Maakt deel uit van:de kempische vertellersLierse schrijvers
Gustaaf SEGERS
Hoogstraten, 29 December 1848 – Hoogstraten, 3 april 1930
Vondelkenner – leraar – letterkundige & pedagoog
Wordt beschouwd als schrijver uit de tweede realistische generatie waarvan de hoofdfiguren Tony Bergmann, Virginie Loveling, Wazenaar, Isidoor Teirlinck en Reimond Stijns waren.
Naast zijn scheppend werk (romans, novellen, verhalen) schreef hij talrijke essays over opvoedkunde, onderwijs en taalonderwijs. Hij verhief herhaaldelijk zijn stem tegen het aanleren van een tweede taal in het lager onderwijs, omdat zulks – naar zijn mening – een degelijk kennis van de moedertaal in de weg stond.
Publiceerde een dertigtal lezingen en opstellen over Joost van den Vondel.
BIOGRAFIE
29 December 1848: Gustaaf Jan Segers wordt geboren te Hoogstraten.
26 Maart 1868: Verwerft zijn diploma als onderwijzer aan de staatsnormaalschool te Lier, waar hij door schrijver als Domien Sleeckx, die er leraar Nederlands was, diepgaand beïnvloed werd.
1968: Gaat aan de slag als gemeente-onderwijzer te Leuven.
1873: Het tijdschrift De Vlaamsche Kunstbode publiceert zijn eerste verhaal Jan Smeesters.
1874: Doet mee aan de letterkundige prijskamp van de Leuvense rederijkerskamer Het Kersouwken met een romantisch verhaaltje Hergarde. Het wordt bekroond en opgenomen in de bundel van bekroonde prozastukken. (Uitgave: K. Peeters te Leuven)
5 Juni 1875: Wordt benoemd als gemeente-onderwijzer te Antwerpen.
24 September 1879: Aanstelling als leraar van Nederlandse taal- en letterkunde en van Duitse taal aan de Normaalschool te Lier.
1879: Zijn debuutbundel ‘Dorpsgeschiedenissen’, – opgedragen aan Domien Sleeckx -, valt op door zijn gevarieerde thematiek, zijn dynamische verteltrant en zijn voor die jaren modern taalgebruik.
- Een veelbelovend debuut.
1882: Publicatie van de verhalenbundel ‘In de Kempen’.
- Segers tekorten komen aan de oppervlakte: een al te rudimentaire psychologie en oppervlakkigheid in de realistische observatie (zoals in ‘Twee vrienden’ of structurele hiaten zoals in de novelle ‘In den bonten os’
- Zijn sterk punt evenwel is dat hij de Kempische mentaliteit goed kan weergeven, zodat de gebreken en de kwaliteiten van zijn vertelkunst elkaar in evenwicht houden.
1887: Publiceert zijn eerste essay over Joost van den Vondel.
- Vele publicaties over “’s Landts grootsten poëet” zullen volgen. Allen zijn ze van vulgariserende aard, gericht om de lezer voor deze dichter warm te maken.
- In 1894 bespreekt hij Vondels persoonlijkheid. In 1896 Het nationalisme van Vondel. In 1899 Vondel als opvoedkundige en zo gaat het voort tot in 1929.
In de bibliografie vindt u een overzicht van zijn publicaties over Vondel
1890: Publicatie van de roman ‘Twee beren’
- Ondanks de lichtelijke volksopvoedende tendens is het een voortreffelijke dramatisch verhaal over twee stropers, vader en zoon Uyterelst, die door hun woeste en ongenaakbare bestaan zowel vrees inboezemen als respect afdwingen.
- De roman is documentair interessant omdat Segers er in slaagt om het wilde en tragische stropers- en smokkelaarsleven op de grensdorpen in al zijn couleur locale weer te geven. Daarenboven krijgen we hier te maken met een sober maar krachtig realisme. (zie: smaakmaker)
1895: Bij Bouchery te Antwerpen verschijnt de novelle Mie Katrien.
