EDWARD VERMEULEN (WARDEN OOM)
Beselare, 19 april 1861 – Hooglede, 6 juli 1934
Volksschrijver die, uit het boerenvolk gegroeid, over dat volk wil getuigen.
Hij staat bekend onder het pseudoniem Warden Oom.
Zijn volksromans en verhalenbundels, geschreven in een dialectisch gekleurde taal, schetsen ons een levendig, sociaal bewogen beeld van de West-Vlaamse plattelandsbevolking en de grensarbeid in Noord Frankrijk.
Zijn werken blijven daarom belangrijk als sociologische en historische documenten.
Hij schreef ook nog onder het pseudoniem “G. Otelaere”.
BIOGRAFIE
19 april 1861: Edward Vermeulen is een zoon uit het landbouwersgezin van August Vermeulen en Maria-Theresia Spruytte. Hij wordt geboren op de hofstede “De Navingeer” te Beselare, een dorp ergens tussen Ieper en Menen als vijfde van negen kinderen.
Oktober 1865: Zijn ouders verhuizen naar Hooglede, waar hij de lagere school volgt.
GEFNUIKTE PRIESTERAMBITIES – BLAUWVOETERIE – LANDBOUWER
1874-1877: Voor zijn middelbare studies trekt hij naar het Klein Seminarie van Roeselare waar hij in contact komt met de Blauwvoetbeweging.Hij maakt er op 28 juli 1875 de ‘Groote Stooringe’ mee.
- Hij krijgt er les van Alfons Van Hee – stichter van ‘Het manneke uit de Mane’ – die zijn prille schrijverstalent ontdekte en aanmoedigde. Ook Hugo Verriest – van hem kreeg hij les in de zesde Latijnse – heeft op de jonge Vermeulen een blijvende invloed gehad.
Vermeulen dacht eraan priester te worden, maar toen hij zestien was, onderbreekt een ziekte zijn studies. Hij moet een tijdlang thuis herstellen en daarna blijft hij op de ouderlijke hoeve werken.
EEN GEMEENTELIJKE CARRIÈRE – EERSTE PENNEVRUCHTEN
1898: Op voorstel van de Hoogleedse burgemeester Omer Karel De Laey wordt hij gemeenteontvanger en ontvanger bij het “bureel van weldadigheid”.
In deze periode rijpt Warden Oom tot volksschrijver.
1904: Vermeulen engageert zich in de katholiek sociale beweging “Het Werk der Vlamingen” – met als oprichter en drijvende kracht pastoor Denijs (Filip de Pillecijn schrijft er boekje over) – die geestelijke maar ook materiële steun gaf aan de talrijke Vlaamse seizoenarbeiders in Noord-Frankrijk en Wallonië.
Hij schrijft in hun blad, De Stem uit het Vaderland, onder de hem door de arbeiders gegeven naam Warden Oom.
Hij is ook mede-uitgever van ’t Manneke uit de Mane, de Vlaamse volksalmanak waarvan af en toe uittreksels te lezen zijn op kalenders als de Druivelaar. Vooral onder Vermeulens impuls werd er na de eerste Wereldoorlog opnieuw gestart met het uitgeven van ‘het Manneke’.
1906: Na de dood van zijn moeder zendt hij een bundel verzen naar Hugo Verriest ter inzage en ontvangt een gunstige beoordeling.
1908: Verzen van hem verschijnen in de tijdschriften “Biekorf“, “Onze koningen” en “Nieuwe wegen”;
1909: Geeft “Polke” een roman in verzen te lezen aan Omer-Karel De Laey, die hem aanraadt proza te schrijven.
- Polke (ongeveer 2500 versregels) zal in 1923 als vervolgverhaal verschijnen in het weekblad ‘De Wegwijzer’ (21 afleveringen) uitgegeven bij Gebr. Decarne te Stavele, maar werd nooit in boekvorm uitgegeven
SUCCESVOL SCHRIJVERSCHAP
1911: Pas op zijn vijftigste debuteert hij officieel – weer onder impuls van de burgemeester / schrijver Omer-Karel De Laey – met de roman Herwording. De publicatie wordt door de Vlaamse en Nederlandse bladen meteen opgemerkt en positief besproken.
