home | Inloggen
Aantal schrijvers: 594 | Aantal boeken:

19.538

 

 

Moens, Wies

Maakt deel uit van:

Wies Moens

Sint-Gillis-Dendermonde, 28  januari 1898 – Geleen,  5 februari 1982

Was begin jaren twintig van de 20ste eeuw  – met de bundels ‘Celbrieven’ (1920), ‘De boodschap’ (1920), ‘De tocht’ (1921) en ‘Opgangen’ (1922) – een van de belangrijkste vertegenwoordigers van het humanitair expressionisme in Vlaanderen.
Evolueerde van daaruit naar een nationalistisch discours.

Schreef talrijke essays, vertaalde toneelstukken en novellen.

Was een  katholiek politicus in de Vlaamse Beweging, betrokken bij het activisme in WO I en collaboratie in WO II.

 

BIOGRAFIE

28 januari 1898: Aloïs (Wies) Moens wordt geboren te Sint-Gillis-Dendermonde als zoon van kleine middenstanders. Hij is het enige kind van Karel Moens en Johanna Moreels die er een winkel ‘De oude Kroon’ uitbaten, ‘Hollandsche Beschuit- en Broodbakkerij. Kruidenierswaren. Gekend voor zijn ingelegde waren Vleesch, Visch en Groenten’.

  • Tijdens zijn collegejaren aan het Heilige-Maagdcollege (Latijn-Griekse humaniora) te Dendermonde wordt hij lid van het Vlaams Studentengild “Jong maar Moedig“. Onder invloed van Lodewijk Dosfel en zijn tijdschrift ‘Jong Dietsland’ leert hij de Vlaamse Beweging kennen. Tijdens zijn collegejaren wordt hij lid van het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond (AKVS).
  • Tijdens Wereldoorlog I geeft hij in een dagschool in Hamme les aan werkloze arbeiders, houdt voordrachten over Hendrik Conscience, Guido Gezelle, Stijn Streuvels en wordt hij zich bewust van zijn sociale roeping.

1916 tot 1918: Studeert Germaanse filologie aan de vernederlandste – maar door de Duitse bezettende overheid gesteunde – universiteit te Gent. Met de hulp van professor Dosfel sticht hij in Dendermonde een kunstkring “Eigen Leven”.

November 1918: Veroordeeld samen met o a Lodewijk Dosfel, Antoon Jacob en Lode Craeybeckx wegens activistische sympathieën en activiteiten aan de Gentse universiteit.

13 december 1918: Arrestatie – verblijft 5 maanden in de gevangenissen van Dendermonde en Vorst.

27 mei 1919: In vrijheid gesteld om voor zijn zieke moeder te zorgen.

7 december 1919 – 5 maart 1921: Tijdens deze tweede gevangenisperiode schrijft hij de expressionistische dichtbundels “De boodschap” (1920) en “De tocht” (1921) en het pacifistische “Celbrieven” (1920).

‘Celbrieven’ is een instant succes en wordt op korte tijd verscheidene keren herdrukt. Het martelaarschap van de jonge activist die voor zijn zogenaamd naief idealisme was gestraft, wekt veel mededogen in Vlaanderen.

  • Kunstenaars zoals August Vermeylen of Herman Teirlinck getuigen bij heel wat vooraanstaanden ten gunste van de jonge dichter.
  • De Vereniging van Vlaamse letterkundigen stuurt een verzoekschrift naar de minister, getekend door Vermeylen, Teirlinck, Van Boelaere, Van Hecke en Hegenscheidt. Door Filip de Pillecijn, Achilles Mussche, Reimond Herreman en Maurice Roelants wordt een petitie rond de zaak Moens verspreid, met een bede aan alle Vlaamse intellectuelen om deze te tekenen.

Naast ‘Celbrieven’ wordt Moens ook geacht te behoren – omwille van zijn eerste dichtbundels – tot het kruim van de humanitair-expressionistische dichtersgeneratie.

1920: In het februari-nummer van het tijdschrift Ruimte (1920-1921) publiceert Eugène de Bock vier gedichten van Moens , die in de zomer van 1920 zullen worden gebundeld onder de titel De Boodschap

  • Ruimte was een Antwerpse literair tijdschrift. Ruimte ontstond op initiatief van Eugeen de Bock in 1920, die kort daarvoor uitgeverij De Sikkel oprichtte. Het was het leidende tijdschrift van het humanitair expressionisme en zette zich af tegen het tijdschrift Van Nu en Straks. In ‘Ruimte‘ wilde voorrang geven aan het ethische boven het esthetische, aan gemeenschapskunst boven individuele kunstwerken. Andere medewerkers waren Marnix Gijsen, Gaston Bussens, Paul van Ostaijen, Herman Vos, Eugeen de Bock en Karel van den Oever.

1921: Nog in de gevangenis is Moens betrokken bij de voorbereidingen van het katholieke tijdschrift Ter Waarheid (1921-1924). Samen met Cyriel Verschaeve, Paul Verbruggen en Achilles Mussche behoorde Moens tot de eerste medewerkers. Aanvankelijk is het tijdschrift katholiek en internationalistisch georiënteerd, maar geleidelijk zal het evolueren in de richting van een rechts-radicaal Vlaams nationalisme. Moens bijdragen zijn gepubliceerd tussen april 1921 en december 1922 en omvatten gedichten, boekbesprekingen en literaire artikelen. Begin 1923 kwam het tot een breuk met de redactie.

5 maart 1921: Wies Moens kan de gevangenis vervroegd verlaten.

10 maart 1921 : Begint aan zijn 10 maanden durende militaire dienstplicht. Uit zijn brieven blijkt dat hij in die periode sterk gedemoraliseerd was, wat ongetwijfeld een invloed zal hebben gehad op de gedichten van die periode.

29 augustus 1922: Huwelijk met Margaretha (Grietje) Tas (1897-1968).

januari 1922 – 23 mei 1925: Secretaris van het Vlaamse Volkstoneel.

1923: Richt met enkele anderen het te Gent verschijnende tijdschrift ‘Pogen’ (1923-1925) op, dat zich voorstelt als ‘Maandschrift der Jonge Gedachte in Vlaanderen’.

  • In de 2de jaargang geeft ‘de Redaksie’ een ‘korte verklaring’ over de strekking van het blad: Rooms-katholiek, Liefde voor de Vlaamse gemeenschap, ‘die ons het hechtst en op de meest onmiddellike wijze met de ganse gemeenschap der menschen over de aarde verbindt’. Wat de kunst –waarmee ook literatuur bedoeld wordt- betreft: ‘van ons religieus, noch van ons sociale leven kunnen wij haar abstraheren’. Onverbiddelijk moet worden geageerd tegen ‘dilettantisme, hetwelk de kunst verlaagd tot een gril’, tegen de kunst om de kunst, die ‘zondig(t) tegen de Heilige Geest’.

1923: Publicatie van zijn laatste expressionistische dichtbundel Landing

1926-1930: Correspondent van het Noord-Nederlandse katholieke dagblad De Tijd, als opvolger van Lodewijk Dosfel.

1930: Ontslag bij het dagblad De Tijd wegens zijn uitgesproken nationalistische stellingnames.

1931: Richt samen met o.a. Joris Van Severen, het Verbond van Dietse Nationaal Solidaristen (Verdinaso) op.

1933: Hij wordt een onafhankelijk theoreticus van het nationalisme in de Nederlanden en publiceert  in het door hem opgerichte tijdschrift Dietbrand (1933-1939).

       

  • Moens gaat uit van een organische Dietse volksgemeenschap die bestaat uit verschillende volksgroepen (Vlamingen, Brabanders, Hollanders, Groningers enz.) en die door het gemeenschappelijke Dietse volkskarakter een onverbrekelijke eenheid vormt. Dat Vlaanderen, Nederland en Frans-Vlaanderen ‘door zuiver-mechanistische staatsgrenzen in drie stukken uiteengerukt liggen, beschouwt hij als een onnatuurlijk gegeven, dat zo snel mogelijk ongedaan moet worden gemaakt door de uitbouw van een Dietse staat. Alleen binnen een dergelijke staatsstructuur kan de eigenheid van het volk – het zogenaamde ‘eigen wezen’ dat wordt bepaald door raciale afstamming en inherente volksaard – zuiver en gaaf worden bewaard.
  • Dietbrand was sterk anti-Belgisch, antiparlementair en autoritair gericht.

