Maakt deel uit van:Collaboratie WO IIde kempische vertellers
ANDRE DEMEDTS
Sint-Baafs-Vijve, 8 augustus 1906 – Oudenaarde, 4 november 1992
Dichter, romanschrijver en essayist.
Belangrijk voor Demedts is zijn onwankelbare trouw aan de christelijke levensopvatting, zijn sociale en volksnationale bewogenheid. Demedts was van oordeel dat de ontwikkeling van een volksgemeenschap zowel materiële voorwaarden als geestelijke ontplooiing impliceert.
Zijn activiteiten op diverse terreinen van het culturele leven in Vlaanderen, maken dat hij gerust beschouwd mag worden als een van zijn belangrijkste cultuurdragers.
Voor de Vlaamse Beweging ligt Demedts betekenis vooral op het vlak van zijn inspirerende kracht. Hoewel steeds voorzichtig in zijn optreden, was zijn streven naar Vlaamse zelfstandigheid steeds duidelijk aanwezig.
BIOGRAFIE
8 augustus 1906: André Demedts werd geboren te Sint-Baafs-Vijve (Waregem) in de streek van de Mandel en de Leie, op de afgelegen hoeve “Den Elsbos”, waar zijn voorvaderen onafgebroken sinds 1626 hadden gewoond. Het land is er stil en weids en “vlak als een tafel”. Herkomst en milieu zullen in zijn werk een grote rol spelen.
- André is de oudste zoon van Maurits Demedts en is als kind zwak en ziekelijk. Regelmatig is hij op school afwezig. Uit dertien bevallingen hield moeder Celesta Vandenhende slechts vier kinderen over: drie zonen en één dochter. Thuis vindt hij geen passende speelgenootjes, want zijn broers Paul (1914) en Michel (1922) komen door hun verschil in leeftijd hier niet voor in aanmerking.
- Zijn zus, Gabrielle Demedts (1909-2002), zou later ook als dichteres bekend worden. Zij is ook hoofdredactrice van ‘Handen‘.
1912-1918: Naar de lagere school in het naburige Wakken
1918-1919: Leerling in de voorbereidende afdeling van het Sint-Lievenscollege te Gent. (Hij woonde in Gentbrugge in bij zijn oom Dr. Leestmans).
1919-1921: Handelsafdeling van het Sint-Amandscollege te Kortrijk.
- Op het college te Kortrijk is hij bevriend geraakt met Jozef Devroe, de latere Vlaams-nationalistische volksvertegenwoordiger en oorlogsburgemeester. Demedts wordt lid van het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond.
- Hij publiceert zijn eerste stukjes in het studentenleesblad ‘Die Cnodse’. Aanvankelijk komt zijn betrokkenheid alleen tot uiting in bekend geworden gedichten als ‘Lof van mijn land ‘en vooral ‘Vlaanderen’, waarin hij de bereidheid vertolkt van de toenmalige jeugd om zich geheel in te zetten voor de Vlaamse zaak.
1921-1940: OP DE HOEVE – DICHTERSCHAP, EEN EERSTE ROMAN
1921: Kan – als oudste zoon uit een landbouwersgezin – zijn studies niet afmaken omdat hij mee op de ouderlijke boerderij Den Elsbos moet helpen, maar bekwaamt zich verder door zelfstudie.
1924: Zijn eerste gedichten verschijnen in 1924 in “Averbode’s Weekblad” en “Hooger Leven“. Naast het werk op de hoeve vindt hij nog de tijd, vaak ’s avonds en ’s nachts, om verzen en novellen te schrijven.
1926-1927: Legerdienst bij het Tweede linieregiment te Gent.
1927 tot 1937: Sluit zich aan bij de Katholieke Arbeidersjeugd (KAJ). Actief in de studiekringen van de plaatselijke en gewestelijke werking
- Onder invloed van Cyriel Verschaeve, maar meer nog naar het voorbeeld van Hugo Verriest, is hij van oordeel dat de ontvoogding van een volk niet mogelijk is zonder geestelijke en culturele verheffing.
1929 tot 1931: Debuteert als dichter in 1929 onder invloed van het expressionisme Jasmijnen (1929), Geploegde aarde (1931) en evolueert naar een sober realisme: Vaarwel (1940), Verzamelde gedichten (1976) en De jaargetijden (1979).
