Maakt deel uit van:Collaboratie WO IIde frontgeneratie WO I
Filip De Pillecyn
Hamme aan de Durme, 25 maart 1891 – Gent, 7 augustus 1962
De Prins der Nederlandse Letteren (dixit Gerard Walschap)
Eig. Philippus Florentinus, romanschrijver en essayist .
Speelde als secretaris een belangrijke rol in de Frontbeweging samen met Hendrik Borginon en Adiel Debeuckelaere. Evolueert na zijn frontervaringen in WO I van overtuigd antimilitarist met zelfs enige anarchistische trekjes, naar een overtuigd aanhanger van het nationaal socialisme als lid van het VNV.
Poogt tijdens de bezetting WO II het culturele landschap ideologisch te herschikken.
Publiceerde ook onder diverse schuilnamen o a Cactus (voor zijn bijdagen aan De Vlaamse Linie); Citroen (zie A-Z Pseudoniemen lexicon)
BIOGRAFIE
25 maart 1891: Filip De Pillecyn werd te Hamme aan de Durme geboren.
- Hij was de jongste uit een gezin met vier zonen. Zijn vader Henri was ontvanger op een stoomboot en tegelijk effectenmakelaar.
1898: Zijn vader stierf toen hij zeven jaar oud was. Hij ging naar de gemeenteschool in zijn geboortedorp. Hierna volgde hij de lessen aan het “Institut Saint Joseph” te Sint-Niklaas “om zijn Frans te leren”, om vervolgens in hetzelfde Sint-Niklaas aan het Klein-Seminarie te gaan studeren. Hij volgde er de Grieks-Latijnse humaniora.
1903 tot 1910: Verblijf te Sint Niklaas.
- Wanneer hij in de vijfde klas zit, sterft zijn moeder. Zijn oom langs vaderszijde, de pastoor van Nederhasselt, wordt aangesteld als voogd. Daar brengt hij zijn vakanties door.
1910 tot 1914: Volgt te Leuven de cursussen Germaanse filologie. Hij is er actief in de Vlaamse studentenbeweging. Hij werkt mee aan het studentenblad “Ons Leven“.
- Einde 1914 werd De Pillecyn door August Van Cauwelaert aangezocht om voor ‘De Standaard’ te schrijven, maar het uitbreken van WO I besliste er anders over. De Pillecyn trok naar Nederland waar hij bij “De Maasbode” een betrekking vond,
1915: De Pillecyn vertrekt als oorlogsvrijwilliger over Engeland naar Frankrijk. Hij kwam aan het front terecht als wielrijder bij de zware artillerie. Aan het front speelde hij als secretaris een belangrijke rol in de Frontbeweging . Samen met Hendrik Borginon en Adiel Debeuckelaere. Hij werd zelfs plaatsvervanger van “ruwaard” (leider) Adiel Debeuckelaere.
(bron: Ons Volk Ontwaakt 1919)
1917: Schrijft in samenwerking met Hendrik Borginon, het pamflet “Vlaanderens dageraad aan den IJzer”, “de eerste uiteenzetting”, aldus H.J. Elias, “van de nationalistische principes waarop de Frontbeweging rustte en de eerste formulering van een programma.” Dat was overigens kort en bondig: zelfbestuur in een federaal en neutraal België, geen bestraffing van integere activisten.
- Het was ook de bedoeling dat hij één van de Vlaamse soldaten, van ‘de sublieme deserteurs’ zou zijn die door de vijandelijke linies naar het bezette België trokken om er contacten te leggen met het activisme, maar op het allerlaatste moment liet hij het afweten en Jules Charpentier ging in zijn plaats.
- De latere schrijver komt erg aangeslagen uit de oorlog. Hij is een overtuigd antimilitarist en anarchistische trekjes zijn hem niet vreemd. Tegelijk blijft hij ook Vlaming in hart en nieren.
1918 tot 1926: Verblijft te Brussel.
- Na de WO I schrijft Filip De Pillecyn voor “De Standaard”. Hij is er een soort all-round journalist, redactiesecretaris, verzorgt de parlementaire verslaggeving en schrijft in een soort column, onder de titel ‘Pennekrabbels’ nogal oneerbiedige, hartstochtelijke, vaak anti-militaristische stukjes.
- Vaak treedt hij ook op als gastspreker bij diverse manifestaties.
- Hij ijvert voor de voor de oprichting van Vlaamse studentenverenigingen en oudstrijdersbonden (VOS).
- Als medestichter van de Vlaamse Oud-strijders (VOS) is hij ook nauw verbonden met de oprichting (1920) en organisatie van de IJzerbedevaarten waar hij vanaf 1928 (9de bedevaart) tot 1932 (13de bedevaart) de bedevaarders toesprak.
1922: Na een meningsverschil met Frans Van Cauwelaert verlaat hij De Standaard en wordt hij hoofdredacteur van het christelijk sociaal weekblad ‘De Tijd’, tot in 1926. Hij krijgt de smaak goed te pakken want tegelijkertijd geeft hij het radicaal-flamingantische satirische weekblad “Pallieter” uit.
1925: “De Tijd” wordt overgenomen door “Het Volk” en hij krijgt een jaar bezoldigde vakantie.
1926: Promoveert tot doctor in de Germaanse filologie op een dissertatie over Hugo Verriest en wordt benoemd tot leraar Nederlands en Engels aan het atheneum te Malmédy, een Duitstalig stadje in de Hoge Venen.
1926 tot 1933: Verblijf te Malmédy.
- Het was hier dat hij de fascinerende Monsieur Hawarden, een vrouw die zich als man verkleedde, op het spoor kwam. Over de betrokken reële persoon, die er als man leefde van ca 1848 tot aan zijn/haar dood in 1863, doen lokaal nog steeds diverse verhalen de ronde. Op de overlijdensakte van 2 maart 1863 heet de overledene Arthur Hawarden, maar haar Parijse familie liet een rectificatie uitvoeren en in de marge staat haar ware identiteit te lezen: Maria Melliora Gillibrand …
- In 1931 schreef ene Henri Pierre Faffin reeds een roman getiteld Monsieur Hawarden. In zijn studie Laat mij maar doen: Vlaams proza tussen tekstgenese en discursieve identiteit wijst Julien Vermeulen op nogal wat parallelle sequenties, wat er wellicht op wijst de de Pillecyn met Faffins tekst vertrouwd was. Daar staat tegenover dat de Pillecyn het anekdotische van het verhaal heeft weten te verdichten tot een suggestief sfeerbeeld met een intense psychologische lading.
