home | Inloggen
Aantal schrijvers: 594 | Aantal boeken:

19.538

 

 

Van Langendonck, Prosper

Maakt deel uit van:

PROSPER VAN LANGENDONCK

Brussel, 15 maart 1862 – Brussel 7 maart 1920

Dichter, essayist en criticus.

Prosper van Langendoncks naam is literair-historisch vooral verbonden met het letterkundig genootschap De Distel en het tijdschrift Van Nu en Straks (1893-1901).

Geruchtmakend zijn de opstellen “De Vlaamsche Parnassus” (Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle, 1888) en “De Herleving der Vlaamsche Poëzij” (Van Nu en Straks, 1894), waarmee hij de baanbreker werd voor een nieuwe literaire kritiek in Vlaanderen.

Laat slechts één verzenbundel na, waarin hij de tragiek van zijn bestaan op intense wijze onder woorden brengt.

Maurice Gilliams stelt pregnant”(Hij is) in onze dichtkunst de eerste groote zielsvermoeide. En minder met de traditioneel luchthartige volksaard der Vlamingen verwant, is hij in de literatuur van zijn land de eenzame dichter van het (katholiek) pessimisme.” (in de inleiding tot de uitgave van ‘Gedichten’)

Hij is niet verwarren met de politicus Prosper Van Langendonck die volksvertegenwoordiger was maar ook heel wat toneelstukken schreef.

BIOGRAFIE

15 maart 1862: Prosper Antoine Joseph Van Langendonck is geboren te Brussel. Zijn ouders, afkomstig uit de Brabantse Kempen, waren het geluk in Brussel komen zoeken.

  • Zijn moeder houdt een winkel van linnengoed open en is naaister, zijn vader is restaurateur van schilderijen en schildert zelf uit liefhebberij.

Het gezin Van Langendonck verhuist vaak, maar het is aan het Sint-Aloysiuscollege op de Kruidtuinlaan dat hij zijn humaniora afrondt. Hij heeft er een uitstekende humanistische vorming gekregen, houdt van Vergilius en Dante en maakt kennis met de Franse klassieke en romantische literatuur oa De Vigny en de Musset

1880-1881:  Vat eveneens aan het Sint-Aloysiuscollege de hogere studie letteren en wijsbegeerte aan, maar moet die na één jaar staken om in het gezinsonderhoud te helpen. Zijn moeder was overleden in juni 1880 en zijn vader werd met blindheid bedreigd en was tot verder werken onbekwaam. Prosper werd dus kostwinner voor het gezin Van Langendonck.

Een zwerftocht langs de Brusselse burelen begint.

  • Van 15 september 1881 tot 14 oktober 1882 is hij klerk op het provinciebestuur te Brussel.
  • Van 14 oktober 1882 tot 1 november 1885 werkt hij bij de NV Van Thill & Co te Brussel
  • Van 1 november 1885 tot 1 juni 1888 is hij in dienst bij de “Assurances Générales”
  • 1888-1898: Door bemiddeling van Victor A. Dela Montagne wordt hij ambtenaar op het Ministerie van Justitie.
  • 1 januari 1899-1919: Verbonden aan de vertaaldienst van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, waar hij de collega werd van Fernand Toussaint van Boelaere , die evenals hij actief was in Van Nu en Straks. Hij zal in 1919 voortijdig op pensioen worden gesteld, deels vanwege zijn vriendschappelijke betrekkingen met de Duitse dichter en Gezellevertaler Rudolf Schröder, tijdens de Eerste Wereldoorlog te Brussel officier van het bezettingsleger, deels vanwege zijn sterk ondermijnde en door krankzinnigheid bedreigde psychische toestand.

DE PERIODE VAN 1882 TOT 1900 WAS DE ACTIEFSTE VAN ZIJN LEVEN.

