home | Inloggen
Aantal schrijvers: 594 | Aantal boeken:

19.538

 

 

Toussaint van Boelaere, Fernand

Maakt deel uit van:

Fernand  V. Toussaint van Boelaere

Anderlecht, 18 februari 1875 – Brussel, 30 april 1947

Goudsmid der Vlaamse letteren’

Met zijn zin voor de subtielste schakeringen heeft hij van zijn auteursnaam het merkteken gemaakt van de verfijnde stilist die hij steeds is geweest waardoor hij  ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag door minister Hiernaux met deze eretitel werd bedacht.

Men heeft Van Boelaere uitentreuren gekarakteriseerd als de goudsmid uit de Vlaamse literatuur; deze karakteristiek geldt dan niet alleen zijn voorname verzorging van de klank- en ritme-elementen in zijn proza, zij geldt evenzeer voor de doordachte compositie van zijn verhalen, hun gehele opzet en de opvatting van  het gebeuren. Op enkele plaatsen moge de hedendaagse lezer de beschrijving even iets te breed aandoen, als geheel handhaaft Van Boelaeres werk zich, doordat het, negatief, essentieel afwijkt van de verouderde beschrijvingskunst, – positief doordat alle materie psychologisch zinrijk gevormd werd en in artistiek daaruit voortvloeiende vorm neergeschreven.

G.P.M. Knuvelder, ‘Prozaschrijvers’ In: Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde. Deel 4 (1953)

Pseudoniemen: Fer Ben Iskaneri (in: De Boomgaard) voor details zie rubriek A-Z Pseudoniemen lexicon

 BIOGRAFIE

18 februari 1875: Werd als Fernand Victor Toussaint geboren te Anderlecht.

  • Voegde aan zijn naam ‘van Boelaere’ toe, om zich te onderscheiden van twee andere Toussaints die eveneens te Brussel werkzaam waren, een twee jaar oudere schilder en een schrijver van hyperromantische draken.
    • Fernand Toussaint, geboren te Brussel in 1873, was een schilder gevormd aan de Kon. Ac. voor Schone Kunsten te Brussel en in het atelier van Portaels. Vooral bekend om zijn intimistische vrouwenportretten. Overleden in 1955.
    • Jef Toussaint, geboren te Brussel in 1867, schreef aanvankelijk in het Frans gedichten en liederen onder het pseudoniem Ivan Wexther. In het Nederlands schreef hij een aantal drama’s, komedies en operettes. Overleden te Sint-Joost-ten-Node in 1934)

Studeerde aan de Nederlandstalige afdeling van het Atheneum te Brussel en gedurende enige tijd in de Letteren en Wijsbegeerte, afdeling Klassieke filologie, aan de Université Libre de Bruxelles.

Was lid van de Brusselse leerlingenkring ‘Help U Zelf’ waarvan hij voorzitter werd (1893-1894);

Was lid van het Brusselse kunstgenootschap De Distel en vooral geestdriftig bewonderaar van de woordcultus van de Franse Parnassiens en symbolisten en de Noordnederlandse Tachtigers.

  • In tegenstelling echter tot de andere Van-Nu-en-Straksers die met hun tijdschrift een dam wilden opwerpen tegen de uit De Nieuwe Gids aangolvende stroom van hyperindividualistisch estheticisme, bleef hij, onbeïnvloed door wisselende stilistische modes en literaire experimenten, trouw aan het in zijn jeugd gevormde kunstideaal: de intellectueel beheerste uitdrukking van individuele emoties in woordschoonheid. Ook hij streefde naar verruiming van de literatuur door een algemeen-menselijke, kosmopolitische thematiek, door verfijning van de taalexpressie en verdieping van de gedachteninhoud zoals de Van-Nu-en-Straksers, maar hij weerde elke vorm van ethische of sociale preoccupatie, zodat zijn esthetische opvattingen eerder aansloten bij die van de Tachtigers dan bij die van Van Nu en Straks.

1894: Reeds in de eerste verzen, gepubliceerd in de bundel van Help U Zelf (1894), in het tijdschrift De Jonge Vlaming (waarvan hij vanaf 1 oktober 1894 met Leo van Lee de redactie waarnam) en in het door hem geredigeerde speciale kerstnummer van Jong Vlaanderen (1894), manifesteerde zich een drang naar beheerste vormschoonheid. Tedere, wat melancholische natuurstemmingsbeelden, de schoonheid van een jonge vrouw en de eerste liefdesroes vormen de thema’s van deze gedichten.

Mei 1898: Treedt in staatsdienst als vertaler bij het ministerie van justitie, waar hij op 1 maart 1940 zijn loopbaan eindigde als directeur-generaal.

  • Opgemerkt door Prosper van Langendonck, met wie hij als ambtenaar op het ministerie van Justitie samenwerkte onder leiding van de dichter Victor dela Montagne, werd hij opgenomen in Van Nu en Straks, waar hij in de tweede (1897) en derde jaargang (1898) van de Tweede Reeks een twaalftal sonnetten publiceerde.

1900: Met Van de Woestijne en Herman Teirlinck vormde hij het triumviraat der jongeren die de artistieke idealen van de grondleggers van Van Nu en Straks slechts gedeeltelijk onderschreven en die hun zelfstandigheid opeisten om zich helemaal te kunnen wijden aan de cultus van het Ik en het Woord. Hun onafhankelijkheid bevestigden Teirlinck en Toussaint met de publicatie van de bundel sonnetten Metter-Sonnewende (1900), die geopend werd door gedichten van Willem Kloos en Prosper van Langendonck, de door hen erkende poëtische mentors.

1907: Hij was medeoprichter en een tijdlang secretaris van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen.

1909: Een omvangrijk dichterlijk oeuvre heeft hij niet nagelaten, omdat hij als bedachtzaam werkend stilist zijn verzen langdurig ciseleerde voor ze aan de drukker toe te vertrouwen. Afzonderlijk, in de precieuze vorm van een plaquette, verscheen slechts Latere Bekentenis (1909). Dit lange vormgave gedicht van zestien zesregelige strofen over de prille roes der jeugdliefde is heel karakteristiek voor de koel beheerste wijze waarop met zorgvuldig op hun klankwaarde gekozen woorden en enkele plastische beelden een erotische sfeer wordt gesuggereerd.