- In die periode is hij ook waarnemend voorzitter van de KAJ van het arrondissement Roeselare-Tielt.
1930 tot 1934: Behoort samen met Pieter Buckinx, René Verbeeck en Jan Vercammen tot de redactie van het expressionistische tijdschrift Tijdstroom.
1936: Publicatie van zijn eerste roman “Het leven drijft“.
1936 tot 1940: Redacteur van het tijdschrift Vormen de opvolger van Tijdstroom.
DE OORLOGSJAREN: LERAARSCHAP – LITERAIRE EN CULTURELE BEDRIJVIGHEID
1937: Via een bekwaamheidsproef voor een Examencommissie wordt hij in 1937 leraar aan de Vrije Hogere Technische Handelsschool te Waregem. Hij blijft dat tot in 1949.
17 augustus 1938: Treedt in het huwelijk met Germaine Ide en wordt vader van 4 kinderen: twee dochters (Mieke en Hilde) en twee zonen (Maurits en Dirk).
1939: Redactielid van Dietsche Warande en Belfort.
1940: Zijn poëzie evolueert naar een sober realisme: Vaarwel (1940), Verzamelde gedichten (1976) en De jaargetijden (1979).
Maar vrij snel grijpt hij naar het proza om zijn thema ‘opheldering van het levenslot’ open te trekken en uit te diepen.
- In zijn eerste romans (Het leven drijft (1936), Afrekening (1938), Geen tweede maal (1941) en Het heeft geen belang (1944) zijn de hoofdpersonages allemaal intellectuelen voor wie het geluk problematisch is, om niet te zeggen onbereikbaar. Maar telkens blijft de hoop: zij leggen hun egoïsme ter zijde en gaan beseffen dat alleen zelfverloochening een vorm van bevrijding kan teweegbrengen.
- In deze periode publiceert hij ook – onder de pseudoniem Koen Lisarde – een viertal boeken voor de jeugd: Ik wil een dappere kerel zijn (1943); Trouw aan hun volk (1944, 1962²); Alle vreugde is eindeloos. (1946, 1957²); Voorbij aan de nacht (1952)
Tijdens zijn leraarschap – ook tijdens de oorlogsjaren – zet hij zijn literaire en culturele bedrijvigheid voort:
- Hij neemt deel aan Cultuurdagen,
- Werkt mee aan bladen als Nieuw Vlaanderen en Volk en Kultuur, en werk van hem wordt in het Duits vertaald.
Dat bezorgt hem bij de bevrijding in 1944 enige moeilijkheden. Demedts wordt van 13 tot 24 oktober vastgehouden en nadien weer vrijgelaten.
NA DE OORLOG: DEMEDTS’ STREVEN NAAR CULTURELE ONTVOOGDING
1946: Via het Stijn Streuvels-nummer van Dietsche Warande en Belfort (1946) komt hij in contact met de Frans-Vlaming Pierre Berteloot. Deze ontmoeting ligt aan de basis van zijn blijvende actie voor Frans-Vlaanderen: de Frans-Vlaamse Cultuurdagen. (André Demedts, ‘Tien jaar kontakten met de Franse NederlandenAndré Demedts’ In: De Franse Nederlanden / Les Pays-Bas Français. Jaargang 1976 (1976)
- 25 juli 1948: onder zijn voorzitterschap vindt te Waregem op 25 juli 1948 de eerste ontmoetingsdag met Frans-Vlamingen plaats. Deze leidt tot de oprichting van de Frans-Vlaamse Cultuurdagen en van het Komitee voor Frans-Vlaanderen.
1947-1951: Publicatie van zijn romantrilogie Kringloop van het geluk – een eerste hoogtepunt in zijn werk – met als delen: Voor de avond valt (1947), In het morgenlicht (1949) en De ring is gesloten (1951).
- Catharsis-romans, die – via drie generaties in het boerengeslacht Van Leyda -, leert dat het leven alleen maar draaglijk wordt, als het de grenzen en beperktheden van het bestaan erkent. Explicieter nog, dan in zijn vorige romans, ligt de oplossing in het metafysische vlak. Het berustend aanvaarden van Johannes Van Leyda is bij zijn kleinzoon Hugo veranderd in het inzicht dat het geluk ligt in de overgave aan zijn door God bepaalde menselijke bestemming.