Politiek

Ondanks zijn zwakke gezondheid, zijn gering psychisch weerstandsvermogen en de bijzonder remmende werking van zijn familiale omstandigheden neemt Van Langendonck met een totale inzet deel aan de Vlaamse Beweging

Hij behoort tot de kring der stichters en propagandisten van de Vlaamsche Volkspartij en van de Vlaamsche Bond van het Arrondissement Brussel

Literair

1882 tot 1908: Lid van het letterkundig genootschap De Distel, toen een uniek gezelschap in Brussel, waarin Van Langendonck een spilfunctie bekleedt. In de Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle, een tijdschrift dat nauwe banden had met De Distel, publiceert hij essays, gedichten en kritieken.

  • Daarin verschijnt bijvoorbeeld zijn geruchtmakende opstel ´De Vlaamsche Parnassus´ (1888), waarmee hij grote indruk maakte op de door vernieuwingsdrang bezeten jongeren.

1893: Richt samen met o.a. August Vermeylen, Cyriel Buysse en Emmanuel De Bom “Van Nu en Straks” (1993-1996 en  1996-1903) op.

  • Zijn essay ´De herleving der Vlaamsche Poëzij´, dat hij in de eerste reeks van Van Nu en Straks (1894 Van Nu en Straks, jg. 1, p. 26-37 en 43-44.) publiceert, zou een van de poëticale pijlers worden waarop het nieuwe tijdschrift steunt.

Centraal in zijn poëtica staat de opvatting dat ware dichtkunst enkel en alleen kan wortelen in een vrije persoonlijkheid. Zijn visie is een synthese van de tegenovergestelde opvattingen van Pol de Mont, die een esthetisch formalisme verdedigde, en Max Rooses, die sterk traditionalistisch en normatief-rationalistisch georiënteerd was. Van Langendonck beoogde een synthese van individu en gemeenschap, van ethiek en esthetiek, van de traditie – die hij als literair geschoolde heel goed kende – en vernieuwing, die hij op artistiek vlak zag in een autonomisering. Dankzij hem zocht de Van Nu en Straks aansluiting bij de West-Vlaamse school van Guido Gezelle, Hugo Verriest en Albrecht Rodenbach.

1899: Huwde met Adèle Wouters. Hun huwelijk bleef kinderloos.

1900: Publicatie van zijn enige dichtbundel “Verzen“.
De verzen van Van Langendonck worden gekenmerkt door de steeds terugkerende strijd tussen menselijk gevoel en intellect.

NAAR HET EINDE TOE…

1903: Wordt door Vermeylen ingehaald bij de redactie  van  het tijdschrift “Vlaanderen” (1903-1907), dat als de erfgenaam van Van Nu en Straks wordt beschouwd.

Van 1904 af krijgt hij, wegens ziekte, herhaaldelijk verlof.

De Brusselse geneesheer Dr planquaert verzorgt hem van 1904 tot 1906. Daarna gaat hij een bekend psychiater raadplegen in Bonn. In 1906 doet hij een rustkuur te Genk, dat toen nog een landelijk plaatsje was te midden van de heide. Ook de veelsoortige psycho therapieën waarmee hij vanaf 1906 wordt behandeld, hebben geen resultaat.

Zowel zijn dichterlijke productie als zijn literair-kritische vallen langzaam stil.

1905: Toch nog wat vertaalwerk: Leopold II koning der Belgen; zijn leven en zijne regeering, 1835-1905 / door S. Olschewsky en J. Garsou, doctors in de wijsbegeerte en de letteren; In ’t vlaamsch bewerkt door Prosper Van Langendonck, vertaler bij de Kamer der volksvertegenwoordigers.

1918/1919:  Na Wereldoorlog I wordt hij van activisme beschuldigd vanwege zijn vriendschappelijke betrekkingen met de Duitse dichter en Gezellevertaler Rudolf Schröder, die tijdens de Eerste Wereldoorlog te Brussel als Duits officier belast was met het onderhouden van literair contacten met Vlaamse auteurs. Later werd hij daarvan vrijgepleit.