- Mie Katrien is een dappere vrouw van een luie bezembinder. Ze werkt en wroet voor drie, brengt een hele bende kinderen groot en wanneer ze later, oud en versleten, bij haar kinderen gaat inwonen, voelt ze dat ze overal te veel is. Ze verkiest dan ook eenzaam te gaan sterven in ’t Godshuis.
1896: Publicatie van ‘De familie De Meulenaere’
- Een erg zwaar en donker verhaal over geldzucht en egoïsme, over verwaandheid en koppigheid. Boer De Meulenaere is tegen het huwelijk van zijn dochter Marie, omdat hierdoor al zijn inkomsten afgesneden worden, maar wil wel dat zijn andere dochter Jozefien tegen haar zin met een rijke boer trouwt, omdat die hem uit zijn financiële beslommeringen kan helpen.
1900: Publicatie van ‘ Bij de Kempenaers’.
- Duidelijke realistische inslag, met uitzondering van enkele melodramatische passages en van een slot, dat ontsierd wordt door een heuse deus-ex-machina-truc.
- We leren een Kempische herenboer kennen in zijn gelddenken en hoe deze ingesteldheid de vrijages van zijn dochters negatief beïnvloedt. Het is dan ook niet erg consequent dat de auteur de knappe maar onbemiddelde hoofdpretendent plots laat erven om de intrige positief te kunnen afronden.
November 1900: G. Segers wordt werkend lid der Koninklijke Vlaamsche Academie.
Het laatste decennium voor WOI profileert Segers zich als volksauteur.
- In ‘De Vlaamsche volksroman’ schrijft hij dat het volk zich in het werk van de Vlaamse romancier moet kunnen terugvinden. De auteurs hebben tot taak hun lezers te verheffen door de menselijke natuur naar waarheid uit te beelden, zonder zich te vermeien in het walgelijke en het abnormale.
- Deze benadering houdt aan het concept ‘gezond realismus’ hoewel het bij Segers scherper uitvalt dan bij zijn leermeester Domien Sleeckx.
- Hiermee distantieert hij zich nadrukkelijk van het naturalisme. Als gevolg hiervan is dat zijn verhaalkunst nog nauwelijks evolueert en de verdere evolutie van het Vlaamse proza aan hem voorbijgaat.
1907: Publicatie van ‘Kolen in de Kempen & Kee’
- Langzaamaan valt het oubollige karakter van zijn verhalen op. In ‘Kolen in de Kempen’ larderen Conscience-achtige passages de realistische observatie (“de zoen, die zij hem terugschonk, was even zuiver als de hei aan hunne voeten”). In ‘Kee’ is het de paternalistische ingesteldheid die voor die tijd aftands overkomt.
1910: Publicatie van ‘Hoe men burgemeester wordt’.
1912: Publicatie van ‘Gebroeders en gezusters’
- Beide novellen zijn een genadeloze hekeling van landelijke notabelen en dorpsfamilies die slechts één afgod kennen: geld. Hier toont de auteur zich een consequente realist.
1912: Publicatie van ‘Een Kempisch kunstenaar’
- Helaas is in deze roman, met een ronduit onmogelijke en slecht gestructureerde intrige, geen greintje van dat consequente realisme meer te bespeuren.
- Een veelbelovend landelijk kunstschilder, van degelijker factuur dan de zgn. “puntjeszetters, blauwververs en futuristen”, treedt na veel moeilijkheden in het huwelijk met een wees- en adoptiekind, dat tijdens haar huwelijksreis haar adellijke moeder en dito Venetiaanse familie terugvindt.
- Dit bedenkelijk amalgaam van kunstenaarsroman, landelijke idylle en kosmopolitisch reisverhaal is grotendeels een verloochening van Segers’ eigen beginselen, aangezien hier van enig “gezond realismus” geen sprake meer is.
