home | Inloggen
Aantal schrijvers: 594 | Aantal boeken:

19.538

 

 

Daisne, Johan

Maakt deel uit van:

Johan Daisne

 Gent, 2 september 1912 – Gent, 9 augustus 1978
Eig. Herman Thiery, Gents dichter, prozaïst, auteur van toneelstukken, hoorspelen en essays, filmcriticus.
 Hij wordt beschouwd als de initiator van HET MAGISCH-REALISME in de Nederlandse literatuur, genre waarvan hij zijn theorie uiteenzette in het essay Letterkunde en magie (1958), vanaf de tweede druk Wat is magisch-realisme ? getiteld.

 Zijn BELANGRIJKSTE WERK schreef hij tussen 1941 en 1950, de meest bewogen fase van zijn leven: De trap van steen en wolken (1942, zijn magisch-realistische debuutroman), De man die zijn haar kort liet knippen (1948, verfilmd in 1965) en De trein der traagheid (1963, verfilmd in 1968, eerst verschenen in de bundel Met dertien aan tafel, 1950).

 Zijn passie voor FILM vond zijn neerslag in vele bundels met essays en werd in de jaren ’70 bekroond door de uitgave in drie delen van een viertalig Filmografisch lexicon der wereldliteratuur (2 dln, 1971-1975 plus supplement, 1978).

Hij werkte mee aan talrijke tijdschriften, was mede-oprichter van Klaver(en)drie, Werk en het Nieuw Vlaams tijdschrift. Vanaf 1967 was hij lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (later Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, KANTL).

BIOGRAFIE

2 september 1912: Geboren als oudste van drie zonen van een onderwijzer die uit een oud adellijk Frans geslacht uit het Département de l’Aisne (vandaar zijn pseudoniem) stamde. Zijn moeder was lerares aan de normaalschool.

  • Vader Leo Michel Thiery (1877-1950) was onderwijzer te Gent en self-made bioloog. Hij schreef enige populair-wetenschappelijke en didactische werken en is stichter van het natuurhistorisch schoolmuseum, dat de kern vormt van het naar hem genoemde Schoolmuseum te Gent. Een hem aangeboden doctoraat aan de Gentse universiteit werd door hem geweigerd: ‘hij was onderwijzer geworden om het te zijn en te blijven.’ ‘Goede Pipa’, zo heeft Daisne zijn vader beschreven, ‘was van het zachte hout’.  Hij was overtuigd maar linkse idealist die met Leo Tolstoy en Peter Kropotkin dweepte. Daisne zou na zijn vaders dood een ‘vaderroman’ schrijven, getiteld ‘Prins van de Libanon’, die hij echter nooit heeft willen publiceren.
  • Moeder Maria Augusta de Taeye (1885-1976) was onderwijzeres, later lerares aan de Gentse meisjeskweekschool, waar ook Daisne zelf later als leraar Duits voor de klas zou staan en die het decor vormt voor zijn roman ‘Hoe schoon was mijn school’ (1961). In haar vrije tijd recenseerde ze letterkundige werken, oa ‘School-Idyllen’ van Top Naeff en ‘Mijn roman’ van Tine van Berken. Deze laatste (1870-1899) was  een schrijfster van ‘jongedamesromans’. Daisne zou haar eren met onder andere zijn toneeldrama ‘Tine van Berken’ (1945) en tevens haar naam schenken aan zijn villa aan de Leie. Zijn moeder was bijzonder trots op haar schrijvende zoon, wie het waagde om enig werk van Daisne negatief te beoordelen, kon rekenen op een gepeperde brief van moeder Thiery.

1918 – 1923: Lager onderwijs aan de school in de Geitestraat. Daarna stapt hij over naar het technisch vierdegraadsonderwijs (1924-1925) aan de Jacob van Maerlantstraat.

  • Herman leert na de lagere school tekenen, boekbinden en ijzer en hout bewerken, omdat zijn vader wou dat hij, voordat hij intellectueel zou worden, zou weten wat handenarbeid is.

1926 – 1930: Volgt de richting “Moderne Humaniora” aan het Koninklijk Atheneum in Gent. Maar in het voorlaatste jaar wordt hij ziek en moet zijn studie stoppen.

  • Hij werkt een tijd als kantoorbediende in de textielfabriek La Lys en bereidt zich ondertussen voor op het universitair toelatingsexamen.

1930 – 1935: Studeert economie en Slavische talen aan de Gentse universiteit.

  • 1932: Zijn eerste gedicht Pavane wordt gepubliceerd in De Vlaamse Gids.
  • Hij had toen reeds communistische sympathieën en interesseert zich voor Rusland. Hij studeert daarom ook Slavische talen.
  • 1935: Maakt deel uit van wetenschappelijke zending naar de USSR, samen met de Nobelprijswinnaar Jules Bordet en de schrijver August Vermeylen. Hij publiceert hierover een reportage in de socialistische krant Vooruit onder de titel “Stof op het Kremlin“, waarin hij zijn sympathie uitspreekt voor het Russische volk en hun nieuwe maatschappij.

1935-1936: Verricht zijn legerdienst als soldaat bij de artillerie.

  • Na zijn legerdienst is hij voor een paar weken studiemeester aan het atheneum te Gent.
  • Daarna wordt hij adjunct-directeur bij de Landsbond der Bouwbedrijven en Openbare Werken te Brussel (tot 1944).

1935: Publicatie van zijn eerste verzenbundel Verzen bij Varior te Gent.

1936: Promoveert tot doctor in de Economische Wetenschappen op een proefschrift over staatshuishoudkunde: ‘ Beschouwingen over Axio-Ekonomie. USSR en veelheidsekonomie. Een probleemstelling.’

1936-1944: Adjunct-directeur van de Fédération nationale du Bâtiment (Landsbond der Bouwbedrijven) te Brussel, een functie die hij weet te combineren met zijn leraarschap te Gent en te Brussel.

1936 tot 1961: Parttime leraar Duits aan de Stedelijke Normaalschool voor Onderwijzeressen in de Wispelbergstraat te Gent.

  • 1936 tot 1961: Parttime leraar Duits aan de Stedelijke Normaalschool voor Onderwijzeressen in de Wispelbergstraat te Gent.
  • 1940 tot 1955: Leraar Nederlands aan de Ecole Sociale (het Instituut voor Sociale Studie) te Brussel.

1937: Richt samen met Marcel Coole en Luc van Brabant het poëzietijdschrift Klaver(en)drie (1937-1948) op.

1940: Wereldoorlog II breekt uit en reserve onderluitenant Thiery wordt in mei 1940 naar Frankrijk gestuurd als verbindingsofficier met het Franse leger. Zo komt hij in het zuiden van Frankrijk terecht in het dorp Pomas (Aude) een 12-tal km van Carcassonne.

31 juli 1940:  Bij de uitgeverij Bonnafous in Carcassone verschijnt zijn novelle Aurora,  in een oplage van 200 ‘genummerde’ ex. Het nr. 1 stuurt hij aan Suzanne ‘Aurora’ Herremans, het nr 2 aan zijn ouders. De meeste exemplaren worden verkocht aan de mede-soldaten, voor wie ze speciaal gedrukt zijn.

  • Daisne blijft in die periode ook verder gedichten schrijven. Gebundeld verschijnen zij onder de titel “Het einde van een zomer. Legerverzen uit de mobilisatie” in 1940 bij uitgeverij Manteau te Brussel.
  • Ook schrijf hij er de novelle ‘Renée’, dat gelardeerd met fragmenten gedichten, op literair autobiografische wijze, het Zuid-Franse landschap beschrijft (Brussel, Manteau).
  • Veel later, in 1957, zullen vele van deze oorlogservaringen opnieuw komen boven drijven in de roman ‘Lago Maggiore’.

5 augustus 1940: Herman Thiery krijgt zijn verlofpas: ‘Démobilisation anticipée pour raisons économiques et administratives’.

  • Vier dagen later staat hij terug thuis voor de deur van de Brittanniëlaan. Hij zou een grote gerookte ham bij hebben gehad en een eerste Omega-polshorloge.

Thiery sluit zich aan bij de weerstandsorganisatie ‘Onafhankelijkheidsfront’ (OF) te Gent. Hij treedt op als koerier en verspreidt vlugschriften en clandestiene bladen.

  • Het OF bundelt naast communistische strijders ook liberalen, katholieken en in mindere mate ook socialisten. Het is een vreemd strategisch huwelijk tussen de vooroorlogse rivaliserende strekkingen die zich allen terugvinden in het sterk antifascistische karakter van het OF.
  • Al zit het OF sterk ingebed in de Kommunistische Partij, de organisatie profileert zich als een pluralistische verzetsorganisatie, zoals blijkt uit hun blad Blad van de weerstand en de democratie.
  • Andere leden van het O.F. in Gent zijn Dr. André Alers, Dr. Lucien de Coninck, Achilles Mussche en Daisnes boezemvriend Robert Mussche, die in juni 1944 door de Duitsers wordt gearresteerd en naar Neuengamme wordt gevoerd, waar hij enkele uren voor de bevrijding door een geallieerde luchtaanval wordt gedood. In 1946 verschijnt van zijn hand “In memoriam Robert Mussche (Rudo Reyniers, ” Julien “, 1912-1945) “.

1942: Publicatie van zijn eerste belangrijke roman, ‘een verblindend nieuw en briljant geluid in de Nederlandse letteren’ zo luidt de kritiek: De trap van steen en wolken

  • De roman valt uiteen in twee delen. Een eerste deel speelt in de werkelijkheid (de ‘steen’ uit de titel) en vertelt over de liefde van Evert te Wigh voor een assistente aan de universiteit. Een tweede deel speelt in de verbeelding van Evert (de ‘wolken’ uit de titel), die een roman schrijft waarin alle belemmeringen voor zijn liefde voor de assistente zijn opgeheven. Waar het Daisne om gaat is de beschrijving van het grensgebied waar droom en werkelijkheid in elkaar overvloeien: de trap voor de verbinding van beide, het streven van de mens naar bovenzinnelijkheid.
  • In een nawoord geeft Daisne zelf tekst en uitleg en introduceert hij, verwijzend naar de Italiaanse auteur Massimo Bentempelli, het begrip magisch realisme. In 1966 zal hij – in het essay Wat is magisch-realisme? – de theorie van het genre uitdiepen en nuanceren.
  • Weinig bekend is dat Daisne nog tijdens de oorlog van de Trap… een uitgewerkt filmscenario maakte. Het reële gedeelte is daarin gesproken film in zwart-wit en de door Evert verzonnen roman stomme film in kleur. Aan het eind laat hij droom en werkelijkheid in elkaar overvloeien tot een gesproken kleurenfilm.

