Maakt deel uit van:de vijfenvijftigersErotische literatuur in VlaanderenGard Sivik (1955-1964)Poëzie in Vlaanderen 1955-1965 Experimentelen
René Gysen
Antwerpen, 8 maart 1927 – Antwerpen, 2 maart 1969
Prozaschrijver, essayist en vertaler.
Redacteur bij diverse tijdschriften ‘Diagram’, Komma’, Gard Sivik’.
Schreef essays over de toen zeer populaire Markies de Sade en Pierre Klossowski.
Mengde zich in het contesterende rumoer van de stenciltijdschriften als Daele, Mep, Heibel en Bok, stelde de essaybundel De onbekende twintigste eeuw: List en Literatuur samen en wist nagenoeg al zijn teksten te plaatsen bij Nijgh en Van Ditmar.
Slaagde erin om in New York een erotische roman The French Way (1963) te publiceren onder de schuilnaam John T. Lamoureux.
Zijn werk is weinig omvangrijk, experimenteel van aard, met een authentieke interesse voor taboedoorbrekende thema’s waaronder erotiek een belangrijke rol speelt.
‘Lezen is schrijven is zich herinneren is leefbare realiteit scheppen is zich als persoon handhaven’ (Uit: Geloofsbrieven 1967)
Met iemand als C.C. Krijgelmans hoort hij bij de coryfeeën van de avontuurlijke jaren ’60.
BIOGRAFIE
8 maart 1927: Geboren te Antwerpen als René Louis Gysen.
1938-1944: Hogere middelbare studies, wetenschappelijke afdeling, aan het Koninklijk Atheneum te Antwerpen.
1944-1945: Werkte een tweetal maanden als leerjongen op een fabriek (1944), een half jaar als bureeljongen bij het Amerikaanse leger (1944-1945), en werd tenslotte ambtenaar bij de stedelijke administratie (sinds 1945).
Eind 1945: Liep longtuberculose op een jaar later gecompliceerd door een etterpleuris.
- Verblijf in ziekenhuizen en sanatoria van oktober 1946 tot augustus 1949 en van oktober 1957 tot april 1959. De ziekte zal hem zijn leven lang achtervolgen en uiteindelijk zijn vroege dood veroorzaken.
Gehuwd in 1955, een dochtertje in 1968.
Tussen 1955 en 1965 wijzigt zich de samenleving in niet geringe mate:
- De wederopbouw en zuinigheidsethiek waren definitief passé
- De materiële welvaart groeit in hoog tempo
- De Brusselse wereldtentoonstelling celebreert de “Vooruitgang der Wetenschap in dienst van de Mens”
- Televisie en auto worden gemeengoed
- Doorbraak in anti-conceptiva
- Internationalisering van de pop-cultuur (jazz, chanson, ‘kleinkust’, Elvis Presley, Bill Haley enz.)
1957 –1964: Redactielid van Gard Sivik een Antwerps, experimenteel tijdschrift vernoemd naar het gelijknamige jazz-café in Antwerpen.
- Gysen herformuleert de doelstellingen in nr. 8 (1957) in zijn essay ‘Waar staat Gard Sivik ?’
- “In Gard Sivik beoogt de poëzie poëzie”
- Gard Sivik is het enige tijdschrift dat stelselmatig originele experimentele poëzie publiceert en dat de ‘opzettelijke menselijkheid’ van Tijd en Mens achterwege laat.
1960: In een poging om met de Nederlandse jonge modernisten front te vormen, stelde hij met Hans Sleuteraar een bloemlezing samen Met andere woorden, Jonge dichters uit Noord en Zuid.
- De uitgave wekte de suggestie een vervolg te zijn op Rodenko’s ‘Nieuwe Griffels, schone leien’.
- In hun ‘Antwoord aan de lezer’ verklaren ze zich te kanten tegen ‘de nieuwe taboes’, ‘met namen als “epigonisme”, “post experimentalisme”, “neo-impressionisme”, maar nergens slagen ze erin uit te leggen waaruit de noodzaak van deze Noord-Zuid samenkomst bestaat. Wellicht een strategie waardoor jonge Nederlanders zich konden optrekken aan hun Vlaamse collega’s Paul Snoek, Gust Gils en Hugues Pernath van de tweede generatie Vlaamse experimentelen ?
1963: Slaagde erin om in New York een erotische roman The French Way (1963) te publiceren onder de schuilnaam John T. Lamoureux.
1964: In Processie all stars, dat 2 delen bevat (I. De wrede wereld; II Herinneringen van een jonge kerkvorst) komt een bekentenisstuk voor, onder de titel Dagboek voor de waanzin. Daarin staat: “anarchie kenmerkt mijn mogelijkheid tot creativiteit”. Anti-burgerlijkheid is het wezenlijk kenmerk van de positie waarin de schrijver zich bevindt. De maatschappij der burgers is leugenachtig en in taboes verstard. De auteur poogt met een alternatieve schriftuur, een van alle kanten onveilig gemaakt bestaan op te klaren en zin te geven. Het schrijven biedt hem een zinvolle houding tegenover een frustrerende realiteit.
Het zijn ideeën die hij alvast gemeen heeft met tijd- en geestesgenoten Paul de Wispelaere en Willy Roggeman.
1965- 1969: Samen met Pierre H. Dubois, Willy Roggeman, Paul de Wispelaere en Julien Weverbergh maakte hij deel uit van de redactie van Komma.
- Komma, probeert de lijn van het eerdere tijdschrift ‘Diagram’ door te trekken en biedt onderkomen en begeleiding voor vernieuwend proza. In een speciale aflevering ‘5 geloofsbrieven’ zullen de redacteurs in 1967 hun literair credo bekendmaken. Volstrekte eerlijkheid en authenticiteit in de vernieuwing zijn een gemeenschappelijk uitgangspunt. Dit wordt echter zeer verschillend ingevuld, wat ook uiteenlopende werkwijzen met zich meebrengt.