1910: Th. Coopman en L. Scharpé, schetsen hem in hun ‘Geschiedenis der Vlaamsche letterkunde (1910) ‘ als:
“…dezen zoon der stille heide, welke hij, van kindsbeen af, doorkruist had in het gezelschap van zijnen vader, die bakker was en de vertegenwoordiger eener verzekeringsmaatschappij. In de uitgestrekte streek was de spoorweg, destijds, eene ongekende weelde. Zelfs de steenweg, waarover de hotse-botsende huifkar rolde, behoorde tot de zeldzaamheden. Van dorp tot dorp, door de dennebosschen, liep de kronkelende zandweg heen, over de onafzienbare heide die of geblakerd lag onder de Zomerzon of opgezweept werd door den sneeuwstorm. Geen wonder, dat Segers, zeer jong nog, zijne indrukken trachtte te belichamen. Hij had de heide lief, en was te huis op al de plekken waar de Kempische boer leeft, slaaft en feest viert, lijdt en geniet. Dien mensch zal hij schetsen en schilderen, waarheidgetrouw; talrijke korte en langere verhalen daaraan besteden; in deze, evenals in den roman, zoo eenvoudig mogelijk vertellen; geen menschelijk gebrek verdonkeren of verslechten, geen oud-vaderlijke deugd verdichterlijken; nooit phantaseeren; van de Kempenaars geene poppen maken; wèl ze teekenen zooals zij zijn uiterlijk en innerlijk, zonder eenig zweemsel van steedsche gedachten en gevoelens. Evenmin zal de schrijver taal en stijl opsmukken, en die oprechtheid in en vòor alles, maken zijne talrijke verhalen, over het geheel, tot verdienstelijk werk.”
ZIJN OUDERDOMSWERK
De meeste landelijke novellen en romans na WOI blijven erg vlak en overstijgen zelden het peil van de volksliteratuur.
- De diverse publicaties in de reeksen “Kempische boeren en boerinnen” en “In onze dorpen en gehuchten” zijn bewust in katholieke geest geschreven. In de inleiding tot “Een kostelijk stuk” (1928) geeft hij de lezer zelfs de raad “slechte boeken” uit zijn woning te weren.
Twee werken uit deze laatste literaire periode verdienen een aparte vermelding:
De Kempische wereld (1917), ingeleid door Hugo Verriest.
- De verhalen –hoewel thematisch dezelfde als vroeger- munten uit in rake observaties van menselijke relaties en toestanden.
- Het verhaal ‘Luitenant van Tilt’ vertelt hoe een gehaaide naaister uit de escapades van een vrouwziek douanier maximaal profijt weet te halen.
- De novelle ‘Suzanne Bal en haar broeder’ is een aardige landelijke milieutekening rond een chagrijnige boerenvrouw die door haar pientere broer van een fataal huwelijk wordt afgehouden.
De Heistee (1924), een landelijke familieroman
- Schetst de materiële opgang van een armelijk boerengeslacht, dat eens tot aanzien en rijkdom gekomen, door familiale twisten dreigt te onder te gaan.
- Het eerste deel is overtuigend verteld en de instinctmatige drang van de gezinsleden om er te komen wordt prangend weergegeven. Het tweede deel echter verliest aan spankracht doordat de auteur al te ostentatief een pastoor als grote verzoener laat optreden.
3 april 1930: Overlijdt in zijn geboortedorp te Hoogstraten.
Gustaaf Segers heeft een zeer omvangrijk oeuvre bij elkaar geschreven. Zeker als men naast de afzonderlijk verschenen romans, novellen- en verhalenbundels ook rekening houdt met de talrijke overdrukken uit tijdschriften, vooral uit de ‘Vlaamsche Kunstbode’ en ‘De Tijdspiegel’. Het literair niveau van de publicatiestroom is erg ongelijk en laat met de jaren steeds meer te wensen over.
Toch geeft zijn werk in zijn totaliteit een waarachtig zij het weinig vleiend beeld van de Antwerpse Kempen en zijn landelijke bevolking.