1934: Breuk met het Verdinaso.

  • Op 14 juli 1934 kondigt Van Severen de Nieuwe Marsrichting aan, een eenzijdige demarche die het einde inluidt van een revolutionaire anti-Belgische lijn van het verbond en de fascistische machtsovername binnen België vooropstelt. Met deze koerswijziging wordt de ‘zuivere’ Groot-Nederlandse gedachte prijsgegeven en vervangen door een zgn. Bourgondisch ideaal, waarbij gestreefd wordt naar een hereniging met inbegrip van de Walen en de Luxemburgers.
  • Voor Moens is de integratie van deze ‘volksvreemde elementen’ onverenigbaar met zijn idee van Dietse volksnationalisme.

Medio de jaren 1930 neemt Moens de literaire draad weer op. Golfslag (1935) en Het Vierkant (1938) luiden een tweede periode van schrijverschap in. Dit staat voortaan in het teken van zijn strijd voor de volks-Dietse gedachte en het streven  naar een Groot-Nederland, georganiseerd op nationaal-solidaristische grondslag.

1935: Publicatie van de dichtbundel ‘Golfslag’. Uitgesproken nationalistische belijdenislyriek, waarin Moens in strak vormgegeven gedichten en sterke retoriek zijn politiek-ideologische opvattingen thematiseert.

  • Golfslag illustreert de verschuivingen in Moens’ poëzie voor de zomer van 1934 en erna.
  • De strijdlyriek van voor de zomer, die Moens opneemt in de tweede cyclus van Golfslag,  laat een strijdlustig en hoopvol geluid horen.
  • In de gedichten na de breuk (de derde cyclus) lijkt de poëzie voor de gedesillusioneerde dichter in eerste instantie een middel te zijn om zijn nederlaag te boven te komen. De volkse strijd wordt voortaan voorgesteld als een beproeving, een zware taak die de dichter vrijwillig en zonder enige zin voor nuance opneemt.

1938: Publicatie van ‘Het vierkant’. Ook in deze gedichtenbundel overheerst ideologie en streven naar volkse bewustwording.

1939: Publicatie van ‘Nederlandsche letterkunde van volksch standpunt gezien’. Een uitvoerig theoretisch essay waarin hij de pijlers van een ‘zuivere’ ‘volksverbonden’ literatuur uiteenzet.

  • De sterke nadruk op de organische band van de dichter met de Dietse volksgemeenschap noopt Moens tot een heldere omschrijving van het begrip ‘volk’. Hiervoor bedient hij zich van een radicaal romantisch discours dat in belangrijke mate schatplichtig is aan de ‘Blut und Boden’ ideologie en vooral aandacht heeft voor de organisch gegroeide volksgemeenschap en de mythe van het zuivere volk.
  • De Dietse volksgemeenschap omschrijft hij als ‘een natuurvoortkomstige, gegroeide eenheid’.
  • Terwijl het Dietse karakter in hoofdzaak gevormd wordt door de inwerking van ‘het landschap’ en ‘de gesteltenis van de bodem’, wordt de Dietse eenheid bepaald én gewaarborgd door ‘afstamming’, ‘rassische samenstelling’ en ‘zuiver bloed’.
  • In het gedicht ‘Volksche kantiek’ uit Golfslag wordt het zo verwoord:
Want wij zijn taai – Dat heeft de strijd
der vaadren met de zee gedaan, met slibbe en moer.
God leidde hen niet als andren in een vriendlijk dal.
Zij vonden ’t water, dras en wildernis.
Zij hebben ’t drummen van de zee gekeerd
en binnen dijk aan dijk de lage landen
gevormd naar hunnen rechten, kloeken zin.

Moens’ ideeën vinden in de Vlaamse Beweging niet echt veel weerklank, maar zullen in de bezettingstijd wel sporen met de doelstellingen van het collaborerende V.N.V.

1940-1944 (Tijdens Wereldoorlog II)

1940: Moens vindt aansluiting bij het VNV van Staf de Clercq.

  • Deze partij is haast onmiddellijk in de collaboratie gestapt in de hoop om met de hulp van de bezetter een Dietse volksstaat op nationaal solidaristische grondslag tot stand te brengen.
  • Deze uitdrukkelijke Groot-Nederlandse koers, waarmee het VNV zich afzet tegen het Groot-Duitse annexionisme, moet onder druk van de Duitsers na enkele maanden al aanzienlijk worden afgezwakt
  • Vanaf het najaar van 1940 komt het VNV niet langer op voor een Groot-Nederlandse staat
  • September 1941: omdat het Dietse standpunt prominent aanwezig blijft in de propaganda van het VNV, vaardigt de bezetter een verbod uit om nog langer in het openbaar over een politiek Groot-Nederland te spreken.
  • Geleidelijk aan stapt het VNV af van de idee van een Vlaamse of Groot-Nederlandse staat en begint ze zich te profileren als voorstander van een Groot-Germaanse Rijk.

4 april 1941: Met de steun van het VNV krijgt hij de leiding over de gesproken uitzendingen van Zender Brussel een radio-instituut dat tijdens de oorlog fungeert als een propagandakanaal voor het nationaalsocialistische gedachtengoed.

Januari 1942: Wordt bevorderd tot algemeen leider van de culturele uitzendingen, maar komt al snel in aanvaring met de Duitse bezetter. Zijn weigering om wervingspropaganda te brengen voor het oostfront leidt tot een hevig conflict met de Duitse commissaris-administrateur maar blijft uiteindelijk zonder gevolg.

Oktober 1943: Moens weigert te berichten over de oprichting van een Hitlerjeugd Vlaanderen.

31 december 1943: Dient ontslag in omdat de zender steeds meer onder invloed komt van de Algemeene SS-Vlaanderen en DeVlag.

  • In een voetnota van haar essay ’De volksverbonden lyriek van Wies Moens ‘ stelt Els Van Damme dat het conflict met de Duitse bezetter en het daaropvolgend ontslag vaak wordt aangegrepen om Moens’ betrokkenheid bij Zender Brussel te minimaliseren.  Zo stelt Eric Verstraete, dat Moens als leider van Zender Brussel blijft ‘doen wat hij voor de oorlog deed: de volkse, Dietse eigenheid en zelfstandigheid verkondigen en vrijwaren, ditmaal tegen het Duitse imperialisme (Verstraete, Wies Moens  p. 21-22).
  • Zij wijst erop, dat’ de weigering om propaganda te voeren voor het oostfront en de Hitlerjugend geen daden van verzet waren tegen het Duitse imperialisme. Moens had fundamentele bezwaren. De strijd tegen het communisme ter vrijwaring van het katholieke gedachtengoed kon zijn goedkeuring wegdragen, maar geconfronteerd met de eerste slachtoffers (onder wie VNV’er Reimond Tollenaere) deed hem twijfelen aan de zin van de onderneming. De Hitlerjugend Vlaanderen beschouwde Moens dan weer als ‘een totale verloochening van de door Albrecht  Rodenbach in het leven geroepen jeugdbeweging. (Moens en T’Sjoen, ‘Een historische en literaire inleiding’ p. 40.

1944-1947: Gedurende drie jaar leeft hij ondergedoken op verschillende schuiladressen in België

Mei 1947: Wordt bij verstek ter dood veroordeeld wegens collaboratie. Vooral zijn directeurschap bij Zender Brussel weegt hierbij zwaar door. Moens vlucht daarop naar Nederlands-Limburg, waar hij leraar Nederlands wordt aan het college te Geleen en stichter-directeur van de volkshogeschool Carmel.

1950-1964: Leraar Nederlands aan het college van de paters karmelieten te Geleen.

1955-1967: Directeur van de Volksuniversiteit ‘Carmel’ in Geleen.