1943: Schrijft het toneelstuk ‘De charade van Advent’, maar de opvoering wordt door de Duitsers verboden. Het wordt in 1946 bekroond met de Driejaarlijkse staatsprijs voor toneel (periode 1943-1945

1944: Sluit zich aan bij de Kommunistische Partij en blijft lid tot 1946. Na de bevrijding in 1944 moet hij terug naar het leger als luitenant bij het Krijgsauditoraat, maar wordt kort daarop gedemobiliseerd.

1944: Huwt met Polly van Dyck en vestigt zich in Schaarbeek

  • Nog datzelfde jaar wordt een dochtertje Frédérique geboren dat echter nog geen drie maand later overlijdt.  Deze gebeurtenis zal Daisne voor de rest van zijn leven tekenen. Het echtpaar krijgt ook nog een zoontje Evert.
  • Zijn eerste huwelijk strandt en in 1957 huwt hij met Marthe Kinaupenne.

1945-1977: Hoofdbibliothecaris van de Gentse stadsbibliotheek. Bij zijn pensionering is de collectie van de bibliotheek meer dan vertienvoudigd..

1947: Publicatie van ‘De man die zijn haar kort liet knippen’.

  • Weisgerber, in ‘Aspecten van de Vlaamse roman’, wijst op de vele verwantschappen van dit boek met de romanfiguren van Dostojevski.
  • Het is een schijnbaar onsamenhangend (maar in wezen zeer hecht gestructureerde) reconstructie van de ondergang van een leraar die verliefd wordt op één van zijn leerlingen. In de verwarde geest van Govert Miereveld, die opgenomen is in een psychiatrische inrichting, staan droom en werkelijkheid niet naast elkaar maar vloeien in elkaar over.
  • De film wordt in 1965 succesvol verfilmd door André Delvaux met Senne Rouffaer in de rol van Govert Miereveld.

1948: Zijn sympathie voor het communisme bekoelt sterk door de – volgens zijn zeggen – ‘dialectische wartaal’ van het Internationaal Vredescongres van Intellectuelen in Wroclaw (Polen) in augustus 1948. Hij besluit dat het communisme te dogmatisch en autoritair optreedt en breekt met het communisme in oktober 1948.

  • Zijn boek “Van Nitsjevo tot Chorosjo“, een geschiedenis der Russische literatuur met bloemlezing (1948), wordt sterk bekritiseerd als politiek incorrect door de communist Nico Rost, een Frontmedewerker. Johan Daisne verwerkt deze onvrede in zijn boek “De vrede van Wroclaw, of een proeve van spijkerschrift op het IJzeren Gordijn” (1948).

1950: Zijn derde belangrijke publicatie is de visionaire novelle De trein der traagheid. Ze is oorspronkelijk opgenomen in de verhalenbundel Met dertien aan tafel. Pas in 1963 afzonderlijk uitgegeven in de reeks Marnixpockets door Manteau.

  • Een geheimzinnige treinreis voert de hoofdpersoon naar het grensgebied van leven en dood. De hallucinatie wordt afgebroken als hij bijkomt uit zijn bewusteloosheid: hij blijkt het slachtoffer te zijn van een treinongeluk.
  • Ook deze film wordt door André Delvaux verfilmd (1968) als Un train, un soir met Yves Montand in de hoofdrol.

Ook al schrijft Daisne daarna nog tal van romans ( o.a. Lago Maggiore (1957), Grüsz Gott (1958), De neusvleugel der muze (1959), Hoe schoon was mijn school (1959), Baratzeartea (1962), Als kantwerk aan de kim (1965), Reveillon-Reveillon (1966) en Ontmoeting in de zonnekeer (1967), geen van alle haalt ook maar bij benadering de intensiteit en de authenticiteit van beide romans uit de jaren ’40.

In de jaren 60 komt het tot een clash met de jongere generatie die hem tot symbool maken van al wat er fout was met de literatuur in Vlaanderen. Hij wordt een ‘vetgemeste rederijker’ genoemd en Freddy de Vree meent dat zijn werk moet bestreden worden ‘omdat het een gevaarlijk voorbeeld is van wat litteratuur niet mag zijn’. Onder leiding van Julien Weverbergh en zijn tijdschrift BOK ontspint er zich een ware wedstrijd in naar elkaar modder gooien.

Kunnen we stellen dat Daisne door de feiten werd ingehaald en dat zijn latere romans door de vernieuwende garde als hopeloos provincialistisch – vergeleken dan met Faulkner en Dos Passos – werden ervaren ? Wellicht wel.

1967: Wordt lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde als opvolger van Herman Teirlinck.

9 augustus 1978: Overlijden van Johan Daisne te Gent.

Johan Daisne werd in stilte gecremeerd. Zijn as werd uitgestrooid op de Westerbegraafplaats aan de Palinghuizen. Op het graf van zijn vader Leo-Michel Thiery (Westerbegraafplaats Gent, graf 4287) werd de naam van Johan Daisne aangebracht.

Over zijn werk

In alle genres geeft Daisne blijk van een wonderbaarlijke productiviteit.
DICHTER
  • Johan Daisne debuteerde met een dichtbundel “Verzen” in 1935. Het zijn eenvoudige gedichten in een stijl die dicht aanleunt bij het normale taalgebruik., wars van het toenmalige trend:  “experimenteren”. Hij heeft dan ook weinig succes. Toch bleef het dichten zijn verdere literaire carrière begeleiden en schreef hij nog “Het einde van een zomer” (1940), “Ikonakind” (1946), “Het kruid-aan-de-balk” (1953), “De nacht komt gauw genoeg” (1961) en het postuum verschenen “Gepijnde honing“.
ROMANSCHRIJVER
  • Wie Daisne zegt, kan niet rond deze pionier van het magisch-realisme in de Nederlandstalige literatuur. Het magisch-realisme ontstaat uit een spanning tussen de werkelijkheid van de  wereld en de werkelijkheid van de droom, een spanning die ons een glimp laat ervaren van iets dat hoger is dan deze werkelijkheden.
  • Zijn eerstelingen, “De trap van steen en wolken” (1942), en “Zes domino’s voor vrouwen (1942) voeren deze spanningen zeer hoog op. Hoogtepunten zijn “De man die zijn haar kort liet knippen” (1947), waarin de auteur aangeeft hoe hij het leven ervaart, en “De trein der traagheid” (1953).
In  “Ten huize van … ” formuleert Johan Daisne het als volgt:
“Als studenten me nu vragen wat de betekenis van het magisch realisme is, houd ik deze redenering: Je kent de romantiek, die twee elementen bevat: Dichtung und Wahrheit. De romantiek is een spel van die twee, een vrijblijvend, gratuit spel, om te vermaken of te boeien, er zit geen filozofie achter. Met het magisch realisme komt er een derde element bij. Ik schakel ‘vrijblijvend’ uit en konstrueer die buitenwerkelijkheid (de realiteit dus) en de binnenwerkelijkheid (de droom) zo, dat ze geordend en gericht worden. Dat zit trouwens in de titel van De trap. Het ‘steen’ is de tastbare, konkrete werkelijkheid, de ‘wolken’ zijn ook de werkelijkheid, maar de niet tastbare, de abstrakte. Wij zien beiden hier dezelfde kamer, maar ik zie ze anders dan jij voor wie zij nieuw is, terwijl ik ze zie met al wat erin is voorgevallen; mijn verbeelding speelt mee, ik zie herinneringen. En steen en wolken worden gebonden door de trap die opwaarts richt. Want de bedoeling van dat dooreengevoegde realisme is een zekere magie te wekken, de vonk van een geestelijk chemische reaktie, die ons misschien een glimp laat zien van iets hogers dan de werkelijkheid, met name van de Waarheid. In die zin heb ik de formule praktisch en teoretisch uitgewerkt. Ze is dus enigszins metafysisch, een romantiek die met een zekere filozofie is geladen. En ik meen dat die formule op veel belangrijke werken kan worden toegepast, op werken van alle tijden.”
(Joos Florquin, Ten huize van…10 – Davidsfonds Leuven 1974)
 
JOURNALISTIEK
  • Selecties uit zijn journalistiek werk verschenen o.a. in “Met een inktvlek geboren” (1961).
TONEEL EN AANVERWANTEN
  • Hoorspelen, filmscenario’s en vier toneelstukken, Daisne deed het allemaal en werd er zelfs voor bekroond. Zijn stukken zijn combinatie van Plato en Luigi Pirandello. Hun belang ligt eerder in hun experimentele karakter.
FILM
  • De filmkunst speelde reeds vanaf zijn jeugd een belangrijke rol in zijn leven en werk. Het Filmfestival van Knokke lag hem nauw aan het hart en hij schreef een viertalig “Filmografisch lexicon der wereldlitteratuur” in drie delen (1971, 1975, 1978). Door sommigen wordt dit zijn levenswerk genoemd.
TIJDSCHRIFTEN
  • Johan Daisne richtte in 1937 samen met M.Coole en L. van Brabant het poëzietijdschrift Klaver(en)drie (1937-1948)op.
  • Hij was verschillende jaren redacteur van Werk , Vooruit en Nieuw Vlaams Tijdschrift.
  • Hij schreef filmkritieken in de Periscoop.
OPTREDEN IN STRIPVERHALEN
  • Striptekenaar Marc Sleen (Nero strip) was een fan van Daisne. Hij verwees naar hem in het Nero-album De Wallabieten (1968). In strook 62 graaft de supersterk geworden Nero met blote handen uit rotsen een trap. Hij zegt: Een trap van steen en rotsen in plaats van Daisne’s trap van steen en wolken.
  • In het Kiekeboealbum De Ka-Fhaar (1982) kijken Kiekeboe en Charlotte naar het toneelstuk De Man Die Zijn Sigaar Kort Liet Knippen, een verwijzing naar Daisne’s stuk De Man Die Zijn Haar Kort Liet Knippen.

BEKRONINGEN

Bijna alle romans van de auteur werden vertaald in heel wat Europese talen.
  • 1946:  driejaarlijkse staatsprijs voor toneel (periode 1943-1945) voor “Het zwaard van  Tristan“.
  • 1951:  August Beernaertprijs van de Koninklijk Academie voor Taal- en Letterkunde (periode 1948-1949) voor “De man die zijn haar kort liet knippen
  • 1954:  literaire prijs van de stad Gent (1954) voor Het kruid-aan-de-balk : een bussel gedichten.
  • 1958:  Arthur Merghelinckprijs van de Koninklijk Academie voor Taal- en Letterkunde (periode 1955-1957) voor “Lago Maggiore“, een optimistisch boek verschenen in 1957  na een zware ziekte.
  • 1959:  driejaarlijkse staatsprijs voor romans (periode 1957-1959) voor De neusvleugel der  muze : een roman van de film.
  • 1960:  driejaarlijkse Staatsprijs voor “De neusvleugel der muze”.
  • 1966:  Het geluk werd bekroond in de luisterspelwedstrijd van de Nederlandse Radio-Unie en  de BRT
  • 1967:  internationale Koggeprijs-literatuurprijs van de stad Minden (Duitsland) voor zijn ganse oeuvre.