Het is het startschot voor een succescarrière. Meteen kan hij meewerken aan goedverkopende series als de ‘Duimpjesuitgave’ van Victor de Lille en vooral, aan de “Volksreeks” van het Davidsfonds.
Wat volgt is een reeks volksromans en verhalenbundels in een dialectisch gekleurde taal, die ons een levendig, sociaal bewogen beeld schetsen van de West-Vlaamse plattelandsbevolking en de grensarbeid in Noord Frankrijk.
- In “De Trimards” (1912) thematiseert hij de problematiek van de Vlaamse gastarbeiders in Frankrijk.
- In ”De dieperik” (1913)behandelt hij de noodlottige neiging van moderne landbouwers om hun geluk op de financiële beurs te beproeven.
- In “Pee Vlaminck” (1925) vertolkt hij bovendien op ontroerende wijze de strijd van het Vlaamse volk voor gelijkheid en gerechtigheid.
- Met de familieroman “De Blieckaerts” (1926) schrijft hij zijn beste werk, een epos over de ondergang en verwording van een boerengeslacht. Deze roman werd door Emiel Serroen herwerkt tot een veelbekeken toneelstuk.
- In “Stadhuisratten” (1927) hekelt hij het nepotisme en de corruptie die de gemeentepolitiek van het interbellum teisteren
Excursie
In zijn essay in Zacht Lawijd jrg.14, nr 3 van juli/augustus/september 2015, wijst Bram Lambrecht erop dat ‘achter het beeld dat de literatuurgeschiedenissen van Warden Oom, een veel complexere historisch verhaal schuilgaat’ (Lambrechts p.27)
- Reeds vanaf 1905 ontstaat in vooral katholieke middens een discussie over de nood aan zoiets als ‘volksliteratuur’. Schrijvers als Aloïs Walgrave en August Cuppens geven daarover lezingen, uitgevers als Victor de Lille (de Duimpjesuitgaven) en het Davidsfonds brengen goedkope literaire reeksen uit. De discussie vindt zijn weerklank en schrijvers als Gerard Walschap, Lode Monteyne, Gustaaf Segers e a verbreden de discussie.
- In die zoektocht naar lectuur voor het volk komt Warden Oom als geroepen. Laten we Lambrechts citeren (p.17):
Volgens vele krantenartikelen en recensies over de auteur publiceert hij immers doelbewust voor een breed, niet intellectueel en vooral landelijk (of kleinsteeds) publiek, dat meestal de naam ‘volk’ krijgt toegedicht. Warden Oom vervult de rol van ‘groote schrijver […] voor de breede massa van het Vlaamsche volk’ en lenigt in die hoedanigheid de ‘geestelijke nood’ van ‘de breede lagen van ons volk’. Deze ‘bescheiden volksschrijver’ is er , in Walschaps woorden, als enige in geslaagd ‘overheen alle intellectueelen, de breedste en verste geledingen van het volk’ te bereiken. Liefhebbers beschouwen Vermeulen evenwel niet zomaar als slechts een van de vele volksschrijvers die Vlaanderen rijk is, maar kennen hem een uitzonderlijke positie toe. Zo vermoedt een recensent van Het Vlaamsche Land in 1924 dat er niemand is ‘die niet weet, dat Vermeulen onze knapste volksverteller heeten moet’, betitelt het blad De Week van 15 juli 1934 Vermeulen na diens dood als ‘een onzer beste volksschrijvers’ en noemt Filip de Pillecyn hem ‘de onbetwiste meester van onze volksliteratuur uit de laatste twintig jaar’
WERELDOORLOG I
Oktober 1914: Wordt door de Duitsers opgepakt en ontsnapt op het nippertje aan een terechtstelling.