Zijn soms erg realistische observaties – die in zijn verhalen dikwijls de sterkmaker zijn – worden echter vaak door een te gering vormbesef genivelleerd.
MEER OVER GUSTAAF SEGERS
- J. Salmans, Gustaaf Segers, in: Jaarb. V.d. Kon. Vl. Acad. Voor Taal- en Letterkunde (jg. 1941)
SMAAKMAKER
Uit: Twee beren p. 18.
“ ‘s Anderdaags verscheen een landbouwer van Zandeghem (Minderhout) met zijn mestkar. De veldwachter vergezelde hem. Wanneer beiden de kist uit het bed haalden, sprongen de honden als razend toe, doch de strooper greep ze bij den hals, en legde ze aan de keten vast.
Het lijk werd op de kar geschoven, en voort ging het door het hobbelig heispoor, terwijl de sneeuwvlokken, groot en overvloedig, lijnrecht neervielen.
Aan den grens der gemeente Zandeghem hield de kar stil. De veldwachter en de klokluider, die hem was komen vervoegen, zette den baar ten gronde, sloegen eenen draagband om den rug, en voerden ze ter kerke. Koop was de eenige, die dezen zonderlingen lijkstoet uitmaakte.
In de kerk was het pikdonker. Slechts twee kleine kaarsen flikkerden, als bijna onmerkbare stipjes, in dezen donkeren nacht. Zoo verwilderd was de strooper dat hij zich geene rekenschap van zijnen toestand kon geven, tenzij hij voelde dat het toch zoo naar, zoo killig was om zijn leden, en dat hij zijn tanden op elkaar hoorde klapperen.
Bij het verlaten van de kerk zag hij Maria. Zij zat op haar knieën op den steenen vloer. Op het kerkhof hoopte hij haar nog aan te treffen. Hij was teleurgesteld. Terwijl hij de kist in de aarde zag zinken, bemerkte hij, in het wordende licht, de rijzige gestalten van twee gendarmen, die aan de kerkhofdeur hadden post gevat. Het geflikker hunner zwaarden en de grenaten hunner berenmutsen drong door de schemering heen, die al langer hoe klaarder begon te worden.
Wanneer het graf bijna gevuld was, zag Koop “Turk” met een stuk keten om den hals: hij wilde den hond vastgrijpen, maar het dier ontsnapte. De strooper begaf zich naar zijn hut; de gendarmen spraken geen woord. Van verre volgden zij hem tot de Nederlandsche grens op.
De hond zijns vader zag Koop niet weder. Den volgenden morgen had “Turk” het verschgedolven graf zoo diep omgewoeld, dat de kist bloot was… De veldwachter schoot hem dood….”
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
Referenties
- K. Wauters, Het Vlaamse fictionele proza van Conscience tot Loveling, in: Hoofdstukken uit de geschiedenis van de Vlaamse letterkunde in de 19de eeuw. Deel 1 p. 287-291 Gent: KANTL (1999)
- R. Sterkens, Segers, Gustaaf, in: Nationaal biografisch woordenboek, dl. 2 (1966)
- R. Sterkens, De letterkunde in de Antwerpsche Kempen van 1830 tot 1900 (1935)
BIBLIOGRAFIE
Woordje vooraf
- Segers heeft zijn hele leven door op begeesterde wijze Joost Vondel bestudeerd. Publicaties over Vondel worden in een aparte lijst weergegeven.
- Hij leverde ook vele bijdragen over opvoeding en letterkunde.
- Van zijn publicaties in tijdschriften als ‘De Toekomst’, de ‘Dicht- en Kunsthalle’, het ‘Nederlandsch Museum’, de ‘Vlaamsche Kunstbode’ en ‘La Revue des Langues Modernes’, werden vele overdrukken uitgegeven.
- De bibliografie werd in drie afdelingen opgedeeld: Scheppend werk, essays en publicaties over Vondel.