  • Weerom is het zijn onverzettelijkheid die hem tot ontslag uit deze functie noopt. Ditmaal omdat hij het modernistische optreden van bepaalde leraars in Carmel resoluut afwees en tot geen compromis bereid was.

1967: Het heimwee, het gevoel van verslagenheid, de eenzaamheid, maar ook het hardnekkig geloof in het Dietse ideaal, zijn verwerkt in de laatste afzonderlijke verschenen dichtbundel De verslagene.

Nog een laatste bundel gedichten Ad Vesperas wordt gerealiseerd, opgebouwd uit gedichten die hij schreef in de periode 1963-1967. De bundel kent geen afzonderlijke publicatie maar wordt enkel toegevoegd aan de jubileumbundel ‘Gedichten 1918-1967’ .

23 oktober 1968: Overlijden van zijn vrouw Grietje. Van dan af leeft hij in toenemende eenzaamheid.

December 1968: Particuliere gratieverlening door de Belgische minister van justitie, waarbij Moens’ doodstraf wordt omgezet tot 20 jaar. Hierdoor krijgt hij de mogelijkheid om naar Vlaanderen terug te komen.

  • Wies Moens wijst deze particuliere gratieverlening  af, uit solidariteit met de andere collaboratieveroordeelden; pas wanneer een volledige amnestie zou worden toegestaan, zou hij zijn particuliere amnestie willen aanvaarden.

1969-1974:  Wies Moens wordt door zijn vrienden niet vergeten.

  • In privé-beheer verschenen vier bundels met verzameld proza: Proza I (1969) bevat het creatief werk, Proza II (1970) het kritisch werk, Proza III (1972) tijdschriftartikelen, redevoeringen en opstellen over figuren uit de Vlaamse Beweging en Proza IV (1973) literaire en toneelkritieken uit de periode 1923-1965.
  • In 1974 verscheen een selectie uit zijn poëtisch werk.

5 februari 1982: De dichter overlijdt na een slepende ziekte, in het St.-Odiliaziekenhuis te Geleen.

Epiloog

27 juli 1983: Oprichting van het Vormingsinstituut Wies Moens, gericht op studie en vorming in het algemeen, en op het bevorderen van de studie van Wies Moens en zijn werken in het bijzonder.

1984: Publicatie van een monografie  WIES MOENS 1898 – 1982. GEDENKBOEK bij Stichting Mercator – Plantijn te Antwerpen. De publicatie kwam tot stand onder impuls van zijn Vlaams-nationalistische geestesgenoten en bevat een nogal tendentieuze monografie van Erik Verstraete.

1996: Publicatie van Memoires Wies Moens. Met een historische en literaire inleiding door Olaf Moens en Yves T’Sjoen. Amsterdam: Meulenhoff  /  Antwerpen: Kritak -356p.

2019: Tekstkritische uitgave van zijn expressionistisch dichtwerk, bezorgd door Els Van Damme en Yves T’Sjoen

MEER OVER WIES MOENS

  • Jan D’Haese. 1981. Wies Moens. Gent (Oostvlaamse literaire monografieën nr. 23)
  • E. Verstraete, 1973. Wies Moens. Brugge (Ontmoetingen, nr. 101)

 

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Websites

Referenties

  • Els Van Damme: De ‘volksverbonden’ lyriek van Wies Moens. In: ‘Verbrande schrijvers – culturele collaboratie in Vlaanderen 1933-1945’ L. De Vos: Y. T’Sjoen; L. Stynen (red.). Gent, Academia Press, 2009, pp. 71-91.
  • Mathieu Rutten en Jean Weisgerber (red.), Van Arm Vlaanderen tot De voorstad groeit: de opbloei van de Vlaamse literatuur van Teirlinck-Stijns tot L.P. Boon (1888-1946), Antwerpen, 1988.
  • Olaf Moens en Yves T’Sjoen, Een historische en literaire inleiding (pp 10-77), in: Wies Moens, Memoires. Amsterdam: Meulenhoff / Antwerpen: Kritak, 1996. -356p.

SMAAKMAKER

Brabantsche lente

Uit: Golfslag (1935)

‘Kom,’ noodt mijn Brabantsche vriend mij, ‘en luister
naar den godenzang van de Lente hier !’
 
Eén spattende weelde, zoo vind ik het dorp,
de tuine’ overschuimd door de bloeiende kruinen.
Daarboven als bloesemwagens tiegen
de wolken in stoet aan de feestelijke lucht.
 
Van den heuvel schalmeit de jeugdige wind.
Zijn vreugde rukt los van de warme borst
der aarde den leeuwerk, die alvermetel
den kamp met den zilveren fluiter begint
en haalt den prijs, in gewinde koralen
uitstortend zijn hart, het vurige, kleine,
dat achter grauw gevederte klopt !
 
Waar het breede waaien den vogel lokt
tot juichende vlucht,
klimt het pad naar den ouden molen.
Hij houdt zijn armen ten hemel gestrekt:
een Mozes biddend op den berg van God
 
Geborge’ in den grond het goudene graan
dat wuivend zal in de Zomer staan
met aren die buigen onder hun vracht.
De molen, de duldzame, bidt en wacht.
 
Wij wandelen om zijn bultig lijf
en schouwen in’t dal:
het koren groent reeds overal.
Ik meen voorwaar, het felle bloed
dat de aarde door de aarde stuwt,
moet vonken als de nectar doet
der boeren, hun blond appelwijn !
 
Haal boven een flesch van ’t oude jaar:
de Lente zingt,
Brabantsche Lente, hoog en klaar !
 
De witte vlaggen van het licht
wapperen frisch langs ons aangezicht.
Het is, als schrijden fijfelaars in wit en blauw
ons voor ten dronk. – Terwijl wij treên
den drempel over, stapt de schare
de hoving op, den boomgaard in, en ginds
bij de pralende kerselaren
speelt voort de muziek: het suizen en deunen
golft om het huis met den bloesemgeur.
 
Mijn vriend thans, opetogen:
‘Zeg, kent ge schooner wonen
dan dit: met open deur
aan den klankstroom van Gods verblijdenis,
die komt van de hoogte, het huis omvloeit ?’
 
Ik, ’t glas geheven, breng
een krachtig ‘Heil’ ! hem toe, sluit bei mijn oogen
en zie: hoe een verdwaalde meeuw,
heenscherend pijlsnel over den disch,
het milde stroomen daarbuiten
haar heimwee meldt; de borst gelijk een schild,
en ’t kantig snijden van haar scherpe vlerken.

 

Knielen zal ik

Uit: De Boodschap (1920)

Knielen zal ik
tussen Uw simpele luiden.
Het tempo van hun hart
is de rustige regelmaat
van koperen slingers,
in antieke klokkasten
van eikehout.
Ik zal het jagen  stilleggen
van mijn hart,
met kalme riemslag
roeiën naar Uw meren van licht.
Daar is geen rimpel
in het meervlak,
lijk daar geen rimpel groeft
door Uw effen gelaat.
 
Knielen zal ik
tussen Uw simpele luiden.
Zij dragen ruige baard
en spuwen op de vloer van Uw heiligdom;
maar in hun ogen is
de eenvoud der kleinen,
terwijl zij luisteren naar Uw woord.
 
Ik zal de wortel der ijdelheid
rukken uit mijn oogappel,
de hoge pracht der begeerlikheid
wassen van mijn netvlies:
dat mijn ogen worden gewijd
voor het aanschouwen van wintermisère
en de bespotting
van dompelaars langs de straatweg.
 

BIBLIOGRAFIE

Woordje vooraf

Deze bibliografie werd verdeeld over 4 afdelingen

  1. Eigen literair werk in boekvorm (proza, poëzie, essays enz) – chronologisch
  2. Vertalingen gemaakt door Wies Moens – alfabetisch op naam van de vertaalde auteur
  3. Publicaties in Duitsland
  4. Bijdragen aan tijdschriften – chronologisch

De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij

  • Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen
  • Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
  • Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
  • POËZIECENTRUM VZW – Gent

Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.

