevat: Guido Gezelle (pp 1-56); Iets over Albrecht Rodenbach (pp 57-149); “Verzen” van Willem Kloos (pp 150-172); Here Halewine (pp 173-188); Nog een lezing van “Here Halewine” (pp 189-196).
Gent: Uitgeversfirma I. Vanderpoorten (Pollepelstraat, 18) -197p.

Afmetingen: 23 x 18 (ingenaaid – zachte kaft)

Brussel: Boekhandel Vanderlinden. -196p.

Afmetingen: 23 x 17.50 (ingenaaid)
1914 Een bundel letterkundige opstellen door Pol De Mont. (essays)

De Brusselse uitgave draagt als titel: Een bundel letterkundige opstellen door D
Gent: I. Vanderpoorten (Pollepelstraat, 18) -225p.

Afmetingen: 23 x 18 (ingenaaid)

Brussel: Boekhandel Vanderlinden. -225p.

Afmetingen: 23 x 17.50 (ingenaaid)

V. KUNSTKRITIEK

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1892 Peter Benoit.

1901: 2de uitgave in: Drie groote Vlamingen
Haarlem: Tjeenk Willink. -330p.

In de reeks: Mannen en Vrouwen van beteekenis.
Afmetingen: 21.50 x 15
1899 Antoon Van Dijck. De mens en de meester.

Met 60 heliotypieën
Haarlem: H. Kleinmann & Co. -45p. Tekst en 60 platen. z.j. [1899]

Afmetingen: 42 x 33
1899 Antoine van Dijk (sic)

Choix de 60 phototypies.
Er bestaat ook een Duitse tekst vertaald door C. Hebbel.
Londres et Haarlem: H. Kleinmann & Co. -5p. tekst + platen.

Afmetingen: 40 x 31

1901 Het Schildersboek, Vde deel. Vlaamsche Schilders der negentiende eeuw in monografieën door Pol de Mont.

“Met Afbeeldingen hunner werken in houtgravure, photo- en autotypie tusschen den tekst, en 12 Autotypiën, 9 Photogravures en 3 Etsen van Ph. Zilcken buiten den tekst”
Ook in Franse vertaling door G. Eeckhoud
Amsterdam: Uitg. Mij. Elsevier. / Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel. – VIII+278p.

Afmetingen: 32 x 25
Uitgegeven onder toezicht van Dr. Max Rooses.
   
1902 Die graphischen Künste im heutigen Belgien und Ihre Meister.

Met vele platen.
Wien: Gesellschaft für Vervielfaltigung der graphischen Künste. 2 delen 48 en 44 p.

Afmetingen: 40 x 30
1903 Koppen en busten. Aanteekeningen over de kunstbeweging van dezen tijd. (essays)

Inhoud:

   

Brussel: H. Lamertin, Uitgever (20, Houtmarktstraat).  -438p.

Afmetingen: 20 x 13.50 (ingenaaid)
1903 De paneelschildering in de Nederlanden gedurende de XIVe, XVe en de eerste helft van de XVIe eeuw. Naar aanleiding van de in 1902 te Brugge gehouden tentoonstelling, gezeid “van vlaamse priemietieven”

Met 20 platen in ‘fototiepie

Haarlem: H. Kleinmann en Cie ; Brussel : R. B. J. Postema. -84p. + 20 platen in phototypie.

Afmetingen: 42 x 31
Tevens een gelijktijdige uitgave bij De Nederlandsche Boekhandel te Anwerpen.
1905 Pieter Breughel dit le vieux. L’homme et son œuvre. Londres et Haarlem: H. Kleinmann & Co. z.j. [1905] -24p tekst + 50 platen.

Afmetingen: 40 x 30
1905 Beschrijvende catalogus van het Kon. Muzeum van Schoone Kunsten te Antwerpen.

Deel I. Oude Meesters : XV + 361p.
Deel II: Moderne Meesters: XI + 162p.
Antwerpen: Jan Boucherij

Afmetingen: 20 x 13.50.
1907 Van de gebroeders Van Eyck tot Pieter Breughel. Vijftig meesterwerken der vroegste Nederlandsche schilderkunst, uitgekozen door Pol De Mont in eigen grootte en kleur weergegeven. (kunstfoto’s)

In tien mappen – elke map bevat 5 afbeeldingen)

Amsterdam: Uitgevers-Maatschappij “Elsevier”.