1910: Zijn prozadebuut, Landelijk Minnespel. Het Verhaal van een Dag te Lande. Met Voorhang en Aanhang (1910), wekte opzien als een verrassende vernieuwing van de streeknovelle in een periode van welig tierende idyllische heimatliteratuur. Niet vanuit het perspectief van de landman, doch vanuit de afstandelijke houding van een esthetiserende en sceptisch relativerende stedeling wordt hier het landleven beschreven.

1919: Redacteur bij het Beknopt Verslag van de Senaat.

1921: Wordt corresponderend lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, waarvan hij in 1934 onderbestuurder en in 1935 bestuurder wordt.

1923: In het woord vooraf tot Het gesprek in Tractoria schreef hij:

Mochten […] ‘the happy few’ voor wie ik schrijf, eenig stil genot bij ’t doorbladeren van dit boekje ondervinden: mijn roemzucht zou daarmee ruimschoots zijn voldaan.

Lodewijk Van Deyssel, Flaubert, Barrès, Stendhal zijn de literaire referenties voor Toussaints precieus esthetiserende en sterk individualistische woordkunst.

1926: Bundeling van zijn vroege essays in Zurkel en Blauwe Lavendel (1926). Naast twee essays over Jeugdherinneringen aan boeken en Het Stadsleven in de Nieuwere Vlaamsche Prozakunst bevat het boek hoofdzakelijk een aantal literaire portretten en kritieken op werk van Hendrik Conscience, Reimond Stijns, Herman Teirlinck, Maurits Sabbe, Hugo Verriest, V.A. dela Montagne, Karel van de Woestijne en Prosper van Langendonck.

1926: Publicatie van Anthea (gedateerd 1908, gepubliceerd 1926; bijgewerkte uitgave 1933), ‘keurverzameling van sonnetten’ door hem samengesteld en ingeleid. Waaruit blijkt dat hij de historische evolutie van deze dichtvorm grondig heeft bestudeerd.

1929-1943: Directeur van het Beknopt Verslag van de Senaat.

1931: Voorzitter van de Vlaamse Pen-club.

Was jarenlang correspondent van het Algemeen Handelsblad.

Ook was hij medeoprichter van het Nieuw Vlaams Tijdschrift.

1938: In het driedelige Litterair Scheepsjournaal (1938, 1939, 1946) verzamelde hij vooral de artikelen die hij als Brussels correspondent van het Algemeen Handelsblad van Amsterdam had geschreven. In deze in de marge van de actualiteit neergepende indrukken en beschouwingen over letterkunde, toneel, muziek en plastische kunsten, komt Toussaint nog meer te voorschijn als louter subjectief commentator.

1940: Op rust gesteld als directeur-generaal bij het Ministerie van Justitie.

1944: Pas op het einde van zijn leven kwam hij ertoe zijn verspreide gedichten te selecteren, soms nogmaals te polijsten en te bundelen in De Gouden Oogst (1944).

  • Uit deze bundel blijkt dat hij door de jaren heen steeds zichzelf is gebleven, zowel in de esthetiserende doch strak beheerste vormgeving, als in de thematiek m.n. de verheerlijking van de schoonheid van het leven: de erotiek, de feestvreugde met ‘’t glas vol fonkelende wijn’, de zomerse natuur.

30 april 1945: Wordt lid en later voorzitter van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht.

1945: Merkwaardig is wat na de tweede wereldoorlog gebeurt: van goudsmid naar literaire grootinquisiteur ?

  • Toussaint van Boelaere begint een kruistocht tegen Felix Timmermans omwille van zijn vermeende incivisme. Zelfs twee dagen nadat Felix Timmermans overleden was ( ), verscheen er nog een weerwoord aan het adres van Albert Westerlinck, waarin zijn argumenten tegen Timmermans nog eens extra in de verf werden gezet.
  • In de rangen van het jonge en ‘durvende’ tijdschrift Golfslag werd deze inquisitie met afschuw gevolgd. In hun Timmermansnummer aarzelen ze dan ook om –gesteund door de necrologische woorden van waardering uit diverse hoeken, Toussaint’s campagne in een maniakaal daglicht te stellen en Timmermans voor stellen als quasi-martelaar van de repressie.
  • Dit spel van inquisitie en tegen-inquisitie was symptomatisch voor de institutionele posities van de verschillende spelers na WO II.
  • Gaston Durnez zal Toussaint als literaire grootinquisiteur in zijn Timmermansbiografie niet sparen: hij noemt hem een ‘wraakengel’, en verwijt hem dat hij ‘in de nadagen van zijn artistieke roem … nog altijd een eersterangsrol wilde spelen.’

30 april 1947: Overlijden van F.V. Toussaint van Boelaere te Brussel.

Het scheppende prozawerk van Toussaint is weinig omvangrijk: naast een aantal schetsen en prozagedichten, een vijfentwintig ‘kortverhalen’.

  • Gewoonlijk verscheen dit werk eerst in tijdschriften en werd het achteraf gebundeld in De bloeiende verwachting (1913), De zilveren vruchtenschaal (1924), Drie Rozen van den Struik (1945) en Zwart en goud (1947).
  • Uitsluitend afzonderlijk verschenen de novellen Het gesprek in Tractoria (1923), Het Barceloneesche Avontuur (1944) en Mallorca en de Nymfen (1946), telkens uitgegeven in een beperkte oplage, volgens zijn wensen als bibliofiel steeds uiterst verzorgd en met illustraties van bekende kunstenaars als Henri van Straten, Karel Maes, Ferdinand Schirren en Idel Janckelevici.
  • Zoals ook uit zijn latere verhalen blijkt, was hij zo onder de bekoring gekomen van de zwoele sfeer van het Zuiden dat hij zijn gevoelige reisimpressies bundelde in Barceloneesche Reisindrukken (1930).

