EUGEEN DE BOCK
Borgerhout, 23 april 1889 – Schoten, 22 juli 1981
Auteur, uitgever en promotor van het boek in Vlaanderen
Hij schreef meerdere biografieën, onder andere over Hendrik Conscience en Lode Baekelmans, geschiedkundige werken (waaronder “Beknopt overzicht van de Vlaamsche letterkunde“, “Beknopte geschiedenis van de boekhandel in de Nederlanden“, “De Nederlanden. Overzicht van de geschiedenis, de beeldende kunsten, de bouwkunst en de letterkunde“), essays en studies.
Hij publiceerde ook onder de schuilnaam Sinjoor.
BIOGRAFIE
23 april 1889: Eugeen De Bock wordt als zoon van een onderwijzer geboren te Borgerhout.
- Hij studeert aan het ‘woelige’ atheneum te Antwerpen. Hij wordt er redacteur aan het jongerentijdschrift ‘De goedendag’ het blad van de Vlaamse leerlingen van het Middelbaar rijksonderwijs. Hij wordt in 1907 van de school verwijderd nadat hij in dat tijdschrift het artikel ‘Onze taal en het Frans aan het Antwerps Atheneum’ had gepubliceerd.
- Tot zijn medeleerlingen en vrienden behoren de latere activisten Antoon Jacob, Leo Picard en Herman Vos.
1910: Schrijft zijn eerste essays: ‘Gymnastiek een kunst‘ en ‘Geschiedenis van de gymnastiek’. Beide verschijnen in ‘De Beweging‘ van Albert Verwey.
- De inspiratie voor deze stukken put hij in zijn hobby: voorturner in een kring te Antwerpen.
1907-1912: Na zijn schoolperiode werkt hij een vijftal jaren in een import-exportbedrijf. Hij leert er Spaans omdat het bedrijf hem naar Zuid-Amerika wou sturen. De Bock echter had al wat gepubliceerd en verkiest om zich te engageren in de Vlaamse Beweging.
1 januari 1912: Treedt als klerk in dienst van de Antwerpse Stadsbibliotheek, waarvan Emmanuel De Bom zes maanden eerder de leiding had gekregen.
- Heeft een belangrijk aandeel in de inrichting van de grote Eeuwfeest-tentoonstelling die (aan de Minderbroedersrui!) aan Conscience gewijd was.
- In hetzelfde jaar verschijnt zijn eerste studie. Ze is gewijd aan Conscience: ‘Hendrik Conscience, zijn persoon en zijn werk’ en verschijnt bij Wereldbibliotheek te Amsterdam. Hij is dan 23 jaar.
- In het kielzog van deze tentoonstelling, legt hij samen met Emmanuel De Bom, de grondslag van het “Archief en Museum van de Vlaamse Cultuur”, de verre voorloper van het huidige ‘Letterenhuis’.
1913: Richt met Antoon Jacob, August Borms, Abraham Hans, Jozef Muls en anderen de eerste “Vereniging voor beschaafde Nederlandsche uitspraak” op.
1914-1918: WERELDOORLOG I
- Tijdens de oorlog is De Bock Antwerps correspondent voor ‘De Vlaamsche Post’ (Gent), ‘Het Vaderland‘ (Den Haag), bladen waarin ook zijn vriend Leo Picard schrijft. In 1918 wordt hij redactiesecretaris van het gematigd-activistische tijdschrift ‘De stroom’.
1918: Publiceert zijn enige roman: “Jeugd in de stad“, prozaschetsen die eerder in ‘De Beweging’ verschenen waren. Het is een poging om het leven van heel jonge intellectuelen in de stad weer te geven.
1919: Samen met andere sympathisanten van het activisme o.m. de bibliothecaris Emmanuel De Bom en de onder-bibliothecaris Maarten Rudelsheim en stadssecretaris Hubert Melis wordt hij in december 1918 door het stadsbestuur uit de Stadsbibliotheek verwijderd en in februari 1919 uit zijn ambt ontslagen.
1919: Richt de uitgeverij “De Sikkel” op, waarvan hij tot 1954 directeur zou zijn.
- De uitgeverij start met een bescheiden kapitaal, amper 10.000 frank, waarvan 600 van hemzelf, maar bouwt al gauw een solide fonds op en zal uitgroeien to één van de invloedrijkste uitgeverijen die Vlaanderen gekend heeft.
- Voor een mooi overzicht zie: Het boek in Vlaanderen sinds 1800. Een cultuurgeschiedenis, door Ludo Simons pp 321-328
- De Bock besteedde bijzondere aandacht aan de illustraties van zijn uitgaven en trok toonaangevende grafici aan te trekken zoals Jozef Cantré, Joris Minne, Albert van Dyck, Antoon Herckenrath en Henri van Straten.
1920: Is initiatiefnemer van het ‘Ruimte‘ (1921-1921) het avant-garde-tijdschrift der Vlaamse expressionisten. Het tijdschrift gaf tevens een forum aan grafische kunstenaars als Paul Joostens, Karel Maes en Jozef Peeters.
Uit: Joos Florquin, Ten huize van… 16. Davidsfonds, Leuven 1980
“Ik heb dat opgericht samen met een groep jonge mensen, die meest allen uit het activisme kwamen. Dat waren vooral letterkundigen en schilders. Waren daarbij: Marnix Gijsen, Wies Moens, Gaston Burssens, Victor Brunclair, Jos Léonard, Albert van Hoogenbemt en dan Jozef Cantré, Floris Jespers, Jozef Peeters, Prosper de Troyer. Ook Paul Joostens. Zo gauw het tijdschrift bestond werkte ook Van Ostaijen mee, die toen in Berlijn was. Toen Vos dit schreef zat hij in de gevangenis. Als men zich dat herinnert is het toch wel sterk dat hij 20 jaar later minister was van Openbaar Onderwijs en plaatsvervangend minister van Buitenlandse Zaken.”
