Alfons de Cock
Herdersem, 12 januari 1850 – Antwerpen, 2 maart 1921
Verzamelaar van sprookjes, vertellingen en sagen.
Alfons De Cock wordt algemeen erkend als één van de grondleggers van de wetenschappelijke folklore of volkskunde in Vlaanderen. Hij verdeelde zijn vrije tijd over lectuur, volkskunde, muziek, opzoekingen en speuren naar wilde planten en bloemen in het Denderland.
BIOGRAFIE
12 januari 1850: Carolus Alphonsius de Cock werd te Herdersem geboren als jongste zoon van Petrus Josephus De Cock, onderwijzer en van Victoria De Mol.
De eerste schooljaren bracht hij door in de klas van zijn vader en na enkele jaren liep hij school in Aalst
1866 – 1869: Leerling aan de Rijksnormaalschool te Lier.
- Zijn leraar Nederlands is de schrijver Domien Sleeckx .
- Medestudenten zijn d latere auteurs Reimond Stijns en Isidoor Teirlinck, die in 1884 samen de roman Arm Vlaanderen zullen schrijven
1869: Behaalde het onderwijzersdiploma en was als onderwijzer actief tot 1904.
- 1869-1874: hulponderwijzer te Moorsel.
- 1874-1879: hoofdonderwijzer in zijn geboortedorp Herdersem
- 1879-1904: hoofdonderwijzer te Denderleeuw.
25 april 1876: Huwelijk met Marie Clemence Pieters, landbouwster uit Lebbeke.
Er werden vijf kinderen geboren, maar slechts één bleef in leven, nl. Estelle.
EEN EERSTE BELANGSTELLING: de wetenschappelijke beoefening de plantenkunde.
Opstap naar de volkskunde.
1883: Een eerste publicatie Flora der Dendervallei, waarvan hetzelfde jaar nog een herdruk verschijnt onder de titel Schoolflora: Analytische Sleutel der Familiën en Geslachten (Zaadplanten of Phanerogamen.
- Het herboriseren en zoeken naar bloemen en planten brengt hem in contact met de mensen van ‘den buiten’. Hij ontwikkelt een levendige belangstelling voor de vele merkwaardige dingen en wonderbare eigenschappen van bloem en plant die ze hem weten te vertellen.
Het werk zou hem de weg wijzen naar – wat uiteindelijk zijn volledige aandacht zal krijgen – de volkskunde.
- August Gittée (1858-1909)– evenzeer als De Cock een ijverzuchtige minnaar en wetenschappelijke gangmaker van de folklore – die het werk van De Cock goed kende en wist welke documentatie de Cock had aangelegd over hoe de lokale bevolking omging met de geneeskundige krachten van planten, zette hem aan om een boek samen te stellen over de Volksgeneeskunde in Vlaanderen. Uiteindelijk zal het boek in 1891 verschijnen.
1888: Alfons de Cock schrijft zijn eerste verhaal – een monografie – in 1888: “Simon Stevin” Volksboekjes nr 3, uitgave Willemsfonds. In hetzelfde jaar verschijnt “Arm geboren en beroemd gestorven, uit de jeugd van groote mannen“ , een typische educatieve publicatie in de sfeer van de late 19de eeuw.
EEN HART VERPAND AAN DE VOLKSKUNDE
Een kleine excursie
De beoefening der Volkskunde in Vlaanderen verliep in fasen.
- Een eerste impuls toen de Duitser J.W. Wolf (1817-1855) in Vlaanderen het werk dat de gebroeders Grimm – grondleggers van Duitse Volkskunde – komt aanvatten. Zijn werk staat in het teken van het nationalistisch romantisme van die tijd. Geestdriftige medewerkers zien we in Ph. Blommaert, Prudens van Duyse en andere.
Een tweede aanzet komt van Guido Gezelle en het tijdschrift Rond den Heerd, 1866-1890.
- Zijn voorbeeld is aanleiding voor talrijke priesters uit zijn kring en ook van er buiten om gelijkaardig werk aan te vatten: Jul. Leroy, Amaat Joos e.a.. Bewonderaars en vrienden van hem uit het Limburgse ( de priesters Jacob Lenaerts, August Cuppens en Jan Mathijs Winters) stichten aldaar ’t Daghet in het Oosten. De eerste jaargangen van dit tijdschrift zijn bijna uitsluitend gewijd aan wetenswaardigheden uit het volksleven. Het meeste werk uit deze periode draagt het kenmerk van een min of meer particularistisch dilettantisme.