De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Universiteitsbibliotheek – Katholieke Universiteit Leuven.
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.
Chronologisch overzicht
A. Scheppend werk
B. Essays
Jaar | Titel | Fotogalerij | Uitgeverij 1ste druk |
1893 | Jan Frans Willems: redevoering uitgesproken in de Liersche afdeeling van het Willemsfonds, op 5 maart 1893, ter gelegenheid van het eeuwfeest van den vader van de Vlaamsche beweging. | Antwerpen : imp. et lib. L. De la Montagne. -18p. | |
1895 | De jongste richting. (essay) | Gent: A. Siffer. -19p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1895). -p. 402-417 | |
1895 | De Collegiale Kerk van de H. Katharina te Hoogstraten. (studie) Samen met Edward Adriaensen, gemeentesecretaris te Hoogstraten. | Hoogstraten: Van Hoof-Roelans | |
1895 | Uit vader Bergmann’s gedenkschriften, met een portret, eene studie van den schrijver en een levensbericht door Paul Fredericq.
|
Gent: Boekhandel J. Vuylsteke. | |
1897 | De nationale richting. (essay) | Gent: A. Siffer. -32p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1897). – p.143-170 | |
1897 | Eene radicale hervorming in het taalonderwijs. (essay) | Antwerpen: Drukkerij Jan Boucherij -19p. Overdruk uit: De Vlaamsche kunstbode. – (1897). – p. 201-219. | |
1898 | De ontwikkeling onzer taal. (essay) | Gent: A. Siffer. -42p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1898). | |
1901 | P. Génard: een levensbeeld. | Antwerpen: Drukkerij Jan Boucherij -43p. Overdruk uit: De Vlaamsche kunstbode. (1901). – p. 77-92, 120-143 | |
1901 | Peter Benoit. | Gent: A. Siffer. -66p.
Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1901). |
|
1902 | De vereenvoudiging van de schrijftaal. | Gent: A. Siffer. -21p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1902). – p.105-120 | |
1904 | De uitspraak onzer taal in het middelbaar onderwijs. (essay) | Gent: A. Siffer. -23p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. | |
1905 | Levensbericht van Dr. August Snieders. | Gent: A. Siffer. -62p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. | |
1906 | Letterkundige taal en volkstaal. (essay) | Gent: A. Siffer. -46p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1906). – p. 777-820 | |
1907 | Onze taal in het middelbaar onderwijs. (essay) | Gent: A. Siffer. -103p. Reeks: Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde: reeks 5: uitgaven der Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde. – Gent; vol. 15 | |
1907 | De Vlaamsche volksroman. (essay) | Gent: A. Siffer. -86p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1907). – p. 961-1044 | |
1908 | De voertaal van het onderwijs. (essay) | Gent: A. Siffer. -68p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. (1908) | |
1909 | De ontwikkeling van het nationaliteitsgevoel door het onderwijs. (essay) | Gent: A. Siffer. -36p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1909). | |
1910 | De algemeene letterkundige taal en de beschaafde volkstaal in de normaalschool, de volksschool en het gewone leven. (essay) | Gent: A. Siffer. -30p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1910). – p.915-942 | |
1911 | Edward Coremans, 1835-1910. (essay) | Gent: A. Siffer. -62p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. | |
1911 | Over Fernand Daumont’s Le mouvement flamand: ses raisons d’être. (essay) | Gent: A. Siffer. -21p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1911). – p. 745-763 | |
1911 | Van Peene herdacht, 1811-1911. | Gent: A. Siffer. -20p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1911). – p. 19-36 | |
1913 | Pedagogische betrachtingen. (essay) | Gent: W. Siffer. -37p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1913). – p. 601-636 | |
