home | Inloggen
Aantal schrijvers: 594 | Aantal boeken:

19.538

 

 

De Ridder, André

Maakt deel uit van:

ANDRÉ DE RIDDER

Antwerpen, 20 oktober 1888 – Borgerhout, 1 juli 1961

Hoogleraar in de economische wetenschappen en leidende figuur van de Boomgaardgeneratie, die de weg vrijmaakte naar het modernisme in de Vlaamse letteren

Bezat, evenals Vermeylen, een slagvaardig en organiserend talent en was, evenals hij, meer criticus dan literator.

Introduceert tussen 1910 en 1918 drie innovaties in de Vlaamse letteren: het uit Frankrijk overgewaaide dandyeske dilettantisme; de geromanceerde biografie en het literaire interview.

Richt samen met  Paul-Gustave Van Hecke de kunstgalerij  Atelier d’Art contemporain Sélection (1920-1922) op. Na 1920 zal hij zich vooral toeleggen op de promotie van het Vlaamse kunstleven en zijn wetenschappelijke loopbaan als economist.

Pseudoniemen: Vogelaer, Lieven  (in: De Blauwvoet) voor details zie rubriek A-Z Pseudoniemen lexicon

BIOGRAFIE

20 oktober 1888: André De Ridder werd geboren te Antwerpen. Zijn vader was diamantair, maar na het overlijden in 1899 van zijn vrouw en Andrés moeder, Theresia Vermetten en een nieuw huwelijk met een jongere zus van zijn vrouw, Maria, werd hij eigenaar en uitbater van het Hötel du Progrès op de Keyserlei.

Deed zijn middelbaar onderwijs aan het atheneum van Antwerpen en studeerde nadien handels- en financiële wetenschappen aan de Rijkshandelshogeschool te Antwerpen.

• 1906: Licentiaat in de Handelswetenschappen aan het Sint-Ignatius Gesticht, Antwerpen
• 1907: Licentiaat in de Handels- en Financiële Wetenschappen aan de Rijkshandelshogeschool, Antwerpen

1905: Debuteerde zeer jong met kritische bijdragen in het Franstalige Antwerpse dagblad ‘La Métropole’. Hij zal tot 1914 als kunstredacteur bijdragen blijven leveren.

1906-1909: Redacteur vanaf de 1ste jaargang van het literaire tijdschrift Vlaamsche Arbeid, vooral met stukken over buitenlandse literatuur, maar ook met korte en langere novellen. Dit vroege proza vertoonde een duidelijke invloed van Remy de Gourmont (aan wie hij in 1918 een monografie zou wijden) en bleef zeer schetsmatig.

  • Werd in 1907 redactiesecretaris van het (katholieke) tijdschrift en stond aan de basis van de breuk binnen de redactie in 1909.

1907: Werd secretaris van de Antwerpse advocaat en katholiek volksvertegenwoordiger August Delbeke. Een keuze van het hoofd, want zijn hart lag meer bij de literatuur en de kunsten.

1907: Verwierf bekendheid met zijn debuut, een studie over “Stijn Streuvels. Kritische studie” .

  • Het boek was ontstaan uit een interview met Streuvels dat in november 1907 in het Nederlandse tijdschrift Den Gulden Winckel was verschenen. De eerste druk verscheen bij Boucherij in Antwerpen, hetzelfde jaar nog bracht Veen in Amsterdam een herziene herdruk uit.

1908: Volgde een biografische studie over priester-dichter “Hugo Verriest”.

1909: Richtte samen met onder andere Gust van Roosbroeck, Gust – later Paul Gustave – van Hecke en Paul Kenis het kosmopolitisch georiënteerde tijdschrift De Boomgaard (november 1909 – december 1911) op.

  • De Ridder wordt soms beschouwd als de leider en typische vertegenwoordiger van deze `Boomgaardgeneratie’  (lees contextueel)  die, komend na `Van Nu en Straks’, alleen Europees en kosmopolitisch wilde zijn.
  • Redactieleden van het eerste uur waren: Edmond van Offel, Paul-Gustave van Hecke, Hugo van Walden, Gust van Roosbroeck. Later kwam de dichter Firmin van Hecke de groep vervoegen.

1910-1918: Introduceert in deze periode drie innovaties in de Vlaamse letteren: het uit Frankrijk overgewaaide  dandyeske dilettantisme in de Vlaamse literatuur; de geromanceerde biografie en het literaire interview.

Het uit Frankrijk overgewaaide  dandyeske dilettantisme.

  • In een vijftal romans, zoals o.a. De koude Eroos (1911) en De gelukkige echt van Filiep Dingemans (1912), verbeeldde hij het leven in een grootsteedse omgeving.
  • Tevens wordt een voor Vlaanderen nieuw leidmotief ingevoerd, nl. de liefde, met de hieraan verbonden dualiteit tussen het lichamelijke en het intellectuele.

Augustus 1912: Algemeen secretaris van het 32ste Nederlandsch taal- en letterkundig congres dat onder voorzitterschap van Pol de Mont in Antwerpen werd georganiseerd.

WERELDOORLOG I

1914-1918: Tijdens de hele duur van de oorlog verbleef André de Ridder in Nederland, waar hij les gaf aan het Belgische Atheneum te Amsterdam.

  • Het Belgische Atheneum was een particuliere, lagere en middelbare school voor kinderen van Belgische vluchtelingen opgericht door advocaat Alberic Deswarte, medeoprichter van ‘De Vlaamsche Stem’ (zie verder). Naast onder andere René de Clercq en Willy Timmermans,was hij er als leraar handelswetenschappen en aardrijkskunde aan verbonden tot het einde van de oorlog.
  • Toen hij in de zomer van 1917 vooralsnog dreigde te worden opgeroepen, bleek deze betrekking zijn redding te zijn, omdat ze werd beschouwd als dienende in het hulpleger.