- Wie het graf van Monsieur Hawarden/Maria Gillibrand wil bezoeken, dat kan op de begraafplats van Ligneuville, een deelgemeente van de gemeente Malmedy in de Belgische provincie Luik.
1926: Schrijft biografieën zoals o.a. “Pieter Fardé” . Het werkje heeft nog enkele anarchistische reflexen, vooral in de verwoording van de eenzaamheid. We lezen ook enkele IJzerfrontervaringen. De auteur tekent zijn hoofdpersonage expliciet als Vlaming, niet onbelangrijk in een tijd waarin zowel België als Vlaanderen de strijder-missionaris voor zich opeisten.
1931: Boekt zijn eerste literaire succes met “Blauwbaard”. Hij maakt ook een prachtige studie over “Stijn Streuvels en zijn werk“.
1933: Overplaatsing naar het atheneum te Mechelen waar hij Nederlands zal onderwijzen. Hij telt onder zijn leerlingen de later bekende schrijver Piet van Aken.
1933 tot 1944: Verblijf te Mechelen
- In die periode schrijft hij o.a. “Hans van Malmédy“, “De soldaat Johan” en “Monsieur Hawarden“.
1939: Publicatie van de roman De soldaat Johan, waarvan de thematiek mooi aansluit bij de aanwezige tijdsgeest.
- Bij nader lezing blijkt de roman veel meer dan een gewone streekroman. Het is ook een al met al redelijke allegorie van de ideale mens als landarbeider én soldaat, die worstelt met de natuur en vecht tegen al wie hem wil beroven van zijn door arbeid veroverde grond (hoge heren, veile rentmeesters, profitariaat allerhande). Toeval wil dat de heroïsche arbeider-soldaat in die tijd ook een prominente figuur was in het fascistische discours, zowel in het Italië van Mussolini, als in Nazi-Duitsland.
- Toch is het een volkse roman, dat intrinsieke wortels heeft met katholieke geloof. De Pillecyn blijft trouw aan de Vlaams-nationalistische visie op “Vlaams en katholiek”. Hoewel men toch moet opmerken dat de clerus in deze roman niet op veel achting moet rekenen, behalve dan die ene rondreizende monnik, die zich niets gelegen laat aan bisschop, kardinaal of paus om gewapenderhand tegen de gevestigde orde in opstand te komen.
- Niet voor niets luiden de slotwoorden van deze roman: “Gij wordt een boer, kleine man, en ook, bij God, een soldaat, die vrije boeren maakt overal waar de menschen zeggen: “Mijn heer en God !” in de taal die wij spreken. En hij [de soldaat Johan] lei zijn wapenrok af en toog aan den arbeid”
DE OORLOGSJAREN
Deze periode werd door Kris Humbeeck in het nummer 9-4 van het tijdschrift Zacht Lawijd (jg. 9 2010) uitgebreid doorgelicht in zijn artikel “Begoochelingen en ontgoochelingen van een Vlaamse nationaal-socialist. Omtrent het idealisme van Filip De Pillecyn.”
- De Pillecyn was een overtuigd nationaal-socialist. Echter hij sloot aan bij de Vlaamse variant ervan dat tijdens de bezetting – zowel onder het leiderschap van Staf de Clercq als onder dat van Hendrik Elias – de officiële ideologie was van het Vlaams Nationaal Verbond (VNV) Kernbegrippen daarbij waren: de organische volksgemeenschap, de corporatief ingerichte Dietsche volksstaat en een staatshuishoudkunde die haaks stond op liberalisme en marxisme.
Mei 1940: Na de Duitse inval wordt hij lid van het VNV en DeVlag.
Juni 1940: Staf de Clercq stelt De Pillecyn aan als adviseur bij de opstart van het partijorgaan ‘Volk en Staat’
Augustus 1940: Ondertekent de oproep van VNV-leider Staf de Clercq voor een eensgezinde tot collaboratie bereide grote Volksbeweging, die ‘Vlaanderen leiden zal naar een betere en eigen toekomst’.
Eind augustus 1940: Speelt een bepalende rol bij de oprichting van ‘Volk en Kunst’, een ‘Vlaamse Werkgemeenschap voor Volksche cultuur’, waarin het VNV enige tijd een krachtig instrument voor de herordening van het cultuurleven meende te kunnen zien.
November 1940: Lid van de door Cyriel Verschaeve voorgezeten Nederlandsche Kultuurraad, die het belangrijkste coördinerend instrument in de culturele herordening had moeten worden.
- Het is duidelijk dat De Pillecyn zichzelf in culturele aangelegenheden bij uitstek geschikt acht om stem te geven aan het ‘nieuwe Vlaanderen’ en zeker met betrekking tot de letteren ziet hij voor zichzelf een mooie toekomst als bouwmeester.
- “Ook en vooral volksverbonden kunst, moet in de eerste plaats KUNST zijn, wil ze haar volksverheffende invloed niet te loor zien gaan” schrijft hij in het Antwerpse dagblad De Dag.
December 1940: Tijdens een rondreis in Duitsland gaat hij op audiëntie bij Joseph Goebbels, Reichsminister für Volksaufklärung und Propaganda. Zowel de reis als het bezoek was geregeld door DeVlag.
- Deze Duits-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap is halverwege de jaren dertig opgericht om de culturele uitwisseling tussen Vlaanderen en Duitsland te bevorderen, maar groeit in 1941 uit tot een politieke beweging die ondubbelzinnig pleit voor de integratie van Vlaanderen (en ook Nederland) in een Groot-Duits Rijk.
- Lange tijd blijkt De Pillecyn, die met de VNV en de Dietsche staatsidee sympathiseert, daar geen graten in te zien. Vlaamse eenheid staat voor hem voorop. Zo wordt hij dus lid zowel van het VNV als van DeVlag.