1. Eigen literair werk in boekvorm

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
z j
[1920]
Cel-brieven. (proza)

Met inleiding van Lodewijk van Dosfel (pp VII – XX).
1922: 2de vermeerderde uitgaaf ; geillustreerd door J. Verdegem; Uitgever: Antwerpen : Uitgave “De Sikkel” ; Amsterdam : Em. Querido. 134 p : pll ; 14 x 11. Bevat eveneens de Dosfel inleiding.
1923: 3de vermeerderde definitieve uitgave; Uitgever: Antwerpen : “De Sikkel” ; Santpoort : C. A. Mees ; Brugge : Sinte-Katharina Drukkerij, s. a.
1924: 4de druk ibidem
1925: 5de druk ibidem
1940: 6de druk ibidem. Zonder de inleiding van Dosfel.
1942: 7de druk ibidem
1980: 9de bibliofiele uitgave bij Uitgeverij Danthe NV , Sint-Niklaas. Met inleidende teksten van Arthur De Bruyne en Eric Verstraete. Verlucht met 8 houtsneden van Frank-Ivo Van Damme en een portrettekening van Stef van Stiphout.
1982: 10de uitgave.[= 9 bibliofiele uitgave vermeerderd met de homilie door Anton van Wilderode gehouden bij de uitvaart van Wies Moens op 10 februari 1982 te Neerbeek].
 Uitgever: Sint-Niklaas : Danthe. XLVIII, 131 p. : ill.
Antwerpen: “De Sikkel”./ Amsterdam Em. Querido -125 + XXp.

Afmetingen: 13.50 x 10.50 (ingenaaid)
Colofon: Dit zijn 10 brieven, aan vrienden geschreven door de jonge flamingant Wies Moens te Gent, tijdens zijn voorlopige hechtenis, die sedert 1918 nog voortduurde toen dit boekje op de pers werd gelegd: november 1920. Zij verschenen gedeeltelijk in het dagblad “Ons Vaderland”.  DE UITGEVER;
 
Moens 19 9de druk
z j
[1920]
De boodschap. (gedichtenbundel)

1920: 2de druk ibidem

Antwerpen: “De Sikkel”. / Amsterdam: Em. Querido. -31p.

Afmetingen: 19 x 12.50 (katern gebonden met koordje)

 

z j
[1921]
De tocht. (gedichtenbundel) Moens 8 Antwerpen: “De Sikkel”. / Amsterdam: Em. Querido.  -48p.

Afmetingen: 18.60 x 12 (ingenaaid)
z j
[1922]
Verzen. (gedichtenbundel)

Bevat: 3de druk van DE BOODSCHAP en 2de druk van DE TOCHT

Antwerpen: “De Sikkel”. / Amsterdam: Em. Querido. -75p.

Afmetingen: 19.50 x 12.50 (ingenaaid)
z j
[1922]
Opgangen. (gedichtenbundel)

Met zes houtsneden van Jozef Cantré, één op de omslag, één op de titelbladzijde en vier binnenin.
Oorspronkelijke oranje omslag met titel en een houtsnede op de voorzijde, het drukkersmerk op de achterzijde.
Moens 7 Antwerpen: “De Sikkel” / Arnhem: Van Loghum, Slaterus & Visser. -47p.

Afmetingen:25 x 16.40 (ingenaaid)
Colofon: Voor deze bundel OPGANGEN werden houtsneden gemaakt door JOZEF CANTRÉ. Er werden 150 ex. getrokken op Hollands papier (Van Gelder Zonen), genummerd van 1 tot 150 en 600 ex. op zwaar Engels papier, genummerd van 151 tot 750.
Dit is nr 519
Drukkerij J.-E. Buschmann, Antwerpen.
1923 Landing. (gedichtenbundel)

2de uitgaaf 1925
Moens 11 Antwerpen: “De Sikkel”. / Santvoort: Mees. -63p.

Afmetingen:16 x 15 (ingenaaid)

 

1927 Lodewijk Dosfel herdacht. (essay)

Met portretfoto van Lodewijk Dosfel tegenover titelblad.
Met bio- en bibliografische gegevens over Dosfel en zijn werk pp 29-32.
Moens 20 Dendermonde: Uitgave Ang. Dosfel-Tysmans. -32p.

Afmetingen: 21.50x 15.50 (geniet – zachte kaft)
Drukkerij Lannoo, Tielt
z j
[1930]
Poëzie, 1919-1925. (poëzie – verzamelbundel)

Dit boek bevat de vierde uitgaaf van DE BOODSCHAP (geschreven in 1919), benevens een keuze uit de bundels: DE TOCHT (1920), OPGANGEN (1921), LANDING (1923), en uit de verzen die ontstonden in de periode tussen de eerste en de tweede druk (1923-1925) van het laatstgenoemde werk.
1941: 2de druk bij De Sikkel, Antwerpen, -93p.

 

Moens 4

Antwerpen: “De Sikkel”. -139p.

Afmetingen: 17.40 x 12.80 (gebonden – harde blauwe linnen kaft / tevens volksuitgave in grijze zachte kaft)
 
Drukkerij Michiels-broeders, Tongeren.
1933 Een Vlag waait open … : spreekkoor bij gelegenheid van de 2de Landdag van het Verdinaso.

Tekst van WIES MOENS
1938:
Bewerking onder de titel ‘Dietsche jeugd. Een spreekkoor voor jonge mannen’ verscheen bij Dietsch Jeugdverbond. 15p

moens-18 Uitgave van het Verbond van Dietsche Nationaalsolidaristen. -14p.

Verantwoordelijke uitgever: Pol Leroy, Ommegangstraat, 29 Izegem.
Afmetingen:  22.50 x 15.50 (geniet – zachte kaft)
1935 Golfslag. (gedichtenbundel) Moens 5 Antwerpen: “De Sikkel” (Kruishofstraat 223). -54p.

Afmetingen: 21 x 15.60 (ingenaaid – zachte kaft)
Colofon: Van dit boek werden 500 exemplaren gedrukt op Allura Superfine van Spalding en Hodge, genummerd van 1 tot 500.

 

1938 Het vierkant. (gedichtenbundel)

Bevat de cycli: Omtrek; Eenzame post; Hart in den donker; Lichtval.
Moens 2 Antwerpen: “De Sikkel”, Santpoort: Mees. -64p.

Afmetingen:21.30 x 15.60 (ingenaaid)
Colofon: Van dit boek werden 500 exemplaren gedrukt op Featherweight van Spalding en Hodge en genummerd van 1 tot 500. Dit is nummer 34.
1938 Dietsche jeugd: een spreekkoor voor jonge mannen.

Dit spreekkoor is een herwerkte versie van het eerder verschenen ‘Een vlag waait open’ (1933)
Leuven: Dietsch jeugdverbond. -15p.

Afmetingen: 23 x 15.50
z j
[1938]
De dooden leven: René de Clercq, Lodewijk Dosfel, Oscar de Gruyter en Karel van den Oever herdacht. (essay)

Deze bundel bevat een lezing gehouden op 14 november 1937, de 60e geboortedag van René de Clercq
Bevat 4 foto’s : René de Clercq, Lodewijk Dosfel, de kop van Oscar de Gruyter gebeeldhouwd door E. Poitou en een houtskooltekening van Jan Grégoire gewijd aan Karel van den Oever.
Brussel: Uitgeverij ‘De Phalanx’. / Amsterdam: De Amsterdamsche Keurkamer. 104 + [IV]p.

Afmetingen: 21 x 15
Colofon: Er werden gedrukt: 10 exemplaren op Hollandsch geschept papier Van Gelder Zonen, genummerd van I tot X en geteekend door den schrijver; 50 exemplaren op opdikkend Engelsch papier, genummerd van 1 tot 50 en geteekend door den schrijver.
1939 Nederlandse letterkunde van volksch standpunt gezien. (essay)

1941: 2de druk uitgeverij Wiek Op, Brugge

Rotterdam: Dietsche Boekhandel. -40p.