1 februari 1915: Hij was één van de vijf oprichters van het dagblad De Vlaamsche Stem en nam het redactiesecretariaat waar van de oorspronkelijke redactie van dit “Algemeen Belgisch dagblad”.

  • De krant stond onder hoofdredactie van de latere socialistische senator Alberic Deswarte. Tot de redactie behoorden o.m. Cyriel Buysse en René de Clercq (collega van De Ridder op het atheneum) en de krant kon bogen op een schare uitgelezen en invloedrijke medewerkers, o.m. Jules Persyn, Julius Hoste jr, Frans van Cauwelaert, Karel van den Oever, Leo van Puyvelde en Filip de Pillecyn. Het politieke programma van De Vlaamsche Stem was duidelijk: loyaliteit aan de Belgische staat en trouw aan de strijd voor en ontvoogding van Vlaanderen gaan hand in hand.
  • Langzamerhand echter werd het blad omgevormd “von einem deutschfeindlichen in ein deutschfreundliches Blatt, nachdem Anteile der Zeitung von Gerretson und Wichters niederländischem Schwager aufgekauft waren.”  De Ridder maakte de intriges rond het blad mee en trok zich in augustus 1915 terug. Onder de nieuwe leiding – René de Clercq  en Antoon Jacob – begaf het blad zich resoluut in activistisch vaarwater.
  • Alberic Deswarte, Cyriel Buysse, Julius Hoste, Frans van Cauwelaert en redactiesecretaris André De Ridder namen collectief ontslag en benadrukten hun loyauteit aan koning en vaderland.

1915: Vanaf oktober 1915 verzorgde hij voor het weekblad De Amsterdammer een vaste rubriek onder de titel “Van Vlaanderen”. Hij werkte mee aan literaire tijdschriften als Groot Nederland en Den Gulden Winckel.

De geromanceerde biografie.

  • De esthetica van De Boomgaard, zoals die door De Ridder werd geformuleerd en toegepast, ook in zijn kritisch werk omvat, naast het verdedigen van de stadsroman, het dandyisme en het psychorealisme, ook een derde belangrijke innovatie in de Vlaamse letteren: de geromanceerde biografie.
  • Het nieuwe genre, een herdefiniëring van de historische roman – een typisch product van de neoromantiek – werd door hemzelf beoefend in twee publicaties: Ninon de Lenclos en de Vrouwen der XVIIe eeuw (1915) en Jean de la Fontaine. Zijn vrienden en Vriendinnen – Een dichtersleven in de XVIIe eeuw (1918).
  • Na hem zou vooral Paul Kenis het genre verder uitwerken.

2 maart 1916: Introductie van het literaire interview.

  • Naar eigen zeggen hield Couperus niet van interviews, die hij uit den boze vond, net trouwens als portretten en kiekjes. Hij weigerde dan ook in 1913 mee te werken aan De jongere generatie, een bundel interview van E. D’Oliviera. De Ridder wist echter tot hem door te dringen.
  • Het interview werd afgenomen op 2 maart 1916, gepubliceerd in Den Gulden Winckel en verscheen achteraf, bewerkt en geactualiseerd, in boekvorm bij Veen, de uitgever van De Ridders monografieën over Streuvels en Verriest uitgegeven had.

November 1917: Was een van de initiatiefnemers tot de oprichting in Amsterdam van de Belgische Moderne Kunstkring “Open Wegen – La Voie Libre”.

  • De ondertekenaars van het oprichtingsmanifest waren, naast De Ridder, de schilders Willem Paerels en Gustave de Smet, de architecten Jan Pauw, Huib Hoste en Louis van der Swaelmen en de beeldhouwer Jules Vermeire.
  • De kring ontstond in eerste instantie als een daad van verzet tegen de benepen en “enggeestige kunstpolitiek” van de vertegenwoordigers van de Belgische regering in Nederland. Tevens was het een poging tot groepsvorming (de vlag “Open wegen” verwijst trouwens nadrukkelijk naar de gelijknamige Latemse kunstkring, in 1902 opgericht door Karel van de Woestijne): “We wenschten paraat te zijn voor de onderneming, welke we ons voorgenomen hadden onmiddellijk na het sluiten van den wapenstilstand in België zelf op touw te zetten, ten einde daar de zege van de enig heilzame kunst te bevechten, degene waaraan we al onze krachten hadden verpand.”
  • De grootse plannen die de kring koesterde, bleken in de praktijk beperkt tot een aantal concerten van kamermuziek van Vlaamse Meesters in de kleine zaal van het Amsterdamse concertgebouw. De plannen voor een tentoonstelling van ‘modernstische kunstwerken’ bleven steken in goede bedoelingen.
  • De kring stierf na de oorlog een stille dood.

Februari 1919: Wanneer hij naar België terugkeert, is hij nog net geen 31, maar hij kan er prat op gaan in de Vlaamse letteren het dilettantisme te hebben geïntroduceerd, het literair interview en de geromantiseerde biografie. Bovendien heeft hij nu met “Open Wegen” concrete ervaring opgedaan met de kunstwereld.

  • Hij contacteert meteen zijn vriend Paul-Gustave van Hecke. Samen zouden ze de modernistische krachten bundelen en een onuitwisbare stempel drukken op de evolutie en doorbraak van wat bekend zou worden als “het Vlaamse expressionisme”.

1920: BREUKLIJN: VAN SCHRIJVER NAAR PROMOTOR VAN HET KUNSTLEVEN. START VAN EEN WETENSCHAPPELIJKE LOOPBAAN.

