home | Inloggen
Aantal schrijvers: 595 | Aantal boeken:

19.538

 

 

Lemonnier, Camille

Maakt deel uit van:

Camille Lemonnier

Elsene, 24 maart 1844 – Elsene, 13 juni 1913

Romancier en kunstcriticus.

Wordt – samen met Charles De Coster– beschouwd als de grondlegger van de ‘Vlaamse’ school in het de Belgische letterkunde.

Pseudoniemen: Félix Karat, Camille de Burnot, Saint-Michel, Un liseur.

 

BIOGRAFIE

24 maart 1844: Geboren te Elsene als zoon van Louis-François, een Waals advokaat aan het hof van Beroep te Brussel en een Vlaamse moeder Marie Panneels. Zijn moeder sterft als hij 2 jaar oud is en hij zal samen met zijn zus worden opgevoed bij hun grootmoeder langs moeders kant.

  • In zijn postuum uitgegeven  ‘mémoires’ (Une vie d’écrivain. Mes souvenirs), stelt Lemonnier zich graag voor als een Belgische halfbloed (« métis »), zoon van een Vlaamse moeder (Maria Panneel) en van een Waalse vader die weliswaar afkomstig was van Leuven : “Je suis par intermittences tantôt Flamand, tantôt Wallon de mes ascendances “. (Une vie d’écrivain p. 38).

1855-1861: Middelbaar onderwijs aan het Koninklijk Atheneum te Brussel.

1861: Schrijft zich in voor het voorbereidend jaar van de rechtenstudie aan de Vrije Universiteit van Brussel, maar meer dan naar de rechten gaat zijn interesse naar de literatuur.

1862: Na een korte passage bij de provinciale administratie, publiceert hij in Uylenspiegel, journal des ébats artistiques et littéraires, een verhaal met de titel Brosses et tampons.

START ZIJN SCHRIJVERSCARRIÈRE OP TWEE VLAKKEN: KUNSTKRITIEK EN VLAAMS GEÏNSPIREERDE VERHALEN

1863 en 1868: Debuteert met twee opgemerkte kunstkritieken over het Salon de Bruxelles. Wordt meteen tot ‘s lands beste kunstcritici gerekend. Hij neemt de verdediging op zich van de realistische kunst tegenover het academisme en de vrijheid van de kunstenaar tegenover de staatsinstellingen.

1869: Overlijden van zijn vader. Met zijn deel van de erfenis huurt hij een kasteel te Burnot, tussen Dinant en Namur.

Lemonnier Chateua du Burnot

1869 : Zijn debuut wordt gekenmerkt door een lang en vinnig pamflet Nos Flamands, dat hij voorstelt als een kritische balans van het Belgische cultuurleven in 1868.

  • Hij laakt scherp de Belgische onverschilligheid inzake kunst en literatuur en gaat hard tekeer tegen de corruptie van de Belgische zeden, waarvoor hij –zoals gebruikelijk in die tijd- de Franse invloed verantwoordelijk stelt. (‘l’ennemi, c’est Paris’, klinkt het ondubbelzinnig op p. 69).
  • Hij wil een terugkeer naar de eigen, authentieke waarden :

-« les souvenirs des anciennes forces flamandes » en de « antique fierté » die de huidige « décadence de l’esprit flamande » zullen doen keren.

-« nous-mêmes ou périr », de beroemde leuze waarmee hij zijn boek aanving, betekent dan ook ondubbelzinnig dat schrijvers en kunstenaars alle heil moeten zoeken in een traditie die ooit grootheid en roem had gebracht aan het vaderland (la patrie), namelijk de Vlaamse.

  • Hij schuwt daarbij geen straffe uitspraken, vooral niet aan het adres van de verfranste Vlamingen : ‘vous n’êtes plus les Flamands des Flandres: vous êtes les Français de Belgique’ (Lemonnier, 1869, p. 70). In dit lijvige essay treft men onder meer een warm pleidooi aan voor de Vlaamse taal (‘on a prouvé que c’etait l’idiome national et la souche de la seule littérature possible chez nous’) (Lemonnier, 1869, p. 175), wat toch een merkwaardige uitspraak is voor iemand die ervan droomde ooit van zijn Franstalige pen te kunnen leven.

De jonge Lemonnier stapt hier dus in de voetsporen van Charles De Coster en ook van Hendrik Conscience

1870: Naast verschillende verhalen en novellen die in diverse tijdschriften worden gepubliceerd, verschijnt er een derde Salon de Bruxelles, dat vooral door de schilders van Parijs en Barbizon wordt gesmaakt.

In september bezoekt Lemonnier samen met zijn neef, schilder en tekenaar Félicien Rops  het slagveld van Sedan.

1871 : De ervaringen op het slagveld van Sedan worden in de roman-reportage (reportage littéraire) Sedan op zeer realistische wijze weergegeven: « une odeur de terre, de pourriture, de chlore et d’urine mêlés ».

  • Het werk zal in 1881 te Parijs heruitgegeven worden met een voorwoord van Léon Cladel onder de titel Les Charniers. Het werk beïnvloedt La Débâcle van Emile Zola.

Camille Lemonnier treedt in het huwelijk met Julie – Flore Brichot. Samen krijgen ze twee dochters.

1872-1879: Lemonnier verdeelt zijn tijd tussen literatuur en kunstkritiek. Hij leidt het tijdschrift L’Art universelle en is redacteur bij L’Artiste.

  • Hij start met het verzamelen van sprookjes: Contes flamands et wallons (1873), Histoires de gras et de maigres (1874), Un coin de village (1879) die overwegend ‘Vlaamse ‘ verhalen zijn. – ‘Ce fut en flamand que je pensai mes premiers livres’ zou hij zelf later bevestigen in Une vie d’écrivain (p. 24). Hoewel niet geschreven in de gekunstelde archaïserende taal van Charles De Coster, bevatten ze vele flandricismen, die Lemonnier beschouwde als hun « marque d’origine ».
  • Overigens sluit hij hiermee naadloos aan bij de traditie van Hendrik Conscience, Charles Dickens, Georges Sand of Hetzel.  We treffen dezelfde pakkende taferelen aan over eenvoudige mensen en gebeurtenissen, vlot en aangenaam verteld, emotioneel en wat naïef, veelal met een happy end en dicht aanleunend bij de traditie van de dorpsroman of -novelle en, algemener, bij die van de sentimentele roman.  Niets in deze idyllische verhalen doet vermoeden dat dezelfde auteur later drie keer voor het hof van assisen zal verschijnen voor pornografie: deze eerste bundel kon, naar goede traditie, geen enkele maagd doen blozen.  Integendeel, het zijn zielsverheffende taferelen met een moraliserend tintje, helemaal in de lijn van Consciences Kempische dorpsverhalen.

Maar ook het artistieke leven blijft hem boeien. In de Parijse tijdschriften Gazette des Beaux-Arts en Chronique des Arts of in de Revue de Belgique verschijnen monografieën van Belgische kunstenaars. Later maakt hij een bundel van herwerkte artikelen die verschenen in L’Artiste: Gustave Courbet et son œuvre (1878).

SUCCES IN PARIJS

1881:  Schandaal te Brussel, succes in Parijs. Na eerder te zijn gepubliceerd als feuilleton in het Brusselse dagblad L’Europe ( van 2 october tot 3 december 1880) verschijnt de roman:  Un Mâle

  • De roman handelt over de liefde tussen een stroper en een boerendochter met de bossen als decor. Cachaprès, de stroper is de belichaming van het dierlijke in de mens terwijl Germaine, de boerendochter in eerste instantie de rust belichaamt maar dan zijn wilde liefde beantwoordt.
  • Rond dit boek ontstond een ware literaire veldslag die gerust de « querelle des Anciens et des Modernes » van de Frans-Belgische literatuur mag genoemd worden.
  • Deze datum legt ook het begin vast van de tijdschriftenbeweging. De kampen waren duidelijk afgetekend. Rond Lemonnier zullen zich eensgezind alle jonge schrijvers en kunstenaars scharen die het ‘reveil’ van 1880 zullen inluiden.

1881: Zijn huwelijk met met Julie – Flore Brichot loopt uit op een scheiding.

1882: Publicatie van Le Mort.

Le mort kent meerdere omwerkingen tot theatertekst o a

  • 1891: De roman wordt in samenwerking met de auteur omgewerkt door L. et Paul Martinetti tot een mimodrama in drie delen (pantomime opgevoerd in zaal Alcazar te Brussel)
  • 1892: Nieuwe omwerking tot een tragedie
  • 1911: Waalse bewerking door Lucian Colson onder de titel ‘Li R’mwerd’ Drame en deux actes.
  • 1918: Vlaamse bewerking ‘De doode (Le mort): mimodrama in 3 bedrijven en 4 tafereelen’ , opgevoerd door het Koninklijk Kunstverbond, Antwerpen op 17-18 & 19 mei 1918

1883: Lemonnier hertrouwt met Valentine Collart, de nicht van Constantin Meunier. Ze gaan in Terhulpen wonen in de Stationsstraat, dicht bij het woud. Hij blijft novellen, sprookjes en verhalen schrijven.

1886: Wanneer hem Vijfjaarlijkse staatsprijs voor literatuur voor Un mâle wordt geweigerd, organiseren de dichters verenigd rond het tijdschrift La jeune Belgique een ‘herstel’ banket. Tussen de 250 genodigden vinden we politici zoals Paul Jansen, Jules Lejeune en de kunstenaars Fernand Khnopff, Constantin Meunier, Théo van Rysselberghe, en een pléiade schrijvers waaronder waaronder Georges Eekhoud, Maurice Maeterlinck, Emile Verhaeren, Georges Rodenbach.

  • Georges Rodenbach opende de reeks toespraken met de gevleugelde woorden : “Ce banquet n’est pas seulement une fête – c’est aussi un combat. C’est en quelque sorte la veillée d’armes d’une troupe de conscrits décidés à tout et qui viennent, à cette heure solennelle, vous reconnaître et vous saluer comme leur Maréchal des Lettres”.
  • Deze huldiging mag als keerpunt beschouwd worden in de geschiedenis van de frans-Belgische letterkunde, stond De Coster in 1868 nog alleen, de kaarten lagen in 1883 duidelijk anders.