Afmetingen: 66 x 49 (map in stevig karton)
Ingeplakt vignet:

1908 Het Muzeum van Antwerpen.

Uitgegeven van wege den Raad van Beheer van het Muzeum.
50 heliogravures met inleiding van Pol de Mont.
Antwerpen: Zazzarini & Cie. z.j. [1908] -12p. (inleiding) + 50 gravures met toelichtingen.

Afmetingen: 51 x 39
Colofon: Van dit werk werden gedrukt 20 prachtexemplaren op Keizerlijk Japansch papier genummerd van 1 tot 20.
1910 Hans Memlinc.

Het werk verscheen in drie afleveringen, elk met 5 afbeeldingen.

  1. La Châsse de Sainte Ursule.
  2. La Sybille persane.
  3. Le diptyque de Marten van Nieuwenhove.

Reproduits dans les couleurs des originaux. Notices explicatives par Pol de Mont et S-G de Vries

Leiden: A.W. Sijthoff’s Uitg. Mij., z.j. [1910] – 12p tekst + 15 platen

Afmetingen: 66 x 51 (afbeeldingen en tekst los in map)
1914 De oude meesters der schilderkunst in het Koninklijk Muzeum van Schoone Kunsten te Antwerpen.

Met 147 afbeeldingen.
Brussel en Parijs: Nationale Boekhandel van Kunst en Historie G. Van Oest & Cie, Uitgevers. -58p tekst + 98p met afbeeldingen.

Afmetingen: 29 x 22

1914 La peinture ancienne au Musée royal des Beaux-Arts de’Anvers.

Reproduction de 147 œuvres des diverses écolesprécédée d’un guide historique et critique par Pol De Mont Conservateur.
Edition française d’après le texte flamand original.

Bruxelles et Paris: Librairie National d’Art et d’Histoire.  G. Van Oest & Cie.  -60 p. tekst + 98 p. met afbeeldingen

Afmetingen: 29 x 22 (ingenaaid)
Achevé d’imprimer le treize juin mil neuf cent quatorze par l’imprimerie Ste Cathérine Quai St. Pierre, Bruges, Belgique.

1921 De schilderkunst in België van 1830 tot 1921.

Met 120 platen.
Bevat : Inhoud en voorwoord (I-XII p) ; Tekst en bronnen (pp 1-240 ; overzichtstabel (pp 241-250) ; Register der schilders (pp 251-258) ; Platen.
’s Gravenhage: Martinus Nijhoff. –XII+258p.

Afmetingen: 24.50 x 16 (gebonden – harde linnen kaft)

1921 Grootmeesters der oude schilderkunst.40 reproducties in kleuren naar beroemde schilderijen. Met verklarenden tekst door pol de Mont.

10 afzonderlijke afleveringen. Iedere aflevering bevat 4 afbeeldingen in kleur

Leiden: A. W. Sijthoff’s Uitgeversmaatschappij. -43p. + 40 platen. Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel.

Afmetingen: 38 x 28 (tekst en afbeeldingen los in papieren map)

1929 Schilders van hier en nu. Aanteekeningen over de kunstbeweging in Vlaanderen in de jaren 1889-1929.

Antwerpen: Uitg. “Regenboog” : Kunst- en Boekdruk. Hooger-op. -255p.

Afmetingen: 30 x 23

VI. FOLKLORE

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1888 Vertelsels van Jan lederman.

Zonder naam van de schrijver.
Teekeningen door Edg. Farasijn.
Bevat: 1. Van de koningsdochter (pp 3-15); 2. Van het zwart Peerd, den gouden Toom en het Vogelken (pp 15-22); 3. Van de drie Visscherszonen (pp 23-32) – Inhoud en aanteekeningen
Antwerpen: J.E. Buschmann, uitgever. -32p.

Afmetingen: 15 x 11.50 (ingenaaid)
1896 Dit zijn Vlaamsche wondersprookjes : het volk naverteld / door Pol de Mont en Alfons De Cock. (volkskundige studie)

1924: 2de uitgave met als titel ‘Wondervertelsels uit Vlaanderen. Uit den volksmond opgeteekend.’
1977: Fotomechanische heruitgave van de editie 1924 bij Thieme te Zutphen.
1987: Bibliofiele uitgave bij uitgeverij Beckers te Antwerpen (bewerking A. van Hageland)
 
Gent: A. Siffer./ Deventer: Kluwer & Co -296p.