1949 tot 1971: Op speciaal verzoek van directeur-generaal Jan Boon aanvaardt Demedts in december 1949 de benoeming tot diensthoofd van de gewestelijke omroep West-Vlaanderen van de toenmalige BRT (Belgische Radio en Televisie).
1952: Is medeoprichter van het Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond, dat het tijdschrift West-Vlaanderen (thans Vlaanderen) uitgeeft.
1952-1969: Er volgen een reeks van afzonderlijke romans waarin priesterfiguren verschillende houdingen tegenover het geloof aannemen.
- Allen worstelen ze met hun levensopdracht – net zo als in de vorige romans in de seculiere wereld het geval was – maar hier komt de auteur heel bewust tot de overtuiging dat de bestemming en de zin van het leven van metafysische aard is. Kardinale deugden als gehoorzaamheid in In uw handen (1954), trouw zoals in De levenden en de doden (1959), hoop in Nog lange tijd (1961), bereidheid tot het offer zoals in Alleen door vuur (1965), bieden de mens slaagkansen om aan zijn levensuitdaging te kunnen beantwoorden. Lukt dat allemaal niet dan blijft nog de genade van de liefde zoals in Je komen halen (1969).
1957: Medestichter van het Algemeen-Nederlands cultureel tijdschrift ‘Ons Erfdeel’ ,waarvan Jozef Deleu de hoofdredacteur is. Demedts is de inspirator en wordt beschouwd als de geestelijke vader ervan.
Door zijn beginselvastheid en zijn onpartijdigheid had hij zich intussen in de Vlaamse Beweging een groot moreel gezag verworven.
1959: In de maanden september – oktober – november maakt hij een reis in het toenmalige Belgisch Kongo.
1959: Lid van de Kultuurraad voor Vlaanderen.
- In deze hoedanigheid zet hij zich onder meer in 1962 effectief in voor het behoud van de streek Komen-Moeskroen binnen het Vlaamse landsgedeelte. Wanneer de faciliteiten er later niet worden toegepast, is hij in 1971 de inspirator van het tijdschrift ‘Ons Kanton’.
1962: Lid van de Koninklijke Academie voor Taal en Letterkunde. In de traditie van Ernest Claes en Felix Timmermans bouwt hij een flinke reputatie op in het ‘voordracht-geven’.
- Een niet te (onder)schatten invloed had Demedts met zijn meer dan drieduizend bezielende voordrachten (onder meer voor het Davidsfonds) over allerlei onderwerpen
- Vertrouwde thema’s waren: zijn strijd voor het behoud van het Nederlands en de bijhorende cultuur in Frans-Vlaanderen. Als overtuigd Groot-Nederlander ijverde hij ervoor om Nederland, Vlaanderen, Frans-Vlaanderen en Zuid-Afrika als één cultuur te zien.
- Hij hield voordrachten zowat overal in Vlaanderen, op culturele congressen in Nederland, Frans-Vlaanderen en Wallonië, in Rome en op rondreizen door het toenmalige Belgisch-Kongo en Zuid-Afrika. Wie hem eenmaal had gehoord weet met welke bezieling en emotionele bewogenheid hij steeds het woord voerde en welke charismatische impact hij op zijn toehoorders had.
1963: Van augustus tot november verbleef hij in Zuid-Afrika. Eveneens in 1963 werd hij lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en letterkunde.
1965: Lid van het IJzerbedevaartcomité.
1966: Schrijft in ‘Ons Erfdeel’ in verband met de splitsing van de Leuvense universiteit een zeer vrijmoedig artikel dat een directe invloed had op de verklaring die Mgr. Emiel de Smedt, bisschop van Brugge, daarna aflegde en die tot een spoedige oplossing zou leiden.
1970: Door de Marnixring Kortrijk-Broel wordt een André-Demedtsprijs in het leven geroepen, die jaarlijks wordt toegekend aan mensen of organisaties die zich in zijn geest hebben verdienstelijk gemaakt voor de Groot-Nederlandse cultuur.