Het fonds van De Sikkel en Ruimte vormde al snel een staalkaart van de Vlaamse boekillustratie uit de jaren 1920-1960.
1928: Emmanuel de Bom brengt De Bock in contact met Frans Masereel, één van de grote vernieuwers van de houtsnijkunst. Masereel had in 1927 De Bom’s ‘Swane’ geïllustreerd, en wou maar al te graag aan de slag als illustrator van het werk van Herman Teirlinck. Zijn verlangen wordt werkelijkheid in 1937/1938, wanneer De Sikkel vijf boekjes uitbrengt met telkens een theaterstuk van Teirlinck. Elk van de publicaties bevat een zevental houtsneden van Masereel.
In 1938 worden de boekjes ‘gebundeld’ in een set aangeboden.
April 1929: Medeoprichter vanuit de uitgeverswereld van de “Vereniging ter bevordering van het Vlaamse Boekwezen” (VBVB).
- Initiatiefnemers waren August Vermeylen en Maurice Roelants, die toen respectievelijk voorzitter en secretaris van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen waren.
- De Vlaamse uitgevers en boekhandelaren liepen qua professionalisering achterop tegenover hun Franstalige collega’s die konden steunen op het Cercle belge de la Librairie (1883) en in het Syndicat des Editeurs belges/Syndicaat der Belgische Uitgevers (1921). De VBVB wilde hieraan verhelpen.
- De Bock zal in 1956 en 1957 voorzitter zijn van de organisatie.
1930: Organiseert de eerste ‘Week van het boek in Vlaanderen’, met de uitgave van een jaarlijkse uitgave van Het Boek in Vlaanderen (een overzicht van de voorbije publicaties)
1932: Draagt bij tot de organisatie van de eerste volwaardige ‘Boekenbeurs’ in Vlaanderen, waarop jonge Vlaamse uitgevers en Nederlandse importeurs hun jongste Nederlandstalige publicaties konden voorstellen.
- Al deze initiatieven zullen nadien alleen maar in omvang en belang toenemen. Het impact vooral via scholen en bibliotheken is van kapitaal belang gebleken.
1941: Sticht de “Vervoercentrale van de Boekhandel“, een transportorganisatie voor de import en export van boeken.
1949: Uitgave van “De Nederlanden. Overzicht van de geschiedenis, de beeldende kunsten, de bouwkunst en de letterkunde. ” (heruitgegeven in een luxe-editie in 1966), waarin hij een brede synthese in een Groot-Nederlands perspectief maakt van de geschiedenis, de plastische kunsten, de architectuur en de literatuur.
- De studie wordt zeer goed ontvangen en wordt – zoals Raymond Herreman het formuleerde – “een basisboek voor de geschiedenis van de Nederlanden en van hun beschaving”.
1952-1953: Uitgever van het tijdschrift ‘Tijd en Mens’ waarin vele jonge progressieve auteurs zoals Hugo Claus, Jan Walravens, Remy C. van de Kerckhove vele anderen een forum vonden. Tegelijkertijd trekt het tijdschrift vele illustratoren aan zoals Jozef Cantré, Paul Joostens, Floris Jespers, Joris Minne, Jos Léonard.
Wordt leraar aan de bibliotheekschool te Antwerpen, met lessen over de geschiedenis van de boekhandel, de organisatie van de boekhandel en de fabricage van papier.
1954: Neemt als 65-jarige afscheid van zijn directeurschap bij uitgeverij De Sikkel. De uitgeverij wordt omgevormd tot een NV en komt onder de leiding van zijn neef Karel De Bock. Eugeen bleef nog slechts als afgevaardigde bestuurder aan het bedrijf verbonden.
1956: Oprichter van het tijdschrift ‘Spiegel der Letteren’, dat tot 1983 door De Sikkel wordt uitgegeven. Het tijdschrift wordt dan overgenomen door Uitgeverij Peeters te Leuven.
1958 – 1965: Schrijft meerdere studies en essays waarin hij wijst op de verdiensten van sommige rederijkersdichters (o a Colijn van Rijssele, Johan Baptist Hauwaert). Herhaaldelijk verdedigt hij de merites en inspanningen van de kunstenaars uit de 18de eeuw en de eerste helft van de 19de eeuw, omdat zij erin geslaagd zijn de culturele basis door te geven waardoor de Vlaamse renaissance van start kon gaan.
1970: Zijn laatste bundel verkenningen ‘Ondergang en herstel of het begin van de ‘Vlaamse beweging’ brengt deze historische zienswijze op schitterende wijze in perspectief.
1979: Publiceert zijn memoires als uitgever in “Een uitgever herinnert zich”.
22 juli 1981: Na een welgevuld leven sterft Eugeen De Bock te Schoten.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
Referenties
- Joos Florquin, ‘Eugeen de Bock Alice Nahonlei 19, 2120 Schoten’ In: Ten huize van… 16 (1980)
- Willy Devos, ‘Lettre flamande’ In: Septentrion. Jaargang 10 (1981)
- Ludo Simons, Het boek in Vlaanderen sinds 1800. Een cultuurgeschiedenis. Uitgeverij Lannoo, Tielt 2013. -640p.
BIBLIOGRAFIE
De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen
- Koninklijke Bibliotheek van België -Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.
Chronologisch overzicht