Afmetingen: 23.50 x 14
1898 Van den sterken smidsgast, die de Zon, de Manen en al de sterren poetste en de schoone koningsdochter met de lange witte haren verloste. Gent: Algemene Boekhandel Ad. Hoste. -32p.

Reeks: Bibliotheek der Nederlandsche Letteren.
1898 Dit zijn Vlaamsche vertelsels uit den volksmond opgeschreven. (volkskundige studie)

Samen met Alfons De Cock; met 30 teekeningen van Karel Doudelet.
Bevat honderd negen en zestig vertelsels, dierensprookjes enz..
1927:  2e Uitg. onder den titel: Vlaamsche Volksvertelsels,herzien en zeer vermeerderd, geïllustreerd door Pol Dom. Zutphen W. J. Thieme & C° in 8° XVI;364p.
Gent: I. Vanderpoorten. ./ Deventer: Kluwer & Co – XVI + 452 p.

Afmetingen: 23.50 x 16 (ingenaaid)
Nota: Er bestaat ook een uitgave van een deel van deze publicatie onder de titel  “Vlaamsche plant- en diersprookjes” en “Keus van Vlaamsche sprookjes”. Met tekeningen van Karel Doudelet en uitgegeven door I. Vanderpoorten te Gent. Zonder aangifte van datum. -112 + 17p.
1903 Zoo vertellen de Vlamingen. (schooluitgave)
Ten believe en gerieve van de Waalsche schooljeugd, die gaarne Nederlandsch wil leeren.

Door Pol de Mont en Alfons De Cock
Penteekeningen van Edmond Van Offel
Bevat 50 korte vertellingen.
1912: 2e Uitgave, 8°, IV, ibidem  – 145p. 
Gent: I. Vanderpoorten. -144p.

Afmetingen: 21.50 x 14.50 (ingenaaid)
1924 Wondervertelsels uit Vlaanderen. Uit den volksmond opgeteekend. (volkskundige studie)

Samen met Alfons De Cock.
Tweede herziene uitgave.
Met 32 platen van Pol Dom
Verguld, kopsnede verguld.
Met een uitgebreid voorwoord van Pol de Mont
1896: 1ste druk onder de titel ‘Dit zijn Vlaamsche wondersprookjes’
Zutphen: W.J. Thieme & Cie, – XV+ 332p.

Afmetingen: 22.50 x 16
Reeks: Mythen en Legendeserie.
1927 Vlaamsche volksvertelsels uit den volksmond opgeschreven. Herzien en zeer vermeerderd.

Geillustreerd door Pol Dom.
[Tweede herziene druk van Dit zijn Vlaamsche vertelsels uit 1898]
Bevat 176 vertelsels: 3 ophoopende vertelsels; 14 kwelvertelsels; 7 leugenvertelsels; 41 dierensprookjes; 9 plantensprookjes; 56 grappige vertelsels 14 vertelsels over duivels en spoken, heksen, kabouters en zeemeerminnen; 15 hekel- en spotvertelsels en 17 gemengde vertelsels.
Zutphen: W.J.Thieme & Cie. XV + 363p.

Afmetingen: 22.50 x 16
Nota: Er bestaat ook een uitgave van een deel van deze publicatie onder de titel  “Vlaamsche plant- en diersprookjes” en “Keus van Vlaamsche sprookjes”. Met tekeningen van Karel Doudelet en uitgegeven door I. Vanderpoorten te Gent. Zonder aangifte van datum. -112 + 17p.
POSTUUM
1944 Pol De Mont als volkskundige / Rosa Minnaert ;

Met een bloemlezing uit het volkskundig werk van Pol De Mont.
Brussel: Uitgeversmij. De Burcht S.V. -168p., ill

Reeks: Volkserf-reeks ; nr 2
Druk: drukkerij Laconti N.V., Brussel.
Toenmalige prijs: 150 fr.
1944 Het Paaschfeest in de Nederlandsche volkskunde.