MEER OVER J. DAISNE

  • Rik Lancrock: Johan Daisne (1956)
  • Het tijdschrift Yang publiceerde in 1978 een extranummer over Johan Daisne
  • Lisette de Backer: Johan Daisne, een andere benadering (1983), brochure bij een herdenkingstentoonstelling in Nieuwpoort, van 29.10.1983 tot 13.11.1983
  • Lisette de Backer en Marcel de Backer: Herdenkingstentoonstelling Johan Daisne, 1912-1978 (1980), brochure bij de hoger vermelde tentoonstelling in het Pand te Gent; de sporen van het leven van de auteur in zijn werk worden er gedetailleerd in aangegeven. Dit werkje bevat ook een chronologische levensschets
  • De pool van de droom : van en over Johan Daisne (1983, samensteller: Hedwig Speliers) waarin een dertigtal auteurs verschillende aspecten van zijn leven en zijn werken (en de band tussen beide) belichten, o.m. F.P. Huygens met Het spel als droom : de daad naar een wet, beelden uit de levensfilm van Johan Daisne; Jan Theunynck verzorgde hiervoor een synthese-biografie met een overzicht van Daisnes bijdragen in tijdschriften
  • André Demedts: Johan Daisne, in: Nationaal biografisch woordenboek, dl. 10 (1983), p. 123-131
  • Johan Daisne, in Vlaanderen, jrg. 39 (1990), nr. 233, p. 392-418, met bijdragen van Anne Marie Musschoot (over Zes domino’s voor vrouwen), Guido van Puyenbroeck (over Hoe schoon was mijn school) en een uitvoerige bibliografie van en over Daisne, samengesteld door Luc Decorte
  • De Jaarboeken van het Studiecentrum Johan Daisne (1995- ) bevatten essays over hem evenals de verslagen van de jaarlijkse colloquia die aan hem werden gewijd.
Het Studiecentrum Johan Daisne bevordert studies over de auteur en over het magisch realisme als artistieke stroming; stimuleert het gebruik van de Daisne-archieven, bewaard in het AMVC en in de universiteitsbibliotheek van Gent, organiseert lezingen en tentoonstellingen.
Studiecentrum Johan Daisne
Constitutiestraat 89
2600 BERCHEM (ANTWERPEN)
Tel: Johan.Vanhecke@cs.antwerpen.be
 
  •  Johan Vanhecke, ‘Johan Daisne 1912-1978. Tussen magie en werkelijkheid’, Uitgeverij Houtekiet. -736p. (2015)

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Websites
Referenties
  • Jean Weisgerber, Aspecten van de Vlaamse roman (1927-1960). Polak en Van Gennep, Amsterdam 1963, pp. 160-181.
  • Johan Vanhecke, Het mirakel der wolven. De oorlogsmissie van Johan Daisne als onderluitenant Herman Thiery. In: Zacht Lawijd, jrg. 12 nr 1. 2013 pp. 2-27
  • Jef van Gool, Daisne, Johan, in: M. Janssens e.a (red.). Geboekstaafd. Vlaamse prozaschrijvers na 1945 (1988), p. 95-99;

BIBLIOGRAFIE & FILMOGRAFIE

Woordje vooraf

Deze bibliografie omvat 4 rubrieken:

  1.  Een chronologisch overzicht
  2. Een beknopt overzicht per genre alfabetisch op titel
  3. Een filmografie
  4. Johan Daisne in vertaling
De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij
  • Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
  • Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
  • Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
  • Bio- en bibliografie ‘van’ en ‘over’ Johan Daisne (o1912-†1978), bron: Vlaanderen. Jaargang 39. Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond, Tielt 1990.
  • POËZIECENTRUM vzw – Gent.
  • Johan Vanhecke, Johan Daisne. Een handschrifteninventaris met bibliografie van zijn verhalend proza en toneelwerk. Publicaties SBA/AMVC  25, Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven Antwerpen, 1989, 122p.
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.

A. Chronologisch overzicht

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1935 Verzen. (poëzie) Sint-Amandsberg : Varior. -31p.

Reeks: Cahiers van de Waterkluis . 3e reeks ; 2
Afmetingen:23.50 x 15.50 (ingenaaid)
Colophon: “Verzen” door Johan Daisne is het tweede schrift van de derde reeks “Cahiers van de Waterkluis”.
Benevens de gewone uitgave werden 10 preferente exemplaren gedrukt, genummerd van 1 t./m. 10 en door de dichter gehandtekend.. Januari 1936.
1935 Stof op het Kremlin: reportage van een studiereis in Sovjet-Rusland (reportage)

Gepubliceerd onder eigen naam: HERMAN THIERY
Gent: Vooruit. -29p.

In boekvorm ?
In 12 afleveringen 25 juni – 23 juli 1935
1936 Breuken herleiden. (poëzie) Daisne 5 Sint-Amandsberg (Nijverheidskaai 45): Varior. -56p.

Reeks: Cahiers van de Waterkluis ; IV, 1
Afmetingen: 23.50 x 15.50 (ingenaaid in kartonnen kaft)
Colofon: “Breuken herleiden” door Johan Daisne is het eerste schrift van de vierde reeks “Cahiers van de Waterkluis”. Het werd gezet uit de Hollandsche Mediaevalletter en gedrukt op 302 exemplaren, waarvan gemerkt   2 gemerkt A en B en gehandteekend door den dichter , op Lovelace papier, niet in den handel; 10 genummerd van 1 t/m 10 evenzoo gehandteekend, op Engelsch Featherweight, die de preferente uitgave vormen; 120, op Engelsch Featherweight , voor den handel; 150 voor de abonnenten op de “Cahiers van de Waterkluis” en 20 voor de pers.
1937 Poesjkien 1837-1937. Bescheiden bloem bij de mooie kroon door Vlaanderen gelegd op het hulde altaar van een Universeel genie. (vertaalde poëzie + essay)

Gepubliceerd onder eigen naam: HERMAN THIERY
Bevat:  ‘Woord vooraf’ (pp 3-7); het essay ‘Aljeksàndr Sergéjevietsj Poésjkien. De zon der Russische poëzie’ ( pp 8-31); de metrische vertaling uit het Russisch van ‘De bronzen ruiter. Een Peterburgsche vertelling door A.S. Poésjkien’ (pp 37-50): alle van de hand van dr. Herman Thiery.
Verder telt de uitgave de essays ‘Poesjkien als prozaschrijver’ door F.V. Toussaint van Boelaere (pp 25-31); en ‘Synthetisch beeld van Poesjkien’ door Achilles Mussche (pp 32-36) .
Het boekje wordt besloten met een ‘Kleine ruiker uit Poesjkien’s lyriek met drie gedichten op den dood van de dichter, metrisch vertaald uit het Russisch door dr. Herman Thiery’.(pp 51-62)
Daisne 45  Brugge: De Garve. – Achilles Van Acker, Eiermarkt 4, Brugge. -62p.

Afmetingen: 21.60 x 12 (ingenaaid
 
1937 Afreacties en fundeeringen. (poëzie) Sint-Amandsberg: ” Varior “. 72p.

Afmetingen: 24 x 16 (ingenaaid – zachte kaft)
Reeks: Cahiers van de Waterkluis ; IV, 6
Colofon: “Afreacties en fundeeringen” door Johan Daisne is het laatste schrift van de vierde reeks “Cahiers van de Waterkluis”.
Benevens de gewone uitgave werden vijf preferente exemplaren gedrukt. September 1937
1938 Kernamout. Een poema uit den herfst. (poëzie)

Met vijf houtsneden van Victor Stuyvaert.
1939: Uitgave bij A. Manteau in een beperkte en genummerde oplage van 200 exemplaren, gedrukt op  Universal Laid.
Den Haag: Leopold. -58p.

Brussel: A. Manteau.-57p. (1939)
1939 Gojim. een winterverhaal. (verhaal)

Illustraties: Frits van den Berghe.
Dit verhaal is het eerste scheppend proza van Daisne, geschreven in de winter van 1939 en gepubliceerd in het tijdschrift Werk, juni 1939
1943 & 1953: 2de  en 3de druk onder de titel ‘Raissa’ in ‘Zes domino’s voor vrouwen’.
1968: 4de druk in Gojim, gevolgd door Zuster Sharon, pp 5-59
1974: 5de druk in Johan Daisne omnibus pp 349-377
1976 & 1978: 6de en 7de druk in ‘Winterrozen voor een kwakzalver’ pp 231-267
1987: 8ste druk in ‘De beste verhalen van Johan Daisne’ pp 39-68.
Gent: Klaverendrie (Brittanjelei, 4a). -47p.

Afmetingen: 23.50 x 16.50 (ingenaaid)
Drukkerij A. Hessens, Brussel
Vertalingen:
1945: een Engelse (Goyim, a fantastic tale – Brussel, Meddens & Co), een Franse (Goyim – Bruxelles, Gelezniakoff) en een Russische (Goyim – Brussel, Gelezniakoff) vertaling.
De Engelse vertaling werd gemaakt door een zekere S.H., de Franse en de Russische versies waren van de hand van Johan Daisne zelf.
1940 Aurora. Verhaal. (verhaal)

1941: 2de druk bij Snoeck Ducaju en Zoon. -160p. (23 x 18 cm). Bandillustratie en teekeningen van Alice Vrebos
1943:
Opgenomen  in de bundel  ‘Zes domino’s voor vrouwen’. Uitg. A. Manteau (pp 39-126);
1953:  Opgenomen in ‘Zes domino’s voor vrouwen’  Rotterdam: Nijgh en Van Ditmar , pp. 33-113.
1987: Opgenomen in ‘De beste verhalen van Johan Daisne’ pp 69-156.

Daisne 31 Carcassone: Imprimerie L. Bonnafous et Fils, 48, rue de la Mairie -109p.

Afmetingen: 22.50 x 14 (ingenaaid)
Colofon: Aurora, een verhaal van Johan Daisne, aansluitend bij zijn vorige vertelling “Gojim” werd begonnen in de lente 1939 en beëindigd in de lente 1940, tijdens den oorlog en bij Bonnefous in Carcassonne gedrukt op 200 exemplaren. Alle zijn opgedragen aan haar wier gedachtenis al de dagen van dezen somberen tijd doorlicht heeft: Aurora van Erlevoort.
1940 Maud Monaghan. Een spionageverhaal. (roman)

Bandillustratie door Alice Vrebos
1943: Opgenomen in de bundel ‘Zes domino’s voor vrouwen’. Uitg. A. Manteau (pp 199-267)
1953: Opgenomen in ‘Zes domino’s voor vrouwen’ uitgave Rotterdam: Nijgh en Van Ditmar. pp 183-247
Gent: Uitgevers Snoeck Ducaju & Zoon (Begijnhoflaan 76, Gent). -128p.