EEN BELGISCHE ‘ZOLA’ – SOCIAAL BEWOGEN ROMANS – PROCESSEN WEGENS ZEDENSCHENNIS

1 mei 1886:  Het jaar nadat Emile Zola zijn Germinal op de markt had gebracht, komt Lemonnier met Happe-Chair, een roman over de sociale bewegingen die het maatschappelijke leven in België beroeren. Het beschrijft het leven van de mijnwerkers en arbeiders in het Luikse, hun moeilijke levensomstandigheden en hun strijd.

  • Deze roman was geïllustreerd met gravures van onder meer Constantin Meunier en kreeg ditmaal wel de vijfjaarlijkse prijs voor de literatuur.
  • Constantin Meunier, die hem in contact had gebracht met ‘Le pays noir’ (de uitdrukking is van Lemonnier), realiseert een portret van de schrijver.

4 mei 1886: Het Théâtre Royal du Parc te Brussel brengt het stuk Un Mâle in een toneelbewerking in 4 bedrijven. Het zal ook in Parijs in 1891 met succes worden opgevoerd.

1887: De stakingen van 1886 en 1887 te Luik en Charleroi, die zeer brutaal door de autoriteiten werden uiteengeslagen en waarbij verscheidene doden vielen –  raken hem diep. Zijn socialistische overtuigingen worden erdoor versterkt. Verschillende van zijn werken gaan over die maatschappelijke spanningen: L’enfant du crapaud (1888), Madame Lupar (1888) en Ceux de la glèbe (1889).

  • L’Enfant du crapaud dat eerder in de Maupassant’s tijdschrift Gil Blas was verschenen, en geïnspireerd is op de grote Belgische stakingen van 1887 is aanleiding tot een proces wegens schending van de goede zeden. Edmond Picard – die hem reeds bijstond in een geschil met zijn uitgever over de rechten van de roman Un Mâle – zal hem ook nu verdedigen. Hij wordt veroordeeld tot een geldboete, die echter nooit werd ingevorderd

1888 : Eerder gepubliceerde kunstkritieken over Gustave Courbet, Stevens, Félicien Rops e a verschijnen gebundeld onder de titel Les Peintres de la vie.

1888: Voor het monumentale werk La Belgique. Ouvrage contenant 323 gravures sur bois et une carte ontvangt hij de Vijfjaarlijkse staatsprijs voor literatuur.

1889-1892: Verschillende verhalenbundels ‘Ceux de la Glèbe’ (1889), Les joujoux parlants (1892), ‘Dames de voluptés’ (1892), een roman ‘La fin des Bourgeois’ (1892). Het toneelstuk ‘Un Mâle’ wordt met succes in Parijs opgevoerd (1891)

1893 : De novelle ‘L’Homme qui tue les femmes’ opgenomen in de novellenbundel ‘Dames de voluptés’ (1892), maar eerder verschenen in het Parijse tijdschrift  Gil Bas Illustré, levert hem opnieuw een aanklacht op wegens schending van de openbare zeden.

  • Het verhaal is geïnspireerd op Jack the Ripper en vertelt over « les actes d’un maniaque, invinciblement poussé par sa manie à tuer les femmes publiques qui se donnent à lui » (een maniakale kerel die obsessief gedreven wordt om de prostituees waarmee hij betrekkingen heeft gehad, te doden).

1894-1901: Lemonnier blijft gestaag verhalen, novellen en romans publiceren. De roman  L’Homme en amour uit 1897 – waarin hij de ongelukkige gevolgen exploreert  van een katholieke opvoeding gebaseerd op het misprijzen van de lichamelijkheid – levert hem opnieuw een proces op wegens zedenschennis. (Ook Georges Eekhoud moet zich verantwoorden voor Escal Vigor, een roman waarin een homofiele relatie cenyraal staat)

24-27 oktober 1900: Proces tegen Lemonnier en Eekhoud te Brugge. De verdediging wordt gedaan door Edmond Picard. Beiden worden vrijgesproken.

  • Meer dan 200 Franse en Belgische kunstenaars hadden een petitie ondertekend waarin ze hun afschuw betuigden voor de vervolging van Eekhoud en Lemmonier.

 Met werken als Au coeur frais de la forêt (1900) en Le vent dans les moulins (1901), maakt Lemonnier zich los van het naturalisme en evolueert naar het naturisme, een literaire beweging uit Frankrijk die streeft naar eenvoud en klare weergave van de dagelijkse realiteit. Naturisme (mouvement littéraire) — Wikipédia

LATERE PERIODE  – HOOFDZAKELIJK KUNSTKRITIEK

1903: Officiële manifestaties, speciale nummers van tijdschriften, conferenties van Edmond Picard vieren de publicatie van Lemonnier’s vijftigste boek.

1904-1905: Lemonnier blijft wel romans schrijven, maar zijn aandacht gaat opnieuw naar de kunstkritiek, met een essay over Constantin Meunier, sculpteur et peintre. (1904)

1905 : Publicatie van La Vie belge, een ode aan het land.

« Du verger des Flandres aux garigues campinoises, de la dune maritime aux ravins et aux futaies de l’Ardenne, une âme belge s’est répandue, fusionnant ses parts antérieures, wallonnes et flamandes. Celle-là est ensemble le passé et le présent, la montagne et la plaine, l’épopée et l’églogue, le doux paysage bucolique et le véhément horizon industriel. Toutes les routes en Flandres, mènent à des beffrois, à des églises, à des hôtels de ville, à des tombeaux ; elles longent d’actives rivières, des canaux dormants, des campagnes où lèvent le chanvres, le colza, le froment et le lin ;Tous les chemins en Wallonie, conduisent à la bure, à la carrière, à la fabrique et au laminoir ; des bois, des roches, de champs noirs les bordent ; et ils perdent au cœur profond la terre. »

Uit : La Vie belge.

1906-1908 : Meerdere mooi uitgegeven essays over kunstonderwerpen, monografieën vloeien uit zijn pen.

1907: Le Droit au bonheur, een toneelstuk in 2 bedrijven wordt in 1907 te Parijs opgevoerd.

1908: Publiceert de monografie Félicien Rops : l’homme et l’artiste. Exposeert 11 van zijn eigen doeken op het Salon des écrivains-peintres te Brussel.

13 juni 1913: Overlijden te Elsene van Camille Lemonnier ten gevolge van een zware operatie.

Epiloog

In zijn vroegere woonhuis is nu de zetel gevestigd van de ‘l’Association Belge des Ecrivains Belges de langue française’. Er is ook een museum aan verbonden, het Musée Camille Lemonnier: Waversesteenweg 150 1050 Elsene. Het museum werd ondergebracht in de vertrekken waar Camille Lemonnier (1844-1913) werkte.

André De Ridder schreef een in memoriam:  In memoriam Camille Lemonnier

Hij stierf gelijk wij allen sterven moeten, ook de grootsten onzer, deze wiens schoonheid nochtans zoo onmisbaar is, wiens geest als eene klare fakkel vooruit werpt zijn doordringend licht in de duisterheid van het leven. En velen treuren om den dood van dezen hoogbegaafde, die schatten van schoonheid gaf, heel zijn leven onafgebroken door, en die als een slaaf wrocht aan het werk dat hij nalaat, werk van meer dan zestig boekdeelen. Hij had den werklust van Balzac en kende geen ander genot dan den arbeid. Op het oogenblik dat hij in de clinique van Dr. Depage, te Brussel stierf – het was Vrijdag 13 Juni, te 7 uur ’s avonds – droeg hij, ofschoon 68 jaar oud, al weer een nieuw boek in zijn hoofd, waarvoor hij noodig had Noorwegen te bezoeken, en hij was zich voor die reis aan ’t voorbereiden.”

             Den Gulden Winckel p.97-99 DBNL . Den Gulden Winckel. Jaargang 12

 

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Websites

Referenties

  • Christian Berg ‘De Frans-Belgische literatuur en haar ‘Vlaamse school’ (1830-1880). In: Ada Deprez: Walter Gobbers; Karel Wauters (red.): Hoofdstukken uit de Vlaamse letterkunde in de 19de eeuw. Deel 2. KANTL Gent 2001 p.109-110. 

 

SMAAKMAKER

Citations Sur son refus des étiquettes de genre littéraire

« Je me refuse à planter uniquement des choux dans mon jardin ; je n’entends pas être la vache broutant sa zone d’herbe autour de son piquet ; j’honore, mais sans envier de lui ressembler, le casseur de pierres voué à l’entretien d’un rayon départemental. Bref, lorsqu’il me serait lucratif et commode de me cantonner, à l’exemple d’autrui, dans un immusable périmètre – (les firmes fructueuses ne sont qu’à ce prix), – je m’évade vers de variables latitudes et rechigne à me laisser cataloguer sous une étiquette. »

— Camille Lemonnier, Esthétique, Dames de Volupté, 1892

BIBLIOGRAFIE

(Lemonnier heeft meer dan 70 volumes op zijn naam staan)

Deze bibliografie is onderverdeeld in

  • Chronologisch overzicht van de werken van Camille Lemonnier
  • Enkele postume uitgaven
  • Overzicht van de vertalingen in het Nederlands.

De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij

  • Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
  • Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
  • Bibliographie des Ecrivains Français de Belgique 1881-1960.  Tome 3 (H-L),  établi par René Fayt, Colette Prins, Jeanne Blogie.  Sous la direction de Roger Brucher. Bruxelles, Palais des Académies. 1968. pp. 216-255.

Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten, klikt u op de foto

Chronologisch overzicht

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1863 Salons de Bruxelles. (kunstkritiek) Bruxelles: Typographie de Ch. et A. Vanderauwera. -45p.
1866 Salon de Bruxelles. (kunstkritiek)

Bruxelles: En vente chez l’auteur, 46 Chaussée d’Ixelles et chez tous les libraires. -59p.

Afmetingen: 19.50 x 14.20
Typographie de Ch. et A. Vanderauwera.

1869 Nos Flamands. (essay-pamflet)

1869: 2de druk. Andere kaft bij C. Muquardt, Librairie européenne.
Bruxelles: Rozez. / Paris : E. Dentu. -238p.

Afmetingen: 22 x 14
Imprimerie. P. –J. –D De Somer (30, Rue de l’hôpital)

1870 Le salon de Paris 1870. (kunstkritiek) Paris: Ve A. Morel & Cie libraires-éditeurs (13, Rue Bonapart)  -247p.

Afmetingen: 18 x 11.50
Bruxelles : Typographie de M. Weissenbruch imprimeur du Roi, Rue du Musée, 11, Bruxelles.