SMAAKMAKER

Nachtlied

Uit: Van Nu en Straks. Nieuwe reeks. Jaargang 2 (1897)

Geen enkel ver- gerucht
en komt tot mij gedreven;
De boomen van de dreven
en loozen zelfs geen zucht.
Geen late muggenvlucht
zie ‘k vóor mijn oogen zweven;
De nacht heeft saamgeweven
zoo innig, aarde en lucht.
Mijn hart dat ‘k waande dood
Door ’s werelds drukte omgeven
Voel ‘k nu geweldig gaan!
Geneuchte wondergroot:
Zijn hart te hooren slaan
Wen dood is alle leven.

Sonnet

Uit: Van Nu en Straks. Nieuwe reeks. Jaargang 2 (1897)

Waarom weerstaan den drift der twintig jaren?
Genoopt door ’t langzaam aangehoopte wee
van droomen die voor mij zoo lokkend waren
doch nooit verstaan, mij lieten kalm-gedwee.
Mijn drift! ’t Is al de woede van die zee
wier wild en wilder opgegloeide baren
staag-overvloeiend, heide en berg en steê
het al in één oneindig meer vergâren.
De zee! de zee!…. zie langzaam schuift ze henen
omgolvend ’t weeldrig lijf der vrouw, die lacht
zóó rustvol daar, en droomt – in liefde ervaren! –
Waarom weerstaan den drift der twintig jaren?
Mijn teed’re! ‘k Zal voor u zijn o zóó zacht:
zacht als een kind dat niets nog kan dan weenen.

 

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Websites

Referenties

  • J. Weisgerber en M. Rutten (redactie), Van Arm Vlaanderen tot De voorstad groeit. De opbloei van de Vlaamse literatuur van Teirlinck-Stijns tot L.P. Boon (1888-1946). Standaard Uitgeverij, Antwerpen 1988

 

BIBLIOGRAFIE

Woordje vooraf

  • ROEMANS, Analytische bibliographie van en over F.V. Toussaint van Boelaere, Gent 1936 (Overdruk uit Versl. en Med. van de Kon. Vl. Ac. voor Taal- en Letterkunde, afl. januari 1936; met bijdragen van August Vermeylen, Herman Robbers, Dirk Coster, Reimond Herreman en een verantwoording van F.V. Toussaint van Boelaere). Deze Bibliografie is electronisch beschikbaar bij DBNL – Analytische bibliografie van F.V. Toussaint van Boelaere.
  • R. ROEMANS stelde ook een Beknopte Bibliographie van F.V. Toussaint van Boelaere op voor het Album Amicorum.

De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij

  • Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
  • Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
  • Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
  • POËZIECENTRUM vzw – Gent

Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.

Chronologisch overzicht

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1 ste druk
1900 Metter Sonnewende: sonnetten van Jeannette Nyhuis, Victor de Meyere, Herman Teirlinck, Fernand Toussaint, Jan Van Overeyde; met voorrede van Willem Kloos, een antwoord daarop van Prosper Van Langendonck en ornamentaties en stafletters van Jacobijne Nijhof.Van Fernand Toussaint verschenen de volgende sonnetten:

October, ‘Het weer is guur en kil’.
De Heide, I., ‘Oneindig ver, oneindig breed en wijd’.
De Heide, II., ‘Nu voel ik dat ik U sinds lang verbeidde’.
Wederzien, III., ‘Wanneer dan, beu van het gewoel der steden’.
Laure, I. ‘Gij zijt de vrouw die ‘k mij zelf mocht beloven,
Laure, II., ‘Uw teergeliefde wezen lacht me tegen’.
Laure, III., ‘Nu voel ik uwen zoen, den lang verbeiden’.
Laure – Onbeweeglijkheid.‘Uw oogen immer zijn ze op mij gericht’.
Laure.‘De lucht is een doorklare helderheid’.
Laure. ‘Ik zie steeds dichter uw geliefd gelaat’.
Laure.
I. ‘O vrouw uit verren tijd en andere streken’.
II. ‘Ik ben de welbeminde God van Morgen’.
Geeraardsbergen: Van Hauwermeiren.  z.j. [1900] Zonder paginering

Afmetingen: 21 × 16,5

 

1909 Latere bekentenis. Een gedicht. (poëzie)

Met boekversieringen van Armand Rels ‘uitdrukkelijk en uitsluitend voor deze eenige uitgave geteekend.’
Brussel: De Vlaamsche Boekhandel. z.p. [19 bladen op eene zijde gedrukt].

Afmetingen: 16 × 12,5
Colofon: Door den Vlaamschen Boekhandel te Brussel gedrukt in 25 exemplaren op Keizerlijk Japansch papier voor den auteur. Uitsluitend ingenaaide exemplaren; omslag met vignet; een schutblad met nummering; de titel met hetzelfde vignet als het omslag; zestien dubbele bladzijden; bladzijde met slotvignet en een laatste bladzijde met justificatie.
1910 Landelijk minnespel. Het verhaal van een dag te lande met Voorhang en Aanhang. (novelle)

1912: definitieve druk  bij C.A.J. Van Dishoeck te Bussum, 113 p., 19.50 × 13,5 cm. Colophon: ‘Van dezen eersten definitieven druk werden opgelegd 30 exemplaren op Oud-Hollandsch papier van Pannekoek, niet in den handel.’ (ingenaaide exemplaren en exemplaren met stempelband) – zie 1912.

Latere uitgaven:
1944:
Heruitgave door uitgeversmij A  Manteau te Brussel onder de titel Landelijk Minnespel en andere verhalen. (voor details zie verder 1944)
1951: Heruitgave door Nijgh & Van Ditmar te Rotterdam samen met de novelle Petrusken’s einde. (voor details zie verder 1951)
Halle bij Brussel: Toussaint Crick. -115 + [V]p. .

Afmetingen: 19 x 13.40 (ingenaaid)
Oorspronkelijke omslag: grijsblauw met titel in rood en rond vignet in zwart.
Uitgeversmerk: een merelkop die een trosje krieken tussen de snavel houdt.
Colofon: Van dit boekje werden opgelegd 71 exx. op Hollandsch papier en 6 genummerde exx. op Keizerlijk Japansch papier.Nota: Het bibliografisch adres duidt op een privé uitgave: de echtgenote van de auteur heet Leontine Crick.
1911 Reimond Stijns herdacht. Een voordracht Halle: Toussaint Crick. -20p.