Afmetingen: 23 x 17 (ingenaaid – zachte kaft)
1940 Renée. (novelle)

1943: Opgenomen in de bundel ‘Zes domino’s voor vrouwen’. Uitg. A. Manteau (pp 127-198)
1953: Opgenomen in ‘Zes domino’s voor vrouwen’. Uitgave Rotterdam: Nijgh en Van Ditmar, p.114-182.
Brussel: A. Manteau p.v.b.a. -95p.

Afmetingen: 20.25 x 14 (ingenaaid)
1940 Het einde van een zomer. Verzen van bij het leger. (poëzie)

Geïllustreerd door Alice Vrebos.
Met buikband waarop een foto van Daisne als militair en de tekst ‘Het eerste Vlaamsche dichtwerk over de mobilisatie’. (ontbreekt op foto)
Brussel : A. Manteau. -75p.

Afmetingen:23.30 x 15.50 (gebrocheerd)
Colofon: “Het einde van de zomer” een verzenbundel van Johan Daisne met vier penteekeningen van Alice Vrebos, werd geschreven in den herfst van 1939 en in Februari van 1940 gedrukt op de persen van de drukkerij A. Hessens te Brussel..
De oplage bedraagt 200 exemplaren genummerd van 1 tot 200. De ex. Nr. 1 tot 20 zijn niet in den handel.
1940 De nieuwere dichtersgeneratie in Vlaanderen. Een autografische en geïllustreerde bloemlezing van 47 dichters en 122 gedichten / bezorgd en historiografisch ingeleid door Dr Johan Daisne. Antwerpen: Van Uffelen & Delagarde. -120p.

De Vlaamsche Gids. Aparte uitgave van het speciaal nummer. Maart-April 1940.
1942 De charade van Advent. Toneelspel in drie bedrijven met voor- en naspel (theatertekst)

1943: Door de auteur in het Frans vertaald met als titel ‘La charade de l’Avent. Pièce en trois actes, avec prologue et épilogue. Musique de scène de Claude Grafé’/
Uitgever: Bruxelles: Le Calamé d’or. 176 p., 190 x 125
Brussel: Uitgeversmij. A. Manteau N.V.  -119p.

Afmetingen: 21.50 x 14.50
Het stuk ging op 19 december 1943 in de K.N.S. te Gent in première onder regie van Michel van Vlaenderen, en met begeleidende muziek van Claude Grafé.
1942 De trap van steen en wolken. Roman. (roman)

1944: 2de herziene druk, Brussel: Manteau/Rotterdam: Nijgh & Van Ditmar, 355p.
1947: 3de herziene druk, Brussel: A. Manteau, 367p. (ingenaaid & gebonden)
1953: 4de druk, Brussel: A. Manteau, 367p. (ingenaaid & gebonden)
1958: 5de druk, Brussel/Den Haag: A. Manteau, 367p. (ingenaaid & gebonden)
1964: 6de druk, Brussel/Den Haag: A. Manteau, 280p. (GMP vol 7)

1974: Opgenomen in Johan Daisne omnibus pp 17-347

1981: 12de druk, Antwerpen/Amsterdam: Elsevier-Manteau 263p. (GMP vol 7)
1987: 13de druk, Antwerpen/Amsterdam: Manteau 359p.
(21.50 x 13)
2000: Uitgave in de reeks ‘Vlaamse Bibliotheek’ nr 7, Antwerpen: Houtekiet / Baarn: De Prom
 
Brussel: Uitgeversmij. A. Manteau N.V. / Rotterdam: Nijgh & Van Ditmar N.V.  -360p.

Afmetingen: 24.25 x 16 (ingenaaid en gebonden met verschillende stofwikkels)
Drukkerij J Van Mierlo-Proost, Turnhout.Vertalingen:
1960: Duits vertaald door Georg Hermanowski onder de titel: Die Treppe von Stein und Wolken (Bonn, Verlag der Buchgemeinde)
Varia:
1979: Frans du Mong bezorgde in 1979 in de serie Omtrent van uitgeverij Manteau, Brussel-Den Haag een handleiding (66 blz.) bij de lectuur van De trap van steen en wolken.
1943 Zes domino’s voor vrouwen. (verhalenbundel)

Bevat: Raissa (= gojim uit 1939 /pp 11-38); Aurora (pp 39-126); Renée (pp 127-198); Maud (pp 199-267); Agnes (pp 269-285);  Veva (pp 287-329).
Bandteekening door Eug. Hermans.
1953: 2de druk bij Nijgh en Van Ditmar te Rotterdam, 303p. 2050 x 12.50 (Nimmer Dralend Reeks nr 40)
1973-74:  Knippenbergs Uitgeverij (Utrecht) brengt als ‘bulkboek nr. 16’ de verhalen Veva en Dieter bijeen plus het filmscenario De geboorte.
daisne-47 Brussel: Uitgeversmij A. Manteau n.v. . -332p.

Afmetingen: 24.25 x 16 (gebonden & ingenaaid met stofomslag)
Colofon: Zes domino’s voor vrouwen, door Johan Daisne werd in december 1943 gedrukt op de persen van de drukkerij Anneessens te Ninove, in opdracht van de uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. te Brussel.
Toelatingsnummer: 3474.
1944 Hermine-uit-de-storm. Een cyclus verzen uit en voor het leven. (poëzie)

Band door Prof. R. Bruynseraede.
Brussel: A. Manteau. -120p.

Afmetingen:20.75 x 15.60 (ingenaaid)
Colofon: ‘Hermine-uit-de-storm. Een cyclus verzen uit en voor het Leven’, door Joh. Daisne, werd in November 1944, voor de Uitg. Mij. A. Manteau, te Brussel, gedrukt op de persen van de N.V. Drukkerij Erasmus te Gent (Ledeberg) in de Garamond letter, in een oplage van 250 ex.
1944 “En dit is ’t vuur ” (gedicht)

In: Vier gedichten. Raymond Herreman, Johan Daisne, Bert Decorte en Herwig Hensen.
Brussel: A. Manteau. -5p.

Losbladige uitgave: 5 losse bladen in een mapje; tweekleurendruk: zwart-rood; In een oplage van 550 genummerde exemplaren.
1945 Drie-hoog-voor. Gedichten uit de kleine kamer. (poëzie)

Omslagvignet van Victor Stuyvaert.
Geschreven in 1943 en uitgegeven in september 1945, verschillende gedichte van licht experimenteel tot gedragen, van spottend (over horoscopen) tot geladen.

Brussel: A. Manteau. -64p.

Afmetingen:18.50 x 14.30 (ingenaaid – zachte kaft)
Colofon: ‘Drie-hoog-voor’, Gedichten ut de Kleine Kamer (1943) door Johan Daisne, werd in September 1945, voor de Uitg. Mij. A. Manteau, te Brussel, gedrukt op de persen van de N.V. Drukkerij Erasmus te Gent / Ledeberg, in een oplage van 250 ex., genummerd van 1 tot 250.
1945 Tale Quale. Zo als het reilt… Verzen. (poëzie) Mechelen: Scientia. -29p.

Reeks: Scientia-dichtbundels nr 1
Afmetingen:23.50 x 15.50 (ingenaaid)
Colofon: Deze bundel werd gedrukt op 300 ex. en kwam van de persen der Drukkerij Uitgeverij FR. Van der Zeypen, Ontvoeringsplaats, 2 Mechelen November 1945.
 
1945 De liefde is een schepping van vergoding. (bundeling van toneelstukken)

Bevat: Veva (pp 7-102); Het zwaard van Tristan (pp 105-173); Tine van Berken (pp 175-261)

Brussel: A. Manteau. -263p.

Afmetingen: 25.00 x 16.00

NOTA’S bij ‘De liefde is een schepping van vergoding

VEVA

  • 1945: In: De liefde is een schepping van vergoding,  pp 1-102
  • 1956: [Franse vertaling] Véva. Version française établie par l’auteur d’après l’original néerlandais. Bruxelles Editions Dutilleul 125p. Afm. 17.50 x 12.00.
  • 1947: Veva. Een levensbeeld in 4 deelen door Johan Daisne, werd gecreëerd in de KNS te Antwerpen op zondag 30 maart 1947 in een regie van Maurits Balfoort.

TINE VAN BERKEN. TONEELSPEL IN DRIE BEDRIJVEN

  • 1945: In: De liefde is een schepping van vergoding,  pp  175-261
  • 1945: [Franse vertaling door Daisne zelf] Tine van Berken, pièce en trois actes. Gand: Les Editions Daphné. -111p. Afm. 18.50 x 13
  • 1945: Gecreëerd als galavoorstelling van en voor het Nationale Studententoneel op 19 februari 1945 in KNS Gent in een regie van Johan Daisne.
  • 1957: Op 25 februari 1957 werd het stuk opneuw opgevoerd in KNS Gent door de Toneelgroep der [Gentse] Germanisten en de Vereniging voor Beschaafde Omgangstaal. Daisne maakte hiervoor een aangepaste speeltekst.
  • De schrijfster Tine van Berken (1870-1899) speelt ook een rol in Daisnes roman ‘De trap van steen en wolken’. (Tine van Berken was een Nederlandse onderwijzeres, te vroeg gestorven om ruime bekendheid te verwerven voor haar literair werk).

HET ZWAARD VAN TRISTAN

  • 1945: In: De liefde is een schepping van vergoding,  pp 105-173
  • 1948: Publicatie van de oorspronkelijke Franse versie L’Epée de Tristan. Pièce en trois actes. Bruxelles: Editions de la cité,  -127 p. Afm. 18.50 x 12.50
  • 1944: Creatie op 4 november 1944 in de KNS te Gent, in een regie van Michel van Vlaenderen, met begeleidende muziek van Claude Grafé.
  • 1950: Uitgezonden als luisterspel op BRT 1 in een bewerking en regie van Frans Roggen op 12 december 1950van 20 uur tot 21.30 uur
  • 1953: Heropgevoerd door Theater op Zolder te Antwerpen van 9 oktober tot en met 22 oktober 1953, in een regie van Denise de Weerdt
1945 De Russiese literatuur. Een geïllustreerde gids. (studie) Gent: Uitgave Thiery ; Brussel : Johan Daisne. -16p.
1946 Ikonakind. (poëzie)

Het omslagvignet is van Victor Stuynaert en werd uit de hand geschilderd
Brussel: A. Manteau. -32p.