1870 Croquis d’automne. (bundeling herfstbeschrijvingen)

Illustrations par Eugène Verdyen.
Nota : Geschreven in 1866 ter gelegenheid van een literaire wedstrijd uitgeschreven door de krant Le Figaro te Parijs
Paris-Bruxelles (C. Muquardt). -102p.

Impr. P. –J. –D De Somer.
1870 1870 Paris-Berlin.

ANONIEM gepubliceerd.
 Bruxelles : Libr. J. Rozez, Muquardt, H. Merzbach. -39p.
 z d
[1871]
Sedan. (reportage littéraire)

1875 : Heruitgave ibidem in de reeks Bibliothèque Elégante.
1881: Heruitgegeven onder de titel ‘Les Charniers’, met voorwoord van Léon Cladel bij A. Lemerre, Parijs XXXIII+242p.
Vertalingen
1912: Vertaald in het Duits als ‘Aus den Tagen von Sedan’ door Peter Cornelius bij A. Juncker Verlag (Berlin)
z.d. : Vertaald in het Spaans als ‘La Carneceria’(Sédan), door Luis Marco Uitg. La Espana Moderna (Madrid)
1915: Vertaald in het Russisch als Na bratskih mogilah’ door A.F. Damanskoj Uitg. Prometej (St Petersburg)
 Bruxelles: : Librairie C. Muquardt, Henri Merbach, successeur.   -244p.

Afmetingen: 19 x 11.50
Bruxelles : Typographie de M. Weissenbruch imprimeur du Roi, Rue du Musée, 11, Bruxelles.

1873 Contes flamands et wallons. Scènes de la vie nationale. (verhalenbundel)

Bevat: La Saint-Nicolas du batelier; La Noël du petit joueur de violon. Un marriage en Brabant ; Bloementje ; La Sainte-Cathérine au moulin ; Le Thé de ma tante Michel.
1875: Herdruk te Parijs bij Librairie de la Societe des gens de lettres.
Vertalingen
1874 : Vertaald naar het Nederlands als ‘Vlaamsche en Waalsche vertellingen.Taferelen uit het volksleven’ door Jean Moruanx. Uitg. H. De Vos, Antwerpen.
1921 : Naar het Duits als ‘Schneeflöckchen. Eine Weinachtsgeschichte.’ door P. Cornelius Uitg. A. Juncker (Berlin)
Nota: Zie ook En Brabant. Verviers, Gilon 1878.
Bruxelles: Landsberger et Cie, Libraires – Editeurs (2, Rue de Namur).   -232p.

Afmetingen: 17.70 x 11.50
Bruxelles – Typ. de Chh. Vanderauwera, rue de la Sablonnière, 8

Bevat: La Saint-Nicolas du batelier (pp 5-36); La Noël du petit joueur de violon (pp 37-70) ; Un marriage en Brabant (pp 71-116); Bloementje (pp 117-136); La Sainte-Cathérine au moulin (pp 137-172); Le Thé de ma tante Michel (pp 173-229)

1874 Histoires de gras et de maigres. (verhalenbundel)

Bevat : Les Bons amis. Histoire merveilleuse de Tone Knop. Un bon tour. 1870 & 1872: ‘La fille aux cailloux’ a paru d’abord sous le titre de ‘Jeanne la Rousse’, dans La Revue de Belgique en juill. 1870 et sous le titre ‘Histoire d’une fille folle’ , dans L’Art libre en 1872.
Nota : Zie ook ‘Les Bons amis’. Verviers, Gilon, 1880
Paris: Librairie de la Société des gens de lettres. / Bruxelles : Landsberger. -314p.

Afmetingen: 17 x 11

 

1875 Derrière le rideau. (verhalen en theater)

Illustration par Félicien Rops
Bevat : Ma femme et moi (pp 1 – 115, theatertekst). Ni chair ni poisson (pp 117-160, novelle) ;  Mes Maris de Mlle Nounouche (pp 161-268, novelle) ;  La Tâche noire (pp 259-275, verhaal) ; Feu follet (pp 277-296, verhaal) ; La Sonnette (pp 297-316, theatertekst).
Paris: Casimir Pont, libraire-Editeur. (97, Rue de Richelieu, et Passage des Princes)   -319p.

Afmetingen: 18 x 11
Coulommiers – Typ. A. Moussin

1878 En Brabant: Le polichinelle . La Saint-Nicolas du batelier . Fleur-de-Blé . La Sainte-Catherine au moulin . Les Dettes du major.

Met voorwoorden van H. Taine, Ch. Deulin, H. Malot
1884: Nieuwe, herziene en gecorrigeerde uitgave. Ibidem.
Verviers: imp. et lib. Ernest Gilon. -96p.

Reeks: Bibliothèque Gilon. – Verviers; vol. 11
1878 G Courbet et ses oeuvres : Gustave Courbet à la tour de Peilz: lettre de Paul Collin. (kunstkritiek)

Avec un portrait et cinq eaux fortes par P. Collin, Ch. Courtry, M. Desboutin, Trimolet et Walter.
Eerder gepubliceerd, met enkele varianten, in L’Artiste, 27 januari en 24 februari 1878.
 Paris: Alphonse Lemerre, éditeur (Passage Choiseul, 27-31).  -99p.
1878 Mes médailles. Les médailles d’en face. Notes sur L’Exposition universelle. (kunstkritiek)

Zie ook : Les peintres de la vie. Paris, A. Savinne, 1888.
 Paris: Librairie générale. -144p.
1879 Un coin de village. (verhalenbundel)

Opgedragen aan Léon Cladel.
1874: Overdruk uit: La Revue de Belgique (Bruxelles)
1913 : Vertaald in het Duits als ‘Ein Dorfwinkel’ door J.P. Ardeschah. Voorwoord van Georges Eekhoud bij E. Diedericks (Jena) -[X]+176p.
1880: Vertaald in het Nederlands als ‘Bij onze Zuid-Brabantsche boeren’ door W.D. Leen. Uitg. X. Havermans, Brussel.
 Paris: Alphonse Lemerre, éditeur (Passage Choiseul, 27-31).  -253p.

Afmetingen: 17.50 x 11
Imprimerie : A. Derenne, Mayenne – Paris, boul. Saint Mchel, 52

1879 Funérailles de Charles De Coster 1827-1879. Ixelles-Bruxelles: Impr. Hanique. -8p.
z d [1880] Bébés et joujoux. Contes. (verhalen voor kinderen)

Bevat : La bataille des soldats de plomb et des soldats de bois (pp 1-7) ; La Nuit de Noël (pp 8-14) ; La Saint-Nicolas (pp 15-21) ;  Noël au village (pp 2-28) ;  Aventures d’un petit commissaire (pp 29-43)
Dessins par J. Geoffroy et L. Becker

Paris: J. Hetzel, s.d. [1880]. *109p.

Afmetingen : 19.30 x 29 (oblong)
Reeks:. Bibliothèque des succès scolaires.
Imprimerie Lahure, Rue de Fleurus, 9, Paris
1880 Trois contes.

Bevat: La Sainte-Cathérine au moulin. La Noël du petit joueur de violon. Un mariage en Brabant.

Verviers: imp. et lib. Ernest Gilon. -92p.

Reeks: Bibliothèque Gilon. – Verviers; vol. 46
z d [1880] Les Bons amis. (roman)

1884: Nieuwe herziene en gecorrigeerde uitgave, ibidem.
Verviers: imp. et lib. Ernest Gilon. -95p.

Reeks: Bibliothèque Gilon. – Verviers; vol. 35
1881 Cinquante ans de liberté. T. III : Histoire des beaux-arts en Belgique. Peinture, sculpture, grabvure et architecture.

Nota: Het deel III bevat tevens ‘La musique en Belgique et les musiciens belges’ door Adolphe Samuel.
 Bruxelles : M. Weissenbruch. -423p.
1881 Un mâle. (roman)

Opgedragen aan J. Barbey d’Aureville
Latere uitgaven
1881: Ibidem met Eau forte van Constantin Meunier , s.d. [1881] -284p.
1888: édition définitive. Avec dessin de Xavier Mellery. Préface de J.H. Rosny, Paris, A . Savine. II+316p.
1892: Bij E. Dentu, Paris in de reeks « Les Maîtres du roman » nr 71 –VII+220p.
1898: Paris, Mercure de France, -338p.
1904: Paris, P. Ollendorf Dessins de Géo Dupuis. Gravure de G.Lemoine. II-304p.
1921: Bruxelles, Société des Bibliophiles et iconophiles de Belgique -340p. met 35 originele lithografieën in kleur van Romeo Dumoulin.
1943: Bruxelles, Editions de l’Etoile. -284p.
1948: Paris, Albin Michel. -318p.
1991: Actes Sud, Ed. Labor, Bruxelles, coll. Babel, 30. Préface de Marcel Moreau, lecture de Jean-Pierre Leduc-Ading.
Bruxelles : Henry Kistemaeckers, éditeur (25, Rue Royale).   -376p.

Afmetingen : 17 x 10.50
Imprimerie A. Lefevre à Bruxelles.

1882 Le Mort. (roman)

Portrait [de Lemonnier]de Lenain  tegenover titelblad.
Opgedragen aan Edmond de Goncourt.

Enkele latere uitgaven:
1887: Paris, A. Piaget. Onder de titel : ‘Le Mort. Le Doigt de Dieu. Le Vieux sonneur. L’Hôte de Quadvliet.’ Dessin de Constantin Meunier. (meerdere uitgaven 1887,1888)
1891 : Paris, E. Dentu titel : ‘Le Mort. L’Hôte de Quadvliet.’ Illustrations de José Roy. -237p.
s.d. [1903] : Le Mort. Illustrations en fac-similé des fusains de Constantin Meunier. Paris : Société d’editions d’arts « Le Livre et l’estampe »
Bruxelles : Henry Kistemaeckers, éditeur (25, Rue Royale).   -167p.