- Vanaf 1941 zou hij dan ook door het leven gaan als DeVlag-celleider voor het Gewest Mechelen en als “Kultuurreferent” voor diezelfde DeVlag, dit tot 1943 wanneer de bad tussen de SS en de DeVlag hem te groot werd.
Mei 1941: Verwerft een invloedrijke positie in het culturele leven wanneer hij, met de steun van het VNV en onder grote Duitse druk, binnen het Ministerie van Openbaar Onderwijs wordt aangesteld als directeur-generaal van het Middelbaar Onderwijs.
Zijn nieuwe functie laat hem geen tijd meer tot letterkundige arbeid.
Oktober 1941: Samen met Ferdinand Vercnocke is hij – als één van de stichtende leden van de Europäische Schriftsteller-Vereinigung – aanwezig op het in Weimar gehouden Dichtertreffen.
- Ook Ernest Claes en Felix Timmermans waren er, maar niet als leden.
- De Vereniging was opgericht in 1938 door Goebbels als tegengewicht voor de Angelsaksisch gedomineerde PEN-Club.
- Van de aangesloten schrijvers wordt verwacht dat ze zich ten dienste zouden stellen van de nazi-ambities.
September 1942: Eregast, samen met Ferdinand Vercnocke, tijdens het oprichtingscongres van het Europees Jeugdverbond in het gebouw van de Academie van de Wetenschappen te Wenen.
Als directeur-generaal van het Middelbaar onderwijs verklaart De Pillecyn er vanaf het spreekgestoelte dat de Vlaamse Jeugd klaar staat om haar plaats in te nemen in de nieuwe Europese gemeenschap, ‘omdat ze zich voor de toekomst van Europa en daarmee van haar eigen volk verantwoordelijk voelt’.
1942: Is gedurende 4 nummers de hoofdredacteur van het tijdschrift ‘Westland’
- Hij en Bert Ranke hadden het plan opgevat om één groot, representatief tijdschrift voor Vlaanderen te beginnen. Dat tijdschrift moest ‘Dietsche Warande en Belfort’ vervangen door een meer aan de tijd aangepast credo van bewuste volkse samenhorigheid.
- Op 22 mei 1942 werd het nieuwe tijdschrift aan de pers voorgesteld. In juni 1942 verschijnt het eerste nummer.
- In zijn inleidende tekst pretendeert De Pillecyn nog de literatuur in Vlaanderen te willen dienen; volgens zijn redactiesecretaris Bert Ranke echter, wil het blad de beginselen van de Nieuwe Orde uitdragen (zoals ze door DeVlag worden voorgestaan). Tolerantie, humanisme, pacifisme zijn niet langer aan de orde, vindt Ranke; volksgemeenschap, daar gaat het over. En van zodra de Duitse inmenging te groot wordt, haakt De Pillecyn af
- Eind 1942 wordt De Pillecyn met de stille trom afgevoerd als hoofdredacteur en gezicht van Westland, waarin hij na het openingsmanifest overigens niets meer had gepubliceerd.
1942: Overlijden van zijn echtgenote Elvire van Duyse.
Eind 1942/begin 1943: De Pillecyn zegt zijn lidmaatschap van DeVlag op.
De Pillecyn was een overtuigde nationaal-socialist, maar droomde van een soeverein Vlaams vaderland in een Germaans rijk. Volledige integratie wees hij ten stelligste af.
1943-1944: Wijdt zich aan een hernieuwde poging om het culturele landschap op corporatistische basis te herschikken. Het instrument daarvoor was de in 1943 opgerichte Landskamer voor Letterkundigen. De organisatie kwam nauwelijks van de grond.
1944: Huwt de lerares Suzanne de Cavel die hij aan het Mechelse atheneum had leren kennen.
Bij de bevrijding duikt De Pillecyn kort onder uit angst voor straatterreur. Zijn huis wordt gemolesteerd, zijn bibliotheek vernield.
25 september 1944: Aanhouding door het Belgisch gerecht op verdenking van ‘inciviek gedrag’.
Eerst verblijft hij in het hechteniskamp van Lokeren, daarna in de gevangenissen van Dendermonde en Sint-Gillis.
NA DE OORLOG
18 maart 1947: Het Krijgsauditoraat te Brussel veroordeeld hem tot een gevangenisstraf van 10 jaar, terugbetaling van de gerechtskosten, en en schadevergoeding aan de Belgische Staat van een half miljoen Belgische Frank. Ook wordt hij uit een aantal burgerrechten ontzet (stemrecht, het recht om een ambt uit te oefenen van advocaat, arts, leraar, priester, journalist enz.). Zelfs de uitgave van nieuw literair werk werd hem aanvankelijk verboden.
1947: Bij de Brusselse uitgeverij De Pijl verschijnt de roman Jan Tervaert, een uitvoerige bewerking van het eerder geschreven verhaal over de Boerenkrijg dat hij reeds tijdens de bezetting geschreven had.
10 juni 1949: Voorwaardelijk ontslag uit de gevangenis. Uit de cel brengt hij enkele manuscripten mee: het dagboek ‘Face au mur’ en de romans Mensen achter de dijk en De veerman en de jonkvrouw.
Met de steun van het kapitaal van De Pillecyns tweede vrouw Suzanne de Cavel wordt De Clauwaert opgericht, een in Leuven gevestigde ‘boekengilde’.
1949: Als eerste boek in zijn fonds brengt De Clauwaert Mensen achter de dijk uit, een meesterlijk vertelde geschiedenis van het Hamme uit de kindertijd van de schrijver.
- De ‘boekengilde’ werd op 28 oktober 1948 als een v.z.w. door Willem vanden Eynde, prof. dr. Henri Draye en dr. Paul Rubbens opgericht met als eerste doel te reageren tegen bepaalde culturele gevolgen van de repressiewetgeving die een aantal Vlaamse letterkundigen verbood te publiceren. Vanden Eynde had aanvankelijk gepoogd een uitgever te vinden voor het boek dat De Pillecyn in de gevangenis had geschreven. Toen hij daar niet in slaagde, kon alleen een nieuw Vlaams huis als De Clauwaert aan een ‘mislopen’ schrijver als De Pillecyn onderdak bieden. Later vertrouwde De Pillecyn zijn volledige oeuvre aan de boekengilde toe waarvan hij ook bestuurslid werd.