1970: Reeds met Terug naar huis, een verhalenbundel met aandacht voor zijn eigen familiegeschiedenis , geeft Demedts een aanzet voor zijn vierdelige romancyclus “De eer van ons volk”
1973-1978: Eén voor één verschijnen de vier delen van ‘De eer van ons volk’, een historische roman over de periode 1782-1815, rond de figuur van de door Demedts bewonderde haast mythische voorvader Karel Gillemijn. Tegen een Europese achtergrond waarin – vlak na de Napoleontische oorlogen – de basis wordt gelegd van de huidige sociaal-economische, intellectuele en godsdienstige verhoudingen wordt het dagelijkse leven in westelijk Vlaanderen getekend: De Belgische republiek (1973), Hooitijd (1974), Goede avond (1976) en Een houten kroon (1978).
- Met deze romancyclus wou hij de opvatting propageren dat een volk dat zijn geschiedenis niet kent of geen geschiedenis meer maakt, geen volk meer zal blijven of uit de geschiedenis zal verdwijnen.
- De oerversie van deze vier kloeke delen werd reeds gepubliceerd in 31 afleveringen tussen 17 mei en 13 december 1941 in de eerste jaargang van Volk en Kultuur , het ‘Weekblad voor volksche kunst en wetenschap’ . Volk en Kultuur werd uitgegeven door de vereniging Volk en Kunst die aanleunde bij het VNV en de DeVlag.
1981: ‘Geluk voor iedereen’(1981), een roman over de jaren 1840-1848 in West- en Oost-Vlaanderen, “de jaren van onze diepste armoede en vernedering”. Hier herneemt hij zijn levenslange overtuiging en motivatie:‘De noodzaak van een zowel materiële als geestelijke ontvoogding voor de ontplooiing van een volksgemeenschap’
1983: Opening van de oude pastorie in zijn geboortedorp St-Baafs-Vijve als A. Demedtshuis: het is een museum, maar naar de wens van Demedts zelf in de eerste plaats een ontmoetingsruimte voor jong en oud en een cultureel centrum. André Demedtshuis – Leiestreek
1985: Publicatie van ‘Veertien-achttien’, een kroniek van de Eerste Wereldoorlog, met onder andere het ontstaan van het activisme en de Frontbeweging en de toenemende spanning tussen gematigden en radicalen. De dragende gedachte is “dat ieder volk recht op zelfbestuur heeft, van het ogenblik dat het in staat blijkt die verantwoordelijkheid te dragen”. Een gedachte die aansluit bij de toenmalige na-oorlogse Europese ontvoogdingsgedachte van de kleinere volken.
1986: Nog tijdens zijn leven wordt op initiatief van de VTB-VAB zijn borstbeeld onthuld.
1990: Toekenning van de Driejaarlijkse Staatsprijs ter bekroning van een schrijversloopbaan.
4 november 1992: André Demedts overlijdt te Oudenaarde.
Zijn schrijversloopbaan: een overzicht
- Debuteerde als dichter in 1929 onder invloed van het expressionisme en evolueerde naar een sober realisme: Jasmijnen (1929), Geploegde aarde (1931), Vaarwel (1940), Verzamelde gedichten (1976) en De jaargetijden (1979).
- Schreef jeugdverhalen onder de schuilnaam Koen Lisarde; verder essays, o.a. Stijn Streuvels. Een terugblik op leven en werk (1971) en een autobiografie, De dag voor gisteren (1966) die men als zijn ‘levensboek’ mag beschouwen.
- Zijn literaire betekenis ligt vooral in de romans De ring is gesloten (1951) en In uw handen (1954). De levenden en de doden (1959) is een filosofische en tevens psychologische roman, een eerlijke maar niet altijd overtuigende poging om de na-oorlogse zuiveringsproblemen vanuit een ruim menselijk standpunt te beschouwen.
- Volgens eigen verklaring schrijft Demedts voor gelijkdenkenden, nl. roomsgelovigen. Nog lange tijd (1961) is een sociale roman op grond van de hoofdthema’s in zijn hele werk: het onrecht op de wereld en het probleem van het lijden. Psychologisch geslaagd, wat vlak van stijl, maar met overtuiging geschreven. Later verschenen nog: Alleen door vuur (1965) en Je komen halen (1969).
- Zijn belangrijkste werk is zijn vierdelige cyclus De eer van ons volk, een historische roman over de periode 1782-1815, gebaseerd op een familiegeschiedenis, waarin tegen een Europese achtergrond het dagelijks sociaal-economische, intellectuele en godsdienstige leven in westelijk Vlaanderen wordt getekend: De Belgische republiek (1973), Hooitijd (1974), Goede avond (1976) en Een houten kroon (1978).