Inleidend woord: Rosa Minnaert.
Brussel: Uitgeversmij De Burcht S.V. -60p., ill.

Afmetingen: 22 x 15 (ingenaaid)
Reeks: Irmin-reeks; vol. 6
Druk: drukkerij Steenlandt, Brussel.
Gedrukt voor “De Burcht” S.V. op de persen der drukkerij Steenlandt te Brussel 1944.
Toenmalige prijs: 30 fr.
1977 Fotomechanische herdruk van de [2de vermeerderde] editie uit 1924 Wondervertelsels uit Vlaanderen, Uit den volksmond opgeteekend

 Met 32 platen van Paul Dom.

Zutphen: W.J. Thieme & Cie, – XV+ 330p.

Afmetingen: 22.50 x 16

1987 ‘De drie haren van de duivel en andere wondervertelsels uit de volksmond in Vlaanderen. (bibliofiele uitgave)

Bewerking door Albert van Hageland.
Vormgeving en lay-out: Fotogravure P.P. Rubens n.v., Lint.
Afwerking: Uitgaafbinderij Giltay, Dordrecht.

Antwerpen: Uitgeverij Beckers nv.  –285p.

Reeks: Vlaamse Volksboeken’.
Afmetingen: 24 x 20 (gebonden –harde  similileren kaft met goudopdruk) Gedrukt op de persen vn Drukkerij De Beurs n.v., Borgerhout;

 

VII. BLOEMLEZINGEN, SCHOOLBOEKEN, REDEVOERINGEN, ENZ.

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1882 Tafel van verschillige uitspraken, door de Zuidnederlandsche Maatschappij van Taalkunde sedert hare stichting gedaan in antwoord op taalkundige vragen, in haren schoot opgegeven. Loven: P.K. Peeters. -8p.
1883 Bloemlezing uit Nederlandsche dichters van Hooft tot op onze dagen, bijeengebracht en van biographische en taalkundige aanteekeningen voorzien. (schooluitgave)

Ten gebruike van Normaalscholen en gestichten van Middelbaar onderwijs in beide graden.
Gent: Algemene Boekhandel Ad. Hoste. –VIII+352p.
1885 Practisch-theoretische spraakleer der Hoogduitsche taal, naar de methode van Robertson bewerkt en met talrijke oefeningen voorzien. (schooluitgave)

Ten gebruike der scholen van Middelbaar, Normaal en Lager onderwijs / door Carl Hebbel, en, Pol. de Mont .
De verzameling bestaat uit: I. De “Spraakleer”, in 2 deelen. -2. Beknopte uitgave van de “Spraakleer” in 1 deel. – 3. Sleutel der oefeningen uit de “Spraakleer”.
Lier: Jos. van In & Cie. -116p.
1886 Deutsches Lesebuch aus den besten Dichtern und Schriftstellern, zum Gebrauch bei dem ersten Unterricht im Deutschen, zusammengestellt und mit erlauternden Anmerkungen in niederländischer und französischer Sprache versehen. (schooluitgave)

Carl Hebbel en Pol de Mont

Lier: Jos. van In en Cie. – twee delen. -XII-220 en 301p.
1886 Eerste vertaalboek. Verzameling van Fransche, stukken ten behoeve van het Nederlandsch taalonderricht, uitgegeven en met aanteekeningen voorzien. (schooluitgave)

Ten gebruike der scholen van Normaal, Middelbaar en meer gevorderd Lager onderwijs
Door Pol de Mont en H. Roumen
Hasselt: W. Klock. -91p.
1886 Tweede vertaalboek. verzameling van Fransche, Duitsche en Engelsche stukken, ten behoeve van het Nederlandsch taalonderricht, met aanteekeningen.(schooluitgave)

Door Pol de Mont en H. Roumen.
Hasselt: W. Klock. -295p.
1888 Poëzie en Proza, uit de werken van de beste Zuid- en Noordnederlandsche schrijvers, ten gebruike van Middelb. en Normaal Onderwijs.

Door Pol De Mont en Maurits Sabbe.
Bestaat uit 2 deelen, ieder deel uit 2 bundels: 1ste stuk: poëzie, 2de stuk: proza. (het eerste deel is geschikt voor de lagere, het tweede voor de hoogere klassen)
1912: 2de druk als Poëzie en Proza
Gent: Algemene Boekhandel Ad. Hoste.
1888 Onze Nationale Letterkunde. Een keuze uit de werken der beste Zuid- en Noordnederlandsche schrijvers, uitgegeven onder toezicht van Pol de Mont.