Afmetingen: 20 × 14 (ingenaaid)
Uitsluitend ingenaaide exemplaren; tevens zes exemplaren op Arches, insgelijks ingenaaid.
1911 Eene Legende van Onze-Lieve-Vrouw van Halle. (novelle)

Samen met: Westvlaamsche Schoolmaats 7 door M. Bultinck.
Omslagontwerp: Gerard Ceunis.
Latere uitgaven:
1913: Opgenomen in de bundel De bloeiende verwachting pp. 231-266.
1944: Opgenomen in de verzamelbundel Landelijk minnespel en andere verhalen  uitgeverij Manteau, Brussel
pp 103-127.
Gent: Uitgeversmij Kunst- en Handelsdrukkerij “Plantijn”. -47p.

Reeks: Flandria’s novellenbibliotheek, nr 134=135, November 1911
Afmetingen: 18 x 12.50 (geniet)
(Voor de schrijver werden enkele exemplaren op Arches-papier non coupé gedrukt)
1912 Landelijk minnespel. Het verhaal van een dag te lande. (novelle)

ingenaaid exemplaar

Toussaint 2 Bussum: C.A.J. Van Dishoeck. -115p.

Afmetingen: 19.50 x 13.50 (ingenaaid + gebonden met linnen kaft)
Colophon: ‘Van dezen eersten definitieven druk werden opgelegd 30 exemplaren op Oud-Hollandsch papier van Pannekoek, niet in den handel.’ Ingenaaide exemplaren en exemplaren met stempelband.
N.V. Boekdr. v/h L. v. Nifterik Hzn., Leiden.
1912 Tommy’s uitvaart. (verhaal)

Latere uitgaven:
1913: Opgenomen in de bundel De bloeiende verwachting, pp. 171-204.
1944: Opgenomen in de verzamelbundel Landelijk minnespel en andere verhalen pp 79-102  uitgeverij Manteau, Brussel.

’s Gravenhage: Luctor et Emergo. -18p.

Overgedrukt uit “De Nieuwe Gids”, aflevering VII, Juli 1912
Afmetingen: 23.75 x 16 (geniet)
1913 De bloeiende verwachting. (verhalen)

Bevat:
Fragment uit een Dagboek, pp 1-48.
Kerk-Avond.
Drie prozagedichten.
1. In het Schuine Zonnelicht; pp 69-73
2. De Oude Fuksia; pp 75-83
3. Witte Morgen; pp 85-95
Spiritisme. pp. 97-140
Kinderen.
1. De Rit; pp. 141-147
2. De Zieke Pop; pp. 149-157
3. De Les; pp. 159-170.
4.
Tommy’s Uitvaart.  pp. 171-204.
5. Een Episode. pp. 205-230
6. Een Legende van O.L.V. van Halle pp. 231-266

Bussum: C.A.J. Van Dishoeck. -4 bladen + 267 p.

Afmetingen: 20.75 x 16 (ingenaaide exemplaren en gebonden met stempelband)
Colofon: Van dit boek, gezet uit de Hollandsche Mediaeval van S.H. De Roos, werden 15 genummerde en geteekende exemplaren gedrukt op speciaal Hollandsch geschept papier van Pannekoek.
Druk: Boek-, Courant- en Steendrukkerij G.J. Thieme, Nijmegen

 

1917 Petrusken’s einde, een spel van luttel gebeuren. (verhaal)

Nawoord van Maurits Sabbe: op pp. 61 tot 64 wordt een studie van Maurits Sabbe over het werk van F.V. Toussaint van Boelaere afgedrukt.
Een reproductie van een zwartkrijtteekening van F.V. Toussaint van Boelaere door F. Schirren luistert de uitgave op.
Latere uitgaven:
1918: 2de herziene druk bij ‘De Nieuwe Boekhandel’ . – C.A.J. Van Dishoeck te Brussel. -70p. 16.50 x 11.50
Studie en reproductie zooals in de eerste uitgave. ‘Van de tweede uitgave van het eerste boekje der Beiaard-serie, werden 5 exemplaren gedrukt op Chineesch papier.’
1924: Opgenomen in de verhalenbundel ‘De zilveren vruchtenschaal’ pp 71-126.
1944: Opgenomen in de verzamelbundel Landelijk minnespel en andere verhalen pp 155-191) uitgeverij Manteau, Brussel.
1951: Opgenomen als 2de novelle in Landelijk minnespel – Petrusken’s einde. uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, pp 87-138
Brussel : “De Nieuwe Boekhandel”. -63p.

Druk: drukk. P. De Troyer te Koekelberg.
Reeks: Beiaardserie nr 1
Afmetingen: 16.50 x 11.75 (ingenaaid)
Colofon: Van dit boeksken, het eerste der Beiaardserie, werden 20 exemplaren op Chineesch papier en 20 exemplaren op Keizerlijk Japansch papier gedrukt 3 fr. 50.
1923 Het Gesprek in Tractoria. (roman)

Met houtsneden van Henri Van Straten.
Latere uitgaven:
1937: 2de druk bij A.A.M. Stols’ uitgevers-mij, Maastricht & Brussel in de serie “Kaleidoscoop” nr 25. Gezet in de Bembo-letter. -62p.
  2de druk 1937
1971: Het gesprek in Tractoria. (fragment uit “Het gesprek in Tractoria”)  werd opgenomen in “54 Vlaamse verhalen” deel 1,  samengesteld door Karel Jonckheere en Marnix Gijsen, Uitgeverij Paris-Manteau, Antwerpen pp 37-59.
Antwerpen: De Sikkel. Santpoort C.A. Mees. -96p.

Afmetingen: 19.50 x 12.25 (ingenaaid & gebonden met stempelband)
Colofon: Van dit werkje werden door Sinte Katherina Drukkerij te Brugge gedrukt 7 exemplaren op Japan genummerd van I tot VII, 10 exemplaren op Engelsch handpapier genummerd van VIII tot XVIII en 300 exemplaren op Velijn genummerd van 18 tot 317.
 