Uit: G.J. van Bork en P.J. Verkruijsse, De Nederlandse en Vlaamse auteurs (1985)
BEKRONINGEN
- 1946: de August Beernaertprijs voor de roman “Het heeft geen belang“,
- 1956: de Joris Eeckhoutprijs voor het essay “Stijn Streuvels“
- 1962: Prijs voor Letterkunde van de Vlaamse Provincies voor De levenden en de doden.
- 1976: Prijs voor Letterkunde van de Vlaamse Provincies voor zijn oeuvre
- 1981: Emile Bernheimprijs voor “Geluk voor iedereen“.
- 1990: Driejaarlijkse Staatsprijs voor zijn gehele oeuvre.
Meer over André Demedts
- Perre, Rudolf van. 1986. André Demedts, een monografie. Leuven: Davidsfonds.
- Spillebeen, Willy. 1974. ‘André Demedts’. In: Monografieën over Vlaamse Letterkunde. Antwerpen: Helios. nr. 46.
- Vercammen, J. 1985. ‘André Demedts’. In: De Nederlandse en Vlaamse auteurs. Van middeleeuwen tot heden met inbegrip van de Friese auteurs. Ed. G.J. van Bork en P.J. Verkruijsse. Weesp: De Haan.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
- NEDWEB/Literatuur in context – Demedts, André
- André Demedts • dbnl
- Nederlandse Poëzie Encyclopedie – André Demedts
Referentie
- Marc Holthof, Continuïteit in het oeuvre van André Demedts: De twee versies van ‘De eer van ons volk. In: L. De Vos; Y. T’Sjoen: L. Stynen (red.), Verbrande Schrijvers ‘culturele’ collaboratie in Vlaanderen 1933-1953. Academia Press Gent; p. 135-142.
- Rudolf van de Perre, Demedts, André , in: M. Janssens e.a (red.). Geboekstaafd. Vlaamse prozaschrijvers na 1945 (1988), p. 106-109;
SMAAKMAKER
IN ’T GRAS
Verduldig gras, het grootste bed ter wereld, waarin je ligt naast mij, altijd geneigd als ’t zomer wordt, weg van mijn zij te schuiven, opkijkend naar de hemelnacht, die zwijgt, alsof er iets verkeerds zou zijn te vrezen, omdat je, als ’t niet koud meer is, hier ligt in al dat gras, alleen maar om te slapen, te dicht bij mij, onder dat sterrelicht. Is het dan zo beschikt dat wij niet samen gelukkig mogen zijn ? wie zegt je dat twee mensen van elkaar wel mogen houden, maar nooit, zo hebben lief gehad, dat een der twee, niet tot zijn lief kon klagen: Als jij weg gaat, is ’t leven uit voor mij, maar als ik ga, zul je nog kunnen slapen, bloed ik mij dood, jouw hartstocht is voorbij. Verduldig gras, dat horen moet en zwijgen, waarom is liefde niet voor iedereen gelijk ? Zoals ’t nu is, gaat elk zijn eigen wegen – en alle wegen gaan uiteen. Het gras weet niets, of ’t zal het mij niet zeggen, het wil dat ik alleen de waarheid vind, als wij ons zijn te zamen konden leggen hoefde er geen liefde meer die ons verbindt.Uit: verzamelde gedichten.
AARDWORMEN
Aardwormen, tettingen, pieren, gespuis, dat kruipend ondergronds, het leven houdt, nog weet ik niet waarom je maar geen zelf- moord pleegt. ’t Is eeuwig eenzaam, zwart en koud, waar je geboren werd, je voedt, bemint en sterven gaat. Wat heb je dan verricht, wat maakt zo’n leven toch de moeite waard ? Hier bloeien rozen en, om me heen ligt de wijde wereld, door de zon gestoofd, vol kleur en geur, in weelde en overmoed. beweging overal, want ieder kent Zijn weg en doel, een werk dat voordeel doet en zinrijk is. Zelfs een als ik blijft hier alsnog, opdat er iemand zou bestaan, die schrijft al wat hij ziet. ‘k ben ziek om jou, klein volk, al gaat het mij noch af noch aan. Mijn vraag is nauw gesteld, of ‘k buig beschaamd mijn hoofd. Wat dwaasheid heb ik weer gezeid, alsof ik alles weten kon van mijn beperktheid uit. Mij treft ’t verdiend verwijt, dat het bestaan van ’t ondergronds gediert, mij weer eens klagen laat, slechts om een niet, waar ‘k bij de rozen, oeverloos, van wat de wereld geven mag, zo maar geniet.Uit: de jaargetijden (1979)
BIBLIOGRAFIE
Woordje vooraf
- Demedts was een veelzijdige persoonlijkheid en een ongemeen productief auteur: op zijn naam staan meer dan zeventig publicaties in boekvorm, naast honderden bijdragen in verzamelwerken, tijdschriften, periodieken en kranten.