Afmetingen : 17 x 10.50
Achevé d’imprimer le 24 novembre 1884 par A. Lefevre à Bruxelles pour Henry Kistemaeckers, éditeur à Bruxelles.
Enkele uitgaven herwerkt als mini-drama:
1894: Le Mort. Minidrame en trois parties de C Lemonnier et Paul Martinetti. Musique de Léon Du Bois. Bruxelles, Typographie-lithographie populaire. -17p.
1910 : Breitkopf et Härtel te Brussel.
1911 : Paris, La Renaissance du Livre.
1911 : Waalse bewerking door Lucian Colson onder de titel ‘Li R’mwerd’ Drame en deux actes . Hasselt, Fr. Olyff. -39p.
1882 Thérèse Monique. (roman)

Opgedragen aan Alphonse Daudet.
Lettre-préface de Léon Cladel.
Publication partielle dans La Jeune Belgique, 1881-1882, pp.241-257.
Paris: G. Charpentier et Cie. -292p.
1882 Les petits contes.

Bevat: Un camarade d’enfance . Les Tribulations d’un pantin . Le grand Coco. Les compagnons.

Bruxelles : Imp. et lib. Parent et Cie. -62p.

Reeks : Bibliothèque Belge illustrée.
1884 Ni chair ni poisson. (verhalenbundel)

Lettre-préface à Georges Eekhoud
Bevat : Ni chair ni poisson (pp 5-48); Feu-follet (pp 49-72) ; Les Ombres chinoises (pp 73-82) ; Les Illusions d’un Gilet-en-cœur (pp 83-92) ; La Tâche noire  (pp 93-102) ; Les Maris de Mlle Nounouche (pp 103-238); Le peintre Garou (pp 239-246) ; Le Crime de Vendredi-Saint (pp 247-256) ; L’Avant-dernier châpitre (pp 257-264) ; Chapoteau assassin (pp 265-276) ; Le Costume d’Adam (pp 277-286) ; Le Collis 2775 (pp 287 300).
Bruxelles : Auguste Brancart, Editeur. (4, Rue du Loxum) VIII +301p.

Afmetingen : 17.50 x 11.50
Achevé d’imprimer le 17 janvier 1884 par A. Lefevre à Bruxelles

z d
[1885]
Histoire de huit bêtes et d’une poupée. (verhalen voor kinderen)

Contes couronnés par I’Académie de Belgique
Bevat : Jack et Murph. Les Mésaventures d’un hibou. Un ami fidèle. La Petite famille. Histoire d’un chardonneret prisonnier. Aventures d’un petit lapin blanc. Monsieur Friquet. Le Roman d’une poupée.

1912 : Vertaald in het Duits als Jack und Murph door P. Cornelius Uitg. Carl Konegen (Wenen)
1911: vertaald in het Engels door A.R. Allinson Illustraties door E.J. Detmold. Uitg. G. Allen (Londen)
1914 : Vertaald in het Italiaans. Uitg. Istituto Ed. Ital. (Milano).
Paris: J. Hetzel & Cie.  S.d. [1885] – 143p.

Reeks: Petite Bibliothèque blanche. Education et récréation.
1885 L’Hystérique.(roman)

Opgedragen aan Edmond Picard.
1996: Nouvelles Éditions Séguier, Paris. Édition établie et présentée par Éléonore Roy-Reverzy.
1905 : vertaald in het Duits als ‘Die Hysterische’ door Emil Singer Uitg. J.Hegner (Berlin-Leipzig).
 Paris: G. Charpentier et Cie (13, Rue de Grenelles).  -356p.

Afmetingen : 18 x 11.50
Aureau – Imprimerie de Lagny

1886 Happe-Chair. (roman)

Opgedragen aan Emile Zola.
1887 : Paris, G. Charpentier.
1908 : Paris, Louis-Michaud. Met illustraties van Lobel-Riche -313p.
1932: Herdruk bij Moorthamers te Brussel.
s.d. [1935]: Paris, Editions Verda (Frameries, Union des imprimeries).
1981 : Herdruk bij Antoine Bruxelles Reeks : Passé présent vol 31.
1994 : Ed. Labor, Bruxelles Reeks Coll. Espaces Nord vol 92. Préface de Hubert Nyssen, lecture de Michel Biron.
Paris: Ed. Monnier, de Brunhoff et Cie. Editeurs (16, Rue des Vosges) -450p.

Afmetingen : 17.80 x 11
Vertalingen :
1910 : Vertaald naar het Duits als ‘Der Eiserne Moloch’ door P. Cornelius Juncker Verlag (Berlin)
1924: Idem, bij Konzentration (Berlin)
1922: Vertaald naar het Russisch als ‘Zavod’ door A.N. Gorlina Uitg. Gos Izd. (Petrograd).- meerdere latere uitgaven.
1925: Tsjechische vertaling als ‘Moloch’ Uitg. Aventinum (Praag). -251p.

1886 Les Concubins. La Glèbe. Un Pèlerinage. Les Pidoux et les Colasse. (novellen)

Illustrations de Fernand Fau.
Nota : Zie ook Ceux de la glèbe. Paris, A. Savinne, 1889.
1959: Vertaald naar het Oekraiens door Mykola Meščerjale. Uitg. Goslitizdat Ukrainy-Vesela (Kiev)

 Paris: Ed . Monnier, de Brunhoff et Cie, Editeurs (16, Rue ds Vosges) . -110p.

 Afmetingen: 23.50 x 16.20
Reeks : Collection Nouvelle.
Il a été tiré de cet ouvrage 30 exemplaires sur Japon, signés et numérotés au prix de 20 fr. l’un.
Imprimerie G. Rougier et Cie 1, Rue Cassette.
1887 Le mort. Le doigt de Dieu. Le vieux sonneur. L’hôte de Quadvliet. (proza)

Dessin de Constantin Meunier tegenover titelblad.
Bevat: Le mort (pp 1-166), Le doigt de Dieu (pp 167-180) ; Le vieux sonneur (pp 181-200) ; L’hôte des Quadvliet (pp 201-272

Paris : Librairie Française Alphonse Piaget, éditeur (16 Rue des Vosges). -272p.

Afmetingen: 17.80 x 11
Imprimerie du Fort Carré, 19 Chaussée d’Antin, Paris
ets Meunier

1887 Noëls flamands. (verhalen)

Bundeling van de verhalen eerder verschenen in ‘Contes flamands et Wallons’, ‘Histoires de gras et des maigres’ en ‘En Brabant’.
Bevat : La Saint-Nicolas du batelier (pp 1-32) ; Fleur-de-Blé (pp 33-48); Les Bons amis (pp 49-138) ; Sainte- Catherine au moulin (pp 139-170) ; Un marriage en Brabant (pp 171-210 ; La Noël du petit joueur de violon (pp 211-238) ; La Sainte-Catherine (pp 239-248) ; Les Dettes du major (pp 247-256) ; Le Thé de ma tante Michel (pp 257-309).

Latere uitgaven
1899 : Bruxelles, G. Balat -174p. met onuitgegeven tekeningen van Alfred Hubert, Xavier Mellery, Henri Meunier, François Taelemans, Eugène Verdyen.
1945: Antwerpen, Editions Le papegay -114p.
Met verluchtingen door Roger Hebbelinck. 500 exemplaren genummerd 1-500. Gehandtekend door de dochter van de auteur, de illustrator en de drukker. (afm. 20 x 14.50  druk: Buschmann
1980: Ed. Slatkine, Genève-Paris, présentation de Raymond Trousson.
Paris : Nouvelle librairie parisienne Albert Savinne éditeur (18, Rue Drouot). -311p.

Afmetingen : 17.50 x 11.50
Imprimerie Générale du Châtillon- sur-Seine – A. Pichat.

1887 Histoire des Beaux-Arts en Belgique (1830-1887). Peinture, sculpture, gravure et architecture.

Deuxième édition complétée, avcc une table alphabétique des artistes cités.

Bruxelles : M. Weissenbruch.
1888 La Belgique. Ouvrage contenant 323 gravures sur bois et une carte.

Met o.a. gravures van Constantin Meunier
Bekroond met de Vijfjaarlijkse Prijs voor Literatuur.
Eerder gepubliceerd ‘Le Tour du Monde’ op 11 mei 1881-20 oktober 1886.
 Paris: Librairie Hachette (79, Boulevard Saint-Germain).  [VII] + 756p.

Afmetingen : 34.80 x 26

1888  Madame Lupar : roman bourgeois. (roman)  Paris: G. Charpentier et Cie..-342p.
1888 L’enfant du Crapaud. (roman) Paris: E. Dentu. -315p.
1888 La comédie des jouets. (verhalen voor kinderen)

Dessins de G. Auriol, F. Bac, F. Fau, A. Gorguet en Steinlen.
Bevat : La Chasse de minuit (pp 3-20) ; La Noël des jouets (pp 21-56) ; L’Homme, la femme, le coq et l’arbre (pp 57-72) ; Le Houx (pp 73-88) ; Rose et Colas (pp 89-138).
Paris: Librairie A. Piaget (16, Place des Vosges).  -139p.

Afmetingen: 23.50 x 16
Il a été tiré de cet ouvrage 15 exemplaires sur papier du Japon numérotés à la presse, à 20 fr. l’exemplaire.
Typographie Georges Chamerot, 19, Rue des Saints-Pères

1888 Les peintres de la vie. (gebundelde kunstkritieken)

  1. Courbet et son œuvre. (1879)
  2. Propos d’art. (1870)
  3. Alfred Stevens et les quatre saisons. (1877)
  4. Mes médailles. Les médailles d’en face.
  5. Salon de 1882
  6. Salon de 1884
  7. Adolphe Menzel (1884)
  8. Félicien Rops. (1884)
Paris : Nouvelle Librairie parisienne Albert Savinne, éditeur (18, Rue Drouot).   -315p.

Afmetingen : 17.50 x 12
Tours. Imprimerie Arrault et Cie, rue de la Préfecture, 6

z d [1888] En Allemagne. Sensations d’ un passant. (reisimpressies) Paris : A la Librairie illustrée, Decaux, / Librairie Henry du Parc (4, Rue Hautefeuille) s.d. [1888]  -323p.

Afmetingen : 17.80 x 11

1889 Ceux de la glèbe. (verhalenbundel)

Bevat: La Génèse (pp 1-24) ; La Glèbe (pp 25-68) ; Les Concubins (pp 69-114) ; Les Pidoux et les Colasse (pp 155-160) ; Le Pèlerinage (pp 161-216) ; Le Suaire d’amour (pp 217-244) ; Un Marché (pp 245-264).
 Paris: Nouvelle Librairie parisienne A. Savine. éditeur (18, Rue Drouot).   -261p.

