Miguel Declercq
Oostende, 1976
Dichter en romanschrijver
BIOGRAFIE
1976: Geboren te Oostende
- Miguel Declercq publiceerde gedichten in de meest diverse literaire tijdschriften; van kleine, soms gefotokopieerde blaadjes, over Deus Ex Machina en Yang, tot Nederlandse bladen als De Revisor en Parmentier.
- Vooral Yang speelde een belangrijke rol in de ‘ontdekking’ van Declercq. Behalve poëzie publiceerde hij in Yang ook een fragment uit de roman waaraan hij werkte. Dat werd opgemerkt door uitgeverij De Arbeiderspers. Redacteur Peter Nijssen belde Declercq op en nodigde hem uit voor een gesprek in Amsterdam. Bij die afspraak had Declercq zijn poëziebundel Person@ges meegebracht. De Arbeiderspers besliste om die poëziebundel eerst uit te geven. Pas later vernam Miguel Declercq dat Bart Vanegeren, toen scout voor De Arbeiderspers, de uitgever op zijn tijdschriftenpublicaties gewezen had.
1997: Debuteert met de dichtbundel ‘Person@ges’, een sonnettenkrans waarmee hij de Hugues C. Pernath-prijs won.
- De bundel kreeg mooie recensies (zie Geert Buelens in de literaire katern Café des Arts van De Morgen 19/2/1998)
- Hij wijst daarin o.m. op het volgende: “Hij is bij mijn weten, dan ook de eerste moderne dichter in ons taalgebied die een volledige sonnettenkrans heeft voltooid: veertien regelmatig rijmende gedichten waarvan de slotregel de begin regel van het volgende gedicht is en het laatste vers van nummer veertien hetzelfde is als het eerste vers van het eerste sonnet; die veertien beginregels samen vormen dan het vijftiende zogenaamde ‘meestersonnet’.
[…]
- Door dit (sonnet) genre in zijn extreemste variant te beoefenen lijkt de dichter erop te wijzen dat het enerzijds onmogelijk is om aan de traditie en de norm van de vorm te ontsnappen, maar dat het anderzijds ook absurd is te denken dat je door die vorm of op welke andere manier ook dan ook maar iets echt vast kunt leggen.
- De personages (of moet ik zeggen: person@ges) in deze verzen beseffen dat, maar kunnen er moeilijk mee leven. Zo ook het door de dichter gedroomde en in taal geassembleerde meisje dat de hoofdrol speelt in zowat de hele bundel en dat het in sonnet 11 niet langer aankan:
1999: Publicatie van de roman ‘Wat Chloé overkwam’.
- Deze debuutroman refereert naar de pastorale roman en dan meer bepaald naar de eerste pastorale romance Daphnis en Chloë van de 3de eeuwse Griekse schrijver Longus. Maar hier geen idyllische watervalletjes of zingende leeuweriken, maar borsten die betast worden in fietsstallingen, porno in glossy magazines, een lijst van de mooiste tieten van de eeuw en ook: hooggestemde gedachten over de liefde, verzuchten en smachten, de bard Morrissey en andere vormen van melancholie over dingen die voorbijgaan.
2000: In het najaar 2000 wordt Miguel Declercq in Dietsche Warande & Belfort samen met Paul Bogaert, Paul Demets, Jan Lauwereyns, Johan de Boose en Peter Holvoet-Hanssen gepresenteerd als behorend tot de kopgroep van de jonge Vlaamse dichters.
2001: Publicatie bij Druksel van de bundel ‘Schijnmanoeuvers’ . Bij De Arbeiderspers verschijnt ‘Zomerzot/Somersault‘, een frivole bundel.
Ook Declercq is nijg gelukkig.
Die ligt ergens met de flair
die jonge hazen / bavianen /
rederijkers eigen is
te houden van zijn Saskia.
(jawel, het is zo’n ogenblik)
Na 2001 wordt van de dichter lange tijd niets meer gehoord.
- Komrij verwijst, – in ‘De 21ste eeuw in 185 gedichten’ – naar de bloemlezing ‘Met andere woorden. Jonge dichters uit noord en zuid’ uit 1960. Daar stonden dichters in – hij noemt er een aantal waaronder Declercq bij naam – van wie al snel niets meer vernomen werd. ‘Ze lopen vast nog ergens rond in de Kalahariwoestijn’, voegt hij er fijntjes aan toe. Maar…
2010: Publicatie van een nieuwe bundel gedichten: Boven water.
BEKRONINGEN
1997: de Hugues C. Pernathprijs voor zijn debuut Person@ges (1997)
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Website
Referentie
- Geert Buelens, Waanideeën, simulacra, wat je ervan smaakt. In: literaire katern Café des Arts van De Morgen 19/2/1998.
SMAAKMAKER
Condomen, geld, placebo’s, sigaretten, keelgeluid,een yoghurtwitte ladyshave, meringueputti, vier
oranjeschillen, chips, prothesen, een injectiespuit,
frambozen door een blik omarmd, een glitterjurk, papier,
pantoffelhouten kelkenbakjes, hasjiesj, nagellak,
een jampot die bonbons bevat, een serpentinepruik,
madonna van de sites, gelei, Flaubert, een lip, Balzac,
een watertrampolinebed, een glazen onderbuik,
muziek, ivoren oorringen, een linnenkist, een leeg
aquarium met kalkaanslag, rood ondergoed, een blauw
tapijt, een rocking chair, gebak, omhuld met bladerdeeg,
een dobbelsteen, bottines, snippers, as en vliegertouw
verblijven hier onaangetast. Er is geen hand die duidt.
Quarkmatig zwermt het avondlicht over de kamer uit. Het plooit de muren op alsof de muren er niet zijn. Een oorschelp tast. Het kussen zwijgt en geeft zo mee: het sluit zichzelf somstijds als kussen uit. Zo ook de nachtposttrein, waarvan de ruis zich horen laat, die tot geruis verijlt. En toch kan ik – zolang de nacht het hebben kan, wellicht – welk meisje voor me uit herhalen tot ze hier verzeild en tastbaar, een bedenksel, raakt. Zoals een bliksemschicht dat lijkt, moet zij toevallig zijn (het duurt een poosje voor haar lichaam zich herinnert waar het is, de plek hervindt), wil zij het haar omringende hier in. Maar als een spoor zo uitgelijnd, is zij vannacht gemis. Een tegenwind loopt op de voordeur uit. Een wolk vergaat en toont de maan – met aardbeikikkerrode lippen spoelt ze op me aan.
Uit: Person@ges – 14de sonnet
BIBLIOGRAFIE
De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- POËZIECENTRUM vzw – Gent
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.
Chronologisch overzicht