- Na het chronologisch overzicht volgt een overzicht gerangschikt per genre en alfabetisch op titel.
De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
- POËZIECENTRUM vzw – Gent
- V. Arickx, Bibliografie van André Demedts, in: Vlaanderen. Jaargang 25 (september/oktober 1976) nr 154, pp 292 – 296. Electronisch beschikbaar: klik hier
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.
A. Chronologisch overzicht
B. Werk volgens genre (alfabetisch per titel)
Poëzie
- Daarna (1968)
- De jaargetijden (1979)
- Geploegde aarde (1931)
- Jasmijnen (1929)
- Kleine keuze (1937)
- Na jaar en dag (1986)
- Vaarwel (1940)
- Verzamelde gedichten (1976)
Proza
- Afrekening (1938)
- Alleen door vuur (1965)
- De dag voor gisteren (autobiografie) (1966)
- De eer van ons volk: De Belgische republiek (1973)
- De eer van ons volk: Hooitijd (1975)
- De eer van ons volk: Goede avond (1976)
- De eer van ons volk: Een houten kroon (1978)
- De levenden en de doden (1959)
- De ring is gesloten (1951)
- Gedachten van André Demedts, gebloemleesd door Hubert van Herreweghen (1956)
- Geen tweede maal (1942)
- Geluk voor iedereen (1981)
- Het heeft geen belang (1944)
- Het leven drijft (1936)
- Ik zal je dragen (1976)
- In het morgenlicht (1949)
- In uw handen (1954)
- Je komen halen (1969)
- Kerstmis te Saloniki en andere verhalen (1964)
- Mannen van de straat (1933)
- Neerslag der dagen (1957)
- Nog lange tijd (1961)
- Terug naar huis (1970)
- Veertien-achttien (1985)
- Voorbijgang (1939)
- Voor de avond valt (1947)
- Wintertijd; een drieluik (1982)
- Zijn kleine waan (1939)
Voor de jeugd
- Alle vreugd is eindeloos (1946) – heruitgave 1957
- Ik wil een dappere kerel zijn (1942)
- Trouw aan hun volk (1944) – heruitgave 1962
- Van Wiemkes gesproken (1976)
- Voorbij aan de nacht (1952)
Toneel
- De graaf is weergekeerd (1950)
- De rechtvaardige keizer (1949)
Essays
- ’t Fonteintje (1977)
- Abel Coetzee (1963)
- De boer in de literatuur (1966)
- De esthetica van H. Verriest (1974)
- De Vlaamse poëzie tussen 1918 en 1941(2 delen) (1945)
- Edward Vermeulen (1937)
- Ernest Claes (1962)
- Ernest Claes (1970)
- Het land van Streuvels (1971)
- Hugo Verriest, de levenwekker (1945)
- Guido Gezelles wedergeboorte 1877 (1977)
- Jan Vercammen (1977)
- Johan Daisne (1962)
- Leven en schoonheid (1951)
- Nicolaas Beets, Anton Bergmann (1941)
- Over de Beneden-Mandel (1973)
- Richard Minne (1946)
- Stijn Streuvels (1955)
- Stijn Streuvels (1977)
- Streuvels als psycholoog (1972)
- Stijn Streuvels, een terugblik op leven en werk (1971)
- Valère Depauw (1978)
Bloemlezingen:
- Moderne Vlaamse verhalen (z.j.) – 1961
- Vlaamse verhalen (z.j.) – 1958
- Vlaamse verhalen van deze tijd (1963)