  • Na 1920 heeft De Ridder, afgezien van zijn vakantiefantasie ‘Der liebe Augustin’ (verschenen in 1960 in De Vlaamse Gids, waarvan hij redactielid was), geen scheppend werk meer geschreven.
  • De oorlog had een omwenteling in zijn belangstelling teweeggebracht. Zijn contact met het werk van Gustaaf de Smet en Frits van den Berghe tijdens zijn verblijf in Nederland, vormde de aanzet van een carrière als criticus, kunsthistoricus en promotor van het kunstleven in Vlaanderen. Parallel ermee kan hij bogen op een rijkgevulde wetenschappelijke loopbaan als econoom.

1920-1922: Oprichting met  Paul-Gustave Van Hecke van het  Atelier d’Art contemporain Sélection.

  • De zaak werd geopend op 18 september 1920 met een kubistische tentoonstelling waar, naast buitenlandse meesters, ook Albert Counhaye,  Floris Jespers, Paul Joostens, Jozef Peeters en Prosper de Troyer aan deelnamen.
  • Na twee jaar “duur mæcenaat” (dixit De Ridder), zag Sélection zich gedwongen in de zomer van 1922 de deuren te sluiten. In het nummer van november 1922 van hun gelijknamige huisorgaan klonk het bitter:
    • ”De hevige economische crisis, het onbegrip van sommigen, de vijandschap van anderen hebben ons genoopt het Atelier d’Art Contemporain Sélection, aan de Koloniënstraat te sluiten, na het verlies van veel kapitaal, veel illusies en veel inspanning (…). Gejubel zal opklinken in tal van zogenaamde artistieke milieus, bij de kunsthandelaren, de kunstenaars en de kunstminnaars, nu onze denkbeelden en onze actie niet langer hun vredige, benepen koehandel in de war kunnen schoppen en hun geliefde koopwaar kunnen doen devalueren.” Het besluit klonk echter profetisch: “Wij hebben ons laatste woord nog niet gesproken.

1920-1953: De Ridder wordt benoemd tot docent aan de Rijkshandelshogeschool te Antwerpen.

1921-1950: Aangesteld als docent aan de Koloniale Hogeschool (later: Universiteit)  te Antwerpen.

1922: Sluiting van Atelier d’Art contemporain Sélection (zomer van 1922).

1922: Eind van dat jaar oprichting van de Société Coopérative Éditions Sélection.  Hoofddoelstelling de uitgave van het gelijknamige tijdschrift, dat internationale faam zou verwerven.

  • De Ridder en Van Hecke nemen de directie waar, het redactiesecretariaat wordt toevertrouwd aan Georges Marlier, een oudgediende van het tijdschrift Ça ira van Paul Neuhuys en vriend van Paul van Ostaijen.
  • Overige aandeelhouders waren onder meer: Gust de Smet, Frits van den Berghe, Eduard Mesens, Scauflaire, Jules de Praetere, Léon Doesberg en de modeontwerpster met internationale faam Norine de Schrijver, gezellin (en later echtgenote) van Van Hecke.
  • Het tijdschrift Sélection verwierf internationale faam en kon rekenen op de medewerking van Jean Cocteau, René Crevel, Max Jacob, Pierre MacOrlan, Henry de Montherlant, Pierre Reverdy, André Salmon, Tristan Tzara, Georges Ribemont-Dessaignes, Philippe Soupault, Slauerhoff, Paul van Ostaijen, enz.
  • De Ridder nam een deel van de kunstkritiek voor zijn rekening, wat resulteerde in enkele nog altijd maatgevende bijdragen.

1923:  Benoemd tot gewoon hoogleraar aan de Faculteit van de Rechten van de   Rijksuniversiteit Gent, met als leeropdracht statistiek en financiële wetenschappen.

Mandaten:

• docent faculteit Economie en Bedrijfskunde 20/10/1923-
• professor faculteit Economie en Bedrijfskunde 10/06/1926-
• docent faculteit Recht en Criminologie 12/03/1929-
• gewoon hoogleraar (in ere-opzicht) faculteit Recht en Criminologie 25/05/1934-
• buitengewoon hoogleraar faculteit Recht en Criminologie 30/09/1935-
• gewoon hoogleraar faculteit Recht en Criminologie 28/03/1938-1959

Bestuursfunctie:

• directeur-diensthoofd Seminarie voor financiële economie 1942-1959
• decaan faculteit Economie en Bedrijfskunde 1936-1949

Emeritus Universiteit Gent 20/10/1958

1925: Publicatie van Le Génie du Nord waarin hij wees op het gevaar van het Franse neoclassicisme in de schilderkunst dat slechts bezworen kon worden door de sterke inbreng van wat hij “le génie du nord” noemde, de Nederlandse traditie. Dit boekje van 75 bladzijden maakte ophef en gaf aanleiding tot allerhande polemische stellingnamen.

  • Ook La littérature flamande contemporaine (1923) en Anthologie des écrivains flamands contemporains (1926) getuigen voor zijn naarstige activiteit als voorlichter. De gay of roaring twenties werden dan afgesloten met vier kunstmonografieën: La Jeune peinture belge (1929), Ossip Zadkine (1929), James Ensor (1930) en André Lhote (1931).

1945: Publicatie van de lijvige studie Laethem Saint-Martin: colonie d’artistes. Hij publiceerde voorts monografieën over onder anderen James Ensor (1944), Oscar Jespers (1948) en Jozef Cantré (1954).

Van 1947 af was hij lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, die de verslagen publiceerde die De Ridder maakte van de Biënnales van Venetië die hij tussen 1948 en 1960 trouw bezocht.

1 juli 1961: Overlijden van André De Ridder te Borgerhout.