Afmetingen : 18 x 11.50
Évreux, imprimerie de Charles Hérissey.

1890  Le Possédé. Etude passionnelle. (roman)  Paris: G. Charpentier et Cie. -348p.
z d [1892] Les Joujoux parlants. (verhalen voor kinderen)

31 illustrations par Motty, P. Destez, J. Geoffroy, X. Mellery, L. Becker, Semeghini, Stechi.
Bevat : Ce que pensent les joujoux (pp 1-13) ;La conversion de Polichinelle (pp 14-20) ; La Maison rose. (pp 21-30) ; La Princesse Midja et le petit ramoneur (pp 31-40) ; La Vie et les jouets(pp 41-52) ; L’Histoire du coucou (pp 53-62) ; Mademoiselle La Flamme (pp 63-72) ; Ceux des autres (pp 73-82) ; Monsieur Ron-Ron (pp 83-90) ; Le ménage-chat (pp 91-126) ; La Petite sœur (pp 127-132).
Paris : J. Hetzel et Cie, 18, Rue Jacob.  s.d. [1892] -130p.

Afmetingen : 19.80 x 14.50
Reeks: Petite Bibliothèque blanche. Education et récréation.
Typographie Firmin-Didot et Cie – Mesnil (Eure)
1892 Un Mâle. – Pièce en quatre actes. (theatertekst)

En collaboration avec Anatole Bahier et J. Dubois,

Première: Bruxelles, Théàtre Royal du Pare, 4 mei 1888. Rolverdeling: Chelles (Cachaprès) ; Mme Marguerite Rolland (Germaine).

In 1891 wordt het stuk met succes opgevoerd in Parijs in het Théâtre de l’avenir dramatique, 10 Faubourg Poissonière..

1892 La fin des bourgeois. (roman)

1910 : Heruitgave bij La Renaissance du Livre , Bruxelles.
1986 : Ed.  Labor, Bruxelles Reeks : Coll. Espace Nord vol 31, préface de Paul Emond, lecture de Jacques Dubois
Paris: E. Dentu. -338p.
1892 Dames de volupté. (novellen)

Bevat: Dames de volupté. La Belle Imperia. Le Corps de Christ. Le Cœur trépassé. L’Inconnu. Les Trois rois. Chair et esprit. Les Pâques du cœur. Psychologie d’hiver. L’Homme qui tue les femmes. Le Bonheur dans le désir. Une passion d’enfant. A la pension de Sœur Colette. La Dame voilée. Les Gâteaux des âmes. Les Frères homicides. La Haine dans l’amour. L’Amour dans la mort. Le Carillonneur. Esthétique.
1910 : Russische vertaling ‘Rasputnye damy i ih druz’ja’ door N. Verjazova Uitg . Suvorin (Sr. Petersburg).
Paris : Nouvelle Librairie parisienne A. Savine. éditeur.   -324p.
1892 Bruxelles Paris : Librairie Hachette. -20p.

Reeks : Les Capitals du monde.
1893 Claudine Lamour. (roman)

Illustration de Jules Chéret (1836-1932) – peintre, lithographe et affichiste français
1903: Nieuwe uitgave ibidem in de reeks “Le Livre relié”.
1921: Iibidem in de reeks “Les grands romans”.
Vertalingen
1912: Russisch ‘V’ Adu šantana’ door M. Verjasova St Petersburg
1925: Tsjechisch Claudina Lamourova? Uitg. Aventinum (Praag)
Paris: Editeur (Libraire de la société des gens des lettres, 3, Place de Valois, Paleis-royale). -315p.

Afmetingen : 18.50 x 12.20
Reeks Librairie de la Société des gens des lettres.
Saint-Amand (Cher), Imprimerie DESTENAY
1893 Le Bestiaire. Contes. (novellen)

Bevat: Les Supercheries de théâtre. La rancun des Malicorps. La tête de mort. Les Pas de l’assassin. La Pension Saint-Amour. La Prêche. Après le crime. Le Terrible Magapour. La Peur. Dusépulcre. Le Merle. Le Champ. La Belle Titine. L’Eveil du sexe. Le Mal des bêtes. La Mère. Les Puits. Maison du père Grugeard. Le Riddyck. Les Yeux.
 Paris : Nouvelle Librairie parisienne A. Savine, Editeur (12, Rue des Pyramides).   -324p.

Afmetingen : 18 x 11.50
Saint-Amand (Cher), Imprimerie DESTENAY

1893 Paroles pour Georges Eekhoud par C. Lemonnier 28 octobre 1893.

Rede op het banket aangeboden aan Georges Eekhoud ter gelegenheid van de de toekenning van de 5-jaarlijkse Prijs voor Literatuur.

Bruxelles : P. Lacomble. Editeur (31, Rue des Paroissiens). -16p.

Afmetingen : 18.50 x 12.30 (ingenaaid)
Il a été tiré de cette plaquette : 20 exemplaires sur papier Hollande Van Gelder.

z d [1894] L’Ironique Amour. (verhalen)

Bevat: La belle Myositis (pp 1-14) ; La petite Hyacinthe toute nue (pp 15-32) ; L’Offrande amoureuse (pp 33-56) ; Printemps vainqueur (pp 57-70) ; La Petite Mousmé sans âme (pp 71-88) ; Le Sacrifice pour l’honneur (pp 89-102) ; Nuance (pp 103-114) ; La Morte infidèle (pp 115-130) ; La Cagnotte (pp 131-144) ; Duport et Balarion (pp  145-164) ; Le Culte de la mort (pp 165-180) ; La Jungle (pp 181-200) ; La Confidence impardonnée (pp 201-216) ; Soir des âges (pp 217-234) ; Maison près d’une rivière (pp 235-264) ; Chair statuaire (pp 265-282) ; Les Mouettes (pp 283-298) ; Le Symbole (pp 299-314) ; La Princesse Viola (pp 315-334).
Paris: E. Dentu, Editeur (3 et 5, Place de Valois, Palais-Royal). s.d; [1894] -334p.

Afmetingen : 18 x 12
Saint-Amand (Cher), Imprimerie DESTENAY

z d [1894] L’arche : Journal d’une maman. (roman)

1901: Vertaald in het Nederlands als ‘De Ark’, door Agnes. Uitgever: Wenk en Birkhoff, Rotterdam
1906: tweede goedkope uitgave bij Meindert-Boogaerdt, Rotterdam -206p.
Paris: E. Dentu, Editeur (3 et 5, Place de Valois, Palais-Royal).   -340p.

Afmetingen : 18 x 10.80
Paris – Imp. Paul Dupont, 4, Rue de Bouloi (Cl.)

1894 Charles De Coster. (Inauguration du monument élevé par l’Administration communale d’Ixelles), 22 juillet 1894.

[bevat eveneens de teksten van Van Arenbergh, H. Denis en Ch. De Coster)
 Bruxelles: P. Lacombier. -47p.
z d
[1895]
La faute de Madame Charvet. (roman)

1908 : Heruitgave bij E. Flammarion (Paris) – reeks ‘Auteurs célèbres à 60 cents’
1927 : heruitgave bij La Renaissance du Livre, Bruxelles
 Paris: E. Dentu. -293p.
1897 L’Aumône d’amour. (novelle)

Illustrations de Marold et Mittis.
Bevat een kleine suite sanguines
    
Paris : Librairie Borel, E. Guillaume -85p.

Afmetingen : 13.70 x 7
Reeks : Colledion Guillaume, série « Lotus Bleu “,
z d [1897] L’Ile vierge. La Légende de Vie.

Illustrations de Cortazzo;
Deel I van de trilogie ‘La légende de Vie’. Overige delen: Adam en Ève (1899) en Au cœur frais de la forêt (1900).
Paris: Librairie E. Dentu (78, Boulevard Saint-Michel).   -388p.

Afmetingen : 18 x 11.50
Paris-Typ. Chamenot et Renouard

1897 L’Homme en Amour. (roman)

1901 : Nouvelle édition avec une préface de Edmond Picard, Paris, Société d’éditions littéraires et artistiques, P. Ollendorff -307p.
1925 : Ed. Albin Michel,  Paris, , s.d. [1925]. Nouvelle édition avec une préface de Edmond Picard,
1993: Nouvelles Éditions Séguier, Paris.
Paul Ollendorff., Éditeur (28 bis, Rue de Richelieu. -307p.

Afmetingen : 18.70 x 12 (ingenaaid)
Imprimerie Générale du Châtillon- sur-Seine – A. Pichat.

Vertalingen
z.d. : Duits, ‘Die Liebe im Menschen’ door Paul Adler , Inleiding Stefan Zweig. Uitg. J. Hegner (Leipzig)
1910: Russisch, V Plenu strasi door S. Lopašova Uig. Zveno (Moskou)
1925: Tsjechisch, Muž a láska Uitg. Aventinum (Praag)
1898 La petite femme de la mer. (verhalenbundel)

Bevat : La petite femme de la mer (pp 7-26) ; Dans la forêt (pp 27-40) ; Maggy (pp 41-54) ; Après-midi d’été (pp 55-64) ; Les Roses (pp 65-76) ; Eden (pp 77-92) ; Le Sacrifice (pp 93-106) ; La Maison de ma vie (pp 107-118) ; La Chanson d’éternité (pp 119-130) ; La fileuse de minuit (pp 131-142) ; La jeune fille à la fénêtre (pp 143-154) ; Les Pas (pp 155-162) ; Neuf Chansons de Flandre (pp 163-184) ; Le Mortel amour (pp 185-200) ; Paula (pp  201-216) ; La mystérieuse image (pp 217-224) ; A Laudes (pp 225-236) ; Le Hameau (pp 237-246) ; Devant Chanaan (pp 247-258) ; Manou (pp 259-273).
Paris: Société du Mercure de France (XV, Eur de L’échaudé-Saint-Germain).   -278p.

Afmetingen: 18 x 11.50
Il a été tiré de cette ouvrage : dix exemplaires sur papier de Hollande numérotés de 1 à 10.
Achevé d’imprimer le dix-huit novembre mil huit cent quatre-vingt-dix-huit par L’Imprimerie Professionnelle pour le Mercure de France.