Uiteindelijk moet hij wegens geestesziekte ontslag nemen.

7 november 1920:  De dementerende Van Langendonck overlijdt aan slokdarmkanker in het Brusselse Sint-Janshospitaal. Op 10 november vindt de uitvaart plaats en wordt Prosper Van Langendonck te Evere begraven.

Epiloog

7 november 1921: Herdenking van het overlijden van de auteur een jaar eerder. De oude vrienden leggen bloemen neer op zijn graf.

In de namiddag heeft in de trouwzaal van het Brussels stadhuis een academische zitting plaats. De publieke opkomst is buiten alle verwachtingen groot. August Vermeylen, Alfred hegenscheidt, Fernand Toussaint vanBoelaere, Karel van de Woastijne, Maurice Roelants en Herman Teirlinck houden ieder een huldetoespraak.

1995: Naar aanleiding van de 75ste verjaardag van het overlijden van de auteur opende de gemeente Kampenhout het “Prosper Van Langendonckpad” – bewegwijzerde streek- en natuurwandeling door de witloofstreek, langs kastelen en boerderijen, het natuurreservaat Weisetter en het golfterrein. Hij bracht hier te Relst, een gehucht van Kampenhout, regelmatig zijn vakanties door. Hij logeerde bij de smid Vanderlinden in de afspanning “Op het Santfliet”.

Invloed van Prosper van Langendonck

  • Prosper van Langendonck heeft aan het eind van de negentiende eeuw vanuit De Distel de literatuurvernieuwing in Vlaanderen helpen inluiden die uiteindelijk tot de oprichting van Van Nu en Straks heeft geleid.
  • In De Distel las hij het werk van de Nederlandse Tachtigers voor.Hij had een sterke bewondering voor klassieke auteurs als Vergilius, Dante en Vondel. Van de Franse klassieken en romantici werd hij vooral geboeid door Alfred de Vigny en De Musset; van de Duitse groten trokken vooral Goethe, Rückert, Von Platen en Bodenstedt hem aan. Bovenal voelde hij zich verwant met de belijdenislyriek van Baudelaire en Leopardi.
  • Ook door de traditie dichter bij huis liet hij zich beïnvloeden: het was onder zijn impuls dat Van Nu en Straks aansluiting zocht bij de West-Vlaamse school van Guido Gezelle, Hugo Verriest en Albrecht Rodenbach. Daarnaast vindt men in zijn werk waarderende beschouwingen over Jan De Laet, Prudens van Duyse en Johan M. Dautzenberg.

 

MEER OVER PROSPER VAN LANGENDONCK

  • Lissens, R.F. 1967. De Vlaamse letterkunde van 1780 tot heden. Brussel/Amsterdam: Elsevier.
  • Lissens, Jean Paul en Laetitia Jansseune. 1998. ´Langendonck, Prosper van.´ In: Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging. Tielt: Lannoo, p. 1789.
  • Vervliet, Raymond. 2001. ´Prosper van Langendonck.´ In: Hugo Brems, Tom van Deel, Ad Zuiderent (red.). Kritisch lexicon van de Moderne Nederlandstalige Literatuur. Groningen, Martinus Nijhoff uitgevers.
  • Schmook, Ger.  Prosper van Langendonck 1862-1920. Antwerpen, Helios, 1968. Gebonden. 48 p. Ills. Monografieen over Vlaamse Letterkunde.
  • Sourie Louis  Prosper van Langendonck. Leuven, 1941, 211 .pp, (heruitgegeven in 1962.
  • Toussaint van Boelare, F.V.  Prosper Van Langendonck: Essay, teksteditie met inleiding en aantekeningen door Raymond Vervliet. Gent, Secretariaat van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1996. 92pp.