1924 De zilveren vruchtenschaal. (verhalenbundel)

Bevat: Meisje met Bloemen – Ter Inleiding (pp. 1-7); De Dubbele Fetisj – Een Sinterklaasvertelling (pp. 9-48); Karnaval – Avontuur (pp. 49-70); Petrusken’s Einde. Een Spel van luttel Gebeuren (pp. 71-126);
Een Late Idylle (pp. 127-148); Jeugd (pp.  149-190)
Latere uitgaven:
1935: Het verhaal ‘Jeugd’  werd apart uitgegeven tgv de 60ste verjaardag van de auteur.
1944: De verhalen ‘Jeugd’ en ‘Dubbele fetisj’ werden opgenomen in de bundel Landelijk minnespel , uitg. Manteau te Brussel.
1963: opgenomen in bloemlezing ‘ De dode die zich niet verhing’ (pp 13-36) uitgegeven in de reeks Vlaamse Pockets nr 99 door Heideland, Hasselt.
1976: Het verhaal ‘Jeugd’  werd opgenomen in Omnibus Vlaamse Parels 2 1900/1940 D.A.P. Reinaert Uitgaven – Brussel  pp 269-298.
Bussum: C. A. J. Van Dishoeck. -191p.

Afmetingen: 21 x 15.50 (Ingenaaide exemplaren én exemplaren met perkamentenband)
Colofon: Van “De zilveren Vruchtenschaal” zijn mede opgelegd tien exemplaren op geschept papier van Pannekoek.
1925 De Peruviaanse reis. (novelle)

Met een portret van den schrijver en illustraties door Karel Maes.Latere uitgaven:
1945: Opgenomen in een herziene druk in de verzamelbundel Drie rozen van den struik.
1963: Opgenomen in bloemlezing ‘ De dode die zich niet verhing’ (pp 37-62) uitgegeven in de reeks Vlaamse Pockets nr 99 door Heideland, Hasselt.
Antwerpen: Uitgave “De Sikkel” / Santpoort: C.A. Mees . -61 + [I]p.

Afmetingen: 28.50 x 22 (ingenaaid)
Colofon: Van dit boek werden op de persen van J. E. Buschmann te Antwerpen, gedrukt op Hollandsch papier Van Gelder Zonen 360 ex., genummerd van I tot XX en van 21 tot 360. De twintig eerste exemplaren bevatten afzonderlijk afdrukken van de illustraties en vignetten van Karel Maes, op Japansch papier. Er werden bovendien drie exemplaren opgelegd, geheel in Keizerlijk Japansch papier, genummerd A, B en C.
1926 Zurkel en blauwe lavendel. Studies en Kritieken. (gebundelde essays)

Latere uitgaven:
1932:
2de ongewijzigde druk, ibidem.
Brussel: L. J. Krijn. -186p.

Afmetingen: 25 x 18 (ingenaaid)
Colofon: De eerste en oorspronkelijke uitgave van het werk werd gedrukt op 212 ex. waarvan 12 op Madagascar papier van de Papierfabrieken Navarre, genummerd van I tot XII, en 200 ex. op wit velijn papier genummerd van 1 tot 200.
1926 Anthea. Keurverzameling van sonnetten.

Bijeengebracht en ingeleid door F. V. Toussaint van Boelaere
Bevat: Inhoud pp. IV-X
Ter inleiding pp. XI-XXV
cfr. Over het Nederlandsche Sonnet. In: Europa, 1909.
Aan de Sonnetten. (Jacques Perk) pp. XXVII
Keurverzameling, pp. 1-240.
Latere uitgaven:
1933: Tweede licht gewijzigde druk, ibidem.
 Toussaint 5 Brussel: L.J. Kryn. -XXVII + 240p.

Afmetingen: 26 × 10 cm.
Colophon: ‘Van dit werk werden opgelegd 5 prachtexemplaren op Japansch papier, genummerd 1 tot 5; 25 prachtexemplaren op Madagascarpapier, genummerd 6 tot 30.’
Dit exemplaar draagt het nr …
Afgedrukt voor den uitgever L. J. Kryn te Brussel, op de persen van de N.V. Louis Van Melle te Gent op 1 Februari 1927.
1929 Barceloneesche reisindrukken. (reisverhalen) Maastricht /Brussel : A. A. M. Stols -70p.
1930 Barceloneesche reisindrukken. (reisverhalen)

Geïllustreerd met titelplaat en lettrines in hout gesneden door Henri Van Straten.
Antwerpen: ” Lumière “. -103p.

Afmetingen: 22.25 x 17.50 (ingenaaid)
Colofon: Van dit werk, gedrukt op de persen van de I.A.C.I. te Antwerpen in de maand December 1930 werden slechts 207 ex. getrokken, te weten: 1 ex. op Japansch Papier. nr 1, bevattende de uit de hand gekleurde houtsneden, de reeks houtsneden in ’t zwart en de oorspronkelijke teekeningen door den kunstenaar onderteekend. benevens een bladzijde uit het handschrift van den schrijver ; 36 ex. op Hollandsch papier. waarvan 6 ex. niet in den handel (gemerkt A tot F) en 30 ex. genummerd van 2 tot 31, bevattende de uit de hand gekleurde houtsneden, benevens de reeks houtsneden, in ’t zwart, door den kunstenaar onderteekend ; 170 ex. op Engelsch Featherweight papier, genummerd van 32 tot 201.
1933 Anthea. Keurverzameling van sonnetten. Nieuwe vermeerderde uitgave.

Heruitgave van 1926.
Roemans: “Vergeleken met de eerste uitgave van 1926 verschilt deze nieuwe druk 1e) door de weglating van ’s schrijvers’ studie over het Nederlandsch sonnet en 2e) door een vervollediging van de keuze: van de jonge en jongere dichters (van 1909 tot en met 1932) uit Noord en Zuid zijn hier kenschetsende sonnetten opgenomen. Aan de bloemlezing van 1926 werd niets gewijzigd. Met leze ‘Een Woord vooraf’ (bldz. XXIII-XXIV)”.
Brussel: L.J. Kryn. –XXVII + 301p.