1898 La vie secrète. Contes. (verhalenbundel)

Bevat : Laodice (pp 1-16) ; Ombres amoureuses (pp 17-30) ; Le Jardin de la mort (pp 31-42) ; L’âme captive (pp 43-53) ; La Morte vivante (pp 55-68) ; L’Ombre nuptiales (pp 69-80) ; Le Sens du mystère (pp 81-90) ; Les Yeux du pauvre (pp 91-104) ; Le Sacrifice (pp 105-118) ; L’Amour vainqueur de la mort (pp 119-134) ; Le Succube (pp 135-148) ; Le Saint lapidé (pp 149-150) ; L’’Ame des foules (pp 159-170) ; La communion amoureuse (pp 171-184) ; M’ami (pp 185-196) ; Les Rois (pp 197-212)  Le bienfait pardonné (pp 213-232) ; La femme au bonnet vert (pp 233-254) ; Le Passant providentiel (pp 255-266) ; L’Heure hallucinante (pp 267-276) ; L’Inévitable rencontre (pp 277-290) ; La funèbre idole (pp 291-302).
 Paris: Paul Ollendorff., Éditeur (28 bis, Rue de Richelieu).  -304p.

Afmetingen : 18 x 11.50
Imprimerie Générale du Châtillon- sur-Seine – A. Pichat.

1898  Hommage (à Isidore Verheyden). 18 juni 1898.  Ixelles : Imprimerie C. Van Herck . 6p.
 z d
[1898]
Une femme. (roman)

Illustrations de Bigot-Valentin, gravées par Bourdon et Keilhauer.
 Paris: Ernest Flammarion, éditeur (Rue Racine, 26, près de l’Odéon).   -306p.

Afmetingen: 18.50 x 12
Il a été tiré de cet ouvrage dix exemplaires sur papier du Japon, tous numérotés et parafés par l’Editeur.
Druk : Imp. Lahure, 9, rue de Fleurus à Paris.

1899 Adam et Ève. (roman)

Deel II van de trilogie ‘La légende de Vie’. Overige delen: L’Ile vierge (1897) en Au cœur frais de la forêt (1900).
1911 :
Vertaald in het Russisch als ‘Adam i Eva’ door S. Lopašova Uitg. Sfinks (Moskou).
1913: Vertaald in het Tjechisch als ‘Adam o Eva’ door Josef Marek Uitg. R. Vilinek (Praag).
Paris: Librairie Paul Ollendorff Éditeur (28 bis, Rue de Richelieu) -328p.

Afmetingen: 18.40 x 12
Druk : Imprimerie générale de Châtillon-sur-Seine – A. Pichat.

1899 Théâtre. Le Mort. Les Mains. Les Yeux qui ont vu. (theaterteksten)

20 april 1894: Première van Le Mort. Minidrame en trois parties de C.L. et Paul Martinetti. In zal Aclcazar te Brussel. Rolverdeling : Bast, Paul Martinetti ; Balt, Alfred Martinetti; Karina, Mme Clara Martinetti. Musique de Léon Du Bois. Bruxelles, Typographie-lithographie populaire. -17p.

Paris: Librairie Paul Ollendorff. [VII-233p.

14 april 1897: Première van Les yeux qui ont vu in het Théàtre d’Art te Brussel.  Rolverdeling : Noé, Sermon ; Bruno, Masquier ; Kilspar, Staquet; Nora, Mme Marie Denys.
7 april 1899: Première van Les Mains te Brussel, Nouveau-Théàtre. Rolverdeling; BaJt, Henry Krauss; Bast, Tressy ; Toma, Mme Bender.

1900 Au cœur frais de la forêt. (roman)

Deel III van de trilogie ‘La légende de Vie’. Overige delen: L’Ile vierge (1897) en Adam et Ève (1899)
s.d. [1914] :
idem in de reeks « Collections des grands romans à 1 franc »
1922 : Paris, G. et A. Mornay, in de reeks : « Les beaux livres » nr 13 (Houtsneden van Henri Barthelemy)
1944 : Bruxelles, La Renaissance du Livre. -236p.
Paris: (Société d’editions littéraires et artistiques, 50, Chaussée d’Antin).  -314p.

Afmetingen : 18.50 x 11.50
Il a été tiré à part dix exemplaires sur papier de Hollande numérot »s à la presse.
Imprimerie Générale du Châtillon- sur-Seine – A. Pichat

1900 Le bon amour. (roman)

Illustraties: V. Mignot.
  titelblad
Paris: Librairie Paul Ollendorff. (Société d’editions littéraires et artistiques, 50, Chaussée d’Antin)   -179p.

Afmetingen : 18.20 x 9.20
Reeks : nr 22 de la Collection Ollendorff illustrée.
Il a été tiré vingt-conq exemplaires de luxe numérotés à la presse (1 à -25)
Évreux, imprimerie de Charles Hérissey.
1900 C’était l’été… contes (verhalenbundel)

Bevat : Le vent chaud de l’été. L’Ame de Veere. Le Pain. Derrière la fénêtre. Le Port. La Monte. Sous la Lampe. Quelq’un dans la maison. Le Rire de Lurette. Data. La Bonne journée. Gim. Une Mère.
 Paris: Librairie Paul Ollendorff. (Société d’editions littéraires et artistiques, 50, Chaussée d’Antin)  -310p.
1901 Le vent dans les moulins. Roman

1923 : Vertaald in het Duits als ‘Es geht ein Wind durch die Mühlen’, door P. Cornelius. Uitg. Juncker Verlan (Berlin)
z.d. [1927]: Naverteld in het Vlaamsch als ‘Wind op de molens’ door Antoon Thiry. Uitg. Middelburg: G.W. Den Boer. -242p.
 Paris: Librairie Paul Ollendorff. (Société d’editions littéraires et artistiques, 50, Chaussée d’Antin)  -310p.

Afmetingen: 18.50 x 12 (ingenaaid)
Il a été tiré à part cinq exemplaires sur papier de Hollande numérotés.
Imprimerie Générale du Châtillon- sur-Seine – A. Pichat.

1901 Le sang et les roses. (roman) Paris: Librairie Paul Ollendorff. -329p.
1901 Chansons de Flandres.

Musique de Léon Du Bois, Louis Delune, François Beaucq, Edgard Leclercq.
Illustrations par Emile Claus
Bruxelles : C. Kerkhofs, s.d. [1901]. -30p.
1902 Les deux Consciences. (roman) Paris: Librairie Paul Ollendorff. -309p.
1903 Comme va le ruisseau. (roman)

1911 : Heruitgave bij P. Lafitte, Parijs. Illustraties Géo Dupuis. Reeks : Idéal Bibliothèque nr 24
1944 : Heruitgave bij Labor te Brussel.
Paris: Librairie Paul Ollendorff. -243p.
1903 Poupées d’amour. Contes.

Bevat : Poupées d’amour (pp 1-12) ; Yeta (pp 13-40) ; Eda (pp 41-52) ; La première maîtresse (pp 53-68) ; Petits vieux ( pp 69-82) ; L’Homme (pp 83-94) ; Paysans de Flandre (pp 95-106) ; L’Offence mutuelle (pp 107-118) ; L’Aveu (pp 119-132) ; Le Mari (pp 133-142) ; Le Mal d’espérer (pp 143-152) ; Le plus beau jour (pp 153-164) ; Le Drame (pp 165-180) ; Jean l’apôtre (pp 181-190) ; Le Père. (pp 191-202) ; L’Annonciateur de l’hiver (pp 203-216) ; L’Institutrice (pp 217-228) ; La Bonne mort (pp 229-240) ; Dans la lande (pp 241-252) ; La Paysanne amoureuse (pp 253-264) ; La Maison de verre (pp 265-274) ; L’Ancêtre (pp 275-286).
1904 : Vertaald in het Duits als ‘Liebespuppen’. Wiener Verlag (Wenen)
Paris: Librairie Paul Ollendorff. Société d’editions littéraires et artistiques, 50, Chaussée d’Antin)   -288p.

Afmetingen: 18 x 11

1903 Le petit homme de Dieu. (roman)

1912 : Vertaald in het Duits als ‘Der kleine Nazarener ‘door Peter Cornelius. Uitge. A. Juncker Verlag (Berlijn)
1921 : Vertaald in het Nederland als ‘Het ventje van Onzen-Lieven-Heer’. Naverteld door Antoon Thiry. Houtsneden van Jozef Cantré. Uitg. Van Loghum Slaterus. Arnhem,
1925: vertaald in het Russisch als ‘Veseloe Bogomole ‘ door K. Ziharevoj Uitg. Sejatel (Leningrad)
Paris: Librairie Paul Ollendorff. (Société d’editions littéraires et artistiques, 50, Chaussée d’Antin)   -282p.

Afmetingen: 18.20 x 11.50

1903 Camille Lemonnier.  (bloemlezing uit zijn publicaties)

Bruxelles : Editions de l’Association des écrivains belges : Dechenne et Cie.  -147p.

Afmetingen: 21 x 12.50
Reeks: Anthologie des écrivains belge de langue française.

1904 Constantin Meunier. sculpteur et peintre. Monographie.

Bevat: L’Homme et sa vie (pp 1-78) ; L’Artiste et son oeuvre (pp 79-132) ; Table des dessins dans le texte (pp 133-136) ; Table des gravures hors texte (pp 137-139)

Paris: H. Floury, Libraire-Éditeur (1, Boulevard des Capucins)  -139p.

Afmetingen: 26 x 20
Reeks: Etudes sur quelques artistes originaux.
Achevé d’imprimer par Charles Hérissey, d’évreux. Les planches hors texte ont été tirées pa « L’Atelier d’Art ».
Nota: Edition de luxe : Il a été tiré de cet ouvrage 50 exemplaires sur papier du Japon avec double suit des gravures hors texte.
1904 L’amant passionné. (roman)

1912: Vertaald in het Duits als ‘Paul und Paulette’ door Beatrice Sacks Uitg. Xenien Verlag (Leipzig)
Paris: Eugène Fasquelle, Éditeur (11 Rue de Grenelle)  -283p.

Afmetingen: 18.30 x 11.30
Reeks: Bibliothèque-Charpentier.
Il a été tiré de cet ouvrage : Quinze exemplaires numérotés sur papier de Hollande . Exemplaire N° …
1904 Le droit au bonheur. (roman)

1920 : Vertaald in het Duits als ‘Das Recht auf Glück’ door peter Cornelius. Uitg. Axel Juncker Verlag (Berlin)
1925: Vertaald in het Tsjechisch als ‘Pravo na štešti’ Uitg. Aventinum (Praag)
Paris: Librairie Paul Ollendorff. -319p.