1913 | De voertaal van het lager onderwijs, de tweede taal in de lagere school. (essay) | Gent: W. Siffer. -31p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1913). – p.537-565 | |
1913 | Dichter, kindervriend en pedagoog. Een lauwerblad voor Nicolaas Beets ter gelegenheid van het eerste eeuwfeest zijner geboorte (1814-1914) / door Gustaaf Segers, werkend lid der Academie. (essay) | Gent: W. Siffer. -31p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1913). – p.57- 81 | |
1914 | De moedertaal en de tweede taal in de lagere school: stemmen uit den vreemde. (essay) | Gent: W. Siffer. -58p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. –(1914) | |
1914 | Nicolaas Beets’ eerste eeuwfeest, 1814-1914: Vlaamsche hulde aan een Hollandsch dichter. (essay) | Gent: A. Siffer. -58p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. –(1914) -p.621-670 | |
1919 | De rechtstreeksche methode. (essay) | Gent: W. Siffer. -33p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1919). – p.201-233 | |
1919 | Het prijsantwoord over het bakkersbedrijf. (essay) | Gent: W. Siffer. -19p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1919). | |
1919 | Nederlandsche redevoeringen uitgesproken in de gildenzaal van het stadhuis te Hoogstraten, den 21 juli 1919, ter gelegenheid van de plechtige ontvangst door de stedelijke overheden van de soldaten dezer gemeente, die aan den wereld-oorlog hebben deelgenomen. | Hoogstraten : drukk. J. Haseldonckx. -16p. | |
1920 | Dr. Matthias de Vries, 1820-1920. (essay) | Gent: W. Siffer. -40p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1920). – p.881-916 | |
1921 | De Belgische volksschool en de heropbeuring van ons vaderland. (essay) | Gent: Drukkerij Erasmus. -43p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1921). – p.531-571 | |
1923 | In memoriam: vooraanstaande figuren uit den Vlaamschen taalstrijd en de Nederlandsche letterkunde. | Hoogstraten : drukk. J. Haseldonckx. -239p. | |
1923 | Onze volksletterkunde: haar geest, hare taal en haar terrein. (essay) | Gent: W. Siffer. -40p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1923). p. 401-433 | |
1923 | Snoeien. (essay) | Gent: W. Siffer Drukker der Koninklijke Vlaamsche Academie. -20p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1923). – p. 473-490 Afmetingen: 21 x 13 (geniet) | |
1924 | De lagere school en de vakschool. (essay) | Gent: S.M. Volksdrukkerij. -17p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1924). p. 242-256 | |
1925 | Bilderdijk: de minnaar en opbouwer onzer taal. (essay) | Gent: S.M. Volksdrukkerij. -18p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1925). – p. 337-352 | |
1925 | Bilderdijk pedagoog. (essay) | Gent : S.M. Volksdrukkerij. -18p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1925). – p. 840-856 | |
1925 | Dr. August Snieders, 1825-1925. (essay) | Gent : S.M. Volksdrukkerij. -13p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1925). | |
1926 | Nationale en zedelijke opvoeding van ons volk. (essay) | Gent: S.M. Volksdrukkerij. -20p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1926). – p. 751-768 | |
1927 | Gewestspraken en heimatkunde, algemeene letterkunde en vaderlandsliefde, plaatselijke en nationale geschiedenis. (essay) | Gent: S.M. Volksdrukkerij. -30p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1927). – p. 639-650 | |
1927 | Eenvoud en gepastheid. (essay) | Gent: S.M. Volksdrukkerij. -26p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1927) |
C. Overzicht van zijn publicaties over Vondel
Jaar | Titel | Fotogalerij | Uitgeverij 1ste druk |
1888 | Joost van den Vondel. Verslag der Antwerpsche Feesten ter gelegenheid der driehonderdste verjaring van Vondels geboorte, benevens zeven studiën over het leven en de werken van Nederlands grootsten dichter. | Antwerpen: Kennes. -229p. | |