1949-1952: De Pillecyn schrijft stukjes voor zijn rubriek ‘Mensen en dingen‘ in het tijdschrift De Vlaamse Linie. Van november 1958 tot december 1960 schrijft hij regelmatig een gelijknamige rubriek in het halfmaandelijkse blad De Volksunie, voorloper van het weekblad Wij. De stukjes werden in 1983 gebundeld in een jubileumuitgave van Vlaams-Nationale Standpunten, naar aanleiding van de 25ste VNS Brochure.
1951: Er verschijnt nieuw werk: “Rochus”, gevolgd door “Vaandrig Antoon Serjacobs“. Later verschijnen nog “Het Boek van de Man Job” (1956) en het eerder schalkse “Twistgesprek tussen Demer en Schelde“.
1956: Zijn verbittering komt bovendrijven in de roman Aanvaard het leven.
- Een gewezen oostfrontstrijder wordt opgevoerd als slachtoffer van de tegen moeder Vlaanderen en haar meest idealistische zonen gerichte, naar de natuurwet gemeten volstrekt onrechtvaardige, ja wederrechtelijke ‘repressie’.
- Het boek is een afrekening met het oorlogsverleden van iemand die, vervuld van anti-establishment sentimenten en een afkeer van de moderniteit, weigert in de spiegel te kijken.
Van 1957 tot 1960 is hij lid van het IJzerbedevaartcomité.
1959: Krijgt zijn burgerrechten terug.
7 augustus 1962: Filip De Pillecyn overlijdt te Gent.
Hij vond een laatste rustplaats bij talrijke andere grote Vlaamse kunstenaars op het Campo Santo in Sint-Amandsberg.
Epiloog
17 april 1966: Herdenking door de gemeente Hamme. Onthulling van een gedenkteken.
- Bij die gelegenheid werd een brochure uitgegeven met als titel “Te Hamme geboren en aldaar door de gemeente herdacht – door de Vlaamse Toeristenbond met een monument vereeuwigd”
- De brochure is opgeluisterd met gedichten van Bert Peleman en tekeningen van Herman Verbaert.
1979: Uitgave van Face au mur, zijn gevangenisdagboek uit de tijd dat hij in Dendermonde, Lokeren en Sint-Gillis gevangen zat. Pas in 1962 – het jaar van zijn overlijden – heeft hij het persklaar gemaakt. De Pillecyn schrijft zijn ervaringen en bedenkingen neer, onverbloemd autobiografisch, fragmentair, puur persoonlijk tot pamflettair. In dit opzicht contrasteert het zowel stilistisch als compositorisch met zijn overige werk.
- Een bedenking die men hierbij kan maken is dat wanneer De Pillecyn rauw en aangrijpend het gevangenisleven beschrijft, herhaalde politieke aanklachten, overspannen insinuaties en sneren formuleert, hijzelf geen consideratie vertoont met al wie mede door zijn toedoen evenzeer werden gekerkerd, weggevoerd, gefolterd of omgebracht.
- In een kritisch artikel over de heruitgave van het gevangenisboek in 2019 schrijft Maxime Van Steen, literatuuronderzoekster aan de universiteit van Gent ‘[als] directeur-generaal van het secundair onderwijs tekende De Pillecyn vrijwillg de documenten die een Joods segregatiebeleid mogelijk maakten op [alle] middelbare scholen’… ‘Hoewel [zijn] handtekening zeker geen doodvonnis was, liet ze het Duitse bewind wel toe om Joodse leerlingen te identificeren, en later te arresteren en op transsport te zetten’.
2003: Begin 2003 werd in Hamme het Filip De Pillecyncomité opgericht met als doel het leven en het werk van schrijver Filip De Pillecyn (weer) in de kijker te plaatsen.
- Naast heruitgaven organiseert het comité talrijke evenementen en de jaarlijkse publicatie van een jaarboek.
2024: Publicatie van Filip De Pillecyn in Pallieter 1922-1928, een bloemlezing van de artikelen die De Pillecyn publiceerde in het satirische tijdschrift Pallieter (2 april 1922 – 17 juni 1928)
- Al eerder verscheen er journalistiek werk van Filip de Pillecyn (1891-1962) in boekvorm.
- In 1981 verscheen de bundel Kiespijn der ziel, verzameld en ingeleid door Richard Baeyens dat werk bevatte, verschenen in het interbellum en onmiddellijk na de bezetting (onder meer in De Vlaamse Linie).
- In 1983 verscheen Mensen en dingen, dat zijn artikelen, veelal politieke cursiefjes bevat, die onder zijn pseudoniem Cit tussen 1958 en 1960 een plaats kregen in het weekblad De Volksunie van de gelijknamige partij.
- In 2021 verscheen Filip De Pillecyn als journalist tijdens de Tweede Wereldoorlog waarin artikels zijn gebundeld, die verschenen onder de Duitse bezetting. De 67 bijdragen zagen allen tussen mei 1940 en juli 1943 het daglicht. Buiten twee artikels enerzijds over August Borms en anderzijds de vondst in april 1943 van de duizenden door Sovjet-agenten vermoorde Poolse officieren in Katyn – waar De Pillecyn zelf als journalist aanwezig was – hebben al deze artikels betrekking op de culturele of ideologische collaboratie. Ze verschenen onder meer in Het Laatste Nieuws, Volk en Staat, Westland, Brüsseler Zeitung, De Dag en De Nationaalsocialist.
BEKRONINGEN
- 1936: Jaarlijkse prijs van de provincie Antwerpen voor Hans van Malmédy.
- 1942: Prijs voor letterkunde van de Vlaamse provincies (proza) voor De soldaat Johan.
Bron: Frans Heymans, Het goud van de Vlaamse letteren. 170 jaar prijzen voor de Nederlandse literatuur in België (1830-2000). Snoeck-Ducaju & Zoon, Gent, 2001.
OVER ZIJN WERK
De Pillecyn kan geplaatst worden bij de neoromantiek.
In zijn werk zijn drie periodes te onderscheiden.
- Het proza uit de eerste periode sluit vanuit zijn belangstelling voor het vage onbekende en types als monniken en kasteelbewoners aan bij de historische romantiek (bv. Pieter Fardé, 1927). De roman Blauwbaard (1931) vormt de overgang tussen de twee periodes.