1907 : Herwerkt tot toneelstuk Le droit au bonheur. Pièce en deux actes’ par Camille Lemonnier et Pierre Soulaine. Paris, Librairie Charpentier et Fasquelle. -63p.

1904 La jeune fille à la fénêtre. Prose lyrique mise en musique par Eugène Samuel[…]

Avant-propos de’Eugène Baie
Verhaal uit de bundel La petite femme de la mer (1898)
 Bruxelles : Breitkopf et Härtel., s.d. [1904]. -67p.
1905  La vie belge. Souvenirs.

Inhoud:

Paris: Eugène Fasquelle, Éditeur (11 Rue de Grenelle)  -293p.

Afmetingen: 17.80 x 11.30
Reeks: Bibliothèque-Charpentier.
Il a été tiré de cet ouvrage 5 exemplaires numérotés sur papier de Hollande.
Druk : Paris, L. Maretheux, imprimeur , 1, rue Cassette.
1905 Henri de Braekeleer: peintre de la lumière. (Conférence – Monografie)

Texte d’ une conference donnée au Musée des Beaux-Arts d’Anvers, devant l’oeuvre réuni du Maître, sous les auspices de l’Art contemporain.
Met portretfoto van De Braekeleer tegenover titelblad.
Bevat 4 zwart-wit reproducties van zijn schilderijen (de pomp – kantwerksters – de tuin – Oude huizen)

Bruxelles: Librairie nationale d’art et d’histoire G. Van Oest et Cie.   -43p.

Afmetingen: 21.50 x 15.50
Druk : Bruxelles – imprimerie Veuve Monnom.
1906 L’école belge de peinture 1830-1905. (kunstkritieken)

Ces exemplaires sont enrichis d’ eaux-fortes originales et autres reproductions inédites des artistes: A. Baertsoen – V. Gilsoul, F. Knopff, A. Rassenfosse, A. Stevens, T. Verstraete.

1991 : Heruitgegeven bij Ed. Labor, Bruxelles, 1991, coll. Espace Nord, 71. Préface de Jean-Patrick Duchesne, lecture de Claudette Sarlet.

Bruxelles: Librairie nationale d’art et d’histoire G. Van Oest et Cie. -239p.

Afmetingen: 27.70 x 22
Il a été tiré de cet ouvrage: 10 exemplaires sur papier Impériale du Japon, numérotée de 1 à 10;
40 exemplaire sur papier Hollande Van Gelder Zonen, numérotés de 11 à 50.
Gedrukt bij J. -E. Buschmann, Antwerpen.

1906 Alfred Stevens et son oeuvre, suivi des: Impressions sur la peinture, par Alfred Stevens. (monografie) Bruxelles: Librairie nationale d’art et d’histoire G. Van Oest et Cie. -56 p. + 42 pltn, ill.

Afmetingen : 46.20 x 34
Il a été tiré de cet ouvrage: 10 exemplaires sur papier Impériale du Japon ancien numérotés de 1 à 10 ;
15 exemplaires sur papier Whatman, numérotés de 11 à 25;
325 exemplaires sur antique laid anglais, numérotés de 25 à 350.

1906 Tante Amy. (roman) Paris: Eugène Fasquelle, Éditeur (11 Rue de Grenelle)   -235p.

Afmetingen: 17.80 x 11.30
Reeks: Bibliothèque-Charpentier.
Il a été tiré du présent ouvrage 5 exemplaires numérotés sur papier de Hollande.
Druk : Paris, L. Maretheux, imprimeur , 1, rue Cassette.
1906 Les Maris de Mlle Nounouche. Histoire de chats. (kinderverhalen)

Soixante-cinq aquarelles de A. Vimar.
Verscheen eerder in de novellenbundel ‘Ni chair, ni poisson’ uit 1884.
Paris : H. Floury, éditeur (1, Boulevard des Capucins)   -149p.

Afmetingen: 23 x 17.50

z d [1906] L’Hallali. Roman inédit.

De illustratie op voorplat is van Lobel-Rich
1944: Heruitgave bij Editions de l’Etoile, Bruxelles.
1980: Éd. Jacques Antoine, Bruxelles, coll. Passé-Présent, 27. Préface de Michel Otten.
Paris : Louis-Michaud, éditeur (168, Boulevard Saint-Germain)  -312p.

Afmetingen: 17.20 x 11.50
Il a été tiré de cet ouvrage 10 exemplaires numérotés sur papier vergé de Hollande.

1907 Quand j’étais homme. Cahiers d’une femme. (roman)

1910 : Vertaald in het Duits als ‘Warum ich Männerkleider trug. Erlebnisse einer Frau’ door P. Cornelius. Voorwoord van Stefan Zweig. A. Juncker Verlag (Berlin)
1909 : Vertaald in het Russisch als ‘Kogda ja byla Muzanoj’ door Z. Zuravskoj Uitgaverij Zapad (Moskou)
1914: Idem bij Uitg. Prometej (St Petersburg).
1925: Tsjechische vertaling als ‘Kolyž jsem byla mužem’ bij Aventinum (Praag)
Paris : Louis-Michaud éditeur (168, Boulevard Saint-Germain).  -308p.

Afmetingen:18.20 x 11.50
Il a été tiré de cet ouvrage 10 exemplaires numérotés sur papier vergé de Hollande.
1907 Le droit au bonheur. Pièce en deux actes’ par Camille Lemonnier et Pierre Soulaine.

Theaterbewerking van de roman uit 1904

Paris, Librairie Charpentier et Fasquelle. -63p.

Représenté pour la première fois sur le Théâtre de l’œuvre le 20 mei 1907

1908 Félicien Rops : l’homme et l’artiste.  (monografie).

Paris : H. Floury, éditeur (1, Boulevard des Capucins)   -234p.

Afmetingen: 25.50 x 19.50
Reeks: Etudes sur quelques artistes originaux.
1908  Émile Claus. Monographie.

Inhoud:
Émile Claus (étude) (pp 1-52) ; Catalogue de l’OEuvre Émile Claus. (pp 53-66); Bibliographie (p. 67); Table des ilustrations dans le texte (pp 68); Table des planches hors texte (pp 69-70); Table des matières. (p. 71).

Bruxelles:Librairie nationale d’art et d’histoire G. Van Oest et Cie.   -71p.

Afmetingen: 24.50 x 18.70
Reeks: Collection des artistes belges contemporains.
Imprimerie J.-E. Buschmann ; à Anvers
Colofon : Il a été tiré de cet ouvrage 50 exemplaires de luxe sur papier Impériale du Japon, à grandes marges, texte réimposé, numérotés de 1 à 50. Ces exemplaires comportent, outre illustration de l’édition ordinaire, une lithographie originale d’Emile Claus, intitulée Hiver (Matin).
1909 La maison qui dort. Au beau pays de Flandre. Mon mari. (novellenbundel)

Bevat : La maison qui dort (pp 1-82) ; Au beau pays de Flandre (pp 83-164) ; Mon mari (pp 165-313)

Paris: Eugène Fasquelle, Éditeur (11 Rue de Grenelle) -313p.

Afmetingen: 17.80 x 11.30
Reeks: Bibliothèque-Charpentier
Il a été tiré du présent ouvrage 5 exemplaires numérotés sur papier de Hollande.
Druk : Imprimerie Bussière – Saint-Amand (Cher).
z d
[1910]
Amants joyeux. (roman)

Illustrations de Bigot-Valentin.
Paris: E. Flammarion.  -102p.

Reeks: Collection illustrée à 0.95 nr 6
1911 La Chanson du carillon. (roman)

1921 : heruitgave, ibidem met illustraties van Marcel Le Coultre. in de reeks « Idéal Bibliothèque ».
1944: heruitgave bij Editions de L’Etoile, Bruxelles.
Vertalingen
1933 : Vertaald in het Italiaans als Canzone di campane door Girolamo Lazzeri Utg. Rizzoli (Milaan)
 Paris : Pierre Lafitte & Cie, Éditeurs (90, Avenue des Champs-Élysées). -347p.

Afmetingen: 18.40 x 12

z d
[1912]
Edénie. Tragédie lyrique en quatre actes. (theatertekst)

Qua sfeer en inhoud geïnspireerd op zijn vroegere Ile vierge (1897)
Musique de Léon Du Bois.
1913 : Duitse en Nederlandse vertaling. Edenie. Tragédie lyrique en quatre actes.[…] Rythmische vertaling van Leo van Riel. Deutsche Nachdichtung und Bearbeitung von P. Cornelius. Bruxelles, Breitkof et Härtel, s.d. [1913] -314p.
1912 : Nederlandse vertaling ‘Edenië. Lyrisch treurspel in vier akten. Woorden van Camille Lemonnier. Muziek van Leo Du Bois. Rythmische vertaling van Leo van Riel. Anvers, Remes et Peppe. -46p.
 Bruxelles: Oscar Lamberty (Rue Veydt (Quartie Louise)).    -104p.

Afmetingen: 18.50 x 12

 POSTUME UITGAVEN

1945 Une Vie d’écrivain. Mes souvenirs.

Préface de Léon Bazalgette.
1994: heruitgave door Brussel: Académie Royale de langue et de littérature françaises.
Bruxelles: Editions « Labor » (192, Rue Royale).  -262p.

Afmetingen: 17.60 x 11.50
Achevé d’imprimer le 9 juin 1945.

2013 La minute du bonheur et autres pages retrouvees.

Een bundel onuitgegeven kortverhalen van Lemonnier werd uitgegeven en van commentaar voorzien door Jacques Detemmerman en Gilbert Stevens
Brussel: Académie Royale de langue et de littérature françaises, -ed. Samsa. -430p.

VERTAALD IN HET NEDERLANDS

1874 Vlaamsche en Waalsche vertellingen. Taferelen uit het volksleven.

Vertaald door J. Moruanx.
Oorspronkelijke titel: Contes flamands et wallons: scènes de la vie nationale. (1873)
Antwerpen: H. De Vos. -128p.

Nota: Ook uitgegeven voor L. De Cort te Antwerpen in de ‘Bibliotheek voor alle standen. Volksuitgaaf van romantische verhalen Jaargang 1874

1880 Bij onze Zuid-Brabantsche boeren.

Vertaald door W.D. Leen.
Oorspronkelijke titel: Un coin de village. (1879)
Brussel: X. Havermans.  -318p.
z d
[1883]
Inlandsche novellen. Volkstaferelen naar Em. Greyson en C.Lemonnier.