1889 | Bilderdijk, eene voordracht aan de leerlingen der staatsnormaalschool van Lier. | ||
1889 | Vondel en Bilderdijk. | ||
1890 | Joost Van den Vondel: studiën over het leven en de werken van Nederlands grootsten dichter. | Antwerpen: Kennes. -398p. | |
1892 | Vondel in de school. | Antwerpen: imp. et lib. L. De la Montagne. -26p. Overdruk uit: Nederlandse dicht- en kunsthalle. – (1891-1892), p. 194-200, p. 236-245, p. 274-283 | |
1892 | Joost Van den Vondel en de oudheid. | Antwerpen: imp. et lib. L. De la Montagne. -18p. Overdruk uit: Nederlandse dicht- en kunsthalle. – (1892-1893). – p. 285-295,343-350 | |
1893 | Vondel en de Roomsche leer. | Antwerpen: imp. et lib. L. De la Montagne. -28p. Overdruk uit: Nederlandse dicht- en kunsthalle.- (1892-1893). – p. 448-457, 477-488, 539-546 | |
1894 | De spaanschgezindheid van Vondel. | Antwerpen: imp. et lib. L. De la Montagne. -18p. Overdruk uit: Nederlandse dicht- en kunsthalle. – (1894-1895). – p. 64-81 | |
1894 | Vondels persoonlijkheid. | Gent: A. Siffer. -32p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1894). | |
1894 | Vondel een vriend van de natuur. | Antwerpen: imp. et lib. L. De la Montagne. -18p. Overdruk uit: Nederlandse dicht- en kunsthalle. – (1893-1894). – p. 469-476, 495-504 | |
1895 | Vondel een man van gezond verstand. | Antwerpen: imp. et lib. L. De la Montagne. -14p. Overdruk uit: Nederlandse dicht- en kunsthalle. – (1895-1896). – p. 347-360 | |
1896 | Het nationalismus van Vondel. | Gent: A. Siffer. -32p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1896). | |
1899 | Vondel als opvoedkundige. | Gent: A. Siffer. -49p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1899). | |
1904 | Vondel gelegenheidsdichter. | Gent: A. Siffer. -54p. Overdruk uit: Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde. | |
1909 | Vondels “Lucifer” | Gent: A. Siffer. -41p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1909). – p. 212-252 | |
1909 | Een paar versjes van Vondel opgehelderd. | Gent: A. Siffer. -11p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1909). – p. 90-98 | |
1910 | Drie karakters uit Vondels “Gijsbrecht van Amstel”. | Gent: A. Siffer. -26p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1910). – p.139-162 | |
1911 | Een gesprek met Vondel. | Gent: A. Siffer. -52p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. | |
1912 | Op wandel met Vondel. | Gent: A. Siffer. -32p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1912). – p. 21-58 | |
1922 | Vondel, onze Vlaamsche Dante . Shakespeare’s vierde eeuwfeest, 1616-1916. | Gent: Drukkerij Erasmus. -37p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1922). – p. 53-85 | |
1922 | Is Vondel in België geweest ? | Gent: Drukkerij Erasmus. -39p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1922). – p. 457-481 | |
1924 | Lichtstralen uit Vondels werk. | Gent: Volksdrukkerij. -18p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1924). – p. 201-216 | |
1925 | Eenige karaktertrekken van Bilderdijk . Bilderdijk tegenover Vondel. | Gent: S.M. Volksdrukkerij. -30p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1925). – p. 527-554 | |
1927 | Vondel en Rembrandt: de kleine meesters. | Gent: S.M. Volksdrukkerij. -25p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – Gent 1927: 2 | |
1928 | Vondel in het bewogen leven van zijnen tijd. Vondels plastische kracht. | Gent : S.M. Volksdrukkerij. -20p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1928). – p. 867-884 | |
1929 | Joost van den Vondel, 1587-1679: een levensbeeld. | Antwerpen: L. Opdebeek – Uitgever. -20p. | |
1929 | Vondel de opvoeder van ons volk: een lichtbaak in onzen tijd. | Gent: Drukkerij Erasmus. -29p. Overdruk uit: Verslag en mededelingen der Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. – (1929). – p. 62-86 |