Verschenen bundeltjes: W. Bilderdijk, Antheunis, Ledeganck, Ecrevisse, Guido Gezelle (1889), Vondel (Lucifer), Sleeckx, S. Daems, Van der Palm, G. Segers, H. Swarth, J. Winkler Prins.
Ninove: Wwde P. Jacobs en Zonen. 1888 – 1991

Ieder bundeltje: 32p. Met een levensschets door Pol de Mont.
1889 Mijn leesboek. Poëzie en proza voor de lagere school.

Door Pol de Mont en Frans Van Cuyck.
Hasselt: W. Klock. 3 deeltjes.
1892 Feest-album van “Antwerpens Landjuweel” 14, 16 en 21 Augustus 1892 Augustus 1892.

Nederlandsche tekst door Pol de Mont, Fransche vertaling door Jef Van de Venne.
Teekeningen door Jos. De Pooter.
Feestalbum voor de vijftigste verjaring der Akademie van Oudheidkunde van België.
31 zw/w platen naar tekeningen van Jos de Poorter. Tekst in Nederlands en Frans, onderschriften platen evenzo.
 de_mont_1892_01 Antwerpen: Jaak Mössly. Tekst 9 + 10p. + vele tekeningen

Afmetingen: 27 x 36 oblong (ingenaaid- harde lederen kaft)
de_mont_1892_02
1893 Bibliotheek der Nederlandsche Letteren. Lectuur voor iedereen, bizonder geschikt voor het onderwijs.

Verschenen: Pr. Van Duysse, L. Couperus, F. de Cort, Hooft, Van Droogenbroeck, V.A. de la Montagne, C. Buysse, J.M. Dautzenberg, Vondel (2 deeltjes), Sleeckx, A; Rodenbach, Max Rooses, Antheunis, Een volkssprookje (Van den sterken Smidsgast…”), Aug. Snieders, Huyghens (2 deeltjes) Ledeganck (2 d.), H. Baelden.
Gent: Ad. Hoste. 1893-1903

Ieder bundeltje: 32p. telkens met een korte inleiding over de schrijver door Pol de Mont.
1894 Een blik in Oud-Antwerpen.Anonieme publicatie. Antwerpen: Bouchery. -32p.

Afmetingen: 16.50 x 13
1896 Sedert Potgieters dood: Verzen van Noord- en Zuid-Nederlandsche dichters, bijeengebracht. 1875-1897. (bloemlezing)

1904: 2de druk onder de titel: Verzen van Noord- en Zuid-Nederlandsche dichters
1908: 3de druk
1913: 4de druk
1919: 5de druk
Zwolle: Tjeenk Willink. –XXIV+366p.
1898 Poètes belges d’expression française. (Anthologie)

Bloemlezing met aanteekeningen door Pol de Mont
Met 2 portretten: Verhaeren en Van Lerberghe
1911: heruitgave onder de titel ‘Modernités’, uitgegeven bij Simon Blok te Den Haag.
De Mont Pol 11
Amelo: W. Hilarius. -324p.

Afmetingen: 17 x 11
1898 Inleiding tot de Poëzie. Schets van een moderne poëtiek in vier boeken (in één band)

Met portretten.
Algemeene begrippen-lyriek-epiek-dramatiek.
Groningen: J.B. Wolters. -21 + 272p.

Afmetingen: 19 x 14
1904 Verzen van Noord en Zuidnederlandsche dichters / bijeengebracht door Pol De Mont, 1875-1904

2de herdruk van ‘Sedert Potgieters dood’ uit 1897
Zwolle: Tjeenk Willink. XXIV-364p.
1911 Modernités. Anthologie des meilleurs poètes contemporains belges d’expression française, 1880-1898

Titeluitgave van ‘Poètes belges’ uit 1898.
Bruxelles: Office de Publicité (J. Lebègue et Cie). -324p.

Afmetingen : 17 x 11
1912 Séparation administrative., par M. Jennissen et M. Pol de Mont.