Afmetingen: 22 x 13.80 (ingenaaid – omslag ontworpen als briefomslag)
Colofon: De gedichtenbundel “Ikonakind” van Johan Daisne is gezet uit de letter Egmont en werd in opdracht van de Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. te Brussel in Juli 1946 gedrukt in een oplaag van 220 genummerde exemplaren, door de N.V. Van Melle te Gent.
1946 Drie verzen maar, mijn Fred… (poëzie) Gent: H. Thiery. -8p.

Reeks: Klaverdrie, Maart 1946
1946 In memoriam Robert Mussche (Rudo Reyniers, ” Julien “, 1912-1945)

Met portretfoto van Robert Mussche tegenover het frontispice.

Gent: Drukk. A. Vandeweghe. -39p.

Afmetingen: 28 x 19 (ingenaaid – zachte kaft)
Colofon: Dit In-Memoriam is in de lente van 1946 van de persen de Drukkerij Aug. Vandeweghe, N.M., te Gent, gekomen, in een oplaag van 1500 exemplaren, waarvan 50 op featherweight, genummerd van 1 tot 50 en 1450 op houtvrij papier, genummerd van 51 tot 1500; Dit is Nr …

1946 De nacht staat op een kier. (poëzie)

Met een inleiding van Paul De Ryck en een portrettekening van Marc Neels
Hoogstraten: Moderne Uitgeverij. -19p.

Reeks: De Spiegel ; 2e jaarg., 1946, nr 2
Afmetingen:21.40 x 13.70 (geniet)
1946 Het portret. (hoorspel)

1946: Opgenomen in ‘Schimmen om een schemerlamp’ pp 149-163
1957: Brussel NIR, 7.12.1957  21p. Regie Frans Roggen 30.00 x 21.00 (gestencilde uitgave op 35 ex. nr 1123/57
1960: Brussel BRT 30.09.60 22p. 30.00 x 21.00 (gestencilde uitgave op 20 ex. nr ontbreekt)
1964: Opgenomen in ‘Schimmen om een schemerlamp’ pp 130-145
Brussel: Belgisch Nationaal Instituut voor radio-omroep N.I.R., Vlaamse Gesproken Uitzendingen. -23p.

Afmetingen: 27.40 x 20.50
Gepolycopieerde uitgave op 15 ex.: nr. 167/1946

1946 Schimmen om een schemerlamp. (verhalenbundel)

Illustraties en omslagontwerp met 18 pentekeningen van Eug. Hermans.
Bevat: Kachels, “Uit het kleine, ’t grote”, Kameraad Tsjikokoekawa, Darjal Hananapur, Het schilderij van Lucio de Ferri, Van de spoken die wij zijn, Gavotte du temps jadis, “Hof ter Meren”, Het testament van Dr. Mabuse, Rare mémoires, De grote Johannes, Bezsonov, Heer zijn wij de trein die rijdt of de trein die stilstaat?!, Kortsluiting in een schrijfmachine, Dobbelstenen, De dood op de motorfiets, De Tempel der Gebroken harten (hoorspel), Het portret (hoorspel))
Latere drukken:
1964: 2de druk bij Manteau te Brussel/Den Haag in de reeks Marnixpockets nr 19.
1967: 3de herziene editie – Marnixpockets nr 19  (18 x 10.50 – garenloos gebrocheerd)
Brussel: Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. -164p.

Afmetingen: 21 x 13.50 (gebonden met stofomslag)
Colofon: Dit werk van Johan Daisne werd in november 1946 gedrukt op de persen van de drukkerij Anneessens te Ninove, in opdracht van de uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. te Brussel.
1975: Het verhaal ‘De dood op de motorfiets’, wordt opgenomen in ‘Verhalentrommel. Nederlandse en Vlaamse vertelkunst na 1945 tot heden’ (Antwerpen-Amsterdam, De Nederlandsche Boekhandel, 19792), blz. 8-16.
1946 Het boek der zeven reizen, de zeven reizen van elk hart, van juichen en vergrijzen tot overwonnen smart. Verzamelde gedichten 1937-1944. (poëzie)

Op de boekband luidt de titel enigszins anders dan op de titelbladzijde, nl. Zeven reizen boek.
Antwerpen: De Sleutel. -351p.

Oplage 500 ex.
1947 De Hollandse reis. Nederland richt zich op… Een reportage en een poëtisch tijdsbeeld van herrijzend Nederland. (reportage en gedichten)

De tekening op de omslag is van André Vlaanderen
1972: 2de druk met 15 door de auteur gemaakte foto’s achterin.
Brugge: Typo “Luxor”, Schaarstraat, 33. -54 p.

Afmetingen: 25 x 16.50 (ingenaaid)
Van dit boek werden driehonderd exemplaren getrokken.
1947 De man die zichzelf optelefoneerde. (lees-en luisterspel)

25 mei 1947: Uitgezonden als hoorspel door het N.I.R. te Brussel. Regie: Frans Roggen. Geluidsregie: Robert Bernaerd. De muziek van Pieter Leemans werd door hemzelf op de vleugel uitgevoerd.
1950:
Opgenomen in de bundel ‘Met dertien aan tafel’ pp 69-99.
1969: Opgenomen als ‘De man die zichzelf belde’ in ‘Met zeven aan tafel’ pp 65-86.
Antwerpen: Ontwikkeling S.M. -32p.

Afmetingen: 25.80 x 17.80
Overdruk uit: Nieuw Vlaams tijdschrift 1947 sept., p. 233-265Vertalingen:
1956: Vertaald in het Zuid-Afrkaans als ‘De mn war hemself gebel het’ door Anna C. Louw. Johannesburg: Suidafrikaanse Uitsaaikorporasie.
1947 De man die zijn haar kort liet knippen. Roman. (roman)

Vertalingen
1958: Duitse vertaling door Georg Hermanowski onder de titel: Der Mann der sein Haar kurz schneiden liess (Bonn, Bonner Buchgemeinde
1959: Spaans door Tine de Vries als Vértigo (Barcelona, Editorial Miguel Arimany)
1965: Frans door Maddy Buysse (titel: L’homme au crâne rasé – Paris, Editions Albin Michel)
Z.d.: Grieks door lanes Io Skokko (Ho ànthropos mè to xurisméno kefali – Athenai, Athan. Magkanias)
1965: Engels door prof. dr. S.J. Sackett (The man who had his hair cut short – New York, Horizon Press)
1967: Zweeds door Sonja Pleijel (Mannen som lätt snagga sig – Stockholm, Almqvist & Wicksell)
1968: Pools door Jadwiga Oledzka (Czlowiek z ogolona glowa – Warszwa,
Instytut Wydawniczy Pax),
1971: Portugees door Pedro Bom (Homem da cabeça rapada – Lisboa, Publicaçôes Europa-América)
1978: Sloveens door Janko Moder (Clovek, ki se je dajal kratko stici – Muska Sobota, Pomurska Zalozba).
Brussel: Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. -281p.

Afmetingen: 21 x 13.50 (ingebonden met stofomslag)
Colofon: “De Man die zijn Haar kort liet knippen” werd door Johan Daisne in de maand Augustus van het jaar 1946 geschreven en een jaar later in de Horley 12 punt, gedrukt op de persen der Drukkerij Erasmus te Ledeberg bij Gent, in opdracht van A. Manteau N.V. te Brussel.
1950: 2de druk, Rotterdam/’s Gravenhage: Nijgh & Van Ditmar in de Nimmer Dralend Reeks nr 27
1958: 3de druk Brussel/Den Haag: Manteau 223p. Ad Multos Reeks.
1962: 4de druk- speciaal herzien door de auteur die verzoekt hem als de ‘voorlopig definitieve’ te beschouwen. Brussel/Den Haag: Manteau GMP vol 1
1966: 7de druk (Filmeditie), ibidem, Omslagontwerp: Stefan Mesker. Typografie: Aldert Witte.Druk Geuze Dordt.
Daisne 51  7de druk filmeditie
1986: 19de druk Brussel/Den Haag: Manteau GMP vol 1
1947 Bidsnoer voor de heroïsche film, of het daglicht in de toverlantaarns. (filmatiek) Brussel: De Vlaamse Gids. -39p.
1947 In het teken van Esmoreit: een geïllustreerde bundel toneelopstellen. (toneelopstellen) Antwerpen: Ontwikkeling S.M. -56p.
1947 Moskou 800 jaar. (studie)  Gent: Het Volk.
1947 Egbertha in de onderwereld. (kerstverhaal)

1948: Brussel: De Vlaamse Gids. -21p.
Overdr. uit De Vlaamse Gids . 32e jaarg., 1948, nr 1, Jan., blz. 10-30 (Afmetingen: 24.50 x 17.50 – geniet)
1949: In Snoeck’s grote almanak (Uitgave Snoeck-Ducaju) onder de titel ‘Egbertha’ pp 92-96 (korte versie met 2 ill. van Renée Ringel)
1950: Opgenomen in de verhalenbundel: Met dertien aan tafel, pp 39-68 (lange versie)
1969: Opgenomen in ‘Met zeven aan tafel’ pp 28-64 (lange versie)
 Gent: Een privé-vooruitgave van de Gentse Jongensvakschool. -[4]p. (korte versie)

Afmetingen: 32 x 24

1947 Het venster op het leven. (vertelling)

1949: Opgenomen in Omnibus voor de jeugd (ed. Annie Winkler-Vonk) Amsterdam: Amsterdamse Boek- en Courantmij. pp 345-354
1950:
Opgenomen in ‘Met dertien aan tafel’ pp 9-18
1964: Opgenomen in De wedloop der jeugd pp 60-67
Vertalingen:
1967: Vertaald in het Frans door Maddy Buysse als ‘La Fenêtre sur la Vie. Nouvelle de Johan Daisne in: Les Cahiers de la Biloque, Revue Belge d’Humanisme Médical. Jrg. 17 nr 6, nov-dec 1967 pp 205-212
1976: Vertaald in het Noors door Kare Langvik-Johannessen), als Vinduet mot livet, in: Fra de Lave Land og over hav (ed. Kare Langvik-Johannessen), Flekkefjord: Solum Forlag, 1976, pp 61-71.
 Gent: Snoeck-Ducaju en Zoon.  -12p.

Afmetingen: 20.00 x 15.00
Overdruk uit Snoeck’s grote Almanak 1948 pp 81-89 (met 2 illustraties van Renée Ringel)

Uitgezonden op BRT 2 Oost-Vlaanderen op 14 maart 1947 om 21u15-21u30.

1948 Hedendaagse filmkunst. Herinneringen en beschouwingen. (essay-filmatiek)

Het betreft hier een verslag van het eerste internationale Filmfestival te Brussel van 1 tot 30 juni 1947. Na enkele beschouwingen over het Festival en haar organisatie bespreekt Daisne de zowat 60 films uit 15 landen die er werden vertoond.