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Websites

Referenties

  • Vervliet, Raymond. 1985. ´Van Nu en Straks.´ In: M. Rutten en J. Weisgerber, Van Arm Vlaanderen tot De voorstad groeit. De opbloei van de Vlaamse literatuur van Teirlinck-Stijns tot L.P. Boon (1888-1946). Antwerpen: Standaard Uitgeverij, p. 78-225.
  • Westerlinck, Albert.  Prosper van Langendonck. Diagnose van een ongeneeslijke ziel.
    De Kinkhoren/Desclee de Brouwer, 1946. Gebonden met stofomslag. 193 p.

SMAAKMAKER

Prosper van Langendonck, ‘Beatrice’ In: Van Nu en Straks. Nieuwe reeks. Jaargang 3 (1898)

Langs Zomervelden

Langs zomervelden wil ik zwerven,
waar hemelreine liedren zingen,
die tot den grond des harten dringen,
langs zomervelden, waar het koren
goudglanzig deint in wijde golven,
vol kollen, in die zee verloren,
roodlachend nu, dan weer bedolven.
Langs zomervelden wil ik zwerven,
oneindig breed als oceanen,
waar nooit de blauwe sferen tanen.
geen woud begrenst de verre kimmen;
waar, boven ‘t werelds kleine en boze,
zie1, in ‘t warme licht aan ‘t klimmen,
gans wegsmelt in het eindeloze.Langs zomervelden wil ik zwerven,
waar, uit den hogen, ‘t heimvol duister,
doorzilverd van de starrenluister,
neerzinkt als dauwvocht zoet- en lavend;
waar starren liefdevonken wekken,
en, in den weeldevollen avond,
onze armen zich ten hemel strekken.

 

BIBLIOGRAFIE

Woordje vooraf

De bibliografie omvat

  • A. De publicaties in boekvorm uitgegeven tijdens zijn leven: het gaat om één dichtbundel, een professionele vertaling en een aantal essays. Postuum werden er nog bloemlezingen gepubliceerd, waaronder een markante (1939) omwille van de inleiding van Maurice Gilliams.
  • B. Een selectie van zijn publicaties in tijdschriften. We wijzen erop dat DBNL  Prosper van Langendonck · dbnl heel wat electronisch  beschikbaar heeft.

De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij

  • Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen
  • Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel – Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
  • POËZIECENTRUM vzw – Gent

Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto

Chronologisch overzicht

A.   In boekvorm

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1900 Verzen. (gedichtenbundel)

Van de bundel Verzen verscheen in 1918 een tweede, aangevulde druk met een inleiding van J. Boonen. (zie verder in de bibliografie)

Van Langendonck 1 Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel  / Amsterdam: Versluys.-111p.

Afmetingen: 16 x 12.50 (ingenaaid)
1904 Vlaamsche Oogst. Proza en poezie van hedendaagsche Zuid-Nederlandsche schrijvers. (Bloemlezing)

Bijeengebracht door Ad. Herkenrath; Met een voorwoord van August Vermeylen, en een historische inleiding door Prosper Van Langendonck.
Amsterdam: Van Looy. -XXIII-318p.
1905 Leopold II koning der Belgen; zijn leven en zijne regeering, 1835-1905 / door S. Olschewsky en J. Garsou, doctors in de wijsbegeerte en de letteren; In ’t vlaamsch bewerkt door Prosper Van Langendonck, vertaler bij de Kamer der volksvertegenwoordigers Brussel: Vanderlinden. -205p.
1918 Verzen van Prosper Van Langendonck. (Bloemlezing)

Met inleiding door Dr. Jaak Boonen
Van Langendonck 2a
Ontwerp kaft: Ph. Praag. Ontwerp titelblad: Wilm Klijn.
Van Langendonck 2 Amsterdam: Mij. voor goede en goedkoope Lectuur. -116p.

