home | Inloggen
Aantal schrijvers: 594 | Aantal boeken:

19.538

 

 

Wazenaar

Maakt deel uit van:

Wazenaar

Wazenaar 0

Eksaarde (Waasland), 9 september 1840 – Gent, 4 november 1906

Pseudoniem van Armand de Vos, legerarts, dichter, romanschrijver en polemist.

Vernieuwend schrijver in de realistische traditie doordat hij als eerste in zijn werk rekenschap geeft van zijn eigen intellectuele en artistieke evolutie.

Zijn voornaamste werk is zijn debuut ‘Een Vlaamsche jongen (1879).
Andere werken zijn  ‘In de natuur’ (1884) en zijn latere multatuliaanse pamfletten waarvan ‘Een officier geworgd in het Belgisch leger’ (1892) het belangrijkste is.
 

 

BIOGRAFIE

9 September 1840: Geboren te Exaarde als Armand De Vos, in het Land van Waas, wat meteen verklaart waarom hij Wazenaar als pseudoniem verkoos.

Aanvankelijk studeert hij aan het College te Sint-Niklaas om priester te worden.

Zijn hogere studies verlopen niet zonder problemen. In tegenstelling tot zijn gefortuneerde medeleerlingen kan hij zich niet vrijkopen van legerdienst. Hij loot zich ‘in’ – zoals dat toen heette – vervoegt het leger en wordt korporaal bij het 11e linieregiment.

Na zijn diensttijd studeert hij de godgeleerdheid en de natuur- en geneeskundige wetenschappen aan de Hogescholen van Gent en Leuven.

1857: Wordt lid van het liberale Willemsfonds. Plots krijgt hij toegang tot een literatuur waarvan hij op het college het bestaan niet eens vermoedde.

Hij wordt ook lid van ‘t Zal Wel Gaan (bestuurslid tot 1888), de Snellaertkring en de Zetternamkring.

1861: Pas op 21-jarige leeftijd kan hij, met de steun van professoren en vrienden, de studies voor geneeskunde (verloskunde) aanvatten aan de Gentse Faculteit.

  • Na twee succesrijke kandidatuurjaren moet hij noodgedwongen kiezen voor een job als betaalde binnenleerling in het Stuivenberg-hospitaal te Antwerpen.
  • Pas na drie jaar hospitaaldienst kan hij  (weer met de hulp van vrijzinnige vrienden) de studies voor zijn doctoraat voortzetten aan de toen nog volledig Franstalige Vrije Universiteit Brussel.

EERSTE PUBLICATIES

1862: Onder het pseudoniem van Wazenaar verschijnen in het Gentse Nederduytsch letterkundig jaarboekje dat werd geleid door Frans Rens, gedichten en korte prozaschetsen in de romantische traditie van Hendrik Conscience en de gezusters Rosalie en Virginie Loveling.

Maar de man naar zijn hart is Multatuli. Diens Max Havelaar met zijn heftige toon, zijn rebelse weerspannigheid en innovatieve vorm, zet hem er toe aan om op opzienbarende wijze te debuteren met een realistische, autobiografische roman Een Vlaamsche jongen (1879), waarvan reeds in 1881 een tweede bewerkte en belangrijk vermeerderde uitgave verscheen.

1870: Promoveert aan de Vrije Universiteit Brussel tot doctor in de Genees-, heel- en verloskunde.

  • Zonder middelen lukt het hem niet, als jonge arts een praktijk te beginnen. Daarom kiest hij voor een militaire carrière: hij wordt legerarts van 1870 tot hij in 1890 met pensioen gaat.

19 oktober 1871: Vat zijn carrière aan als legerarts van het 1e regiment Jagers te paard.

GRENSVERLEGGEND PROZA

1879:  Publicatie van zijn autobiografische tendensroman ‘Een Vlaamsche jongen’.

De literair historische betekenis en moderniteit ligt vooral in het strijdbaar individueel en zelfs individualistisch accent. Dit is nieuw in het Vlaamse proza. Voor het eerst geeft een Vlaamse auteur rekenschap van zijn intellectuele en artistieke evolutie.