- Zijn tweede periode, in de jaren dertig, wordt gekenmerkt door een meer psychologisch proza, dat verfijnder en stemmiger is dan zijn vroegere werk, maar nog steeds getuigt van een romantische invalshoek. Niet de handeling en de gebeurtenissen staan in het proza uit die periode centraal, maar de bijhorende stemmingen (bv. Schaduwen, 1937).
- Een derde periode start eigenlijk met “De soldaat Johan” en gaat verder na de tweede wereldoorlog en geeft de weerslag aan van het sociaal en ideologisch denkkader van de schrijver.
OVER FILIP DE PILLECYN
- Bert Ranke: Filip de Pillecyn, een proeve van synthese der persoonlijkheid (1941)
- Bernard Frans van Vlierden: De romankunst van Filip de Pillecyn (1961)
- Anton van Wilderode: Filip de Pillecyn (1960)
- Filip de Pillecyn, in: Vlaanderen : tweemaandelijks tijdschrift, 39 (1990), nr. 5, p. 369-391
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
- NEDWEB/Literatuur in context – Pillecyn, Filip de
- Filip De Pillecyn – Wikipedia
- Filip De Pillecyn (website van het Filip de Pillecyn comité)
- Pol Hoste over Filip De Pillecyn « dagelijks iets degelijks
Referenties
- ‘Verbrande schrijvers – culturele collaboratie in Vlaanderen 1933-1945’ L. De Vos: Y. T’Sjoen; L. Stynen (red.). Gent, Academia Press, 2009, 207pp. Hierin: Ludo Stynen ‘La trahison des clercs’ Filip de Pillecyn en de verraders p. 117-133.
- Kris Humbeeck, Begoochelingen en ontgoochelingen van een Vlaamse nationaal-socialist. Omtrent het idealisme van Filip De Pillecyn. In: Zacht Lawijd (jg. 9 nr 4 2010 pp. 22-65).
- Kris Humbeeck, ‘Het Literaire Pleidooi: De Pillecyn-getuigenis’, op de site van deBuren, organisator van de LIteraire Rechtbank (24/03/2011); Https://deBuren.eu/magazine/het-literaire-pleidooi-de-pillecyn-getuigenis
- Maxime Van Steen, ‘Ongecensureerd gevangenisdagboek van Filip De Pillecyn: “Een riskante onderneming” – Eerst verschenen in De Reactor, platform voor literaire kritiek, later in Knack (17/06/2019)
SMAAKMAKER
Monsieur Hawarden
Hij heeft een boek trachten te lezen. De woorden blijven zonder betekenis. Zij schijnen nutteloos in dit warme leven van aarde en mensen. En zijn wangen blozen en zijn vingers liefkozen zijn haar. Hij gaat voor de spiegel staan: het ligt somber en sierlijk boven het smalle voorhoofd.
Monsieur Hawarden bekijkt zichzelf peinzend. In zijn eigen ogen staart hij en volgt de lijnen van zijn gelaat. En hij gaat naar de kamer waar de kassen en de koffers staan.
Die koffers zijn vol kleren. Zij zijn geheimzinnig in hun ongewone vorm, de vrouwenkleren uit de koffers van Monsieur Hawarden. Zijn vingers gaan strelend over de stof en hij drukt ze tegen zijn gelaat: een verre geur, een herinnering aan geur. Eén kleed heeft hij niet teruggelegd. Het is verblindend wit. En uit een andere koffer krijgt hij linnen, fijn, zeldzaam fijn. Hij weegt het op zijn vingers en ziet trots hoe zijn bleke hand er als een donker schaduw door is.
En nu kleedt Monsieur Hawarden zich uit. Hij trekt zijn mannenkleren uit. En het zachtlinnen hemd rukt hij open.
Haar borsten schijnen te leven in de magere handen. En weldra glijden de kleren over haar schouders, over de gebogen lijn van de heupen. Laag uitgesneden in de rug is het kleed. De rug is week en trots. En over de kleine voeten schuift zijn schoentjes die glinsteren als van zilver en zij richt zich op en staart met vreemde ogen op haar vernieuwde schoonheid.
Zij stapt door de kamer, onzeker als iemand die na een ziekte zijn tred moet vinden. Zij gaat almaar door, vaster, trotser. En dan wankelt zij naar haar bed en ligt erop, ruggelings, met de handen over haar gelaat.
Uit: Monsieur Hawarden
BIBLIOGRAFIE & FILMOGRAFIE
De bibliografie bevat volgende drie rubrieken
- Chronologisch overzicht van de in boekvorm gepubliceerde romans, pamfletten, biografieën enz.
- Bibliofiele uitgaven
- Diverse bijdragen
De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
- Luc Decorte, ‘Bio- en bibliografie ‘van’ en ‘over’ Filip de Pillecyn (o1891-†1962)’ In: Vlaanderen. Jaargang 39 (1990)
- Herman Verbeeck, Bibliografie van Filip de Pillecyn 1912-2005. Deel I : Primaire bibliografie – Deel II : Secundaire bibliografie. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 2007, 683 p. in 2 vol.
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.
Chronologisch overzicht
Jaar | Titel | Fotogalerij | Uitgeverij 1ste druk |
1914 | Margaretha Van Eyck. Gedramatiseerde legende. (theatertekst)
Gedramatiseerde legende (naar Melati van Java’s ‘Camilla Ferrari’). |
Antwerpen: F.-E. Buschmann. -43p.
Overdruk uit Dietsche Warande en Belfort. – jrg. 14, nr. 3, maart 1914, pp. 344-368; nr. 4, april, pp. 453-471 |
|
1917 | Practische wenken bij het schrijven van onze moedertaal. (leerboekje)
Het betreft een leerboekje geschreven aan het IJzerfront voor de Vlaamse soldaten. |
Veurne: Ghyssaert-Deleye. -28p.
Reeks: Hoogeschooluitbreiding op de voorlinie, nr 2. |
|
1920 | Onder den hiel. (gedichtenbundel)
Auteurs: FILIP DE PILLECYN & JOZEF SIMONS. |
![]() |
Thielt: Drukker-uitgever Lannoo-Maes. -58p.