Reeks: Nederlandsche bibliotheek. Onder leiding van L. Simons nr 369
Afmetingen: 18 x 11.80 (gebonden in harde kaft)
Gedrukt ter drukkerij “De Degel” Amsterdam.
POSTUUM UITGEGEVEN WERK
1926 Het werk van Prosper van Langendonck. Voor het van Langendonck-Comité uitgegeven door de Maatschappij voor Goede en Goedkope Lectuur. (bloemlezing)

Bevat: Een woord ter inleiding van August Vermeylen (pp 5-8); I. De eerste verzenbundel (pp 9-94); II. Gedichten die door Pr. Van Langendonck in de eerste uitgaaf der “Verzen” niet opgenomen werden (pp 95-114); III. Latere gedichten (pp 115-154); IV. Fragmenten en onvoltooide verzen.
Proza (pp 161-248).

Amsterdam: Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur. -248p.

Afmetingen: 23.70 x 18.70 (ingenaaid – zachte kaft én gebonden – harde kaft met goudopdruk)
Drukkerij en binderij van de Wereldbibliotheek.

 

1939 Prosper Van Langendonck. Gedichten en Starkadd. drama van Alfr. Hegenscheidt. (bloemlezing)

Editors: Maurice Gilliams en Matthieu Rutten
Er bestaan twee editiesUitgeversband A: volle band bruin bokssaffiaanleer, kop verguld, niet afgesneden; goudstempel op voor en achterplar en rug; schutsbladen van effen roomkleurig papier.
Uitgeversband B: halve band bruin leer zonder hoeken; platten van gespikkeld linnen. Met inleidende tekst van Maurice Gilliams ‘Inleiding tot de verzen van Prosper van Langendonck; blz. 11-20.Aantekeningen door M.G. en Prosper Arents blz. 168-175.
Van Langendonck 4 Amsterdam: Elsevier./ Brussel: N.V. Standaard Boekhandel.-175p.

Reeks: Bibliotheek der Nederlandse letteren. – Amsterdam; vol. 1939: 1 / 4
Afmetingen: 21.30 x 13.30 (gebonden – harde kaft)

Kolofon:”  Van deze uitgave werden tweehonderd-en-vijftig genummerde exemplaren gedrukt op oud-hollands geschept papier van de N.V. Van Gelder Zonen door de firma Boosten & Stols te Maastricht en in echt bokssaffiaanleer gebonden door Stokkink’s Boekbinderij N.V. te Amsterdam. Dit exemplaar draagt het nummer…”

1948 Prosper van Langendonck (bloemlezing)

Ingeleid en samengesteld door Leo Simoens;
Omslag-ontwerp van Broeder Max
Diest: Uitgeverij “Pro Arte” pvba. -100p.

Reeks: Keurbladzijden uit de Nederlandsche letterkunde. – Diest; vol. 19
1962 Gedichten. (bloemlezing)

Verzameld en ingeleid door Albert Westerlinck.
Bevat: ‘Prosper Van Langendonck door Albert Westerlinck (pp 5-10); I. Gedichten uit VERZEN (pp 11-58); II. Gedichten door de dichter niet weerhouden voor de eerste uitgave van zijn VERZEN (pp 59); III. Uit de latere gedichten (pp 60-76); Bibliografie p 77.
 Van Langendonck 2 Hasselt: Uitgeverij Heideland. -77 + [III]p.

Reeks: Poëtisch erfdeel der Nederlanden; vol. 3
Afmetingen: 18 x 11 (pocket)
1969 Prosper Van Langendonck 1862-1920. (monografie)

Samengesteld en ingeleid door Ger Schmook

Antwerpen: Uitgeverij Helios.  -48p.

Uitg. voor het Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur
Reeks: Monografieen over Vlaamse Letterkunde vol 44

 

B.    In Tijdschriften

Prosper van Langendonck publiceerde heel veel in tijdschriften. Dnbl heeft heel wat primaire teksten van hem elektronisch beschikbaar.

Onze selectie omvat de twee belangrijkste essays.

1888 De Vlaamsche Parnassus. (essay)

In: Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle, jg. 10, p. 564-574.
1894 Herleving der Vlaamsche Poëzij. (essay)

In: Van Nu en Straks, jg. 1, p. 26-37 en 43-44.