Reeks: Uitgaven van de Volksuniversiteit Herman van den Reeck. – Antwerpen; vol. 7: 31
1940 Dertig dagen oorlog. (oorlogsdagboek)

Pentekeningen van René Depauw.
Moens 16a
1941: 2de druk , “Wiek Op”, Brugge

 

 

 Moens 16 Brugge: Uitgeverij “Wiek Op”. -134p.

Afmetingen: 19 x 12.50 (ingenaaid – zachte kaft)
Colofon: Dit oorlogsdagboek van Wies Moens, met penteekeningen van René Depauw, gezet uit de Egmont van S.H. de Roos en gedrukt op de persen van D.A. Walleyn, werd in het najaar 1940 uitgegeven door “WIEK OP” te Brugge. De oorspronkelijke uitgave bestaat uit 26 exemplaren gedrukt op geschept Pannekoek, gemerkt van A tot Z en gehandteekend door den schrijver en den teekenaar.
1941 Poëzie 1919 – 1925. (poëzie – verzamelbundel)

Tweede uitgaaf – Heruitgave van 1930. In dit boek werden opgenomen: de vijfde uitgaaf van De Boodschap (geschreven in 1919); een keuze uit de bundels DE TOCHT (1920) en OPGANGEN (1921). Verzen uit LANDING saamgevoegd met gedichten die ontstonden in de periode tusschen den eersten en den tweeden druk (1923-1925) van den laatstgenoemden bundel.
Antwerpen: “De Sikkel”. -93p.

Afmetingen: 21.50 x 16 (ingenaaid – zachte kaft)
Gedrukt bij Steenlandt te Brussel.

1942 Onze volksche adel: rede uitgesproken te Mechelen op 25 november 1941. (essay)

Uitgegeven door het VNV, met op het voorplat een zwaard met een odal-rune.
Deze brochure bevat een rede uitgesproken door Wies Moens te Mechelen op 25 november 1941. Het is één van de belangrijkste teksten waarin Moens het begrip volk gedefinieerd heeft, maar in deze rede was hij ook bijzonder vriendelijk voor Hitler, die hij een geniale leider noemt.
moens-17 Antwerpen: Uitgeverij Volk en Staat. -24p.

Druk: drukkerij-boekbinderij Volk en Staat N.V./uitgeverij De Schelde beheerder-algemeen direkteur: Karel Peeters, Somersstraat 22, Antwerpen. Organisatie: V.N.V. Prijs: 5 fr.

 

1943 De spitsboog. (essays)

Op het omslag: een afbeelding van gotische spitsbogen en acht illustraties binnenin, landschapsfoto’s en opnamen van kunstwerken.
Deze uitgave bevat bijdragen uit de tijdschriften Dietbrand, Roomsch-Katholiek Bouwblad, Volk en het Noord-Nederlandse dagblad De Tijd naast teksten van 2 lezingen, één toespraak en een bijdrage in het Gedenkboek Prodsper de Troyer, Pro Arte Diest.

 

Moens 1 Brugge: Uitgeverij “Wiek Op”. -132p.

Afmetingen: 21 x 15.50 (ingenaaid – zachte kaft)
Druk: Walleyndruk, Brugge
Toelatingsnummer P.A. Nr 707.
1944 Klein Verschaeve Brevier. / Cyriel Verschaeve;

Samengesteld en ingeleid door Wies Moens;
Uitgegeven bij gelegenheid van den zeventigsten verjaardag van Cyriel Verschaeve, 30 April 1944.
Inleiding tot het “Klein Verschaeve Brevier” (essay, pp 7-24)
Verschaeve 1 Brugge: Uitgave “Zeemeeuw”.  -131p.

Afmetingen: 17 x 12 (gebonden – harde kartonnen geïllustreerde kaft)
Wallleyndruk Brugge – Toelating P.A nr.3184
Colofon: Van dit boekje dat verscheen bij “Zeemeeuw”, Brugge bij gelegenheid van ’s meesters zeventigsten verjaardag op 30 april 1944, werden zes exemplaren gedrukt op Hollandsch geschept pannekoek papier en genummerd van I tot VI. Deze exemplaren zijn niet in den handel.
1944 Het spoor. (gedichtenbundel) Brugge: Uitgeverij “Wiek Op”.  -26p.

Afmetingen: 19.90 x 13.60 (ingenaaid – zachte kaft)
Colofon: De oorspronkelijke uitgave van dezen bundel gezet uit de Erasmus van S.H. de Roos, bestaat uit 200 exemplaren op featherweight, genummerd van 1 tot 200.
Dit  is nummer …
Toelatingsnummer P.A. 9705
1944 Eeuwige jeugd, eeuwig volk: beschouwingen over volkskultuur.

Samen met Ferdinand Vercnocke en Edgard Wauters.
Ter inleiding: Eugeen Verstraete.
Bijdragen: Edgard Wauters, Vivo in de branding, rede uitgesproken bij gelegenheid van een plechtige feestzitting van VIVO te Brussel, den 16en in Zaaimaand 1943; Wies Moens, VIVO: een school voor levensstijl, rede uitgesproken bij gelegenheid van den VIVO-Kaderdag te Brussel, den 17en in Zaaimaand 1943; Ferdinand Vercnocke, De vernieuwing van ons volk door de jeugd, rede uitgesproken bij gelegenheid van den VIVO-kaderdag te Brussel, den 26en in Grasmaand 1942.
Brussel: De burcht. -39p.

Reeks: Vivo-reeks; vol. 1
Druk: A. Hessens, Brussel.
1948 Brief aan Brueghel. (essay)

[naam van auteur niet vermeld op publicatie]

Brussel: Privé-uitgave – 47 + [I]p.

Afmetingen: 24.50 x 15.50 (op het crèmekleurig omslag de titel en daaronder de boer die ploegt uit ‘Icarus’ val’ van Pieter Brueghel.)

Colofon: ‘Ten jare 1948 in een beperkte oplage gedrukt voor Mevr. M. Moens-Tas, Brussel. Exemplaren van deze druk zijn niet in den handel.’

1962 De verslagene. Gedichten door Wies Moens. (gedichtenbundel)

De tekening die het omslag verlucht, is van Leo De Ridder.
 
  inhoud
Moens 6 Maastricht: Privé-uitgave. -51p.

Afmetingen:21.40 x 15.50 (ingenaaid)
Colofon: Deze bundel, waarin enkele van mijn schaarse gedichten uit de jaren 1945-1960 zijn bijeengebracht, verschijnt als PRIVÉ-DRUK.
De tekst werd gezet uit de Bodoni-letter van Giambattista Bodoni., gedrukt op gevergeerd Cleopatra en typografisch verzorgd door de Grafische Kunstindustrie “Ernest van Aelst” in Het Hooghe Huys op de Jeker te Maastricht.
1968 Gedichten 1918-1967. (poëzie – verzamelbundel)

 
Bevat: Beperkte keuze uit POËZIE 1918-1925, gedichten uit GOLFSLAG en HET VIERKANT, HET SPOOR 2de druk, Ongebundelde Verzen. DE VERSLAGENE 2de druk; AD VESPERAS.
 
 
Moens 9 s.l.: Privé-uitgave. -195p.

Afmetingen: 21.60 x 16  (ingenaaid)
Colophon: Het boek ‘Gedichten 1918-1967’, door Wies Moens, verscheen als privé-uitgave bij gelegenheid van de zeventigste verjaardag van de auteur.
De tekst werd gezet uit de Bodoni van Giambattista Bodoni, gedrukt op 120 grams crème houtvrij offset en typografisch verzorgd door de Grafische Kunstinrichting “Ernest van Aelst” te Maastricht gevestigd in het “Hooghe Huys op de Jeker”.
1968 Ad Vesperas.  (gedichtenbundel)

Deze bundel is verschenen in de jubileumbundel ‘Gedichten 1918-1967’ en bevat de gedichten die hij schreef in de periode 1963-1967.

In: Gedichten 1918-1967.

Nooit afzonderlijk gepubliceerd.

1969 Albert Servaes. De kruisweg van 1919. Met begeleidende tekst door Wies Moens.

Bevat 14 reproducties van ‘de kruisweg van 1919’ over de volledige bladzijde afgedrukt. Lay-out Jos
Hendrickx.  
 