Appreciatie

  • André De Ridder was een veelzijdig literator: hij introduceerde als één der eersten in Vlaanderen het literaire interview (door hemzelf ‘reportagekritiek’ genoemd), de geromantiseerde biografie en het dandyisme.
  • Hij liet ook verscheidene studies over Franse verschijnen, maar ook over Engelse en Duitse schrijvers (zoals de eerste studie in Vlaanderen over Rilke) . Sommige van deze studies schreef hij in samenwerking met Gust van Roosbroeck.
  • La littérature flamande contemporaine (1923) en Anthologie des écrivains flamands contemporains (1926 met Willy Timmermans) tonen hem dan weer als promotor van de Vlaamse letteren in de Franstalige wereld.
  • Zijn kunstkritische en kunst-historische studies omvatte talloze monografieën, waarbij enkele standaardwerken, zoals ‘Le genie du nord’ (over het expressionisme, 1925) en ‘Laethem-Saint-Martin. Colonie d’artistes (1945, meer uitgebreide Nederlandse vertaling, 1946

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Websites

Referenties

  • J. Florquin, in Ten huize van… i (19712), interview.
  • Prof. A. Musschoot, Verloop van Nu en Straks. In: Prof. Dr. M. Rutten; Prof. Dr. J. Weisgerber (red.): Van “Arm Vlaanderen” tot “De voorstad groeit” 1888-1946. Standaard Uitgeverij 1988; p.251-253.
  • Manu van der Aa, André de Ridder in Amsterdam 1914-1918. In: Zacht Lawijd, literair historisch tijdschrift jaargang 14, nr 2 april/mei/juni 2015, pp. 28-51.

 

BIBLIOGRAFIE

De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij

  • Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
  • Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
  • Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007

Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.

Chronologisch overzicht

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
Z d De nieuwe literatuur. (tekst van en lezing) Antwerpen: Victor Resseler, s. a. -23p.

Afmetingen: 24.20 x 16 (ingenaaid – papieren kaft)

1907 Stijn Streuvels. Kritische studie.

[1908]: 2de vermeerderde en verbeterde druk met als titel:  Stijn Streuvels, zijn leven en zijn werk. Amsterdam : L. J. Veen . -200p. (ingenaaid & gebonden)
Met portretfoto op voorplat
Antwerpen: J. Boucherij (Hopland, 22).  -125p.

Afmetingen: 22.60 x 16.50 (ingenaaid – zachte kaft)
z j
[1908]
Hugo Verriest. (literaire studie)

Met portretfoto op voorplat
Op titelblad: Pastoor Hugo Verriest. Biographische studie.

Amsterdam: L. J. Veen. / Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel. -137p.

Afmetingen: 20.80 x 16 (gebonden – harde geïllustreerde kartonnen kaft)
Druk: Boek-, courant- en steendrukkerij G.J. Thieme, Nijmegen.

1909 Onze schrijvers. (2 dln.)

Geschetst in hun leven en werken met portretten en illustraties .
1ste bundel bevat: Een brief van Herman Robbers – Edward B. Koster – Bij Stijn Streuvels -Jacobus van Looy -Iets over mijn leven door Gustaaf Vermeersch – Marie Metz-Koning -Jeanne Reyneke van Stuwe.
Tweede bundel : Vlaamsche schrijvers : Herman Teirlinck, August Vermeylen, Hugo Verriest, Karel van de Woestijne.
Baarn: Hollandia-drukkerij.  -94p.
1909 Londen . Sprookjesavond . Zondag. (novellen) Gent: Drukkerij Plantijn (Naamlooze Vennootschap) Korte Koestraat 3a. . -46p.

Reeks: Flandria’s novellenbibliotheek nr 110.
Afmetingen: 17.75 x 12.25 (geniet – papieren kaft)
1909

1910
Rond Het ivoren aapje van Herman Teirlinck. (essay) Antwerpen: Boekhandel Flandria. -21p.

Overdruk uit: De boomgaard. – (1909-1910). – p. 331-352.
Afmetingen: 21 x 14.40
1910 Gesprekken met den wijzen jongeling. (verhalen)

     titelblad

Antwerpen: Boekhandel Flandria (St. Kathelijnevest 3)    -194p.

Afmetingen: 21.50 x 14 (ingenaaid – zachte kaft)
Prachtdruk van de St-Catherine Press te Brugge
1911 De koude Eroos. (novelle) Antwerpen: Boekhandel “Flandria”.  -42p.

Afmetingen: 20.75 x 13.50 (ingenaaid – zachte kaft)
z j
[1911]
Over de Jong-Weensche dichters. (essay + vertaalde gedichten)

In samenwerking met G.L. van Roosbroeck.
Bevat: Over de jong-weensche dichters (essay pp 3-13); Gedichten der Jung-Wiener (vertaalde gedichten pp 14-31)
Waaronder verzen van Hugo von Hofmansthal, Rayner Maria Rilke, R. Schaukal, Stefan Zweig, Paul Wertheimer, Hulo Salus.
Antwerpen: Boekhandel “Flandria”.  -31p.

Afmetingen: 20.20 x 14 (ingenaaid – zachte kaft)
Druk: drukkerij Van Os-De Wolf.
1911 Pol De Mont. (monografie)

Auteurs: Gust van Roosbroek en André De Ridder
Haarlem: Tjeenk Willem.  -42p.

Afmetingen: 19 x 13.40 (ingenaaid – zachte kaft)
Reeks: Mannen en vrouwen van beteekenis in onze dagen vol 41:03
1911 Filiep Dingemans’ liefdeleven. (roman) ’s Gravenhage : L. A. Dickhoff jr. -189p.

Afmetingen: 21 x 14 (ingenaaid & gebonden in linnen kaft)
Druk: Drukkerij Victor Resseler, Antwerpen
1912 Charles Baudelaire. (monografie)

Auteurs: Gust van Roosbroek en André De Ridder.

Haarlem: Tjeenk Willem. -36p.