Afmetingen: 26 x 10
In een oplage van 200 genummerde exemplaren

 

 

1935 Heroondas” mimiamben.

Uit het Grieksch vertaald door F. V. Toussaint van Boelaere.
Boekversiering van Jan De Lantsheer.
Bevat:
Een woord vooraf pp 11-26
cfr. ‘Inleiding tot Heroondas’ Mimiamben.’  In: Nieuw Leven. 1910, IIIe Jrg., pp. 122-129
De Bemiddelaarster of de Koppelaarster, pp. 27-39
De Hoerenwaard, pp. 41-51
De Schoolmeester, pp. 53-64
Offerende vrouwen, pp. 65-73
De Jaloersche, pp. 75-84
De Vriendinnen, pp. 85-96
De Schoenmaker, pp. 97-108
De Droom, pp. 109-114
Fragmenten, pp. 115-119
Brussel: L. J. Krijn. -119p.

Afmetingen: 9 × 12,5 (Ingenaaide exemplaren en exemplaren met stempelband)
Colophon: ‘Van deze uitgave van “Heroondas’ Mimiamben” werden twee honderd en zes exemplaren opgelegd: zes op Vidalon papier, genummerd A tot F, twee honderd op wit velijn papier, genummerd 1 tot 200.’.

 

1935 Jeugd. (novelle – bibliofiel uitgegeven)

Deze uitgave kwam tot stand in het jaar 1935, toen de auteur van ‘Jeugd’ , Ferdinand V. Toussaint zijn zestigste jaar beleefde. De kopergravures, titels, sierletter en sluitstuk zijn van de hand van Joris Minne. De uitgave werd bezorgd door ‘De Vrienden van het Boek’, te Brussel, onder toezicht van Frantz Alofs.

Latere uitgaven:
1963: opgenomen in bloemlezing ‘ De dode die zich niet verhing’ (pp 13-36) uitgegeven in de reeks Vlaamse Pockets nr 99 door Heideland, Hasselt.
1976: opgenomen in: “Omnibus Vlaamse Parels 2 1900-1946” pp 269-298.
Brussel: De Vrienden van het Boek. -91p.

Afmetingen: 30 x 20.75 (losse vellen – crèmekleurige omslag met titel in blauw; in witte doos)
Het boek is gezet uit de Engelsche 12 punt italiekletter bij de firma Van der Donck-Robyns, te Maaseik; de platen komen van de persen van den kunstdrukker Van Campenhout te Brussel.
De oplage bedraagt 100 ex. op oorspronkelijk Japansch Codo Mitsumata nacre in Keizerlijken Japanschen omslag, waarvan 95 ex. genummerd van 1 tot 95 en 5 exemplaren gemerkt A- E, niet in den handel, met een toegevoegde reeks afdrukken van de gravures.
1935 Turren. Kartons voor een tapijtwerk. (roman)

Omslagontwerp en titelvignet: Jozef Cantré.Latere uitgaven:
1945: Opgenomen in de verzamelbundel Drie rozen van den struik.
Antwerpen: De Sikkel. -87p.

Afmetingen: 20 x 14.50 (ingenaaid)
Drukkerij G. Michiels – Broeders, Tongeren.
Colofon: Van dit boek werden 200 ex. gedrukt op Pannekoek, genummerd van 1 tot 200, en twee exemplaren op Japansch (niet in den handel), genummerd A en B.
1935 Het kortverhaal als kunstvorm. (essay) Gent: Ledeberg nv Drukkerij Erasmus. -11p.

Overdruk uit: Verslagen en mededeling der Koninklijk Vlaamse academie voor taal- en letterkunde. – (1935). – p. 955-964
1936 De Vlaamsche letterkunde sinds 1914. Brussel: Uitgaven van het N. I. R. -32p.

Reeks: De Moderne West-Europeesche letterkunde ; IV
Programmabrochures van het N. I. R. ; 8
1937 De doode die zich niet verhing. (novelle)

Latere uitgaven:
1948:
Opgenomen in de omnibusZwart en goud. Drie verhalen’ (2de druk).
1963: Heruitgave bij Heideland te Hasselt in de reeks Vlaamse pockets nr. 99.

Maastricht: A.A.M. Stols. -60p.

Reeks: Ursa Minor nr. 2
Afmetingen: 23 x 15
Colofon: De doode die zich niet verhing is het tweede deel in de reeks “Ursa Minor” welke tot stand komt door de samenwerking van J. Gresshoff, M.B.B. Nijkerk en A.A.M. Stols. De oplage bedraagt 300 exemplaren waarvan er 275 in den handel werden gebracht door A.AM. Stols’Uitgevers-Maatschappij Maastricht.
1937 De ambtenaarsjaren van Karel van de Woestijne. (essay) Gent: Ledeberg n.v. Drukkerij Erasmus. -16p.

Overdruk uit: Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde, Jaarboek 1937.
1937 Portretten en masker / H. Berlewi ; s. Inleiding van F. V. Toussaint van Boelare. Antwerpen: De Sikkel. 5 f : 32 pl.

In een oplage van 100 exemplaren, genummerd van 1 tot 100.
1938 De Zieke Pop ; Een Legende van O. L. Vrouw van Halle ; De Dubbele Fetisj ; Petrusken’s Einde / F. V. Toussaint Van Boelaere; Met inleiding en aanteekeningen door Fr. Van Hoof, doctor in de Germaansche philologie, leeraar aan het Koninklijk Atheneum te Nijvel. Lier: Van In. -81p.

Reeks: Nederlandsche schooluitgaven voor Waal en Vlaming ; 9
1938 Litterair scheepsjournaal. Deel 1. (gebundeld journalistiek werk) Brussel: Uitg. van ” Onze Tijd “. -372p.