Gent: De Vlam. -240p.

Afmetingen: 22.70 x 15.40 (ingenaaid – zachte kaft met stofomslag)

1948 Van Nitsjevo tot Chorosjo! Tien eeuwen Russische literatuur. (studie)

Een geïllustreerde en van bio-bibliografische aantekeningen voorziene anthologie der Russische literatuur sinds haar aanvang tot heden.

Brussel: Uitgeverij Electa. -471p.

Afmetingen: 20.50 x 14.30 (ingenaaid – zachte kaft et flappen)
100 exemplaren van Van Nitsjevo tot Chorosjo! genummerd van 1 tot 100 werden gedrukt op Featherweight papier.
Drukkerij H. Van Laethum, Manchesterstraat 3 Brussel
1948 Reisebilder uit bezet Duitsland. (reportage)

Pentekeningen door G. Van Obberghen
Antwerpen: Uitgeverij Ontwikkeling S.M. -86p.

Afmetingen: 17.50 x 11.75 (ingenaaid)
Druk: Excelsior N.V. Antwerpen
1948 L’épée de Tristan. Pièce en trois actes. (theatertekst)

Eerste afzonderlijk publicatie van de Franstalige versie.
1945: Nederlandstalige versie gepubliceerd in de bundeling ‘De liefde is een schepping van vergoding’ pp 105-173.

Brussel: Editions de la Cité. -127

Afmetingen: 18.50 x 12.50

1949 Het eiland in de Stille Zuidzee. (verhaal)

1949: Oorspronkelijk gepubliceerd in De Vlaamsche   Gids, 1949, XXXIII, blz. 202-204.
1963: 3de herziene en aangevulde versie verschenen als “Venezy, Een wild verhaal uit de oude kroeg der jeugd“. Antwerpen: Ontwikkeling 77p. (22 x 14, gebonden)
1972: Opgenomen onder de titel ‘Zaza, of het eiland in de Stille Zuidzee’ in de bundel 4 × andermaal (Antwerpen, Standaard Uitgeverij/Amsterdam, Moussault’s Uitgeverij, 1972, blz. 33-82).
1978: Nogmaals heruitgegeven door Elsevier Manteau, Brussel-Amsterdam als Venezy, of het eiland in de Stille Zuidzee als nr 167 in de reeks Grote Marnixpockets.
1979: 2de druk Brussel, Manteau GMP 163.
1987: Opgenomen in ‘De beste verhalen van Johan Daisne’ pp 241-282.
Brussel: Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. -90p.

Afmetingen: 18 x 11.50 (gebonden – zachte kaft)
Colofon: Het eiland in de Stille Zuidzee door Johan Daisne werd in maart 1949 gedrukt op de persen van Drukkerij Hessens te Brussel, in opdracht van Uitg. Mij. A. Manteau te Brussel.
 
Nota: De uitgave voor de Nederlandse markt werd verzorgd door Wereldbibliotheek, Amsterdam/Antwerpen.
1949 De vrede van Wroclaw, of een proeve van spijkerschrift op het Ijzeren Gordijn. Suivi d’un résumé en langue française (studie)

Verslag van zijn deelname – op uitnodiging van de Poolse regering – aan het Wereldcongres der  Intellectuelen voor de Vrede te Wroclaw.

Brussel: Uitgeverij Electa. -147p.

Afmetingen: 18.25 x 12.50 (ingenaaid – zachte kaft met geïllustreerde stofomslag)
Drukkerij H. Van Laethum Manchesterstraat, 3 Brussel
1949 Twee schelpen. (verhaal)

1950: Opgenomen in ‘Met dertien aan tafel’ pp 251-282
1967: Opgenomen in ‘Twee schelpen en wat gruis’ pp 7-67
Brussel: De Vlaamse Gids. -2 +23p.

Afmetingen: 25 x 18 (geniet)
Overdruk uit De Vlaamse Gids, jg. 33 nr 11 (november 1949) pp 647-669.
1949 Losse beschouwingen voor het dossier van het magisch realisme. (studie) Antwerpen: Excelsior. -22p.

Overdruk uit: Nieuw Vlaams Tijdschrift 1948, aug. p. 221-242
1949 De Madonna met bebloede lippen. Een hoorspel in 4 bedrijven. (hoorspel)

1950: Opgenomen in ‘Met dertien aan tafel’,  pp 199-249.
1969: Opgenomen in ‘Met zeven aan tafel’ pp 134-172.

Brussel: Belgisch Nationaal Instituut voor radio-omroep N.I.R., Vlaamse Gesproken Uitzendingen. -59p.

Gestencilde uitgave op 35 ex. : nr. 435/49
Afmetingen: 27.50 x 20.50
Uitgezonden op BRT 1 op 29 november 1949 20u00-21u20; en 18 maart 1953 20u00-21u12. Op BRT 3 op 19 mei 1979 15u00-16u20 en op 22 mei 1979 22u00-23u20.
1949 Winterrozen voor een kwakzalver. (verhaal)

1947: Verschenen in De Nieuwe Stem, jg 2 nr. 9 (sept. 1947), pp 542-559.
1948: Opgenomen in Belgisch Tijdschrift voor Militaire Geneeskunde, jrg 101 nr. 9-10 (sept.-oct. 1948), pp 67-84
1950: Opgenomen in ‘Met dertien aan tafel’ pp 19-38
1969: Opgenomen in ‘Met zeven aan tafel’ pp 5-27
1976 & 1978: Opgenomen in ‘Winterrozen voor een kwakzalver’  pp 7-32
1987: Opgenomen in ‘De beste verhalen van Johan Daisne’ pp 219-240

Gent: Snoeck-Ducaju & Zoon. -18p.

Afmetingen: 21.50 x 13.75 (geniet)
Overdruk uit De Radioweek, 9-15 november 1947 21p.

Uitgezonden op BRT 1 op 31 october 1947 om 19u50-20u00 (ingekorte versie)

1950 Met dertien aan tafel. Of knalzilver met schelpgoud. (verzamelbundel)

Bevat: Het venster op het leven (pp 9-18), Winterrozen voor een kwakzalver (pp 19-38), Egbertha in de onderwereld (pp 39-68), De man die zichzelf optelefoneerde (hoorspel) (pp 69-99), De trein der traagheid (pp 101-150), De fan (pp 151-157), Verrijzenis (pp 159-174, Oswiecim (pp 175-190), De ogen in het wiel (pp 191-198), De madonna met bebloede lippen (hoorspel) (pp 199-249), Twee schelpen (pp 251-282), De wedloop der jeugd (pp 283-332) en Dossier nr. 20.174 (pp 333-376).
Band: Jozef Cantré
Brussel: Uitgeverij Electa. – 376 p.

Afmetingen: 21.50 x 15 (ingenaaid)
Drukkerij H. Van Laethum Manchesterstraat, 3 Brussel.
Nota: Het hoorspel ‘De madonna met de bebloede lippen’ werd voor het eerst uitgevoerd door de N.I.R. te Brussel op 25 november 1949. Muzikale aanpassing: Jef Maes. Regie: Frans Roggen. Geluidsregie: Robert Bernaerd. Omroeporkest o l v Leonce Gras.
1950 Kritiek van de kinematograaf. Een filmografisch bestek (filmatiek) Gent: ” De Vrienden van de toverlantaarn “, Filmclub. -52p.

Afmetingen: 25 x 15.50 (ingenaaid, kaft met flappen
Veel foto’s buiten de tekst.
1950 Kroonfilms van altijd. (filmatiek) Gent: Snoeck-Ducaju en Zoon. zp
1950 De wedloop der jeugd. (verhaal)

Eerste afzonderlijke druk.
1950: Verschenen in de bundel “Met dertien aan tafel” pp 283-332
1964: Schooluitgave onder de titel: De wedloop der jeugd / Het venster op het leven / De fan.  Antwerpen: Ontwikkeling. pp 21-59
1976: Opgenomen in ‘Winterrozen voor een kwakzalver’ pp 167-230
Gent: Snoeck-Ducaju en Zoon.   -41p.

Afmetingen: 24.50 x 15.50 (ingenaaid)
Overdruk uit Belgisch Tijdschrift voor Militaire Geneeskunde, jrg 103 nr. 7-8 (juli-augustus 1950), pp 33-48; nr 9-10 (september-october 1950) pp 49-72.
1950 Katten en honden sterven als kinderen. (hoorspel)

1952: Opgenomen als novelle in de bundel ‘Zes Vlaamse verhalen’ pp 87-103, uitgegeven bij Nijgh & Van Ditmar

Brussel: Belgisch Nationaal Instituut voor radio-omroep N.I.R., Vlaamse Gesproken Uitzendingen. -28p.

Gestencilde uitgave op 35 ex.
Reeks: Luisterspel-wedstrijd 1950
Uitgezonden op BRT 1 op 19 juni 1951 20u00-20u45
1951 Florence en de film, of een blozende lelie als brandmerk. (filmatiek) Antwerpen: Ontwikkeling. -36p.

Overdruk uit: Nieuw Vlaams Tijdschrift. 1951, 5, p. 483-516.
1951 Roman en leven. (essay) Antwerpen: Standaard. -6p.

Overdruk uit: Dietsche Warande en Belfort 1951, p. 197-202.
1952 Katten en honden sterven als kinderen. (novelle) Uit de bundel: “Zes Vlaamse novellen” pp. 87 – 103.

Uitgeverij: Nijgh & Van Ditmar N.V. Rotterdam/’s Gravenhage.
Reeks: Nimmer Dralende Reeks nr 36
Afmetingen: 20 x 12 (gebonden met stofomslag)
1953 Het kruid-aan-de-balk. Een bussel gedichten. (poëzie)

Het vignet op de omslag is van S.L. Hartz.
Brussel: Manteau. -95p.

Afmetingen: 22 x 14.50 (gebrocheerd)
Colofon: In het najaar van 1953 gezet uit de Bembo en gedrukt door Joh. Enschedé en Zn te Haarlem op Hollands Vergé van Van Gelder en Zonen in een oplage van 500 genummerde exemplaren.
1955 De vier heilsgeliefden. (verhalenbundel)

Bevat: Edl. De heilsgeliefde (pp.9-58); Benetrix. De gouden spijker (pp. 59-70); Morhanita. Het bekken der vaas (pp. 71-76); Amoëne. Het hemd (pp. 77-85); Vaarwel, vier heilsgeliefden (gedicht) p 87.
Het eerste van de vier verhalen verscheen aanvankelijk in het N.V.T.,  jrg 5 (juli 1951) pp 1109-1151.
1964: 2de herziene druk, ibidem 123p.
1973: 3de druk bij Paris-Manteau, Amsterdam/Brussel, Grote Marnix Pocket 78, -88 pp, omslag Robert Nix / Alje Olthof.
Antwerpen/Amsterdam: Ontwikkeling S.M.. -88p.