Afmetingen: 19 x 13.40 (ingenaaid – zachte kaft)
Reeks: Mannen en vrouwen van beteekenis in onze dagen vol 42:11
1912 De gelukkige Echt van Mijnheer Dingemans. (roman) ’s Gravenhage: L.-A. Dickhoff Jr. -207p.

Afmetingen: 21.50 x 14.50 (ingenaaid – zachte kaft)
Drukkerij en Binderij Victor Resseler, Antwerpen.
1913 ‘De broze herinnering’. (verhaal)

Bevat: De broze herinnering door André De Ridder (pp 25-30) en ‘De Veropenbaring’ / door George-P.-M. Roose en Jan De Schuyter . (pp 1-23)
Omslag: Gerard Ceunis.
Gent: Uitgeversmaatschappij Kunst- en Handelsdrukkerij “Plantijn” (Korte Koestraat 3a.). -30p.

Reeks: Flandria’s novellenbibliotheek nr 155. (augustus 1913)
Afmetingen: 18.50 x 12.50 (geniet – papieren kaft)
1913 Het kindje. De dief. De nadood. (3 verhalen)

Met portretfoto van de auteur en korte bio-bibliografische schets.
Omslag: Gerard Ceunis.
Gent: Uitgeversmaatschappij Kunst- en Handelsdrukkerij “Plantijn” (Korte Koestraat 3a.). -37p.

Reeks: Flandria’s novellenbibliotheek nr 156 ( september 1913).
Afmetingen: 18.50 x 12.50 (geniet – papieren kaft)
1913 De kunst om de kunst (l’art pour l’art). (essay)

Samen met A. Pijnacker Hordijk die het contra-standpunt voor zijn rekening neemt.
Baarn: Hollandia – Drukkerij.

Reeks: Pro en contra Serie VIII nr 9
Afmetingen: 24.50 x 15.50 (ingenaaid – zachte kaft)
1914 Colette Willy. (monografie) Bruxelles: “Le Thyrse”. 20p.

Afmetingen:16.20 x 12 (katern met koordje vastgehouden – zachte kaft)
Druk: impr. E. Chantraine, Namur.

z j
[1915]
Ninon de Lenclos en de vrouwen der XVIIe eeuw. (roman)

Met afbeelding van Ninon de Lenclos tgo de titelpagina

    

Baarn: Hollandia Drukkerij.  -248p.

Reeks: Historische Karakters.
Afmetingen: 18.50 x 15 (ingenaaid – zachte kaft & gebonden in linnen kaft)
z j
[1916]
Jean de la Fontaine : zijn vrienden en vriendinnen : een dichtersleven in de XVIIe eeuw. (roman)

Met afbeelding van Jean de la Fontaine tgo de titelpagina.
   

Baarn: Hollandia Drukkerij.  -304p.

Reeks: Historische Karakters.
Afmetingen: 18.50 x 15 (ingenaaid – zachte kaft & gebonden in linnen kaft)
1917 Bij Louis Couperus. (monografie)

Verlucht met foto’s van de auteur en met foto’s van schilderijen van J. Toorop.

Amsterdam: L. J. Veen. -60p.

Afmetingen: 16.60 x 11 (ingenaaid – zachte kaft)
Nota: er bestaat ook een gebonden versie met harde kaft met art deco versieringen.

1918 De gelukkige stonde. (roman)

Omslagillustratie: Jan Sluyters.
Gedateerd : Antwerpen, October 1911 – herzien te Amsterdam in Mei 1918
Amersfoort: Valckhof & Co. -126p.

Afmetingen: 20.50 x 15 (ingenaaid – zachte kaft & gebonden – harde kaft met stofomslag)
Druk: Electrische Boek- en Kunstdrukkerij S.W. Melchior, Amersfoort.
1918 Remy de Gourmont. (monografie)

inhoud (klik op scan)

Leiden: A. W. Sijthoff’s Uitgeversmaatschappij. -61p.

Reeks: Franse kunst vol 12
Afmetingen: 19 x 12.20 (ingenaaid – harde kaft)

1919 Kerstvertellingen uit Vlaanderen / naverteld door André De Ridder. (verhalen – sprookjes)

Geïllustreerd door JEAN DE BOSSCHÈRE.
Achterplat (Elias P. Van Bommel Amsterdam)
Nota: Van dit werk werden voor België gedrukt vijftig exemplaren, die genummerd zijn. Dit exemplaar is nummer …
Uitgegeven door De Nederlandsche Boekhandel te Antwerpen. Afmetingen: 28 x 21 (gebonden in harde geïllustreerde kaft) De illustraties zijn – zoals in de Nederlandse uitgave eveneens van Jean de Bosschère. Twaalf illustraties zijn in kleuren (waaronder de bandillustratie ‘De Processie). Deze uitgave telt 206p. en is gedrukt door de N.V. drukkerij “De nieuweTijd” te Amsterdam en gebonden door de firma Elias P. v. Bommel te Amsterdam.

softcover

hardcover

Amsterdam: Van Holkema & Warendorf.  -196p.

Afmetingen: 28.50 x 21.30 (twee versies : ingenaaid met zachte kaft & gebonden met harde geïllustreerde kaft) uitgave voor België
1919 Le Fauconnier. (kunstmonografie) Bruxelles: Éditions de L’art Libre Avenue de la Cascade).   -23p. + 10 ill.

Afmetingen: 26.80 x 18 (ingenaaid – zachte kaft)

1922 Jan Sluyters. (monografie) Amsterdam: Van Munster’s Uitgeversmaatschappij. -15p + 30 ill.

Afmetingen: 22 x 15 (ingenaaid – zachte kaft)
Reeks: Nieuwe Kunst nr 4.
1923 La littérature flamande contemporaine. (literatuurstudie)

Alternatieve titel op titelblad: La littérature flamande contemporaine. (1890-1923).
Bevat 24 portretfoto’s van de Vlaamse auteurs uit die periode.