Afmetingen: 20.50 x 4.50 (gebonden met stofomslag)
Colofon: Van dit werk werden mede opgelegd 6 ex. op geschept Hollandsch papier der Koninklijke Papierfabrieken Pannekoek, te Heelsum, genummerd van 1 tot 6.
Drukkerij A. Henssens, Komediantenstraat 12, Brussel.
1939 Litterair scheepsjournaal. Deel 2. (gebundeld journalistiek werk) Brussel: Uitg. van ” Onze Tijd “. -360p.

Afmetingen: 20.50 x 15(gebonden met stofomslag)
Colofon: Van dit werk werden mede opgelegd 6 ex. op geschept Hollandsch papier der Koninklijke Papierfabrieken Pannekoek, te Heelsum, genummerd van 1 tot 6.
Drukkerij A. Henssens, Komediantenstraat 12, Brussel.
1940 Geur van bukshout. Dagregister. (bloemlezing)

Uitgegeven ter gelegenheid van zijn 65ste verjaardag.
Houtsnede op de voorzijde is van Acket.
Inhoud: I. Boeken, feiten en menschen (pp 11-38); II. Beelden en beschouwingen (pp 39-82); III. Incidenten en belevenissen (pp 83-110); IV. Petrus vertelt (pp 111-126).
Antwerpen: De Sikkel. -127p.

Afmetingen: 20.25 x 14.50 (gebonden met linnen kaft)
Colofon: Van dit werk werden 500 exemplaren gedrukt, genummerd van 1 tot 500, en 20 luxe-exemplaren op Pannekoek van I tot XX.
1943 Victor Dela Montagne. (essay) Gent: Ledeberg n.v. Drukkerij Erasmus. -23p.

Overdruk uit: Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde, Jaarboek 1943.
1944 De gouden oogst. (gedichten) Toussaint 4 Antwerpen: De Magneet. -141p.

Reeks: De atol; vol. 3
Afmetingen: 22 x 14 (ingenaaid)
Colofon:Dit is het derde boek in de reeks De Atol, uitgegeven door De Magneet te Antwerpen. Het werd gezet uit den Bodoni cursief corps 14 en gedrukt in een oplage van 250 exemplaren, genummerd 1/250, op de persen van Drukkerij J.-E. Goossens N.V. te Brussel, den 19 augustus 1944, waarvan 75 ex. op vergé de Hollande azuré, genummerd 1/75 en 1975 exemplaren op houtvrij papier van niet meer na te sporen oorsprong, genummerd 76/250.
Daarnaast werden 10 exemplaren gedrukt op Japansch papier van G. en H. Bernard te Brussel, gemerkt HC I/IV en V/X waarvan de exemplaren HC niet in den handel komen.
Elk exemplaar is versierd met het portret van den auteur, geteekend door den beeldhouwer J. Iankelevici. De exemplaren op Japansch papier werden gesigneerd door den dichter F.V. Toussaint van Boelaere.
Dit is nummer …
1944 Het Barceloneesche avontuur. (reisimpressies)

Deze uitgave is geïllustreerd door een titelvignet en 6 etsen van Marcel Stobbaerts.
Antwerpen: De Magneet. -102p.

Reeks: De Atol nr. 2.
Afmetingen: 22.50 x 14
Colofon: Dit is het tweede boek in de reeks De Atol, uitgegeven door De Magneet te Antwerpen. Het werd werd gezet uit de Granjon letter corps 14, en gedrukt in een oplage van 1000 ex. genummerd 1/1000, op de persen van de drukkerij J.-E. Goosens N.V. te Brussel, den 30 September 1944, op houtvrij papier van niet meer na te sporen oorsprong. Deze uitgave is geïllustreerd door een titelvignet en 6 etsen van Marcel Stobbaerts, gedrukt door den kunstdrukker A. van Campenhout te Brussel.
Daarnaast werden 10 ex. gedrukt op Japansch papier van G. en H. Bernard te Brussel, gemerkt HC I / V en VI / X, waarvan de ex. HC niet in den handel komen. De exemplaren op Japansch papier werden gesigneerd door den schrijver F.V. Toussaint van Boelaere en den teekenaar Marcel Stobbaerts.
1944 Kasper van den nacht. Fantasieën in den trant van Rembrandt en Callot.

Oorspronkelijke titel: Gaspard de la nuit. (1846)
Oorspronkelijke auteur: Aloysius Bertrand.
Uit het Fransch vertaald door F.V. Toussaint van Boelaere.
Verlucht met acht oorspronkelijke litho’s van Jacques Gorus.
Antwerpen: De Magneet. – 135p. + 5p.

Reeks: De Atol nr. 1.
Afmetingen: 22 x 14 (ingenaaid – klassiek ingekaft rond karton)
Colophon:
 
1944 Marginalia bij het leven van K. Van de Woestijne. Een boek waarin benevens een inleiding met afwijkingen zijn bijeengebracht ettelijke vroegere schrifturen met een aantal nieuwelijks geschreven voor ’t eerst openbaar gemaakte hoofdstukken, den dichter gewijd mitsgaders twee bijlagen uit diens jeugdwerk. Brussel : A. Manteau. N.V. / Rotterdam: Nijgh en Van Ditmar N.V.   -171p.

Afmetingen: 25 x 16.30 (ingenaaid – zachte kaft met flappen)
Reeks: Documenten; nr 5.
Colophon: Dit vijfde nummer van de serie DOCUMENTEN werd in opdracht van de Uitgeversmij A. Manteau N.V. Brussel gedrukt op de persen van de firma Erasmus te Ledeberg bij Gent in de maand Februari 1944.
T. Nr. 6573

1944 Brabantsch landschap. Brussel: Boekenatelier van de Nationale Hoogere School voor Bouw en Sierkunsten. -10p.
1944 Landelijk minnespel en andere verhalen. (verzamelbundel)

Inhoud

Brussel: Uitgeversmij A. Manteau NV. -219p.

Afmetingen: 17.50 x 13.50 (ingenaaid)
T.N. 5848
NV Drukkerij Erasmus, Gent

1945 Drie rozen van den struik. (verzamelbundel)

Bevat: Turren, De Peruviaanse reis in tweede herziene druk en een oorspronkelijke novelle: Zoo de vader, zoo de zoon
Antwerpen: De Sikkel. -110p.