  • Het boek gaat over zijn armoedige jeugd op het platteland, het onrechtvaardige loting-systeem, zijn Antwerpse jaren, de problemen die hij had om te kunnen studeren, de cholera-epidemie, zijn ervaringen in het leger en de schoolstrijd.
    • Om U een idee te vormen van het realistische gehalte nodigen wij U uit een excursie te maken naar de site van www.Jan Koene.nl , die een mooie passage uit het boek citeert en situeert onder de titel Keizersnede ten tijde van de cholera. Een ronduit hallucinerend verhaal uit zijn eigen ervaring.
  • Het is als dusdanig zowel getuigenis als relaas van een emancipatieproces, waarbij de gevestigde waarden en autoriteiten kritisch worden bekeken en de lezer tot zelfstandig denken wordt aangespoord.
  • Ook de vorm is experimenteel: korte hoofdstukjes met een mengeling van verhalen, essay en poëzie. Critici allerhande hadden er veel moeite mee. In een tweede, aanzienlijk omgewerkte uitgave (1881) zal Wazenaar nogal wat aanpassingen doorvoeren om wat meer de gangbare norm na te volgen.
  • Het boek is deels tendensliteratuur – het almachtige katholicisme wordt in de geest van de vrijzinnigheid afgewezen – maar wordt ook gekenmerkt door een groeiende literaire bewustwording in Vlaanderen.

De roman werd op zeer gemengde gevoelens onthaald door de critici. Het werd geprezen door vrijzinnigen (o.m. Lode Baekelmans en Max Rooses) maar verketterd door katholieken.

27 Mei 1880: Wordt bataljons-geneesheer van 1e klas. Hij behoudt deze graad wanneer hij door koninklijk besluit van 22 Juni 1890 op pensioen wordt gesteld.

NATUURPOËZIE

1881: Debuteert als dichter met de bundel Langs ruwe paden.  Het is een enigszins gekunstelde natuurpoëzie. Karel van de Woestijne spreekt in zijn kritiek over: romantisch-wijsgeerige verzen, of sentimenteele, schwärmerische ontboezemingen.

1883: Er volgt een tweede bundel In de natuur, dat naast verzen ook stukjes proza bevat.

VECHTPROZA

1884 tot 1895: Periode waarin zijn werk hoofdzakelijk bestaat uit multatuliaans aandoende en hardnekkige polemieken o a tegen Pol de Mont (1881-1882) en Omer Wattez over Jan van Beers’ bundel Rijzende blaren (1887-1889).

Reeds als student was De Vos een overtuigd flamingant en was hij lid van ’t Zal wel gaan. Later was hij als liberaal flamingant actief in verschillende Vlaamse verenigingen, zoals het Willemsfonds, de Snellaertkring en de Zetternamskring. Maar de geringe vorderingen in de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en de politieke verdeeldheid onder de strijdende flaminganten frustreerden hem uitermate.

15 december 1886 : Aanvaardt het lidmaatschap van de door katholieken gedomineerde KVATL (Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde).

  • Politiek-ideologische onenigheid binnen de Academie rond de benoeming van de vrijzinnige liberalen Julius Vuylsteke en Julius de Geyter, Max Rooses, Jan van Beers en Domien Sleeckx hadden geleid tot hun ontslagname.
  • Dat hij als één van de vervangers op het voorplan trad leverde hem behoorlijk wat kritiek op bij zijn vrijzinnige vrienden.

1890: Wordt wegens ziekte als bataljonsdokter, uit het leger verwijderd en op rust gesteld. Naar het getuigenis van verscheidene burgerlijke geneesheren was zijn ziekte op dat moment echter volledig genezen. Het grieft hem diep.

  • Uitmuntend stilist als hij is, danken onze letteren hem in datzelfde jaar nog: Over veelschrijven in zake van Fraaie Letteren, 1890.

1892: In de roman Een officier geworgd in het Belgisch leger (1892), protesteert hij tegen zijn voortijdige pensionering als legerarts. Het is een zeer polemische tekst waarin de administratie van het leger ongenadig gehekeld wordt.

15 maart 1893: Lezing als lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (KVATL) naar aanleiding van de 100ste verjaardag van de geboorte van Jan F. Willems: Vlaanderens Maagd en de Schim van Willems. Hij stelde vast: “Franschelarij heerscht nog altijd over Vlaanderen en Antwerpen, over Limburg en Brabant, als wingewesten door haar overmeesterd.”

1906:  Overlijden te Gent.

Hij werd begraven op het gemeentekerkhof, de huidige Westerbegraafplaats. In Ledeberg werd een straat naar hem genoemd.

Meer over Wazenaar 

  • Lode Baekelmans: Dr. Amand de Vos,  in: Jaarboek van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, jrg. 6 (1946-1948) p.51-75
  • Danielle Dewever: Monografie Dr. Amand De Vos (Wazenaar) 1840-1906 (1969-1970). Ongepubliceerd proefschrift, RUG, Letteren en Wijsbegeerte
  • Hein Persyn: Wazenaar (1982), p. 131-160.