Anvers: L. Opdebeek / Paris: Edouard Champion. -224p.

Afmetingen: 22 x 14.50 (ingenaaid – zachte kaft)
Drukkerij: Erasmus, Gent.

1925 Le génie du Nord. (literatuurstudie)

Bevat:
I. De la Méditeranée à la mer Océane (pp 5-19)
II. Dans la “Marche” belge (pp 20-28)
III. Les dangers du néo-classicisme (pp 29-49)
IV. L’Âme septentrionale (pp 50-78)

Anvers: Éditions Sélection (166, Avenue Charles de Preter)   -79p.

Afmetingen: 28.80 x 18 (ingenaaid – zachte kaft)
Il a été tire de cet ouvrage:
25 exemplaires de luxe, sur papier de Hollande, numérotés de I à XXV
500 exemplaires ordinaires, sur papier bouffant, numérotés de 1 à 500.
Achevé d’imprimer le 1e Juin 1925, par l’Imprimerie Devos-Van Kleef, à Anvers (Belgique), pour les “Éditions Sélection”.

1926 Anthologie des écrivains flamands contemporains.

Bezorgd door : André De Ridder et Willy Timmermans.
Met een inleidng pp 5-21 door André De Ridder en Willy Timmermans
Twee gedeelten: ‘Les précurseurs’ (Guido Gezelle, Verriest, Rodenbach ‘ 2de gedeelte: La génération de ‘Van Nu en Straks’ (Karel Van den Oever, Constant Eeckels, Arthur Cornette, Jan Van Nylen, Jozef Muls, August Van Cauwelaert, Hilarion Thans, Firmin Van Hecke, Felix Timmermans, Paul Kenis, Gustave Van Hecke, André De Ridder). Van elk een korte bio-bibliografische nota gevolgd door een keuze van teksten in Franse vertaling.

Antwerpen: L. Opdebeek. / Paris : Edouard Champion.  -391p.

Afmetingen: 22.20 x 14.50 (ingenaaid – zachte kaft)
Nota: Deze uitgave varieert in omslag: 1. Beige kaft met rode belettering en kader. 2. Rode kaft met zwarte belettering en kader.

1928 La jeune peinture belge. De l’impressionnisme à l’expressionnisme. (essay) Anvers : Éditions Sélection (166, Avenue Charles de Preter).  -43p.

Afmetingen: 29.50 x 23 (ingenaaid – zachte kaft)

1929 Ossip Zadkine. (kunstmonografie) Paris : Editions des Chroniques du jour. -28p.

Reeks: Les Maîtres nouveaux nr 7
1930 James Ensor. 60 planches hors texte en héliogravure. (kunstmonografie) Paris : Les Editions Rieder (7, Place Saint-Sulpice). -64p. + 60 ill.

Reeks: Maîtres de l’art moderne Vol 31.
Afmetingen: 19.30 x 15 (ingenaaid – zachte kaft)
Colofon: Ce volume, le trente-et-unième de la collection “Maîtres de l’ Art Moderne”, dirigée par T.-L. Klingsor, a été achevé en septembre M.CM.XXX. La gravure des planches par la maison Aulard et Cie à Paris, le texte par Daupeley-gouverneur à Nogent-Le-Rotrou (Eure-et-Loire).

1930 Houten kruisjes. (uit het Frans vertaalde roman)

Oorspronkelijke auteur: ROLAND DORGELÈS
Ooorspronkelijke titel: Les croix de bois (1919, Edition Albin Michel, Paris)
Ingeleid en vertaald door André De Ridder ;
Versierd met 17 houtsneden van H. Van Straeten
Antwerpen : L. Opdebeek Uitgeversmij.  -256p.

Afmetingen: 25.30 x 16.50 (ingenaaid – zachte kaft)
Colofon: Van dit werk, bezorgd door Meester-drukker S.W. Melchior, Amersfoort, werden twaalf exemplaren gedrukt op geschept Hollandsch papier Van Gelder Zonen, genummerd van 1 tot 12 (niet in den handel)

1931 André Lhote. (kunstmonografie) Amsterdam : Van Munster’ Uitgeversmaatschappij. -20p. + 35 ill.

Afmetingen: 22 x 15 (ingenaaid – zachte kaft)
Reeks: Nieuwe Kunst nr 8
1931 Henri De Braekeleer. (kunstmonografie)

Bevat: Tekst van André De Ridder (pp 5-16); 31 zwart-wit afbeeldingen van het werk van Henri De Braekeleer.

Bruxelles: Éditions des Cahiers de Belgique. – Palais des Beaux-Arts. -16p. + 32 ill.

Reeks: Collection Peintres et sculpteurs belges.
Afmetingen: 18 x 13.80

1934 Paul Kenis. (monografie) Antwerpen: Boekdrukkerij Van Uffelen & Delagarde. -30p.

Overdruk uit: De Vlaamsche Gids (Oktober 1934, XXIV pp. 5-30).
Afmetingen: 20.70 x 13.60
1936 Gustaaf De Smet. (monografie)

Retrospectieve tentoonstelling in het Paleis van Schoone Kunsten, te Brussel Mei 1936. .
Antwerpen: Boekdrukkerij Van Uffelen & Delagarde. -12p.

Overdruk uit: De Vlaamsche Gids (10, Juli 1936, XXIV, pp 453-463)
1936 Negerkunst, vroeger, nu en later. (essay)

Nota: “Volledige tekst van de op de plechtige openingszitting van het academisch jaar 1936-1937 der Koloniale Hoogeschool van België merkelijk verkort uitgesproken redevoering”.(p.5)

Antwerpen: Koloniale Hoogeschool van België. -29p.