Hij blijft tijdens de oorlog te Hooglede zijn ambt uitoefenen tot het dorp in 1917 ontruimd wordt en hij naar Balen-Neet moet uitwijken.
1918: In de zomer van 1918 wordt Vermeulen door de bezetter opnieuw gearresteerd, op verdenking van anti-Duitse activiteiten en in de gevangenis van Turnhout opgesloten. Aanleiding blijkt zijn oorlogsdagboek dat anti-Duits getint was en aanleiding gaf tot anti-Duitse propaganda. Even voordat het Duitse leger verzwakt, is hij terug op vrije voeten.
NAOORLOGSE PERIODE – BEKENDE VLAMING
Na de oorlog kiest Vermeulen de kant van hen die omwille van hun Vlaamsgezind optreden tijdens de eerste wereldoorlog in zijn ogen onrechtvaardig worden vervolgd.
1924: Ondertekent als een der eersten het manifest van het Katholiek Vlaamsch Nationaal Verbond.
- In hart en ziel was hij een ‘Fronter’, maar een actief politiek optreden paste niet bij zijn temperament en zijn katholieke opvattingen. Hij weigerde een decoratie te dragen of een ereambt te aanvaarden zolang de Vlaamse rechten niet werden erkend. Een lidmaatschap van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde wees hij af omdat zij de idealist Lodewijk Dosfel had uitgestoten. Zijn overtuiging kwam tot uiting in verscheidene romans, die hem bij een hulde op zijn zeventigste verjaardag door Jozef Muls de erenaam van “Conscience van de twintigste eeuw” opleverden. Zijn sterk West-Vlaams getint werk, dat wel eens invloed van zijn vriend Stijn Streuvels verraadde en dat een grote verspreiding genoot, gaf hij het motto mee: “Uit ons volk, voor ons volk”. Vermeulen beschouwde zijn geschriften als een deel van zijn priesterlijk geïnspireerd apostolaat. (Bron: Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging. Het lemma electronisch, klik op Vermeulen, Edward – NEVB Online )
1928: De eerste ziektesymptomen laten zich voelen en op 30 augustus wordt hij geopereerd in de St-Jozefkliniek te Brugge.
Nog verschijnen een aantal boeken van zijn hand, maar in 1930 moet hij opnieuw onder het mes in de kliniek te Izegem
18 oktober 1931: Ter zijner ere wordt een grootse officiële hulde georganiseerd. De kanselrede wordt gehouden door Pater Leonce Reypens, de feestrede door Cyriel Verschaeve. Aan de feesttafel doet Stijn Streuvels dienst als sasmeester om de tafelreden in goede orde te laten verlopen. Tal van lofredes werden afgestoken oa van Prof. Lodewik Scarpé, Dr. Jan Grauls, Achiel Denijs, Ernest Claes…
1931: In Tegen sterren en wind gaat zijn bekommernis naar de toekomst van Vlaanderen. In het voorwoord schrijft hij ; ‘Opdat het Vlaamse volk eerst en vooral katholiek zij, indien het ook Vlaams wil blijven… overtuigd dat dit mijn laatste boek zal zijn”.
1933: Zijn laatste boek Aardige rent, een jeugdboek, is gewijd aan de Vlaamse gedachte.
6 juli 1934: Edward Vermeulen sterft te Hooglede.
EPILOOG
1937: André Demedts brengt een monografie Edward Vermeulen, schrijver en boer (Leuven Davidsfonds).
1939: De Duitse uitgever Herder, Freiburg im Breisgau brengt een vertaling van Trimards op de markt onder de titel ‘Remi Braem der Frankreichgänger : Roman’ in een vertaling van Karl Jacobs.
1944: De uitgeverij Pro Arte te Diest publiceert een selectie uit zijn oeuvre in de reeks ‘Keurbladzijden uit de Nederlandse Letterkunde’.
In dezelfde periode verschijnen Verstervend ras uit 1930 en De Blieckaerts uit 1926 in afleveringen in de Vlaams-nationalistische krant Volk en Staat.