Reeks: Nieuw Vlaams Tijdschrift Reeks.
Afmetingen: 22.25 x 15.50 (gebonden met stofomslag)
Colofon: De vier heilsgeliefden door Johan Daisne werd gedrukt in 1000 ex. op de persen van Drukkerij Excelsior in opdracht van Uitgeverij Ontwikkeling beide te Antwerpen.
Nota: Het verhaal ‘Het hemd’ werd uitgezonden op BRT 1 in: Ons uurtje voor de vrouw, op 8 december 1953, 20u15 – 21u00
1955 Mijn voorouders. In: “Familiealbum- Vlaamse auteurs schrijven over hun voorouders”
1956 Véva. Pièce en trois actes. (theatertekst)

Eerste afzonderlijke uitgave
Véva werd
in 1947 gecreëerd door het Nationaal Toneel Antwerpen in de KNS te Antwerpen

Brussel/Parijs: Editions Duttilleul. -121p.

Afmetingen: 17 x 13 (ingenaaid)
 Colofon: Achevé d’imprimer sur les presses anciennes de Dutilleul, Editeur à Paris et Bruxelles, 6, rue de l’Escalier – à 400 exemplaires qui constituent l’édition originale d’expression française.

1956 Filmatiek, of De Film als levenskunst. (essay)

Met 42 filmfoto’s; noten en namenregister.
Bevat 3 afdelingen: 1. Van doek tot doek. Filmatische beschouwingen (pp 3-179); 2. Film, eeuwige jeugd. Bedenkingen en herdenkingen. (pp 180-230); 3. Papier en celluloid. Filmatische Proeve van Filmo-Bibliografie (pp 229-304)
Brussel / Amsterdam: Elsevier. -XV-304p.

Afmetingen: 20.20 x 14 (gebonden – linnen band met stofomslag)

1956 ’t En is van u hiernederwaart. (stamboomverhaal)

Geïllustreerd met portretfoto’s van zijn familie.

Brussel: Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. -31p.

Afmetingen: 20 x 11 (ingenaaid – zachte kaft)
Colofon: ’t En is van u hiernederwaart’ door Johan Daisne werd in het voorjaar van 1956 gedrukt op de persen van N.V. Boek- en Steendrukkerij “De IJsel” te Deventer in opdracht van A. Manteau te Brussel.
1956 Versleer in vogelvlucht. Anti-experimentele les. Antwerpen: Excelsior. -7p.

Overdruk uit: Persoon en gemeenschap. – (1956)
1956 Russische namen in het Nederlands. Spelling en uitspraak. Kleine handleiding met woordenlijst / Johan Daisne ; Voorbericht van Willem Pée (studie) Daisne 49_1956 Brussel: Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. -23p.

Afmetingen: 20 x 11.5 (ingenaaid)
1957 Lago Maggiore. De roman van een man, de roman van een vrouw. (roman)

Band en omslag: P.A.H. van der Harst
1956: Fragmenten uit de roman verschenen onder de titel De huisbreukelingen in N.V.T., 1956, X, blz. 1249-1305; 1957, XI, blz. 20-69; 119-153.
1957: Ook in De Groene Amsterdammer van 10 augustus 1957 verscheen een fragment uit de roman.
Vertalingen
1957: In het Duits vertaald onder de titel Lago Maggiore. Roman eines Mannes. Roman einer Frau door Georg Hermanowski (Bonn, Bonner Buchgemeinde)
Daisne 22 Brussel: Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. -295p.

Afmetingen: 22.75 x 15.25 (gebonden met stofomslag)
N.V. Drukkerij Erasmus Ledeberg/Gent
Herdrukken
1959: 2de druk, Brussel: Manteau -297p.
1965: 3de druk, Brussel: Manteau -239p. Grote Marnixpocket vol 20.
1975: 4de druk, Brussel: Manteau -239p. Grote Marnixpocket vol 20.
1957 Lantarenmuziek: een nieuwe bundel filmatiek, ter gelegenheid van het 60ste jaarfeest van de bioscoop. (filmatiek) Daisne 2 Antwerpen: Nederlandsche Boekhandel. -238p

Uitgaven van het Willems-Fonds. – Gent; vol. 193.
Afmetingen: 21.80 x 15.40 (ingenaaid)
1958 De vierde engel. Een verhaal. (verhaal)

Met 4 houtgravures van Luc De Jaeghere.
1959: Opgenomen in: Handel en Ambacht, 19.12.1959, pp 6-7 (met 2 illustraties van Willy Bosschem)
1961: Opgenomen in Tydskif vir Letterkunde, jg. 11 nr 4 (dec. 1961), pp 42-53
1965: Opgenomen in de bundel Charaban pp 24-37
Daisne 23 Amsterdam: Wereld-Bibliotheek-Vereniging. -15p.

Afmetingen: 19.50 x 13 (geniet)
Colofon: een verhaal van Johan Daisne, werd met houtgravures van Luc De Jaeghere in de werkplaatsen van Wereld-Bibliotheek te Amsterdam gedrukt voor de leden van de W.B.-Vereniging als Nieuwjaarsgroet 1959.
1958 Letterkunde en magie. (essay)

1966: vanaf deze 2de druk in (in Het geluk, cf. hieronder) luidde de titel: Wat is magisch-realisme. Een kort essay over letterkunde en magie.
1973: 4de druk
Antwerpen: Ontwikkeling S.M. -47p.
1958 Feest van de film. Het WT-festival Brussel ’58. (filmatiek) Gent: De Vlam. -111p.
1958 Film en tijd. Een confrontatie der belangrijkste films aller tijden. (filmatiek)  Brussel: Socialistische standpunten.
1958 Grüss Gott. Een idylle in Carinthië. (novelle)

1958: Oorspronkelijk verschenen in Dietsche Warande en Belfort, jrg 103, nr 8 (oktober 1958) pp 453-473; nr 9 (november 1958) pp 525-546.
1961: 2de druk met aantekeningen door dr. P. Govaerts en dr. B.F. Van Vlierden als schooluitgave in de Caleidoscoop der Nederlandse letteren van Boekengilde De Clauwaert
1978: In 1978 was die editie aan de 7de uitgave toe
1979: Vanaf 1 maart 1979 verscheen Grüsz Gott als feuilleton in Gazet van Antwerpen.
1987: Opgenomen in ‘De beste verhalen van Johan Daisne’ pp 381-442
Leuven: Boekengilde ” De Clauwaert” V.Z.W. -91p.

Reeks: uitgegeven voor de leden van de De Clauwaert-Vereniging kerstmis 1958; nr 14
Afmetingen: 20 x 12 (ingenaaid)
2de druk
1959 De neusvleugel der muze. Een roman van de film. (roman)

Band: Guido de Graeve
Door de auteur geschreven in 1958, toen hij jurylid was van het Derde Belgische Filmfestival.
Vertaling
1963: 2de herziene druk. Antwerpen: Ontwikkeling. 354p. 21.50 x 13.50
1968: 3de druk Antwerpen: Manteau in de reeks Grote Marnixpockets nr 42.
1968: In het Duits vertaald door Georg Hermanowski onder de titel: Der Nasenflügel der Muse (Hamburg, Matari Verlag)
Daisne 41 Leuven : Boekengilde ” De Clauwaert V.Z.W. -391p.

Afmetingen: 19.75 x 14 (gebonden – harde kaft in linnen kaft – geen stofomslag)
Drukkerij en Binderij Scheerders van Kerchove N.V., Sint-Niklaas.Nota: een fragment werd uitgezonden op BRT 1 op 20 november 1959 om 18u10-18u20.
1959 Gaat de roman ten onder. (essay)

Met H. Teirlinck, Gerard Walschap, Karel Jonckheere ea
Antwerpen: Ontwikkeling S.M. -6p.

Reeks: Nieuw Vlaams tijdschrift: reeks. – Antwerpen; vol. 1959: 2
1959 Laboro. Gedichten.

Samen met gedichten van Rudy van Vlaenderen.
Linosneden van Jan Verwest.
s.l.: s.n.

Afmetingen: 22.30 x 17.30 (geniet)
Colofon: Laboro – gedichten van Johan Daisne en Rudy van Vlaenderen. Inleiding van Willy Tergat. Linosneden van Jan Verwest. Gedrukt op de persen van Charles Reyniers, 84 Sleepstraat te Gent en er werden 200 ex. getrokken op Acacia papier.
1960 Zien en zijn. De 50 beste of slechtste films der laatste jaren. Een nieuwe bundel filmatiek.(filmatiek)

Met 16 stills uit de films

Daisne 39 Hasselt: Uitgeverij Heideland. -173p.

Reeks: Vlaamse Pockets nr 9
Afmetingen: 18 x 10.80 (pocket)
1960 Pierre Benoit, of de lof van de Roman Romanesque. (studie)

1964 : In het Frans vertaald door Maddy Buysse onder de titel Pierre Benoit, ou l’éloge du roman romanesque (Parijs, Albin Michel)
Antwerpen: Uitgeverij S.M. Ontwikkeling -239p.
1960 De schone van nooit weer… = La belle que voilà… / Johan Daisne ; Naar het Frans van Louis Hémon (verhaal)

1961: Snoeck’s grote almanak pp 78-86 (met 3 biografische illustraties i v m L. Hémon)
1961:
Uitgezonden door BRT op donderdag 9 februari 1961 in Uur voor de vrouw (gepolycopieerde BRT-Uitgave op 20 ex.)
1965:
Opgenomen in de bundel Charaban pp 38-46
Gent: Snoeck-Ducaju & Zoon. -34p.

Afmetingen: 13.80 x 10.50
Het betreft een vertaling (met verklarende inleiding) van
La belle que voilà, ‘een pareltje uit de Franse letteren’, in 1923 verschenen, 10 jaar na de tragische dood van de auteur (1880-1913).
1961 Hoe schoon was mijn school. De roman van een leraar. (roman)

Omslagontwerp en illustraties: Oscar Bonnevalle.1960: Oorspronkelijk verschenen in N.V.T. jg. 14 (1960-61) nr 4. pp 361-407 (Hfst. I-X); nr 5, pp 489-539 (Hfst. XII-XVII); nr. 6, pp 651-705 (Hfst. XVIII-XXIV).
1962: 2de druk S.M. Ontwikkeling. Linnen band met stofomslag.  232p  illustraties van Oscar Bonnevalle.
1963: 3de druk S.M. Ontwikkeling 232p  illustraties van Oscar Bonnevalle.
1972: 4de druk Paris-Manteau, Amsterdam/ Brussel, Grote Marnixpocket GMP 71, paperback, 141 p., omslag Robert Nix en Altje Olthof.
Antwerpen: Uitgeverij S.M. Ontwikkeling -232p.