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Websites

Referenties

  • Ada Deprez: Walter Gobbers; Karel Wauters (red.): Hoofdstukken uit de Vlaamse letterkunde in de 19de eeuw. Deel 1. KANTL Gent 1999 pp. 279-280.
  • Raymond Vervliet: Vos, Amand de, in: Nieuwe encyclopedie van de Vlaamse Beweging (1998),  p. 3567-3568

BIBLIOGRAFIE

De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij

  • Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience –Antwerpen.
  • Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
  • Universiteitsbibliotheek Gent.

Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klik op de foto

Chronologisch overzicht

 Jaar  Titel  Fotogalerij  Uitgever 1ste druk
1863 Philippe Verheyens verheerlijking – Beschrijving van de feestelijkheden welke te Verrebroeck den 24 Augusti 1862, ter gelegenheid van de inhuldiging van het borstbeeld van den Waessche ontleedkundige hebben plaats gehad, door L. Hoornaert’, (gedicht in brochure)

Onder pseudoniem: AMANDUS

St-Nikolaas, E. J. Edom 1863.

(geciteerd in Vlaamsche pseudoniemen : bibliographische opzoekingen, Dela Montagne, 1884)

 1879 Een Vlaamsche jongen. (roman)

1881: 2de herwerkte en vermeerderde druk ibidem.
2000: Gelegenheidsheruitgave door de Culturele Raad te Lokeren

 Gent: Boekhandel W. Rogghé (J. Vuylsteke) Kalanderberg, 13. -288p.

Afmetingen: 17.50 x 11
Drukkerij  Eug. Vanderhaeghen.
 1880  De Critiek en Een Vlaamsche Jongen. (polemisch geschrift) Gent: Boekhandel W. Rogghé (J. Vuylsteke) Kalanderberg, 13.  -46p.

Afmetingen: 18 x 11.50 (ingenaaid)

 1881  Nog over Critiek. (polemisch geschrift)

Onder de naam Wazenaar (Dr Amand De Vos)

Gent: Boekhandel W. Rogghé (J. Vuylsteke) Kalanderberg, 13. -129p.

Afmetingen: 18 x 11.50 (ingenaaid)
Druk: Drukkerij C. Annoot-Braeckman, Ad. Hoste opv.

 1881  Langs ruwe paden. (poëzie)

Bevat: Aan den lezer (pp 1-4); Uit de Laagte (pp 5-90); Bergop (pp 91-262); Nabericht (pp 263-264).

 Gent: J. Vuylsteke (Boekhandel W. Rogghé)  -264p.

Afmetingen: 20.50 x 13
Druk: Drukkerij I.S. Van Doosselaere.

 1881  Een Vlaamsche jongen. Tweede, omgewerkte, zeer merkelijk vermeerderde uitgaaf. (roman)

Onder de naam Wazenaar (Dr Amand De Vos)

Gent: Boekhandel W. Rogghé (J. Vuylsteke). – XVI -378 p.

Afmetingen: 18.50 x 12 (ingenaaid)
Druk: Drukkerij F.-L. Dullé-Plus, Hoogpoort, 27.

 1882 Poets wederom P…. Toets, na lezing van het artikel door Prof. Pol De Mont, geteekend Olympio in Jong Vlaanderen nr 6

Onder de naam WAZENAAR

 Gent: Drukkerij Dullé-Plus, Hoogpoort 26. -16p.

Afmetingen: 24 x 15.50

1884 In de natuur. (gedichtenbundel)

Onder de naam Wazenaar (Dr Amand De Vos)

Gent: Algemeene Boekhandel van Ad. Hoste, uitgever (Veldstraat, 49). -219p.

Afmetingen: 18.20 x 12
Druk: Drukkerij C. Annoot-Braeckman Ad. Hoste opv.

1887 Prijskamp en Academie. (bundeling van polemisch werk)

Onder de naam Wazenaar (Dr Amand De Vos)

Gent: Drukkerij F.-L. Dullé-Plus, Langemunt, 58. -209p.

Afmetingen: 19.40 x 12 (ingenaaid)

1887 Het Verraad-Van Hoorde, Vervolg van Prijskamp en Academie. (polemisch geschrift)

Gent: Drukkerij F.-L. Dullé-Plus, Langemunt, 58. -94p.

Afmetingen: 19.40 x 12 (ingenaaid)

1888 Nog het Verraad-Van Hoorde, tweede Vervolg van Prijskamp en Academie. (polemisch geschrift)

Gent: Drukkerij F.-L. Dullé-Plus, Langemunt, 58. pp. 97-162.