In 1888 verschijnt het tijdschrift Volkskunde. Alhoewel gesticht door Pol de Mont en August Gittée, mogen wij het noemen het tijdschrift van Alfons de Cock. Hij wordt in 1894 redacteur en zal het tijdschrift van dan af geheel naar zijn hand zetten. Het is niet direct met het verschijnen van Volkskunde dat de studie in het teken komt te staan van de zuivere wetenschap. Het artikel ter inleiding door Pol de Mont, in het allereerste nummer van Volkskunde sluit met de tekst:
‘Meer dan hoog tijd is het, het heerlijkste en volmaakste, dat de folkloristische schat van Noord- en Zuid-Nederland oplevert, zoo ruim mogelijk aan te wenden, tot handhaving van ons nationaal karakter, daar onze eigen Vlaamsche volksaard arglistiger en hardnekkiger dan ooit door de handlangers der verfoeilijkste van alle verbasteringen bestookt wordt!’
1889: Zijn eerste uitgave over sprookjes “Uit de Wondere wereld” wordt als prijsboek voor lagere en middelbare scholen aangeboden en bevat Duitse sprookjes, geïnspireerd op de teksten van de Gebroeders Grimm.
1890: Voor het Willemsfonds schrijft hij een kleine monografie over Rembert Dodoens, de grote Vlaamse ‘kruidkundige’ uit de 16de eeuw.
- Hierin wijdt hij een hoofdstukje aan Dodoens als geneeskundige waarin Dodoens bericht over volksmeningen en de volksoverleveringen uit zijn tijd over de geneeskundige krachten van de planten.
1891: Volksgeneeskunde in Vlaanderen was voor de volkskunde een primeur, toen zo goed als de beste in welk taalgebied ook.
- Nochtans is de titel wat te ruim gesteld. Zijn oorspronkelijke documentatie beperkte zich tot de streek rond Denderleeuw; een twintigtal onderwijzers zijn hem hierin behulpzaam geweest. Stelselmatig onderzocht hoe het in de andere streken van Vlaanderen met het geneeskundig volksgeloof gesteld was, heeft de Cock niet gedaan.
1894: Wordt redacteur van het tijdschrift “Volkskunde” dat door August Gittée en Pol de Mont in 1888 was opgericht. Hoewel De Mont in naam redacteur tot 1906 bleef, was De Cock de eigenlijke leider van het tijdschrift tot aan zijn dood in 1921.
1896: In samenwerking met Pol De Mont verschijnt – Dit zijn Vlaamsche Wondersprookjes, het volk naverteld.
- De Cocks naam wordt vaak in één adem vernoemd samen met die van collega leraar en dichter Pol de Mont vanwege de twee populaire bundels die ze samen hebben gepubliceerd: in 1896 Wondervertelsels uit Vlaanderen en twee jaar later Vlaamsche volksvertelsels. Beide mannen vulden mekaar aan: waar De Mont geneigd was om de letterkundige kwaliteit van de opgetekende sprookjes op een hoger niveau te tillen, wees De Cock deze literaire verwoording van het folkloristisch materiaal resoluut van de hand. (bron: Zuurvrij nr 28 juni 2015 p. 8)
1898: Tot lid benoemd van de Maatschappij van Nederlandse Letterkunde (Leiden).
1902: Samen met zijn oude vriend Isidoor Teirlinck brengt hij het 8-delige Kinderspel en kinderlust in Zuid-Nederland uit. De schema’s en tekeningen die de uitgave verluchten zijn van de hand van Isidoor’s zoon: Herman Teirlinck.
- Herman Teirlinck zou later – in 1957 – van deze samenwerking getuigen in ‘Isidoor Teirlinck redivivus’, een essay dat in het tijdschrift Brabantse folklore is verschenen:
“De Cock wist wat hij aan Teirlinck had en deze erkende de speurzin, de begaafdheid en de onverzettelijke eerlijkheid van zijn medewerker. Zij plachten elkaar met volkomen onbevangenheid te benaderen zonder ooit afbreuk te doen aan een vriendelijke wellevendheid, die haar aanleiding putte in wederzijds huldebetoon”.
1904 : Vestigt zich in Brussel
- Bij zijn verhuis naar Brussel moest hij een wagen boeken naar een veiling brengen en de vruchten van zijn eerste passie het kweken van vetplanten schenkt hij aan de Kruidtuin.
1907: Na het huwelijk van zijn enige dochter verhuist hij naar Antwerpen en wordt er een trouw bezoeker van de Vlaamse Opera.
1909-1912: Publicatie van de driedelige verzameling Brabantsch Sagenboek., eveneens in samenwerking met Isidoor Teirlinck.