    

 

 Moens 15 Deurle: Colibrant –Uitgaven.  -z.p. [62p.].

Reeks : Cahiers van Deurle;
Afmetingen: 30 x 21.50 (ingenaaid)
Colofon: Deze monografie, de eerste in een door de Colibrant-Uitgaven / Deurle gepubliceerde reeks ‘Cahiers van Deurle’, bevat naast de reproduktie van de Kruisweg uit het jaar 1919, door Albert Servaes, een door Wies Moens speciaal voor deze publicatie geschreven tekst die de veertien Kruiswegstaties begeleidt. De uitgave kwam tot stand in de lente van het jaar 1969, naar een lay-out van de graficus Jos Hendrickx, in samenwerking met de Stichting Museum Mw. J. Dhondt-Dhaenens / Deurle en de Drukkerij Erasmus / Ledeberg, die voor de technische bijdrage voor de originele uitgave Van Gelder-papier gebruikte en de tekst met de hand deed zetten uit de Garamond letter, corpus 18.
Ook de gemeente Deurle a/ Leie, in de persoon van Dr. A. de Pesseroey, burgemeester, verleende haar medewerking bij het voorbereiden van deze uitgave, waarvan de oplage 500 eksemplaren bedraagt.
1969 Proza I .

Bevat: Celbrieven (8ste druk), -Dertig dagen oorlog,(3de druk) -Brief aan Brueghel (2de druk), -Notities uit de nazomer van vierenveertig (verschenen in Dietsland-Europa sept. 1965), -Ic segh adieu (1944)
Moens 22_1969 s.l. : Privé-uitgave. -250p.

Afmetingen: 22 x 16.50 (gebonden in zwarte linnen band met groen vignet dat een cel met papier en inktpot door Emile Taalman voorstelt))
Colofon: Proza van Wies Moens – met vignet door Emile Taalman – verscheen als een privé-uitgave. De tekst werd gezet uit de Bodoni van Giambattista Bodoni, gedrukt op 120 grams crème houtvrij offset en typografisch verzorgd door de Grafische Kunstinrichting “Ernest van Aelst” te Maastricht gevestigd in het “Hooghe Huys op de Jeker” A.D. MCMLXIX (1969).
1970 Proza II.

Bevat: Nederlandse letterkunde van volks standpunt gezien (3de druk), -De doden leven (2de druk), -De spitsboog (2de druk).
Afbeeldingen van Moeder Armoede, een beeldhouwwerk van Victor Cassiman; De Emmaüsgangers, een schilderij van Johannes Vermeer; De goede Herder, een schilderij van Prosper de Troyer en Zittende jonge man, een tekening van Pieter Paul Rubens.

 

s.l.: Privé-uitgave. -250p.

Afmetingen: 21.40 x 15.50 (gebonden in zwarte linnen band met groen vignet dat een boek, een toneelmasker een kaars en een hoorn voorstelt)
Colofon: Proza van Wies Moens – met vignet door Emile Taalman – verscheen als een privé-uitgave. De tekst werd gezet uit de Bodoni van Giambattista Bodoni, gedrukt op 120 grams crème houtvrij offset en typografisch verzorgd door de Grafische Kunstinrichting “Ernest van Aelst” te Maastricht gevestigd in het “Hooghe Huys op de Jeker” A.D. MCMLXX (1970).
1973 Proza III.

Bevat: -Het activistisch avontuur en wat er er op volgde, -Kamp om Dietsland, -Nederlandse werkelijkheden, -11 juli : Dietse dag, -Zuid-Nederland en Willem van Oranje, -Onze Volkskamp,-Bijdragen tot de kennis van ons volk, -Een nieuw boek over ons volk, -“Vlaanderen” door Duitsers gezien, -Bij een uitlating van Prof. Geyl, -De stem van het bloed, -Herinneringen aan Zuid-Afrika, -Bij het verscheiden van Hugo Verriest, -Dr. Antoon Jacob, -Rosa de Guchtenaere, -Dr. August Borms, -Pater Dr. A.D. Stracke, -Jean Marie Gantois, -In memoriam Staf Bruggen, -In memoriam Gaston Feremans, -Aan Angela Dosfel-Tysmans)
s.l.: Privé-uitgave. -274p.

Afmetingen: 21.40 x 15.50 (gebonden in zwarte linnen band met groen vignet dat voorstelt de voorgevel van de aula van de Gentse universiteit, een leeuwenvlag en het Gentse Belfort)
Colofon: Proza van Wies Moens – met vignet door Emile Taalman – verscheen als een privé-uitgave. De tekst werd gezet uit de Bodoni van Giambattista Bodoni, gedrukt op 120 grams crème houtvrij offset en typografisch verzorgd door de Grafische Kunstinrichting “Ernest van Aelst” te Maastricht gevestigd in het “Hooghe Huys op de Jeker” A.D. MCMLXXII (1972).
1973 Proza IV.

Bevat: -Rondom een lezing over “Het nieuwe dichten”, -Paul van Ostaijen en de studenten der Nederlandse universiteit te Gent (1916-1918), -Pieter van der Meer de Walcheren in de jaren ’20, -Tweemaal Streuvels, -Van Marie Koenen tot Felix Timmermans, -Bij de 50e verjaardag van Karel van de Woestijne, -Cyriel Verschaeve, -Omer Karel de Laey, -Het levenswerk van August Heyting, -“Bartje” door Anne De Vries, -Dietse vertellers, -Emiel Verhaeren, -Charles de Coster, -Twee schrifturen over poëzie, -Wedergeboorte der literatuur, -Albert Mähkl, -Nederduitse herleving, -“Hannibal” door Mirko Jelusich, -Een Finse verteller, -Een merkwaardige studie, -Richard Benz over de Duitse romantiek, -Doctor Faustus : sage-figuur en symbool, -De eenzame mens in de hedendaagse letterkunde, -Dante’s actuele betekenis, -“Mariken van Nieumeghen” door het Vlaamse Volkstoneel, -“Claudel’s “Maria boodschap” door het Vlaamse Volkstoneel, -“Van wee Coninxkinderen” op de Planken, -“Adam in ballingschap” door het Vlaamse Volkstoneel, -“Compostella” van Dietzenschmidt door de toneelgroep “Exelsior”, -Feber’s “David” in Vlaanderen vertoond, -De tragedie van Judas, -Carlo Goldini in een Vlaams provinciestadje, -Een toneelavond te Lier, -Bredero in de Nederlandse schouwburg te Antwerpen, -Een voorstelling door “Gods Vagevonden” uit Mechelen, -Antoon van de Velde’s “Tijl”, -“De spelbreker” comedie door Paul de Mont, -Rembrandt op de Planken, -Over het poppenspel.
s.l.: Privé-uitgave. -366p.

Afmetingen: 21.40 x 15.50 (gebonden in zwarte linnen band met groen vignet dat een toneel of woordkunstenaar bij een stapel boeken voorstelt)
Colofon: Proza van Wies Moens – met vignet door Emile Taalman – verscheen als een privé-uitgave. De tekst werd gezet uit de Bodoni van Giambattista Bodoni, gedrukt op 120 grams crème houtvrij offset en typografisch verzorgd door de Grafische Kunstinrichting “Ernest van Aelst” te Maastricht gevestigd in het “Hooghe Huys op de Jeker” A.D. MCMLXXIII (1973).

 

1974 Gedichten 1918-1974. (poëzie – verzamelbundel)

Tweede druk van “Gedichten 1918 – 1967” vermeerderd met enkele omgewerkte stukken uit de vroegste bundels (tot en met GOLFSLAG) en een nieuwe reeks “Ongebundelde Verzen” uit 1938-1974
Moens 10 s.l.: Privé-uitgave.  -297p.