Afmetingen: 24 x 15.80 (ingenaaid – zachte kaft)

1937 Het expressionisme in de moderne Vlaamse schilderkunst. (essay)

Met een inleiding door Gust. Van Hecke.(pp 3-8)
Geïllustreerd met een 12-tal grafische voorbeelden van bekende Vlaamse expressionisten (Fritz Van den Berghe, Permeke, Ensor, Masereel, Gustaaf De Smet, Floris Jespers, Jozef Cantré)

Brugge : De Garve Uitgave Ach. Van Acker. -53p.

Afmetingen: 20.60 x 11.50 (ingenaaid – zachte kaft)
Reeks: De Garve. Vol 1:3
Nota: “Deze studie werd eerst, in hare groote trekken, als lezing ten beste gegeven in het Koninklijk Museum van Schoone Kunsten te Antwerpen (11 december 1931) en in het Koniklijk Museum van Schoone Kunsten te Brussel (10 Februari 1935)”

1937 Andrés de la Santa Maria. (monografie)

Franstalige inleidende tekst van André de Ridder (pp 7-16), gevolgd door 34 zwart-wit afbeeldingen van het werk van de kunstenaar.

Bruxelles: Éditions de la Bascule. -16p. + 34 ill

Afmetingen: 24.50 x 19 (ingenaaid – zachte kaft)

1938 Een kunstpolitiek voor den Belgischen Staat. (essay) Antwerpen: Drukkerij Van Uffelen & Delagarde. -45p.

Afmetingen: 24.20 x 16 (geniet – zachte kaft)
Overdruk uit: De Vlaamsche Gids . (november en december 1938 pp 49-69 & 97-117)
1938 Valerius De Saedeleer en Zuid-Vlaanderen. (monografie)

Portretfoto van de schilder na titelblad op volle pagina + 11 zwart-wit reproducties van schilderijen van Valerius de Saedeleer.

Oude-God – Antwerpen: Boekengilde Die Poorte. -30p.

Afmetingen: 23 x 19.50 (katernen vastgebonden met bruin touwtje -licht kartonnen kaft met flappen)
Colofon: Dit boek is het derde van de boekengilde “DIE POORTE”, jaargang 1937-1938. Het werd gedrukt op de persen der drukkerij P.Lombaerts, Antwerpen. De reproductie’s, uitgevoerd in lichtdruk, werden verzorgd door het Huis E Thill, te Brussel

1940 Met Rubens te Antwerpen. Een levensbeeld. (monografie) Antwerpen: Drukkerij Van Uffelen & Delagarde. -55p.

Overdruk uit: De Vlaamsche Gids ; (mei-juli 1940, pp 355-405)
Afmetingen: 24 x 15.60 (ingenaaid – zachte kaft)
1940 William Degouve de Nuncques. (kunstmonografie)

Bevat 1 losse bijlage waarin de uitgeverij zich bij de abonnees verontschuldigt voor de laattijdige levering van het boek.
Met 12 zwart-wit reproducties van het werk van William Degouve de Nuncques.
lijst der reproducties

Oude-God – Antwerpen: Die Poorte.  -34p.

Afmetingen: 23. X 19 (katernen met koordje bijeen gehouden in bruinlinnen harde kaft met stofomslag)
Colofon: Dit boek, is het derde van de Boekengilde “Die POORTE” jaargang 1939-1940. Het werd gedrukt op de persen der drukkerij P. Lombaert te Schoten bij Antwerpen. De reproducties uitgevoerd in lichtdruk, werden verzorgd door het huis E. Thill, te Brussel.

1946 Sint-Martens-Laethem, kunstenaarsdorp. (monografie)

Omslagteekening van Gustaaf De Smet.
Gelijktijdig verschenen in het Frans: Laethem-Saint-Martin, colonie d’artistes. (Editions Lumière, Bruxelles)

Brussel: UItgeversmaatscappij A. Manteau N.V. -489p.

Afmetingen: 20.40 x 13.50 (gebonden – harde kaft met goudopdruk – stofomslag)
Colofon: Gedrukt in Februari 1946 op de persen van de drukkerij Louis Desmet-Verteneuil te Brussel, in opdracht van de Uitgeversmaatschappij A. Manteau, N.V., Brussel.

1947 George Minne. (kunstmonografie)

Nota: Gelijktijdig uitgegeven in het Frans (collection ‘Monographies de l’Art Belge’ vol 3 de la première série) door Les Editions du Cercle d’Art te Brussel.

Antwerpen: Uitgeverij “De Sikkel”. Voor het Ministerie van Openbaar Onderwijs. -16p.

Afmetingen: 24.50 x 18 (gebonden – harde kartonnen kaft – leren rug et stofomslag)
Reeks: Monographieën over Belgische kunst. Nr 3 van de eerste reeks

1948 Oscar Jespers. (kunstmonografie)

Nota: Gelijktijdig uitegeven in het Frans (collection’ Monographies de l’Art Belge’ vol 10 de la deuxième série) door Les Editions du Cercle d’Art te Brussel.

Antwerpen: Uitgeverij “De Sikkel”. Voor het Ministerie van Openbaar Onderwijs. -15p.

Afmetingen: 24.50 x 18 (gebonden – harde kartonnen kaft – leren rug et stofomslag)
Reeks: Monographieën over Belgische kunst/ Monographies de l’Art Belge Nr 10 van de tweede reeks.

1949 Nieuwe vormen van kunstcritiek. (essay) Brussel: De Vlaamse Gids. -8p.

Afmetingen: 25 x 17.90 (geniet – zachte kaft)
Overdruk uit: De Vlaamse Gids. 1949, XXXIII, pp 269-276.