Afmetingen: 22.70 x 17 (ingenaaid – zachte kaft) |
1920 | Het proces van den veiligheidsdienst. (pamflet)
Annotatie: Dit vlugschrift wordt verkocht ten voordeele van het Fonds Geerardijn=Beets=Peeters=Roevens. |
![]() |
Brugge: Drukkerij Excelsior. (Sint Trudostraat 21, tel. 376!) -48p.
Afmetingen: 19.50 x 12.50 (geniet – zachte kaft) |
z d [1921] |
Amnestie! (essay)
Onder de naam: F. DE PILLECIJN |
![]() |
Brugge: Drukkerij Excelsior. (Sint-Trudostraat 21, tel. 376!) -23p.
Afmetingen: 19.50 x 12.50 (geniet – zachte kaft) |
1926 | Pieter Fardé: de roman van een Minderbroeder. (roman)
Heruitgaven
|
![]() |
Brussel: N.V. Standaard-Boekhandel. -100p.
Afmetingen: 21.50 x 17 (ingenaaid – zachte kaft) |
1926 | Hugo Verriest. (doctoraatsthesis)
Tegelijk met de eerste druk bij J. Lannoo verscheen deze studie – met een afzonderlijke imprint – bij L.J. Veen in Amsterdam. |
Thielt: Drukkerij-Uitgeverij J. Lannoo. -215p.
Afmetingen: 20.75 x 15.50 (ingenaaid) |
|
1927 | Pastor Denys. (biografie)
Onder de naam: F. DE PILLECIJN. |
![]() |
Leuven: Davidsfonds. -151p.
Reeks: Davidsfonds ; nr 217 |
1927 | De rit. (oorlogsnovellen)
Onder de naam: PH. DE.PILLECYN |
![]() |
Borgerhout-Antwerpen : Vlaamsche Uitgeverij “Regenboog”. -118p.
Afmetingen: 14.75 x 11.25 (ingenaaid – zachte kaft) |
1929 | Pater Constant de Deken. (biografie)
Samen met Dr. A. Malcorps
|
Hamme: Druk. L. De Pillecyn. -148p.
Afmetingen: 18.75 x 13.50 (ingenaaid – zachte kaft) |
|
1929 | Monseignieur Bermijn: de Paulus van Ortosland. (biografie)
Onder de naam: F. DE PILLECIJN |
![]() |
Leuven: Davidsfonds. -158p.
Reeks: Davidsfonds, nr 227 |
1931 | Blauwbaard. (roman)
Met zeven illustraties, zeven initialen en een sluitstuk van Jan Fr. Cantré. |
![]() |
Mechelen: Het Kompas / .Amsterdam: De Spieghel. -170p.
Afmetingen: 21.50 x 15.75 (ingenaaid – lichtblauwe omslag met titel in blauw en zwart en houtsnede in zwart). |
1931 | Renaat De Rudder. (biografie)
Geïllustreerd met talrijke foto’s– uitgegeven op 5000 exemplaren. |
![]() |
Temsche: Komiteit der Bedevaart naar de graven van de IJzer. -86p.
Afmetingen: 17.50 x 12.70 (ingenaaid – zachte kaft) |
1932 | Joe English. Leven en Werken. (biografie)
In deze uitgave staat als datering: “juli 1932” |
![]() |
Temsche: Komiteit der Bedevaart naar de graven van de IJzer. -63p. + 55p foto’s.
Afmetingen: 17.50 x 12.50 (ingenaaid – zachte kaft) |
1932 | Stijn Streuvels en zijn Werk. (biografie)
[1943]: Herdruk bij Lannoo te Tielt. Deze uitgave heeft beperkte tekstwijzigingen en een vervolledigde bibliografie. |
![]() |
Thielt: Drukkerij Uitgeverij Lannoo. -203p.
Afmetingen: 20.75 x 16.50 (gebonden met linnen kaft & ingenaaid ) |
1934 | Sint Niklaas (voorplat) Het boek van Sint Niklaas (titelblad). (studie)
Bijeengebracht door De Pillecyn |
Brussel: “De Iris”. -115p.
Afmetingen: 28.25 x 20 (ingenaaid) |
|
1935 | Monsieur Hawarden. (novelle)
Voorpublicatie: |
Mechelen: Het Kompas. / Amsterdam: De Spieghel. -79p.
Afmetingen: 18.50 x 11 (gebonden in kartonnen kaft) |
|
1935 | Hans van Malmedy. (roman)
Bandontwerp en teekeningen van Joz. De Swerts |
![]() |
Amsterdam: Wereldbibliotheek N.V. -217p.
Afmetingen: 19.50 x 13 (gebonden met harde geïllustreerde kaft) Vertalingen: |
1937 | Schaduwen. (novelle)
Onder de naam: F. DE PILLECIJN op de kaft en Filip de Pillecyn op het titelblad. |
![]() |
Rotterdam: Van Nijgh & Ditmar N.V. -93p.
Reeks: Nimmer Dralende Reeks. |
1937 | De aanwezigheid. (novelle)
Voorpublicatie |
Brussel: S.V. Onze Tijd. -35p.
Reeks: Vlamingen vertellen. |
|
1939 | De soldaat Johan. (roman)
Bekroond in 1942 met de prijs voor letterkunde van de Vlaamse Provincies. |
Amsterdam: P.N. Van Kampen & Zoon N.V. -240p.
Afmetingen: 20.25 x 14 (ingenaaid) |
|
1944 | De Meivisch zwom voorbij !
Samenstelling Bert Peleman; Inleiding door Filip de Pillecyn |
Brussel: Uitgeverij De Phalanx, J. Bernaerts. -29p. | |
1945 | Het geheim van Nora. (verhaal)
Onder het ps. JAN VAN DINGEN |
Gent: Fiat. -16p.
Reeks: De expres roman voor oud en jong nr 27 |
|
z d [1946] |
De boodschap. (novelle)
Geïllustreerd door Herman van der Eecken. |
![]() |
Brussel: De Belhamel. -37p.
Afmetingen: 20.50 x 15 (losse vellen in witte omslag met vignet en titel in gotische letter.) |
1947 | Jan Tervaert. (roman)
Roman over de Boerenkrijg. |
![]() |
Brussel: S.V De Pijl (Congresstraat, 51) . -264p.