Afmetingen: 21.40 x 15.50 (gebonden in zwarte linnen band met groen vignet dat een boot, een paard en een schrijfboek voorstelt)
Colophon: Dit boek met Gedichten van Wies Moens verscheen als privé-uitgave. Over de samenstelling staat het nodige te lezen op één der eerste bladzijden.
Het vignet is van Emile Taalman
De tekst werd gezet uit de Bodoni van Giambattista Bodoni, gedrukt op 120 grams crème houtvrij offset en typografisch verzorgd door Alberts’ drukkerijen bv Sittard. A.D. MCMLXXIV (1974).
POSTUME UITGAVE
1984 Wies Moens 1898-1982 Gedenkboek.

Samengesteld en ingeleid door Erik Verstraete met bijdragen uit Zuid- en Noord-Nederland, talrijke zeldzame foto’s en archiefdocumenten en een keuze van zijn gedichten.

Antwerpen: Stichting Mercator-Plantijn v.z.w.  -478p.

Afmetingen: 24 x 16.70 (gebonden – bruinlinnen harde kaft met goudopdruk – stofomslag met foto Wies Moens)
Colofon: dit boek “Wies Moens-gedekboek” van Erik Verstraete werd uitgegeven door de Stichting Mercator-Plantijn te Antwerpen ▫ Het boek werd gezet uit de Times en gedrukt op 120 grams houtvrij offset druk ▫ De grafische vormgeving en het concept van deze uitgave werden verzotgd door Dominique Baston Köln-Antwerpen ▫ Fotografie van de documenten Guy Verwimp Antwerpen ▫ Aan het tot standkomen van het boek werkten mee Concordia pvba drukkerij te Roeselare-Rumbeke en boekbinderij Delabie te Kortrijk-Marke.

1996 Memoires WIES MOENS.

Met een historische en literaire inleiding door Olaf Moens en Yves T’Sjoen
Omslag en typografie binnenwerk Peter van de Cotte.
Foto’s: erven Wies Moens en Archief Universiteit Gent (p. 191, 200, 201, 257)
Moens 14 Antwerpen: Uitgeverij Kritak /Amsterdam: Uitgeverij J.M. Meulenhoff  bv.   -356p.

Afmetingen: 23.60 x 15.60 (gebonden – met gekartonneerde kaft)
2019 Expressionistisch dichtwerk. (Tekstkritische uitgave van de vroege bundels)

Bezorgd door Els Van Damme en Yves T’Sjoen.
Boekverzorging: Stéphane de Schrevel;
Coverfoto: Letterenhuis;
Nawoord: Els van Damme;
Bevat de bundelsDe Boodschap (1920 – pp7-30); De Tocht (1920 – pp 31-68); Opgangen (1922 – pp 69-104); Landing (1923 – pp 105-150); nawoord ‘Het woord wordt geboodschapt’ door Els van Damme (pp 151-172).

Gent: Academia Press. 200p.

Afmetingen: 22.00 x 14.00 (paperback)
Reeks: Literatuur in Vlaanderen 1900-1950

2. Vertalingen/bewerkingen

Brentano, Clemens

1948. Het bitter lijden van onzen Heer Jezus Christus. Naar het verhaal van Anna-Catharina Emmerich, uit het Duitsch vertaald door G.L. DIJKMAN ( = ps. Voor Wies Moens) , Antwerpen, De Nederlandsche Boekhandel. -344p. Oorspronkelijke titel: Das bittere Leiden unsers Herrn Jesu Christi (1833).

Met geïllustreerde stofomslag.

Contardo Ferrini

1923 De kerstnovene van Contardo Ferrini.

Nederlands van Wies Moens.
De tekeningen voor deze uitgave werden speciaal vervaardigd door Dom Gregorius de Wit, o.s.b.
Moens 21 Gent: Uitgaven Cultura. -32p.

Afmetingen: 17.70 x 13.20 (ingenaaid – slappe kaft)
Moens 21a
Van de persen der drukk. Erasmus, Gent.

Ghéon, Henri

1927. De klucht van de gestrafte met den koorde: mirakelstuk in drie bedrijven (vert. uit het Frans). Thielt: Lannoo. 118p. Afmetingen: 19.50 x 15.50. Oorspronkelijke titel: La farce du pendu dépendu, miracle en trois actes. (1924)

Chesterton, G.K.

1924 S. Franciscus van Assisi.

Uit het Engels vertaald door Wies Moens.
Oorspronkelijke auteur: G.K. Chesterton.
Oorspronkelijke titel: Saint Francis of Assisi
(1933)
Met een voorbericht van de vertaler
 
Gent: Uitgaven Cultura.-246p.

Afmetingen: 19 x 12 (ingenaaid – zachte kaft)
Drukkerij Erasmus , Gent

Dietzenschmidt

1923. Compostella: legendespel in drie bedrijven. Gent: T Spyker. 88p. Reeks: Nederlandsch keurtooneel. – Gent; vol. 1
Oorspronkelijke titel: Die Sanct Jacobsfahrt. Eyn Legendenspiel in drey Aufzügen. Berlin: Oesterheld & Co. Verlag, 1920. Vorlage für die Oper „Die Jakobsfahrt“ von Fidelio F. Finke.

Met op het voorplat een tekening van Edg. Ernalsteen. Wies Moens vertaalde dit toneelstuk uit het Duits en liet de tekst voorafgaan door een biografische noot over de auteur Dietzenschmidt, pseudoniem voor Anton Schmidt. De eerste opvoering in Vlaanderen vond plaats in de Nederlandse Schouwburg te Antwerpen o.l.v. Jan Oscar de Gruyter

Hölderlin, Friedrich

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1943 Hölderlin, 1770-1843. Tien Gedichten vertaald door Wies Moens.

Bibliofiele uitgave met de titels van de gedichten in blauwe letters, evenals een schaduwbeeld van het hoofd van Hölderlin op het omslag.
Met een woord vooraf door Wies Mons
Vertaalde gedichten: Jeugd, Hyperions Lied (Hyperions Schicksallied), De dood voor ’t Vaderland, Bijval der Menschen, Geboeide stroom, Vergeef, Thuiskomst, De Eiken, Aan de schikgodinnen en s Levens loop.
Het Duitse origineel werd niet opgenomen.
Toelatingsnummer : P.A. 3760

 

Brugge: “Wiek Op”. -22p.

Afmetingen: 27 x 21.80 (ingenaaid – zachte kaft met stofomslag)
Colophon: Bij gelegenheid van Hölderlin’s honderdsten sterfdag werd dit bundeltje, inhoudend tien gedichten van Hölderlin , vertaald door Wies Moens, in juni 1943 gedrukt op de persen van A. Hellinckx te Brussel die hiervoor gebruik maakte van de Erasmus letter van S.H. de Roos. Het ontwerp is van Jos. Leonard. De oorspronkelijke uitgave, naast de gewone editie, bleef beperkt tot zes exemplaren op geschept Pannekoek, gemerkt van A tot F en niet in den handel.
Het schaduwbeeld van Hölderlin werd bereidwillig ter reproductie afgestaan door het Schiller Nationalmuseum te Marbach.

Housman, Laurence

1929-1930. Van Sint Franciscus: negen taferelen uit het leven van de Poverello (vert. uit het Engels). Utrecht: De Gemeenschap. 4dln.
Oorspronkelijke titel: Little Plays of St. Francis (1922)

Luther, Arthur

1938 Kalewala: het epos der Finnen (naar de Duitsche bewerking van Arthur Luther).

Met een voorbericht van Wies Moens, houtsneden van J. Acket.
Antwerpen: “De Sikkel”. -158p.

Afmetingen: 21.60 x 16 (ingenaaid)
Colofon: Gedrukt op de persen van V. van Dieren & Co Venusstraat, 27, Antwerpen, MCMXXXVIII.

Marti, Hugo

z.d. [1949]. Het kerkje van zeven wonderen. Uit het Duitsch vertaald door G.L. DIJKMAN ( = ps. Voor Wies Moens), Heerlen, Winands. -208p. Ill. Oorspronkelijke titel: Das Kirchlein zu den sieben Wundern (1922)

Molière

1924. Pachter Dandin: klucht in drie bedrijven. Gent: Tspyker. -70p. Reeks: Internationaal keurtooneel. – Gent; vol. 2.
Omslagtekening: E. Ernasteen, ontwerp voor decor van A. Prevenier te Lokeren.
Oorspronkelijke titel: George Dandin ou le Mari confondu (18 juli 1668)

Weinrich, F.J.