- Het Brabantsch Sagenboek verscheen als bekroond antwoord op een prijsvraag van de Academie. Het is een uitgave waarbij ze zich om geen ander publiek hoefden te bekommeren dan hun vakwereld.
- Het geeft een breed en nauwkeurig beeld van de voorstellingen en volksoverleveringen over de toverwereld van heksen, wonderdoctors, toverboeken, waarzeggers; over de geestenwereld van weerwolven, maren, vuurmannen, dwergen en reuzen; en over de duivelwereld.
- Het tweede deel geeft een beeld van al het wonderbare dat het volk gelooft en vertelt in zijn Christus-, Maria- en heiligen-legenden, over miraculeuze hostiën, onverplaatsbare lieve-vrouwbeelden, wonderdaden der Brabantse heiligen.
- Het derde deel geeft een beeld van de voorstellingen die het volk leiden wanneer het zich een verklaring zoekt van opvallende zaken en gebruiken, van plaats- en persoonsnamen; het toont op welke manier de historische personages in het volksgeheugen voortleven.
1912: Gelauwerd met de Leopoldsorde.
In 1912 hield hij te Antwerpen een pleidooi voor de oprichting van een centrale Vlaamse Folkloristenvereniging, met een hoogleraar aan het hoofd en gewestelijke vertakkingen.
WERELDOORLOG I
1914 : Na de val van Antwerpen vlucht De Cock met zijn familie naar Engeland en verblijft er te Halflemere (Essex). Hij blijft er niet lang, keert naar Antwerpen terug en zet zich weer aan het werk.
Terug in Antwerpen geeft hij blijk van activistische sympathieën door zijn medewerking aan het weekblad Vlaamsch Leven – ‘Zelfstandig Vlaamsch Geïllustreerd weekblad’ (1915-1918)
- Het blad bracht regelmatig verslag over de vernederlandsing van de Gentse Universiteit, de Vlaamse werking in het krijgsgevangenkamp te Göttingen en publiceerde voortdurend artikelen over Vlaanderens grootheid.
- Niet onvermeld mag blijven dat het blad ook de literaire verzamelplaats was van bijna alle debuterende jongere dichters van die tijd: Victor J. Brunclair, Gaston Burssens, Marnix van Gavere, Marnix Gijsen, Armand W. Grauls, Raymond Herreman, Karel Leroux, Joannes Marijnen, Alice Nahon, Paul van Ostaijen, Maurice Roelants, Urbain van de Voorde, Frank van den Wijngaert en anderen.
November 1917: wordt voorgedragen voor een eredoctoraat aan de door de Duitse bezetter vernederlandste Gentse universiteit.
Hij was voorstander van een hervatting tijdens de oorlog van de werkzaamheden van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (KVATL), waarvan hij sinds 1907 briefwisselend lid was en dat haar werkzaamheden had opgeschort uit protest tegen de bezetter.
1918 : Bepleit in zijn artikel De Volkskunde in Vlaanderen de oprichting van een leerstoel volkskunde aan de von Bissing Universiteit. Hij ziet de volkskunde als middel om de nationale volksaard te handhaven, te bevestigen en te versterken.
Bij de zuivering van de academie na de oorlog bestond aanvankelijk twijfel over zijn handhaving als lid maar uiteindelijk werd toch positief beslist. (Bron:
1918-1921: DE RIJKE OOGST
1918: Bundeling van een becommentarieerde verzameling volksverhalen: Volkssage, volksgeloof en volksgebruik.
1919: Studiën en essays over oude volksvertelsels.
- Eerste uitgebreide theoretische werk over de vertelsels dat in onze taal geschreven werd.
- Hoewel er strikt genomen geen nieuwe theorieën in worden vooropgesteld, biedt deze verzameling van essays en artikels over het onderwerp en mooi inzicht over hoe De Cock de volkskunde benaderde.
In 1920 kwam door toedoen van De Cock een sectie Volkskunde in de Vlaamse Filologencongressen tot stand.
December 1920: Van zijn ‘Spreekwoorden, Gezegden, en Uitdrukkingen op Volksgeloof berustend’ verschijnt het eerste deel met een woordje vooraf, waarin hij ‘het slotgedeelte, bijna gereed voor de pers’ belooft eerlang te laten volgen. Dit slotgedeelte heeft hij niet mogen afwerken. Het zal postuum ngepubliceerd worden in 1922.
1921: Zijn laatste werk Vlaamsche Sagen Uit den Volksmond is een verzameling van 273 meestal onuitgegeven sagen voorzien van varianten uit de eigen Vlaamse en buitenlandse volksvertellingenschat.