1950 De ” Journal ” van Charles du Bos. (essay) Brussel: De Vlaamse Gids.   -17p.

Afmetingen: 25 x 17.90 (geniet – zachte kaft)
Overdruk uit: De Vlaamse Gids.(1950 – XXXIV – pp. 346-362)
1950 Eugeen Laermans. (monografie)

Met portretfoto van de schilder tegenover titelblad.
Met 9 zwart-wit reproducties van zijn werk over de volle bladzijde.

Antwerpen: Boekengilde “Die Poorte”.   -32p.

Afmetingen: 23 x 19.50 (zachte geïllustreerde kaft met flappen het geheel in harde geellinnen kaft samengehouden met touwtje)
Reeks: Zevende deel van de jaargang 1949-1950 van de Boekengilde ‘Die Poorte’.

1950 James Ensor herdacht. (monografie)

Bevat 28 pagina’s tekst en 16 zwart-wit illustraties van zijn werk

Brussel: Paleis der Academiën (Hertogelijke straat, 1).   -28p.

Afmetingen: 25.50 x 17.70 (ingenaaid – zachte kaft)
Reeks: Mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van België. Klasse der schone kunsten ; Jaarg. XII, nr 1
Druk N.V. Drukkerij Erasmus, Gent
1952 Vlaamse kunst: werk van Richard Baseleer, Jozef Cantré, Huib Hoste, Alfred Delaunois, Hippoliet Daeye, Floris Jespers, Oscar Jespers, Gustaaf De Smet, Constant Permeke, Walter Vaes, Georges Verbanck, Henry van de Velde, Ernest Wijnants, Ed. Van Steenbergen.

Samengesteld door André De Ridder.
Antwerpen-Brussel-Gent:  Standaard Boekhandel. -317p.
1952 Richard Baseleer, 1867-1951./ Jozef Cantré (monografieën)

Het essay over Richard Baseleer is een In Memoriam (pp 3-7). Het essay over Jozef Cantré (pp 11-15) werd geschreven naar aanleiding van de retrospectieve tentoonstelling in het Museum van Schone Kunsten te Gent, Februari 1952.

Brussel: De Vlaamse Gids.  -15p.

Afmetingen: 24.50 x 17.50 (geniet – zachte kaft)

1953 Ossip Zadkine, beeldhouwer en tekenaar. (monografie) Brussel: De Vlaamse Gids. -6p.

Afmetingen= 24.50 x 17.50 (geniet – zachte kaft)
Overdruk uit: De Vlaamse Gids. – 1953, XXXVII pp 336-341
1953 Constant Permeke, 1887-1952. (monografie) Brussel: Paleis der Academiën. -47p.

Reeks: Mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van België. Klasse der schone kunsten ; Jaarg. XV, nr 1
1953 Jozef Cantré. (monografie)

Bevat 28 zwart-wit afbeeldingen van zijn plastische en grafische werk.

Antwerpen: Uitgeverij De Sikkel, voor het Ministerie van Openbaar Onderwijs.  -16p.

Afmetingen: 24 x 18
Reeks: Monografieën over Belgische Kunst

1957 De levendige kunst gezien te Venetië. (monografie)

Deel I : bevat vijf verslagen van Internationale Biënnales voor Plastische Kunsten die sedert het beëindigen van WO II werden gehouden te Venetië: XXIV Biënnale 1948, XXV Biënnale 1950, XXVI Biënnale 1952, XXVII Biënnale 1954, XXVIII Biënnale 1956 .
Deel II: bevat 436 zwart-wit reproducties

Brussel : Paleis der Academiën. 2 dln, 526 + 430p.

Afmetingen: 25.20 x 18 (ingenaaid – zachte kaft)
Reeks: Verhandelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van België. Klasse der schone kunsten ; nr 12
Druk N.V. Drukkerij Erasmus, Ledeberg/Gent
1957 William Degouve de Nuncques. (monografie)

Foto op band en frontispice: Kaap Formentor (Balearen), 1902 (68 x 79 cm.
Bevat de tekst van het essay (met beknopte bibliografie en portretfoto van de schilder en biografische schets) + 24 zwart-wit afbeeldingen van werken van de schilder.

Brussel: Elsevier, voor het Ministerie van Openbaar Onderwijs.  -16p.

Afmetingen: 24.20 x 17.60
Reeks: Monographieën over Belgische kunst.
1959 Le Fauconnier (1881-1945) (tentoonstellingsprogramma)

Tentoonstelling 26 september – 14 oktober 1959
Bevat: Tekst van André de Ridder pp 1-2; Katalogus p 3; Chronologie p. 4; Zwart-wit illustraties 5-17.

Antwerpen: Koninklijke Academie voor Schone Kunsten / Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten. – niet gepag. -[17]p.

Afmetingen: 25.70 x 19 (geniet – zachte kaft)

1960 Der liebe Augustin. Een wufte en vroede vacantiefantasie. (verhaal)

Brussel: De Vlaamse Gids.  -14p.

Afmetingen: 23.50 x 16 (geniet – zachte kaft)

1961 De moderne kunst andermaal te Venetië ontdekt. 29e Biënnale, 1958. 30e Biënnale, 1960. (monografie)

Bevat naast de tekst (pp 1-157), zwart-wit afbeeldingen van de 29e Biënnale – 1958 (pp 162-209) en van de 30ste Biënnale-1960 (pp 212-267)

Brussel : Paleis der Academiën (Hertogstraat, 1). -267p.

Afmetingen: 25.20 x 18 ((ingenaaid – zachte kaft)
Verhandelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor wetenschappen, letteren en schone kunsten van België. Klasse der schone kunsten ; Verhandeling nr 15
Druk N.V. Drukkerij Erasmus, Ledeberg/Gent.