Afmetingen: 23 x 15.50 (gebonden met kartonnen kaft)
Van dezen verzamelbundel werden mede opgelegd drie exemplaren op Van Gelder, niet in den handel, gemerkt A,B,C, en 20 ex. op featherweight, genummerd 1 tot 20.
1945 Spiegel van Van Nu en Straks. Brussel : A. Manteau. -248p.

Museion nr. 2
1945 Vermeylen als romancier. (essay) Gent: Ledeberg n.v. Drukkerij Erasmus. -7p.

Overdruk uit: Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde, Jaarboek 1945 pp. 38-44.
1945 Twee 16e-eeuwsche dialogen: te weten: Eenen poeetschen dialogus genaempt Calvinus door Gielis Coppen van Utopia en een Tsamenspraecke tusschen den Herder en Tschaepken over het auteurschap van den Biencorff door pastoor Jan Coens. (teksteditie) Antwerpen: Nederlandsche Boekhandel

Reeks: Klassieke Galerij, Nr 20. -43p.
1945 XXXIV souvereine Nederlandsche sonnetten. (bibliofiel uitgegeven anthologie)

Uitgelezen door Herman Teirlinck, F.V. Toussaint van Boelaerde en August Vermeylen.
Inhoud: Sonnetten van Bredero, P.C. Hooft, Vondel, H. Dullaert, G. Gezelle, J. Perk, W. Kloos, H. Gorter, Boutens, Karel van de Woestijne, enz.

 

Brussel: Uitgave Abdij Ter Kameren. -64 + [VIII]p.

Afmetingen: 34.50 x 28.10 (gebrocheerd – grijszwarte omslag met kroon in zilverstempeling; in zwarte doos)
Colophon ‘Deze XXXIV souvereine sonnetten werden op de persen van de Nationale Hoogere School voor Bouw- en Sierkunsten, Abdij ter Kameren, te Brussel in den zomer van ’t jaar MCMXLV onder leiding van Jozef Cantré uit de Garamond en op honderd vijftig exemplaren gedrukt allen geteekend. N° …

1946 Mallorca en de nimfen. (novelle)

Met vier illustraties van I. Janckelevici
Den Haag: Servire. -70p.

Afmetingen: 26.75 x 19.75(ingenaaid)
Colofon: Deze uitgave wordt gratis aangeboden aan de abonnée’s op het maandblad Apollo en is in deze vorm niet in den handel verkrijgbaar.
1946 Litterair scheepsjournaal. Deel 3. (gebundeld journalistiek werk) Brussel: ” Onze tijd “, Uitgeversmaatschappij A. Manteau. -526p.

Afmetingen: 22 x 15.50
Colofon: van dit derde deel van “Litterair Scheepsjournaal” werden, wegens de papierschaarste, slechts 2 exemplaren op luxe-papier opgelegd. Zij zijn gemerkt A en B.
POSTUUM
1948 Zwart en goud. Drie verhalen.

Bevat: De doode die zich niet verhing (2de druk)
Ontwerp stofomslag: Jac. Nuivers
Amsterdam: De Bezige Bij. -110p.

Afmetingen: 22.50 x 15 (gebonden met stofomslag)
Copyright De Bezige Bij 1947
Printed in Holland Februari 1948
1951 Landelijk minnespel en Petrusken’s einde. (twee novellen)

Colofon: Voor deze herdruk werd de eerste druk gevolgd van Landelijk Minnespel (1912) en de tweede, herziene druk van Petrusken’s Einde (1918). De tekst werd in de nieuwe spelling overgebracht.
Toussaint 3 Rotterdam; ‘s-Gravenhage: Nijgh & Van Ditmar. -140p.

Nimmer dralend reeks ; n° 34
Afmetingen: 20 x 12.50 (gebonden – harde bruine kartonnen kaft – stofwikkel)
Druk: Boekdrukkerij F.E. Mac Donald – Nijmegen.
1963 De dode die zich niet verhing en andere verhalen.

Ingeleid door René Felix Lissens (pp 5-9).
Bevat: Jeugd (pp 13-36); -De Peruviaanse reis (pp 37-62); -De dode die zich niet verhing (pp 63-104); Alles is eender (pp 105-126); -Lisette (pp 127-151).
Toussaint 1 Hasselt: Uitgeverij Heideland. -152p.

Reeks: Vlaamse pockets nr. 99.
Afmetingen: 18 x 11 (pocket)
1971 Het gesprek in Tractoria.  (fragment uit “Het gesprek in Tractoria”)

1923: De volledige tekst werd voor het eerst uitgegeven in 1923 bij uitgeverij De Sikkel te Antwerpen, met houtsneden van Henri Van Straten.
1937: 2de druk bij A.A.M. Stols’ uitgevers-mij, Maastricht & Brussel in de serie “Kaleidoscoop” nr 25.

Gijsen Jonckheere 33 In: “54 Vlaamse verhalen deel 1 van Piet van Aken tot Willem Elsschot” pp 37-60.

Uitgever: Amsterdam/Brussel: Paris Manteau. -207pp
Samengesteld door Marnix Gijsen en Karel Jonckheere.
Afmetingen: 21 x 13.50 (ingenaaid)

1976 Jeugd. (novelle)

1924: oorspronkelijke uitgave in de verhalen bundel ‘De zilveren vruchtenschaal’.
1935: Aparte uitgave tgv de 60ste verjaardag van de auteur.
1944: Opgenomen in de bundel Landelijk minnespel , uitg. Manteau te Brussel.
In: “Omnibus Vlaamse Parels 2 1900-1946” pp 269-298.

Uitgave D.A.P. Reinaert Uitgaven – Brussel.
Afmetingen: 21.80 x 13.40 (garenloos gebrocheerd)
Omslag: ReclameAdviesbureau ACCENT

1996 Prosper van Langendonck. (essay)

Teksteditie met inleiding en aantekeningen door R. Vervliet
Gent : Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. -XVII + 92p.

Reeks: Reeks V: Publicaties van de Commissie voor Moderne Letteren: 26