Afmetingen: 20 x 13.50 (gebonden – harde linnen kaft met stofomslag) |
1949 | Mensen achter de dijk. (roman)
Bandontwerp van A. Boschmans. |
Leuven: Boekengilde De Clauwaert V.Z.W. -299p.
Reeks: Eerste boek van de Jaarreeks 1949. Vertalingen |
|
1950 | Hoe de zwarten in den hemel kwamen. (poëtisch hekelproza)
Gedichten van filip den duvel (ps. van Filip de Pillecijn) (ref. Uit alle dagen der herinnering van Valère Depauw p 201. – Primaire bibliografie door H. Verbeeck p 28) |
![]() |
Antwerpen: Uitgeverij “luctor” n.v. (B Ceuppens Antoon Van Dyckstraat, 72) –ongepagineerd.
Afmetingen: 27.25 x 21.50 (ingenaaid) |
1950 | De veerman en de jonkvrouw. (roman)
Bandontwerp: Raf Van Dijck. |
Leuven: Boekengilde De Clauwaert V.Z.W. -194p.
Reeks: vierde boek van de jaarreeks 1950. Vertalingen
|
|
1951 | Vaandrig Antoon Serjacobs. (roman)
Bandontwerp van A. Boschmans. |
![]() |
Leuven: Boekengilde De Clauwaert vzw. -224p.
Reeks: vierde jaarboek van de jaarreeks 1951 |
1951 | Rochus. (novelle– bibliofiele luxe-editie)
Bandontwerp van A. Boschmans. |
Leuven: Boekengilde De Clauwaert V.Z.W. – 84p.
Afmetingen: 20.50 x 12 (gebonden in kunstlederen kaft) |
|
1953 | Dona Mirabella. (theatertekst)
Toneelspel in drie bedrijven naar een thema van de Engelse dichter Ben Jonson (1573-1637). |
In: N.V.T. (Nieuw Vlaams Tijdschrift), 1953, VII, blz. 1-70.
1953: Opgevoerd door het Nederlands Toneel Gent, in regie van Rudi van Vlaanderen met in de hoofdrollen de latere NTG-directeur Walter Eysselinck en Walter Cornelis. |
|
1954 | Ter waarheid! Parelen uit zijn werken. | Tielt – Den Haag: Lannoo. -165p.
Reeks: Collectie Vlaamse breviertjes ; nr 2 |
|
1955 | Vliegt de blauwvoet ! Een keur uit zijn werken / Albrecht Rodenbach; verzameld en ingeleid door Filip de Pillecyn. (bloemlezing)
Omslag door R. de Ruyck; |
![]() |
Tielt – Den Haag: Lannoo. -98p.
Reeks: Collectie Vlaamse breviertjes ; nr 3 |
1956 | Twistgesprek tussen Demer en Schelde: zijnde een academische verhandeling over meisjes, bier, heiligen, sexuele, culturele en agronomische aangelegenheden (door Ernest Claes en Filip de Pillecyn).
Pentekeningen van Willy Mertens |
![]() |
Leuven: Boekengilde De Clauwaertr V.Z.W. -35p.
Reeks: Uitgaven voor de leden van de Clauwaert-vereniging, nr. 10. |
1956 | Het boek van de man Job. (novelle)
De bandtekening en andere illustraties zijn van Frans De Pillecijn en Omaar Waegeman. |
Brussel: Bond der Oost-Vlamingen. -20p.
Afmetingen: 30.50 x 21.50 (los – eenzijdig gedrukt) |
|
1956 | Aanvaard het leven. (roman)
Stofomslag: A. Boschmans.
|
![]() |
Leuven: Boekengilde De Clauwaertr V.Z.W. -189p.
Reeks: vierde boek van de Jaarreeks 1955-56 . |
1958 | Stijn Streuvels. (biografie)
Verkorte versie van De Pillecyns studie uit 1943. |
![]() |
Brugge: Desclée De Brouwer. -48p.
Reeks: Ontmoetingen. Nr 6 |
1959 | Hugo Verriest. Keurbladzijden.
Samengesteld en ingeleid door F. De Pillecyn. |
![]() |
Hasselt: Uitgeverij Heideland. -190p.
Reeks: Vlaamse Pockets nr 7 |
1959 | Verzameld Werk. Delen I, II en III.
Bandontwerp: A. Boschmans – Typografie: Jos Verhaert. Nota: de nummering en handtekening bevindt zich in het derde deel. |
![]() |
Leuven: Boekengilde De Clauwaert vzw. – drie delen resp. 592 + 581 + 470p.
Afmetingen/ 19.80 x 13.50 (gebonden – simili lederen kaft – zonder stofomslag) |
1960 | Verzameld Werk. Deel IV
Verzameld werk 4 bevat: Pastor Denys (pp.7-134); Monseigneur Bermijn (pp.135-270); Hugo Verriest (pp. 271-452); Stijn Streuvels (pp. 452-577) Nota: Deel IV is niet genummerd, wel gehandtekend. |
![]() |
Leuven: Boekengilde De Clauwaert vzw. -577p.
Afmetingen: 19.80 x 13.50 (gebonden – simili lederen kaft – zonder stofomslag) |
1961 | Elisabeth. (novelle)
1961: Tegelijkertijd met de uitgave bij De Clauwaert (Leuven) verscheen de novelle over het Hongaarse koningskind († 1231) onder de titel Elisabeth in D.W.e.B., 1961, CVI, blz. 236-252. |
![]() |
Leuven: Boekengilde De Clauwaert V.Z.W. -38p.
Afmetingen: 19.50 x 12 (ingenaaid – zachte kaft) |
POSTUME PUBLICATIES
BIBLIOFIELE UITGAVEN
BIJDRAGEN
FILMOGRAFIE
1968 | Monsieur Hawarden. Naar de gelijknamige novelle van Filip de Pillecijn uit 1935.
|
1981 | De ballade van de soldaat Johan. Een lyrisch-dramatische evocatie van de gelijknamige roman uit 1939.
|
DE PILLECYN IN VERTALING
DUITS
- 1933: Blaubart in Flandern Duits / vert. uit het Nederlands door Elisabeth Augustin & Felix Augustin. Uitgever: Jakob Hegner, Leipzig. Fictie, gebonden. Vert. van Blauwbaard. Leuven: De Clauwaert, 1931. ook als Philipp de Pillecyn.