Er volgen nog een paar herdrukken maar dan is het afgelopen met de brede interesse in het werk van Warden Oom.
Lokaal blijft de herinnering erg levendig:
1954: De gemeente Hooglede organiseert de Warden Oom feesten met o m de opening van de Warden Oom-straat, een toneelopvoering van de Trimards en lezingen door André Demedts en auteur F.R. Boschvogel.
Jaren 1960: Zijn neef Marcel Vermeulen verzamelt ‘Spreuken van Warden Oom’ voor het regionale blad Weekbode Roeselare.
1961: Zijn geboortedorp Beselare viert het eeuwfeest van de auteur, met o m een academische zitting, een tentoonstelling en de publicatie van een gedenkboek in 1962 (Aandenken aan de Warden-Oom-hulde te Beselare 1861-1961 Langemark, 1962 geïllustreerd met verslag over de feestelijkheden, stamboom van de familie Vermeulen, en bijdragen over “Beselaarse volkstypen uit Warden Ooms werken”)
2011: herdenkingsjaar te Beselare: zo’n 30 verenigingen, scholen en de gemeente Beselare zelf plannen (onder impuls van vzw De Wratte) een reeks activiteiten rond Warden Oom, het ganse jaar door.
MEER OVER EDWARD VERMEULEN
- 1944. Edward Vermeulen (Warden Oom). Ingeleid en samengesteld door L. Carelsen. Diest: Pro Arte. 119p.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
- NEDWEB/Literatuur in context – Vermeulen, Edward
- Edward Vermeulen – Wikipedia
- Ons Volk Ontwaakt: Edward Vermeulen (voor de aardigheid)
- Edward Vermeulen – DBNL
Referenties
- André Demedts, VERMEULEN, Edward (1861-1934), letterkundige in het Nationaal Biografisch Woordenboek III, 896
- Marcel Vermeulen, Edward Vermeulen (uit ons volk – voor ons volk), VWS – Cahiers jrg. 12, nr 3/B Herfst 1977 (Cahier nr 68) – Vereniging van Westvlaamse Schrijvers vzw.
- Prof. Dr. M. Rutten & Prof. Dr. J. Weisgerber, “Van Arm Vlaanderen” tot “De voorstad groeit”1888-1946, Standaard uitgeverij , Antwerpen, 1988.
- Bram Lambrechts, ‘Wie is onze grootste romanschrijver ? Edward Vermeulen’ Warden Oom tussen traditie en moderniteit. In: Zacht Lawijd, jrg. 14 nr 3, juli/augustus/september 2015, pp 4-30
BIBLIOGRAFIE
Woordje vooraf
- Na het chronologische overzicht volgt een overzicht alfabetisch per titel met aanduiding van het jaar van publicatie
De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience –Antwerpen.
- Universiteitsbibliotheek – Katholieke Universiteit Leuven
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
- POËZIECENTRUM vzw – Gent
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klik op de foto
A. Chronologisch overzicht
POSTUME PUBLICATIES
B. Overzicht alfabetisch op titel.
- Aardige Rent (1932)
- Boerenleven (1931)
- Caïn’s zonde (1913)
- Dagboek van een Banneling (1934)
- De Blieckaerts (1926)
- De Dieperik (1913)
- De Pauwenschreeuw Ego! Ego! (1921)
- De Reis door het leven (1930)
- De Zwarte Pokken (1919)
- De Vracht (1928)
- De Zotte van ’t Abeelenhof (1928)
- Grepen uit aardige Menschenleven (1922)
- Grepen uit het Dierenleven (1922)
- Grepen uit Dierenleven II (1923)
- Herwording (1911)
- Het betooverd Hof (1926)
- Korte Levenschets van Warden Oom (1926)
- Mietje Mandemakers en Cie (1927)
- Nalatenschap (1964)
- Oorlogstijd (1932)
- Pee Vlaminck (1925)
- Piot (1923)
- Stadhuisratten (1927)
- Tegen Sterren en Wind (1932)
- Trimards (1912)
- Verstervend Ras (1928)