1930 De danser van onze lieve vrouw. Een klein mirakelspel naar het Duits van F.J. WEINRICH door Wies MOENS.

Oorspronkelijke titel: Tänzer unserer lieben Frau.
Uit het Duits vertaald door Wies Moens.
Met op het omslag een houtsnede door Prosper de Troyer, Antwerpen

Antwerpen: Uitgave “De Sikkel”. – 31p.

Afmetingen: 14.30 x 11 (ingenaaid – zachte kaft)
N.V. Drukkerij Erasmus , Gent

Wildgans, Anton

1924. Kaïn: een mythies gedicht. Gent: Uitgaven Cultura. -79p.

 

3. Publicaties in Duitsland

1942 Das Flämische Kampfgedicht. (anthologie)

Herausgegeben von Wies Moens
Übertragen von Adolf von Hatzfeld.
Nederlandse tekst tegenover de Duitse vertaling.
Bevat een keuze uit de Vlaamse strijdpoëzie: uit Van den Vos Reynaerde, de geuzenliederen, een Conscriptielied uit de tijd van de Franse Revolutie, De Vlaamse Leeuw Emmanuel Hiel (Lied der Vlamingen), Gezelle, Rodenbach, 24 oktober 1916 (opening der Nederlandse universiteit in Gent), Raf Verhulst, Verschaeve, René de Clercq, Karel van den Oever, Richard de Cneudt en drie gedichten van hemzelf (Kan in uw ziel…, Ik heb gestreden… en Gelijkenis)

Jena: Eugen Diederichs Verlag. -100p.

Afmetingen: 20 x 13 (ingenaaid – op voorplat: gele band met drie goedendagknotsen in het rood, op achterplat: klauwende Vlaamse leeuw in rood tegen gele achtergrond)
1. bis 5. Tausend
Buchausstattung: Max Thalmann

 

4. BIJDRAGEN IN TIJDSCHRIFTEN

1922 Bij het verscheiden van Hugo Verriest (proza) Gedeeltelijk herschreven tekst van een bijdrage in Opgang, Amsterdam
1923 Dr. Antoon Jacob (proza) De Stem
1924 Pieter van der Meer de Walcheren in de jaren ’20 In: ‘Pogen’ jg. II nr 10
1924 Van Marie Koenen tot Felix Timmermans. In: ‘Pogen’ jg. II nr 1
1924 “Mariken van Nieumeghen” door het Vlaamse Volkstoneel In: Opgang, Amsterdam.1924
1926 “De spelbreker”, Comedie door Paul de Mont In: De Tijd, Amsterdam.1926
1927 • Charles De Coster (essay)• Emile Verhaeren (essay)• Papini’s alleenspraak over de dichtkunst (essay)• Maritain : grenzen der dichtkunst (essay).• Stijn Streuvels “Werkmenschen” In: De Tijd, Amsterdam (1927)In: De Tijd, Amsterdam (1927)In: Jong Dietsland. (1927)In: Jong Dietsland. (1927)In: Jong Dietsland. (1927)
1928 Paul van Ostaijen en de studenten der Nederlandse universiteit te Gent (1916-1918). (essay). In: “Vlaamsche Arbeid”, speciaal nr 1928
1928 • Dr. August Borms : Op bezoek in de gevangenis te Leuven.• Bij de 50e verjaardag van Karel van de Woestijne.• Claudel’s “Maria Boodschap” door het Vlaamse Volkstoneel.• “Van twee Coninxkinderen” op de Planken.• “Adam in ballingschap” door het Vlaamse Volkstoneel.• “Compostella” van Dietzenschmidt door de groep “Exelsior”.• De “Tragedie van Judas”.• Carlo Goldini in een Vlaams provinciestadje.• Bredero in de Nederlandse schouwburg te Antwerpen . In: De Tijd, Amsterdam, 1928
1930 • Een toneelavond te Lier.• Een voorstelling door “Gods Vagebonden” uit Mechelen. In: Tijd, Amsterdam.(1930)
1931 De stem van het bloed. In: Tijd, Amsterdam.(1931)
1933 • Wedergeboorte der literatuur.• Albert Mähl.• Een Finse verteller. In: Dietbrand jg. I nr 3 / In: Dietbrand jg. I nr 2 / In: Dietbrand jg. I nr 3 (1933)
1934 • Rembrandt op de Planken.• Kamp om Dietsland. In: Dietbrand jg. I nr 6 (1934) / In: Dietbrand jrg. II nr 2
1934 Cyriel Verschaeve : Bij zijn 60e verjaardag. In: Dietbrand’ jg. I Nr 7
1934 Een merkwaardige studie. (bespreking van Duitse literatuurgeschiedenis Individualismus als Schicksal door Otto Miller) In: Dietbrand jg. II nr 1 (1934)
1934-35 • “Hannibal” door Mirko Jelusich• Nederduitse herleving In: Dietbrand jg. II nr 3 (1934-35) / In: Dietbrand jg. I nr 4 (1934) & Dietbrand jg. II nr 3 (1934-35)
1934-35 Aan Dosfel’s graf. In: Dietbrand jg. II nr 9 (1934-35)
1935 Rosa de Guchtenaere. In: Gudrun jg. XVIII nr 1
1936 Dietse vertellers. In: Dietbrand jg. III nr 7
1936 “Vlaanderen” door Duitsers gezien. Besprekingen over : A. von Hatzfeld: Felix Timmermans; Otto Brües Fliegt der Blaufuss ?; K. Baehrens: Die flämische Bewegung”. In: Dietbrand jg. III nr 4
1937 • “Bartje” door Anne de Vries.• Nederlandse werkelijkheden.• Het levenswerk van August Heyting.• Bijdragen tot de kennis van ons volk. In: Dietbrand jg. IV nr 2 / In: Gudrun jg. XVIII nr 9-10 / In: Dietbrand jg. IV nr 8 / In: Dietbrand jg. IV nr 3
1938 • 11 juli : Dietse dag (toespraak gehouden te ’s Gravenhage op 9 juli 1938)• Willem van Oranje en Zuid-Nederland (toespraak gehouden op de herdenking te Delft, op 28 april 1938) In: Dietbrand jrg. 5 nr 7
1938 Onze volkskamp (bespreking: L. Picard: “Geschiedenis van de Vlaamsche en Grootnederlandsche Beweging’) In: Dietbrand jg. V nr 1 (1938)
1938 • Bij een uitlating van Prof. Geyl.• Richard Benz over de Duitse romantiek.• Een nieuw boek over ons volk. In: Dietbrand jg. V nr 6 (1938) / In: Dietbrand jg. V nr 6 (1938) / In: Dietbrand jg. V nr 10 (1938)
1949 Rondom een lezing over het nieuwe dichten. Geschreven in 1949, voor het eerst gepubliceerd in ‘Proza IV’.
1960 Pater Dr. A.D. Stracke : Bij zijn 85e verjaardag. In: Dietsland-Europa. Jaargang V/. Speciaal nummer. (1960): Ook Dietsland-Europa jaargang X nr 9 -10 (1965)
1962 Doctor Faustus : sage-figuur en symbool. (lezing gehouden voor de volksuniversiteit te Geleen)
1964 • Jean-Marie Gantois : De 60e verjaardag van een wapenbroeder.• De eenzame mens in de hedendaagse letterkunde (lezing gehouden voor de volksuniversiteit te Geleen) In: Dietsland-Europa. Jg IX nr 8 (1964)
1965 Dante’s actuele betekenis (lezing gehouden aan de volksuniversiteit te Geleen)
1965 Pater Dr. A.D. Stracke : Aan de negentigjarige. In: Dietsland-Europa. Jg. X nr 9-10 (1965)
1968 Jean-Marie Gantois herdacht. In: Notre Flandre. Jg. XVI nr 1-4 (1968)
1970 Aan Angela Dosfel-Tysmans, bij haar 80e verjaardag. In: Dietsland-Europa. Jaargang XV. Nr. 10-11. (1970)