2 maart 1921: Onverwacht – korte tijd voordat zijn laatste boek, dat hijzelf nog had persklaar gemaakt zou verschijnen – treft hem op 71-jarige leeftijd een beroerte.
Hij werd begraven op het kerkhof van Berchem-Antwerpen
Op zijn grafschrift staat geschreven :
Hij wekte de Vlaamsche sage Hij boekte de Vlaamsche vertelling Al zinnend en luisterend En speurend en schrijvend Onverdroten werd hij de grote weldoener Van zijn herlevend Vlaamsche volk.Aan het graf – waar het kruim van de toenmalige literaire wereld aanwezig was – wordt het woord gevoerd door Omer Wattez namens de Koninklijke Vlaamsche Academie, door M. Sabbe namens de redactie van ‘Volkskunde’, door Em. van Heurck namens de Waalsche en buitenlandsche folkloristen, door J. Persijn namens de vrienden…
Het aantal artikels en gelegenheidsuitgaven is te veel om op te noemen. Een overzicht kunt u vinden in Herdenkings-album Alfons de Cock, 1850-1921. Brugge: Excelsior. 1929. Elektronisch beschikbaar als Alfons De Cock – digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren,
Epiloog
1950: De toenmalige Kerkstraat in Herdersem werd omgedoopt tot de Alfons De Cockstraat ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de geboorte van Alfons De Cock.
1975: De gemeente Denderleeuw plaatst een gedenksteen voor Alfons de Cock. In Herdersem werd door het Davidsfonds een borstbeeld onthuld. Zie: Alfons De Cock – Standbeelden
Op de gedenkplaat staat te lezen :
Hij leefde gisteren schreef voor vandaag dacht aan morgen
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
- Alfons de Cock – Wikipedia
- Alfons de Cock • dbnl
- Alfons De Cock – Wijk KBM Herdersem
- Alfons de Cock – dbnl • digitale bibliotheek voor de Nederlandse ..
Referenties
- Johan Vanhecke, Zanten in eigen land. Alfons De Cock, volkskundige in Vlaanderen. In: Zuurvrij. Berichten uit het Letterenhuis nummer 28 juni 2015 pp.6-13
BEKRONINGEN
1906: Bekroond met de De Keyn–prijs van de Koninklijke Academie voor Letteren en Schone Kunsten voor Spreekwoorden en zegswijzen afkomstig van oude gebruiken en volkszeden.
MEER OVER ALFONS DE COCK
- Herdenkings-album Alfons de Cock, 1850-1921. Brugge: Excelsior. 1929. 114p.
SMAAKMAKER
KEIZER KAREL.
1. Keizer Karel kocht een kind, Het wierd geboren in den wind, Het had twee oogen lijk een koe ’t Behoort aan Keizer Karel toe. (Denderleeuw) 2 Keizer Karel had een kind, ’t Was geboren gelijk ne wind. Het had twee hoorns gelijk een koe, En ’t behoorde aan Keizer Karel toe. (Grimmingen) Uit: De Cock-Teirlinck, Kinderspel, J V, 234 = Wiegeliedjes 3 Keizer Kaorel hadd’ ’n hond ’n Griz blest blauw bout, Die altid under taof el stond, Hoe heett’d Keizer Kaorels hond ? Raadsel uit Burger (Drenthe); te Laag-Keppel luidt het: Keizer Karel had een hond, Hoe heitte Keizer Karels hond ? Antwoord: Hoe (Driemaand. Bladen 111, 24 en 88. 4. Keizer Karel mee al zijn knechten Ging tegen de Franschen vechten. Keizer Karel, die was er zoo kloeke Hij sch. .. er van in zijn broeke. (Asper.–Volk en Taal ,I,80).
BIBLIOGRAFIE
Woordje vooraf
De bibliografie werd opgesplitst in drie delen
- Alfons de Cock en Isidoor Teirlinck.
- Met Pol De Mont
- Onder eigen naam
De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
- Herdenkings-album Alfons de Cock, 1850-1921. Brugge: Excelsior. 1929. 114p. Bibliografische notities pp17-20 voor de werken in boekvorm en volgende voor de publicaties in tijdschriften. (electronisch beschikbaar Alfons De Cock – digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren)
- Staf Loots (m.m.v. Marianne Dossche), De Engel-bestierder. Bio-Bibliografie over de Vlaamse kinder- en jeugdliteratuur uit de negentiende eeuw. Uitgeverij Dedalus, Guldensporenstraat 29, 2200 Antwerpen.199p.