- Zowel in Gard Sivik en Komma pleitte Gysen voor vernieuwing van de roman door het loslaten van de geijkte vertelpatronen, het verwisselbaar maken van de personages en het confronteren van verschillende vormen van bewustzijn. Daarbij zou het proces van het schrijven zelf onderwerp van de roman moeten worden. Als voorbeelden van een dergelijk schrijverschap zag hij naast zijn land- en generatiegenoten Paul de Wispelaere en Willy Roggeman, ook buitenlandse auteurs als De Sade, Beckett, Genet en Bataille.
- Komma had dus een forumfunctie waarbinnen vernieuwing kon gedijen. Dit werd overigens versterkt doordat Nijgh en Van Ditmar, de uitgevers van Komma, zijn paperbackreeks Nieuwe Nijgh Boeken uitdrukkelijk openstelde voor vernieuwend proza, vooral van de redacteurs van het blad, maar ook van enkele anderen, zoals Daniël Robberechts.
1965: Medewerking aan Vooruit, literair criticus van De Nieuwe Gazet.
1965: Vertaalt samen met Gust Gils en Freddy de Vree de roman ‘Juliëtte’ van Markies de Sade over wie hij eerder al een belangrijk essay had geschreven: De slecht befaamde Markies de Sade (1961).
- Het is geen toeval dat deze vertaling uitgegeven werd door Walter Soethoudt. Het is een project dat past in de toenmalige erotische taboedoorbrekende sfeer.
Erotiek neemt een belangrijke plaats in het werk van Gysen in.
1966: In Grillige Kathleen een roman die opgebouwd uit verschillende teksttypen (dagboek, autobiografie, essay, mythe en dergelijke), gaat het om de fascinatie van een oudere man voor een ongrijpbaar zestienjarig meisje.
De roman wordt als een soort ‘dossier’ aangeboden, de verschillende teksttypes fungeren als een ‘facettenoog’: de werkelijkheid is principieel onkenbaar, de taal schampt af op de veelkantige werkelijkheid.
- Grillige Kathleen werd weleens de Vlaamse variant van Nabokovs Lolita genoemd.
- In 2003 werd de roman opnieuw uitgegeven in de Vlaamse Bibliotheek, met een nawoord van J. Flamend.
Reizen naar Verenigde Staten (1965), Portugal (1966), Sovjet-Unie (1967) en Tunesië (1968).
1967: In zijn Geloofsbrieven (1967), samengesteld door de redactie van Komma, schrijft hij: ‘Lezen is schrijven is zich herinneren is leefbare realiteit scheppen is zich als persoon handhaven’. Deze zin zou naar de vorm en naar de inhoud een samenvatting kunnen zijn voor Gysens literatuurbenadering. In zijn gevecht met de realiteit streeft hij naar een positiebepaling tegenover die realiteit en naar zelfverwerkelijking.
2 maart 1969: Overlijden van René Gysen.
Epiloog.
Verwisselbaarheid en vervaging van de eigen identiteit zijn de thema’s van de postuum uitgegeven experimentele roman Op weg naar de literaire receptie (1969).
MEER OVER RENÉ GYSEN
- Kritisch lexicon; Oosthoek; WP-lexicon;
- Herman J. Claeys, interview in: Wat is links? Vraaggesprekken over literair engagement (1966), p. 94-100;
- Gust Gils e.a., Over René Gysen, samengesteld door de redactie van “komma”, Nijgh & Van Ditmar, ’s Gravenhage. 1970. paperback, 13,5 x 20cm. 164p.
- George Adé, ‘René Gysen tussen realisme en mythologie’, in: Jeugd en Cultuur 21 (1976) 8, p. 371-384;
- Willy Roggeman, ‘René Gysen: op weg naar Xing’, in: Glazuur op niets (1981), p. 145-158; René Gysen: gelezen, niet gelezen, herlezen, speciaal nummer van Heibel 19 (1985) 2;
- Jan Flamend, ‘Het mistroostige en weinig gelezen oeuvre van René Gysen’, in: Dracula, Walt Disney, Tom Lanoye en andere romantici (1998), p. 90-99.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
- René Louis Gysen • dbnl (algemene overzicht)
- René Gysen – dbnl (interview met Fernand Auwera in: Schrijven of schieten. Interviews. Standaard Uitgeverij, Antwerpen / Utrecht 1969)
- Gysen, René – dbnl (tekst van G. C van Bork)
Referenties
- Hugo Brems, Altijd weer vogels die nesten bouwen, Uitgeverij Bert Bakker, 2006; pp. 205, 230-31, 289.
BIBLIOGRAFIE
Woordje vooraf
- D.A.F. de Sade. Juliette. [Oorspronkelijke titel: L’histoire de Juliette]. De delen 1, 5 en 6 van deze editie van Juliette zijn niet vertaald door René Gysen, Gust Gils en Freddy de Vree. Het gaat enkel om de delen 2, 3 en 4.
De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
- anoniem: Mededelingen van de Documentatiedienst, ‘Gysen 1927-1969’ In: Mededelingen van de Documentatiedienst (1954-1992)
- Hilda Van Assche : Bibliografie (pp 100-156) in: Gust Gils e.a, Over René Gysen, samengesteld door de redactie van “komma” Nijgh & Van Ditmar, ’s Gravenhage. 1970. Nieuwe Nijgh boeken nr 29, paperback, 20 x 13.50. 164p. Deze bibliografie behandelt ook de publicaties in tijdschriften en kranten, bijdragen in diverse publicaties.
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.
Chronologisch overzicht