Vertaald door J. Moruanx.
Met twee etsen van Th. Gérard en E. Van den Bussche.
Bevat van Lemonnier: Klaas Nikker (Vertelling uit Braband) (pp 95-162) en Sinte Katrien bij den molenaar (eene Waalsche vertelling) (pp 211-262)
Bevat van Greyson: Twee arme dompelaars . Eene vertelling uit het Walenland (pp 1-94); Zonderlinge vrienden. Een verhaal uit het oude Brussel (pp 163-210).
Roeselaere: De Seyn-Verhougstraete, Uitgever-Boekhandelaar.  -265p.

Afmetingen: 17.70 x 11.50

1885 Antwerpen en zijn merkwaardigheden. Naar het Fransch van Camille Lemonnier.

Met 18 etsen verlucht.

Haarlem: H.D. Tjeenk Willink. -84p.

Afmetingen: 21.80 x 18
Gedrukt bij Ruijgrok & Cie te Haarlem.

1901 De Ark

Vertaald door Agnes.
Oorspronkelijke titel: L’arche : Journal d’une maman.(1894)
1906: tweede goedkope uitgave bij Meindert-Boogaerdt, Rotterdam -206p.
 Rotterdam: Wenk en Birkhoff,
1912 Edenië. Lyrisch treurspel in vier akten. Woorden van Camille Lemonnier. Muziek van Leo Du Bois. Rythmische vertaling van Leo van Riel.

Oorspronkelijke titel : Edénie . Tragédie lyrique en quatre actes (1912).
1913: Duitse en Nederlandse vertaling. Edenie. Tragédie lyrique en quatre actes.[…] Rythmische vertaling van Leo van Riel. Deutsche Nachdichtung und Bearbeitung von P. Cornelius. Bruxelles, Breitkof et Härtel, s.d. [1913] -314p.
Antwerpen: Drukkerij Remes et Peppe (Korte Clarenstraat, 10) -46p.

Afmetingen: 22 x 14.50 (ingenaaid)
Eerste opvoering in de Vlaamse Opera te Antwerpen 7 maart 1912. Orkestmeester : H.J. J. B. Schrey Toneelschikking van H. Fé Derick.

1918 De doode (Le mort): mimodrama in 3 bedrijven en 4 tafereelen.

Opgevoerd door het Koninklijk Kunstverbond, Antwerpen op 17-18 & 19 mei 1918.
20 april 1894: Première van Le Mort. Mimodrame en trois parties de C.L. et Paul Martinetti in zaal Aclcazar te Brussel.(bewerking van de gelijknamige roman uit 1882)

Antwerpen: Koninklijke Nederlndse Schouwburg. -23p.

Afmetingen : 22.40 x 14.20 (geniet – brochure)
Druk. J. -E. Buschmann – N.N° 30536 – 15-5-1918.

 

1921 Het ventje van Onzen-Lieven-Heer.

Naverteld door Antoon Thiry.
Houtsneden van Jozef Cantré.
Oorspronkelijke titel: Le petit homme de Dieu (1903)
 Thiry antoon 11 Arnhem: N.V. Uitgevers-Maatschappij Van Loghum Slaterus & Visser. -245p.

Afmetingen: 19.40 x 13.30 (gebonden – harde geïlllustreerde kaft)
Colofon: van dit werk werden dertig exemplaren gedrukt op zwaar van Gelder, genummerd van I tot XXX.
1922 Twee vrouwen. (roman)

Vertaling: Hélène Swarth

Amsterdam: Meulenhoff.

Reeks: Meulenhoff-editie : een algemeene bibliotheek. – Amsterdam, 1912 – [1933]; vol. 151

1926 Het slapende huis.

Vertaald door Titia Gorter
Oorspronkelijke titel: La maison qui dort (1909).
Met houtsneden van Joris Minne.
Amsterdam: Uitgeverij Prometheus. -137 p. : ill.

Genummerde oplage op Hollandsch De Charro-papier van 75 exemplaren
Afmetingen: 15 x 12
z.d.
[1927]
Wind op de molens. (roman)

Naverteld in het Vlaamsch door Antoon Thiry.
Oorspronkelijke titel: Le vent dans les moulins.(1901)
Middelburg: Uitgave en druk van G.W. Den Boer. -242p.

Afmetingen: 24 x 16

z d Een eerste liefde (roman)

Oorspronkelijke titel: Un mâle.
Vertaler/ster: niet vermeld.

Amsterdam: B.H. Smit. -206p.

Afmetingen: 18 x 13

CHRONOLOGISCH OVERZICHT PER GENRE

ROMANS

  1. Sedan (Les Charniers). – (1871)
  2. Un coin de village (roman). – (l879)
  3. Un Male (roman). – (1881)
  4. Le Mort (roman). – (1882)
  5. Thérèse Monique (roman). – (1882).
  6. L’Hystérique (roman). – (1885)
  7. Happe-chair (roman). – (1886).
  8. Mme Lupar (roman). – (1888).
  9. Le Possédé (étude passionnelle). roman. – (1890).
  10. La fin des bourgeois (roman). – (1892)
  11. Claudine Lamour (roman). (1893).
  12. L’Arche (Journal d’une maman). roman. – (1894)
  13. La faute de Mme Charvet (roman). – (1895)
  14. L’île vierge (La Légende de Vie. I). – (1897)
  15. L’homme en amour (roman). – (1897)
  16. Une Femme (roman). – (1898)
  17. Adam et Ève (roman – La Légende de Vie. II). – (1899)
  18. Le bon amour (roman). – (1900).
  19. Au coeur frais de la Forêt (roman – La Légende de Vie. III). – (1900).
  20. Le vent dans les moulins (roman). – (1901)
  21. Le sang et les roses (roman). – (1901).
  22. Les deux Consciences (roman). – (1902).
  23. Le Petit Homme de Dieu (roman).- (1903).
  24. Comme va le Ruisseau (roman). – (1903)
  25. L’amant passionné. (roman) (1904)
  26. Le droit au bonheur. (roman) (1904)
  27. Tante Amy. (roman) (1906)
  28. L’Hallali. Roman inédit. (roman) (1906)
  29. Quand j’étais homme. Cahiers d’une femme. (roman) (1907)
  30. Amants joyeux. (roman) (1910)
  31. La Chanson du carillon. (roman) (1911)

VERHALENBUNDELS

  1. Croquis d’automne. – (1870)
  2. Histoires de gras et de maigres. – (1874).
  3. Contes flamands et wallons (Scènes de Ia vie nationale). Verhalen – (1875)
  4. Derrière Ie rideau (Contes). – (1875).
  5. Ni chair ni poisson (verhalen). – (1884)
  6. En Allemagne (Sensation d’un passant). (reisverhalen) (1888).
  7. Ceux de la Glèhe (Contes). – (1889)
  8. Dames de volupté (verhalens). – (1892).
  9. Le Bestiaire (verhalen). – (1893)
  10. L’ironique amour (verhalen). –(1894)
  11. L’aumöne d’amour (verhalen). (1897).
  12. La petite femme de la mer (verhalen). – (1898)
  13. La vie secrète (verhalen) – (1898)
  14. C’était l’été … (verhalen). – (1900).
  15. Poupées d’amour (verhalen). – (1903).
  16. La vie belge. (herinneringen) 1905
  17. La maison qui dort. Au beau pays de Flandre. Mon mari. (novellenbundel) (1909)

KINDERVERHALEN

  1. Béhés et joujoux (Contes). – (1879).
  2. Les Petits Contes. – (1882).
  3. Histoire de huit bêtes et d’une poupée. – (1884).
  4. La comédie des jouets (Contes).·- (1888)
  5. Les joujoux parlants (Contes). – (1892).
  6. Les Maris de Mlle Nounouche. Histoire de chats. (1906)

KUNSTKRITIEKEN EN ESSAYS

  1. Salon de Bruxelles, 1863. – (1863).
  2. Salon de Bruxelles, 1866. – (1866),
  3. Nos Flamands. – (1869).
  4. Salon de Paris. 1870. – (1870).
  5. Courbet et ses oeuvres. –(1878).
  6. Histoire des Beaux-Arts en Belgique (1830-1887). – (1887)
  7. La Belgique. (Ouvrage contenant 323 gravures sur bois et une carte). (1888)
  8. Les peintres de la vie. – (1888).
  9. Camille Lemonnier. Anthologie des écrivains belges de langue française. 1903
  10. Constantin Meunier : sculpteur et peintre. 1904
  11. Henri de Braekeleer. Peintre de la lumière. (Conférence – Monografie) 1905
  12. L’école belge de peinture 1830-1905. (1906)
  13. Alfred Stevens et son oeuvre, suivi des: Impressions sur la peinture, par Alfred Stevens. (monografie) (1906)
  14. Félicien Rops L’homme et l’artiste. Monographie (1908)
  15. Émile Claus. Monographie (1908)

TONEEL

1888-1891: Un mâle

  1. Un Mâle. Bruxelles, Théàtre Royal du Pare, 4 mai 1888. Cast : Cachaprès, Chelles ; Germaine, Mme Marguerite Rolland.
  2. Un Male. – Pièce en quatre actes. En collaboration avec Anatole Bahier et J. Dubois, In-12. Tresse et Stock. Paris, 1891

1894 Le Mort, pantomime. Bruxelles, AJcazar, 20 avril 1894. Cast : Bast, Paul Martinetti ; Balt, Alfred Martinetti; Karina, Mme Clara Martinetti.

1897: Les Yeux qui ont vu. Bruxelles, Théàtre d’Art, 14 avril 1897. Distribution : Noé, Sermon ; Bruno, Masquier ; Kilspar, Staquet; Nora, Mme Marie Denys

1899: Les Mains. Bruxelles, Nouveau-Théàtre, 7 avril 1899 ~. Cast; Balt, Henry Krauss; Bast, Tressy ; Toma, Mme Bender.

1900: Uitgave in boekvorm: Théâtre ‘Le Mort. – Les Mains. – Les Yeux qui ont vu. (1900)

1907 :  ‘Le droit au bonheur. Pièce en deux actes’ par Camille Lemonnier et Pierre Soulaine. Naar de roman uit 1904.

1912 : Edénie . Tragédie lyrique en quatre actes. (Musique de Léon Du Bois)