Reeks brieven.
Gent: Uitgeversmij Plantyn. z.j. [1912] – 55p.

Afmetingen: 16 x 12
1912 Poëzie en Proza uit de werken van de beste Zuid- en Noordnederlandsche schrijvers ten gebruike van lager-, middelbaar- en normaal onderwijs. Eerste Deel. Eerste Stuk: Poëzie. Vierde, merkelijk verbeterde en vermeerderde, voortaan onveranderlijke uitgave.

Pol De Mont en Maurits Sabbe.
[bewerking van Poëzie en proza 1888]
Gent: Algemene Boekhandel Ad. Hoste. -252p.
1912 Openingsrede, 32ste Nederl. Taal- en Letterkundig Kongres.

Naar de stenogr. Opname door A. de Ridder en F. van Laar.
Antwerpen: Jan Bouchery. Z.j. [1912] -31p.

Afmetingen: 25 x 16.00
1913 Poëzie en Proza uit de werken van de beste Zuid- en Noordnederlandsche schrijvers ten gebruike van lager-, middelbaar- en normaal onderwijs. Eerste Deel. Tweede Stuk: Proza. Vierde, merkelijk verbeterde en vermeerderde, voortaan onveranderlijke uitgaaf.

Pol De Mont en Maurits Sabbe.
[bewerking van ‘Poëzie en proza’ 1888]
Gent: Algemene Boekhandel Ad. Hoste. -400p.
1919 Een droom van Tijl Uilenspiegel en Lamme Goedzak. De geesten van de afgestorven Vlaamschgezinden op het Kielkerkhof te Antwerpen, vergaderd in de nacht van 11 tot 12 juli 1919.

Onder het pseudoniem MULTAFERO .
Brussel: Boekhandel “Libertas” (Kiekenmarkt, 47). z.j. [1919] -16p.

Afmetingen: 25 x 16.50 (ingenaaid)
1921 Een-en-twintig redevoeringen. (essay)

Met inleiding van Lode Monteyne.
Met 2 portretten en 1 autograaf van Pol de Mont.
Antwerpen: Gust Janssens. –XI + 216p.

Afmetingen: 25.50 x 16.50
   

 

VIII. DIVERSEN

1889 Alleman soldaat ! Leekengedachten over den persoonlijken dienstplicht in Zuid-Nederland.

Onder de naam POL DE MONT
Overgedrukt uit Nederlandsch Museum, I, 5de Afl., 1889.
Voordracht gehouden in den Vrijzinnigen Bond te Brussel, den 20 Maert 1889.

Gent: Algemene Boekhandel van Ad. Hoste (Veldstraat, 49). -40p.

Afmetingen: 22 x 13.70 (ingenaaid)

1893 La défense nationale et la question sociale.

Onder pseudoniem NEMO.
Franstalige versie van De landsverdediging en de sociale kwestie.
Anvers : Imprimerie Ernest & Cie Rue Houblonnière, 32. -22p.

Afmetingen: 26.30 x 17.50 (ingenaaid)

1894 De landsverdediging en de sociale kwestie.

Onder pseudoniem NEMO
1895: Heruitgave als De legerquaestie in België bij Vuylsteke te Gent
Gent: Van Goethem, uitgever (Koornmarkt, 18). -24p.

Afmetingen: 20.50 x 13.60 (ingenaaid)

1895 De legerquaestie in België.

Onder pseudoniem NEMO
Sterk gewijzigde herdruk van De landsverdediging en de sociale kwestie 1894.
Gent: Boekhandel J. Vuylsteke (Koestraat,15). -56p.

Reeks: Uitgaven van het Willems-Fonds. – Gent; vol. 136.
Afmetingen: 19.50 x 13 (ingenaaid)
Drukkerij V. Van Doosselaere

z.j. De tooneelschrijver. (roman)

Onder pseudoniem NEMO
Ledeberg-bij-Gent: Uitgevers Janssens & Zonen (Hovenierstraat, 8) -109p.

Afmetingen:16.50 x 11.70 (ingenaaid)
Reeks: Mijn Volksbibliotheek nr 121.
Drukkerij: S. Hussein en CO, Begijnhofl. 46, Gent

1898 De gebroeders Juliaan en Albrecht De Vriendt. (essay) Gent: A. Siffer. -41p.