- 1937: Der Sternorden von BethlehemVert. uit het Nederlands door Carl Hanns Erkelenz in: Flämische Weihnacht. Erzählungen flämischer Dichter mit Bildern alter Meister (München, Carl Hanns Erkelenz. Verlag Kösel-Pustet, 1937, blz. 117-135). Vertaling van Gedecoreerd met de Ster van Bethlehem in Het Vlaamsche Kerstboek. Kerstnummer van ‘Ons Volk Ontwaakt’. Brussel, 1935, blz. 104-119
- 1938 : Hans von Malmedy. Duits / vert. uit het Nederlands door Peter Mertens. Uitgever: Gustav Altenburg, Leipzig.. Fictie, gebonden. Vert. van Hans van Malmédy. Amsterdam: Wereldbibliotheek, 1935.
- 1939: Das Herz mit sieben Schwertern Vertaald door Carl Hanns Erkelenz in: Unsre Liebe Frau aus Flandern. Erzählungen flämischer Dichter (Salzburg-Leipzig, Carl Hanns Erkelenz. Verlag Anton Pustet, 1939, blz. 157-194). Vertaling van Het hart met zeven zwaarden in Het beste er mee! Nog meer ziekenbezoek. Amsterdam, Bigot & Van Rossum, z.j., blz. 137-176
- 1943: Der Soldat Johan Duits / vert. uit het Nederlands door Bruno Loets. Uitgever: Gustav Altenburg, Leipzig. Fictie, Vert. van De soldaat Johan. Leuven: De Clauwaert, 1939.
- 1943: Der Soldat Johan Duits / vert. uit het Nederlands door Heinz Graef. Uitgever: Diederichs, Jena. Fictie, Vert. van De soldaat Johan. Leuven: De Clauwaert, 1939.
- 1943: Das zweifache Leben Vert. uit het Nederlands door Heinz Graef in een gelijknamige bloemlezing van Vlaamse novellen uitgebracht door Eugen Diederichs Verlag in Jena, 1943. Vertaling van De aanwezigheid Brussel: S.V. Onze Tijd. -35p. in de reeks: Vlamingen vertellen 1937.
- 1951: Leda Liebe eines Sommers Duits / vert. uit het Nederlands door Hans Heinrich Reykers. Uitgever: Karl Glöckner, Bonn. Fictie, Vert. van De veerman en de jonkvrouw. Leuven De Clauwaert, 1950.
- 1958: Menschen hinter dem Deich Duits / vert. uit het Nederlands door Frans Frommer. Uitgever: Verlag der Nation, Berlin. Fictie, Vert. van Mensen achter de dijk. Leuven De Clauwaert, 1949.
- 1963: Elisabeth Vert. uit het Nederlands door Wilhelm Koch. Uitgever: Verlag Fredebeul & Koenen, Essen (in de Pretiosa-reeks). Met inleiding over Elisabeth von Thüringen (Leben, Legende, Ausstrahlung) en nawoord Über Filip de Pillecijn door Heinz Graef. Vertaling van Elisabeth, Leuven : Boekengilde De Clauwaert V.Z.W. 1961.
FRANS
- 1943: Hans van Malmédy Frans / vert. uit het Nederlands door M.J. Hervijns, G. Lambrichs. Uitgever: Éditions de la Toison d’Or, Bruxelles; Paris. Fictie, paperback. Vert. van Hans van Malmédy. Amsterdam: Wereldbibliotheek, 1935.
- 1942: Le soldat Johan Frans / vert. uit het Nederlands door Paul de Man. Uitgever: Éditions de la Toison d’Or, Bruxelles; Paris. Fictie, Vert. van De soldaat Johan. Leuven: De Clauwaert, 1939.
- 1967: Monsieur Hawarden Frans / vert. uit het Nederlands door Adèle Durieux. Uitgever: Promotion et Edition, Paris. Fictie, paperback. Vert. van Monsieur Hawarden. Amsterdam: De Spieghel, 1935.
- 1969: Elisabeth Vert. uit het Nederlands door Jeanne Buytaert in: Les grands conteurs flamands omnibus. Uitgever: Wellprint, Bruxelles, blz. 23-49. Vertaling van Elisabeth, Leuven : Boekengilde De Clauwaert V.Z.W. 1961.
- 2019: Barbe-bleue au pays de Flandre : récit. Vertaald uit het Nederlands door Roger De Vos. Uitgever: Antwerpen, Filip de Pillecyn Comité. 99p. Illustraties van Jan Frans Cantré. Vertaling van Blauwbaard, Leuven: De Clauwaert, 1931
DEENS
- 1963: Naervaerelse Vert. uit het Nederlands door Clara Hammerich. Uitgever: G.E.C. Gad, Kopenhagen. Vertaling van De aanwezigheid Brussel: S.V. Onze Tijd. -35p. in de reeks: Vlamingen vertellen 1937.
- 1966: [Monsieur Hawarden] Deens/ Vert. uit het Nederlands door Clara Hammerich in de bundel Nyere Flamsk Prosa Omnibus (Kopenhagen, Nordisk Sprag & Kulturforlag, 1966, blz. 84-114). Vert. van Monsieur Hawarden. Amsterdam: De Spieghel, 1935.
RUSSISCH
- 2004: [Ljudi za damboj] Russisch / vert. uit het Nederlands door Dimitri Silvestrov. Uitgever: O.G.I., Moskva. Fictie, paperback. Vert. van Mensen achter de dijk. Leuven: De Clauwaert, 1949.
SPAANS
- 1975: Elisabeth Spaans / vert. uit het Nederlands door José Ferreras. In: Antologia de cuentos neerlandeses, samengesteld door Karel Jocnkheere en Bert Decorte. Uitgever: Ediciones Grijalbo S.A. , Barcelona. Novelle, gebonden harde geïlustreerde kaft. Vertaling van Elisabeth, Leuven : Boekengilde De Clauwaert V.Z.W. 1961.