Afmetingen: 19.40 x 12 (ingenaaid)

1888 Keerzijde van Van Beers’ ‘Rijzende Blaren’. (polemisch geschrift)

Onder de naam Wazenaar (Dr Amand De Vos)
Bevat:  Alles goed? (pp 8-13); Voor en tegen (pp 14-26); Dagelijksche zonden (pp 27-40); Doodzonden (pp 41-55); Twee lijfstukken (pp 56-70); Slot (pp 71-84).

Lokeren: Boek- en Steendr. van Wed. De Smet-Themon. -84p.

Afmetingen: 18.70 x 12.50 (ingenaaid)

1889 Keerzijde van Van Beers’ ‘Rijzende Blaren’, Bijvoegsel (aan Remo).

Remo is een pseudoniem van Omer Wattez.Onder de naam Wazenaar (Dr Amand De Vos)

Lokeren: Boek- en Steendr. van Wed. De Smet-Themon. -pp89-132.

Afmetingen: 18.70 x 12.50 (ingenaaid)

1890 Over veelschrijven in zake van fraaie letteren, door Dr. Am. de Vos, werkend lid der koninklijke Vlaamsche Academie, (Plechtige, openbare zitting van 20 December 1889) Gent : A. Siffer, drukker der Koninklijke Vlaamsche Academie. -41p.

Afmetingen: 20.80 x 13.80 (ingenaaid)
Overdruk uit: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (1889). – p. 381-417.

1891 Kunstcredo voorgedragen in algemeene vergadering van het XXIe Nederlandsch Congres voor taal en letterkunde te Gent.

Onder de naam Dr AMAND DE VOS

 Lokeren : Wed. De Smet-Themon. -16p.
1892 Een officier geworgd in het Belgisch leger: uit het gedenkboek van eenen bataljonsgeneesheer. (polemische roman)

Onder de naam Dr AMAND DE VOS (Wazenaar)

Lokeren: Boek- en Steendr. van De Smet-Themon. – VI-376 p.

Afmetingen: 19 x 12.50

1893  Vlaanderens Maagd en de Schim van Willems, in de Vlaamsche Academie, zitting van 15n Maart 1893, voorgedragen.

Onder de naam Dr AMAND DE VOS (Wazenaar)

Gent : A. Siffer, drukker der Koninklijke Vlaamsche Academie. -14p.

Afmetingen: 20.80 x 13.50
Overdruk uit: Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal en Letterkunde 1893 pp 52-62.

1893 Idealen: gedicht voorgedragen in openbare zitting der Vlaamsche Academie, 22 juni 1893.

Onder de naam Dr AMAND DE VOS (Wazenaar)

Gent: A. Siffer. -24p.

Afmetingen: 18.30 x 14 (ingenaaid)
Overdruk uit: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1893. pp 188-201

1893 Tweede aanklacht bij de Kamer van vertegenwoordigers.

Onder de naam Dr AMAND DE VOS (Wazenaar)

Lokeren: Boek- en steendr. van De Smet-Themon. -15p.

Afmetingen: 19 x 12.50 (ingenaaid)

1894 Eene moeder. (lezing) Gent : A. Siffer. -13p.

Overdruk uit: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1894. pp 269-277
1897 Volkenmoord. (gedicht over de Armeense genocide)

Onder de naam Dr AMAND DE VOS (Wazenaar)

Gent:  Boekhandel J. Vuylsteke, Koestraat, 15. -51p.

Afmetingen: 19.20 x 13

z d Sagen en legenden uit St-Niklaas (Waas)

Onder de naam AMAND DE VOS

Sint-Niklaas: Boekdrukkerij van Mr. Van Haver, Kalkstraat, 38. -39p.

Afmetingen: 26.80 x 17.70 (geniet)

 POSTUME UITGAVEN
2000 Gelegenheidsheruitgave van Een Vlaamsche jongen door Amand(us) De Vos alias Wazenaar / [Yvan De Maesschalck]; samenst.: Georges Tallir. Lokeren : Culturele raad. -432p.

 

Toemaatje

Karel van de Woestijne, ‘Dr. Amand de Vos †’ In: Verzameld werk. Deel 6. Beschouwingen over literatuur. Het dagelijks brood I. Keur uit de brieven in dagbladen 1906-1929 (1950)

Dr. Amand de Vos †

9 November.

Een geel, vermoeid, schuw-ziende, nijdig-ziekelijk aangezicht; een gebogen gestalte; eene magere, witte hand, die de sigaar langzaam van en naar den mond bracht; een scherpe en wrokkige blik die achter de brilglazen gluurde; zoo kon men hem iederen dag, op hetzelfde uur, achter een gelijk glas bier in een koffiehuis dichtbij ’t station te Gent zitten vinden: een beeld van onmachtigen haat, van onvoldane wraakneming gelijk; de achterdochtige gedaante-zelf van ’t ingeworteldste pessimisme; – in den grond een diep-goed, zeer-edel mensch, voor wien het leven alleen niet steeds zacht, niet altijd mild was geweest; een fijn-gevoelige, een lichtgeraakte, bij wien de minste schram een blijvende, kankerende wonde werd; een in-zich-zelf levende natuur, die vermaak scheen te vinden elke wonde tot meer leedgenot nog steeds te vergrooten.