Chronologisch overzicht
I. Alfons de Cock en Isidoor Teirlinck.
II. Met Pol De Mont
III. Onder eigen naam
BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE GERANGSCHIKT VOLGENS GENRE
EDUCATIEVE BOEKEN VOOR DE JEUGD
- Flora der Dendervallei. Analytische sleutel der familiën en geslachten (zaadplanten of phanerogamen). Gent, F. Meyer-van Loo, 1883. (Tweede druk: Gent, F. Meyer-van Loo, 1883.)
- Arm geboren en beroemd gestorven. Uit de jeugd van groote mannen: H. Conscience, M. de Ruyter, H.C. Andersen, K. Linnaeus en B. Franklin. Prijsboek voor lagere en middelbare scholen. Gent, I. Vanderpoorten, 1888.
- Uit de wonderwereld. Sprookjes voor groote en kleine kinderen. Prijsboek voor lagere en middelbare scholen. Gent, I. Vanderpoorten, 1889. (Herdruk: Gent, Uitgeversbedrijf Fiat, [1950].)
- Rond den heerd. Sprookjes voor jong en oud. Prijsboek voor lagere en middelbare scholen. Gent, I. Vanderpoorten, 1890. (Hetzelfde jaar verschenen in drie deeltjes: Sprookjes uit het land van Aalst voor jong en oud, Sprookjes uit den vreemde voor jong en oud en Dierensprookjes voor jong en oud. Enkele sprookjes werden bovendien apart gepubliceerd onder de titel: Van drie gebroeders / Haan, Pik en Kat. Sprookjes voor groote en kleine kinderen. Gent, I. Vanderpoorten, z.j.)
- Wonderen uit het plantenrijk. Lees- en leerboek voor jong en oud. Twee delen. Gent, I. Vanderpoorten, 1892.
- Samen met Pol de Mont, Dit zijn Vlaamsche wondersprookjes het volk naverteld. Gent, A. Siffer / Deventer, Kluwer & Co, 1896. (Gewijzigde herdruk: Wondervertelsels uit Vlaanderen uit den volksmond opgeteekend. Zutphen, W.J. Thieme & Cie, 1924. Hiervan bestaat een recente reprint (z.j.): ISBN 90 03 91280 7.)
- Samen met Pol de Mont, Dit zijn Vlaamsche vertelsels uit den volksmond opgeschreven. Gent, I. Vanderpoorten, 1898. (Gewijzigde herdruk: Vlaamsche volksvertelsels. Zutphen, W.J. Thieme & Cie, 1927.)
- Samen met Pol de Mont, Zoo vertellen de Vlamingen. Ten believe en gerieve van de Waalsche schooljeugd, die gaarne Nederlandsch wil leeren. Gent, I. Vanderpoorten, 1903. (Tweede druk: 1912.)
VOLKSBOEKEN
- Simon Stévin. Gent, J. Vuylsteke, 1888. (Willemsfonds, Volksboekjes, nr. 3)
- Rembert Dodoens. Gent, J. Vuylsteke, 1890. (Willemsfonds, Volksboekjes, nr. 8°
STUDIES
- Volksgeneeskunde in Vlaanderen. Gent, J. Vuylsteke, 1891. (Herdruk: Schiedam, J. van Haver, 1976.)
- Samen met Isidoor Teirlinck, Kinderspel en kinderlust in Zuid-Nederland. Acht delen. Gent, A. Siffer, 1902-1908.
- Spreekwoorden en zegswijzen afkomstig van oude gebruiken en volkszeden. Gent, A. Hoste, 1905. (Herziene uitgave: Gent, A. Hoste, 1908.)
- Spreekwoorden en zegswijzen over vrouwen, de liefde en het huwelijk. Gent, A. Hoste, 1911.
- Volkssage, volksgeloof en volksgebruik. Antwerpen, G. Janssens, 1918.
- Merkwaardige vonnissen in de volksoverlevering. Antwerpen, G. Janssens, 1918.
- Samen met Isidoor Teirlinck, Brabantsch sagenboek. Drie delen. Gent, A. Siffer, 1909-1912.
- Oude volksverhalen in dicht en ondicht. Antwerpen, G. Janssens, 1918.
- Studiën en essays over oude volksvertelsels. Antwerpen, De Sikkel / Gent, A. Hoste / Deventer, Kluwer, 1919.
- Spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen op volksgeloof berustend. Twee delen. Antwerpen, De Sikkel / Gent, A. Hoste / Deventer, Kluwer, 1920.
- Vlaamsche sagen uit den volksmond. Amsterdam, Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur, 1921.
,