Zoo sleet Dr. Amand de Vos, in literatuur Wazenaar, de laatste jaren van zijn ziekelijk leven, jammerend om eigen gezondheid, jammerend om de slechtheid der tijden en ’t verval der karakters, jammerend om de wankelbaarheid der geesten en de verslapping – aldus noemde hij het – van onze Vlaamsche letteren: een negeerder, omdat hij niet wist waar zijne liefde te plaatsen; een idealist, en dáardoor de eeuwig-gekwetste.

Hij had, student nog in de medicijnen, als literator gedebuteerd met een door en door gezond boek: zijn, autobiographische, Vlaamsche Jongen; onbeholpen nog in de taal, onvast van stijl, werd het echter niettemin ontvangen als een jongeren broer van Ernest Staes, van Tony Bergmann, als een werk dat, in zijn persoonlijkheid, eene synthetische waarde bezat: het droeg in zich den adem van een land en van een deel der bewoners van dat land; in zijn naief en krachtig realisme zóo frisch, dat het thans nog, na Streuvels en Buysse, zeer leesbaar, zeer levend bleef en dat sommige deelen als klassiek in de Vlaamsche hoofden en harten blij-wakker, blij-aandoend voortbestaan.

Maar in zijn Langs ruwe Paden, romantisch-wijsgeerige verzen, of sentimenteele, schwärmerische ontboezemingen, spreekt reeds de pessimist. De beste deelen eruit, ’t beste van heel zijn poëtischen arbeid, waar hij zich weet te verheffen tot de mannelijkheid van den Vuylsteke der verhalend-bespiegelende gedichten, zijn echter niet alleen een klacht: zij zijn een aanklacht.

En nu dacht de jonge krijgsdoctor, de levenslustige, zeer gevoelige schrijver van Een Vlaamsche Jongen, zijn weg gevonden te hebben: het pamphlet, de uitdagende kritiek, de beschuldigende satire zou ’t wapen worden waar hij, door de lagere massa heen, zijn weg ter glorie meê zou banen.

Het was, allicht en waarschijnlijk, de vergissing van zijn leven. De gewoonte, aanvankelijk eene liefhebberij van den strijdlustigen jongen man, die zijne krachten beproefde – zijne pen in gal en edik te doopen (en Pol de Mont weet dat hij geen gemakkelijk polemist was!), deed, dat hij weldra alles zwart en leelijk ging zien, zichzelf vervolgd waande waar alleen zijn hoogmoed even werd gekwetst, en zich in zulke mate geroepen scheen als publiek aanklager op te treden, dat zijne verwoede of bedilzuchtige, openlijke of verstokene aantijgingen niet zonder gevolg bleven: hij werd gedwongen als krijgsgeneesheer zijn ontslag in te dienen, wat aanleiding gaf tot zijn boek: Een Officier geworgd in ’t Belgisch Leger. Het woord geworgd alleen toont den geestes- en gemoedstoestand des schrijvers aan.

In ’t particuliere leven teruggetrokken, buiten werkdadigen omgang met arbeidende schrijvers of strijdende flaminganten, werd het bestaan, verbitterd nog door ziekelijkheid, hem niet aangenamer. Liet hij de pen ook rusten – slechts nog enkele, verre van goede, verzen schreef hij, nu en dan: een paar balladen en bombastisch pathos over de Armenische uitmoordingen, – scheen hij in den vrede van den huiselijken kring te vermilden – want in den grond was hij zielsgoed -: de gewoonte van wrok en achterdocht liet op zijn geel en gallig aangezicht een rebarbatief, niet aanlokkelijk masker. Dr. Amand de Vos was, naar uitzicht, niet sympathiek. Hij bleef de gekrenkte; verzoening had aan zijn trekken de rust niet teruggegeven.

Maar wie den man mocht naderen had aldra eerbied voor hem. Hij wist dat hij edel was, geestelijk-hoog stond, nooit was afgedaald tot onwaarheid of lagere karreweitjes.

Dr. Amand de Vos was allen eerbied waard. En, wat beter is: hij blijft voor ons de schrijver van Een Vlaamsche Jongen.