Afmetingen: 21.50 x 13 (gebonden – harde linnen kaft met stofomslag)
Typografie en druk: Excelsior Antwerpen

Vertalingen
1962: Door Georg Hermanowski in het Duits vertaald als: Wie schön war meine Schule. Der Roman eines Lehrers (Bonn, Bibliotheca Christiana).
 
1961 De nacht komt gauw genoeg. (poëzie) Brugge: Desclee De Brouwer. -126p.

Afmetingen: 22 x 15.40 (ingenaaid)
Reeks: Gedachten en gedichten.
1961 Met een inktvlek geboren. Een ernstig-schalk zak- en zaakwoordenboekje, met persoonlijke overwegingen over algemene onderwerpen, van iemand voor wie schrijven en lezen, net als u, leven en denken betekent. (verzameling aforismen, boutades e.d) Hasselt: Heideland. -155p.

Reeks: Vlaamse pockets nr 42
Afmetingen: 18 x 10.80 (pocket)
1962 Baratzeartea. Een Baskisch avontuur of De roman van een schrijver. (roman)

1965: 2de druk bij Uitg. A. Manteau, Brussel/Den Haag als nr 13 in de reeks Grote Marnixpocket. (280p – 20 x 12.50)
1970
: 3de druk ibidem (GMP 13)
1965:
Vertaald in het Duits door Georg Hermanowski onder dezelfde titel (Bonn, Bibliotheca Christiana)
Daisne 40 Brussel: A. Manteau n.v. . -379p.

Afmetingen: 22.25 x 13  gebonden – harde kaft (linnen band met goudbestempeling) met stofomslag
1962 Ik heb u alles gegeven…,  Een bloemlezing uit zijn dichtwerk. (bloemlezing, poëzie)

“Dees keus, door de dichter zelf gedaan, geschiedde op verzoek van Heideland, ter gelegenheid van Johan Daisne’s vijftigste verjaardag”.
Hasselt: Heideland. -79p.

Reeks: Poëtisch Erfdeel der Nederlanden nr 8
Afmetingen: 18 x 10.80 (pocket)
1962 A pocketfull of miracles. (filmatiek)
1962 Tine van Berken, of de intelligentie der ziel. (levens- en karakterschets) Gent: Mortier: -35p.
1962 Veritza. Een kerstverhaal. (verhaal)

Bandtekening van Lucie Nusselder en geïllustreerd met vijf foto’s van Marcel De Backer.1962: Opgenomen in Elseviers Weekblad, 22 december 1962, pp 70-71 (met drie illustraties van Constance Wibant)
1965: Opgenomen in de bundel Charaban pp 71-91
Daisne 37 Gent : Wetenschappelijke uitgeverij E. Story-Scientia p.v.b.a. -31p.

Afmetingen: 20.25 x 13.50 (gebonden met stofomslag)
Colofon: Veritza werd in de maand december 1962 gezet uit de Baskerville letter gedrukt en gebonden door de Drukkerij Erasmus te Ledeberg met een bandtekening van Lucie Nusselder en geïllustreerd met vijf foto’s van M. De Backer.
Dit exemplaar dat niet voor de handel bestemd is draagt het nummer … en is voorzien van de handtekening van de schrijver.
1963 De trein der traagheid. (novelle)

Eerste afzonderlijke druk = 2de herziene druk.
1948: Geschreven in 1948 en in hetzelfde jaar in het N.V.T. gepubliceerd jrg 3 pp 408-456. (ook als overdruk)
1950: Verscheen voor het eerst in de verhalenbundel: “Met dertien aan tafel” pp 101-150.
1964: 3de druk Brussel/Den Haag: Manteau 119p (MP, 9)
1968: Geïllustreerd met 16 foto’s uit de film Un soir, un train… 4de druk, Brussel/Den Haag: Manteau 119p (MP, 9)

1974: 8ste druk, Brussel/Den Haag: Manteau 94p (Marnix Reeks, 4)

1976: 10de druk, Brussel/Den Haag: Manteau 117p (GMP vol 123)

1987: 17de druk, Brussel/Den Haag: Manteau 117p (GMP vol 123)
Vertalingen:
1968: In het Duits vertaald door Georg Hermanowski als Die Fahrt ins Jenseits (Hamburg, Matari Verlag).
1973: In het Frans vertaald door Maddy Buysse als Un soir, un train (Bruxelles, Ed. Complexe, 1973, 19802 – met een ‘préface’ door Marcel Brion)
1979: In het Italiaans door Fiorella Mori-Leemhuis als ‘Una sera un treno’ Reggio Emilia: Città Armoniosa (Invenzione vol 26)
Daisne 43 Brussel/Den Haag: Manteau. -119p.

Reeks: Marnixpocket nr 9 (MP 9)
Afmetingen: 18 x 10.50 (pocket)
1977: Anne Rooms bezorgde voor uitgeverij Manteau, Brussel-Den Haag in de serie Omtrent een handleiding (31 blz.) bij de lectuur van De trein der traagheid.
1977: Ria Scarphout draagt het fragment Hartenvrouw uit De trein der traagheid voor op plaat 1 (B-2) van Charles Dumolins Microfonie van Zuidnederlandse schrijvers (Snellegem-Jabbeke, Discus). Johan Daisne leidt de voordracht kort in.
z.d.: André Demedts nam het verhaal op in zijn bloemlezing Moderne Vlaamse verhalen (Utrecht-Antwerpen, Het Spectrum, z.d. – Prisma-Boeken: 592), blz. 96-138.  4de druk – filmeditie 1968

1963 De bioscopiumschuiver. Een tweede pocket filmatiek. (filmatiek)

Afbeelding op voorplat: Marie Laforêt in Plein soleil (René Clément, 1959)
Foto op de achterplat: Charles Leirens †
Daisne 50 Hasselt: Uitgeverij Heideland. – 142p.

Reeks: Vlaamse Pockets nr 97.
Afmetingen: 18 x 10.80 (pocket)
1963 Venezy. Een wild verhaal uit de oude kroeg der jeugd. (verhaal)

Derde herziene en aangevulde uitgave van “Het Eiland in de Stille Zuidzee”(1949)
Antwerpen: S.M. Ontwikkeling. -77p.

Afmetingen: 21 x 13 (gebonden in kartonnen kaft)
Drukkerij Excelsior Antwerpen.
1963 De zoete smaak van de zee. Een verhaal / voor Kerstmis. (verhaal)

1964: Opgenomen in Snoeck’s Grote Almanak pp 69-91 (met 1 illustratie van Renée Ringel)
1965: Opgenomen in de bundel Charaban pp 121-143
1987: Opgenomen in ‘De beste verhalen van Johan Daisne’ pp 443-460

Gent: Snoeck-Ducaju & Zoon. -29p.

Afmetingen: 21.75 x 16 (ingenaaid)
1964 Dagboekpoëzie. (essay) Gent: Snoeck-Ducaju & Zoon. -15p.
1964 Judex. Heldendicht van het feuilletonisme. (filmatiek) Antwerpen: Antigoon. -14p.
1964 Pavane. (verhaal)

Omslag: Renée Ringel
1965: Pavane om een station. Een verhaal door Johan Daisne. In: Snoeck’s Grote Almanak pp 65-74 (met 1 ill van Renée Ringel)
1965: Opgenomen in Charaban pp 144-155.
1971: Opgenomen in de verhalenbundel “54 Vlaamse verhalen”, deel 1,  samengesteld door Karel Jonckheere en Marnix Gijsen, Uitgeverij Paris-Manteau, Antwerpen pp 171-179.
1974: Opgenomen in Johan Daisne omnibus pp 530-543
Gent: Snoeck-Ducaju & Zoon. -39p.

Afmetingen: 13.75 x 10.75 (ingenaaid)
1964 De wedloop der jeugd. (verhalenbundel)

Met aantekeningen van Jaak Fontier.
Bevat: De wedloop der jeugd, Het venster op het leven, De fan.
Antwerpen: Ontwikkeling S.M. -78 + 8p.

Afmetingen: 21 x 15.50
Reeks: Bibliotheek van Vlaamse letteren vol 13

1964 Als kantwerk aan de kim. Een roman van de Stille Week. (roman)

Omslag: Stefan Mesker
Op de achterplat, portret van Johan Daisne door Gerard Ceunis.
1972: 2de druk bij uitgeverij A. Manteau als GMP nr 73
Brussel/Den Haag: A. Manteau nv . -223p.

Afmetingen: 22.50 x 13 (gebonden met stofomslag)

Vertalingen:
1966: Door een onbekende vertaler in het Frans omgezet onder de titel: Les dentelles de Montmirail (Bruxelles, Wellprint)
1967: In het Duits vertaald door Georg Hermanowski onder de titel: Montmirail (Bonn, Bibliotheca Christiana)
1965 Afscheid van de dag, of: een week telt meer dan zeven avonden.(essay) Gent: Snoeck-Ducaju & Zoon. -16p.
1965 Charaban. (verhalenbundel)

Omslag: Stefan Mesker
Bevat: De Lievevrouw en de lichtmis (pp. 5-12); -Joeki Pipi (pp. 13-23); -De vierde engel (pp. 24-37); -De Schone van nooit weer pp. 38-46); -De bloem en de mens (pp. 47-51); -Vijand zoete vriend (pp. 52-70); -Veritza (pp. 71-91); -Boek en pij (pp. 92-96); -Van de blonde dingen die blijven (pp. 97-120); -De zoete smaak van de zee (pp. 121-143); -Pavane (pp. 144-155).
Brussel/Den Haag: A. Manteau nv. -157p.

Reeks: Grote Marnixpockets nr 11
Afmetingen: 20 x 12.50 (paperback)
1965 De droom is een herinnering aan dat wat nimmer is gebeurd. (poëzie)

Deze bundel is een keus uit de gedichten geschreven sinds ‘De nacht komt gauw genoeg’.
1968:
2de druk bij Manteau te Antwerpen in de reeks Grote Marnixpockets nr 38

Brugge: Desclée de Brouwer. – 85p.

Reeks: Gedachten en gedichten
Afmetingen: 19.50 x 13 (gebrocheerd – zachte kaft met flappen)
Gedrukt op de Sint-Augustinusdrukkerij te Brugge.
1965 Ganzeveer en kogelpen. Of: More or less brains. Een nieuwe ‘klapper gedachten. (korte humoristische lemmata) Daisne 38 Hasselt: Uitgeverij Heideland. -152p.

Reeks: Vlaamse pockets nr 162
Afmetingen: 18 x 10.80 (pockets
1965 Gent, schoonschrift der Leie. (schets der Gentse letteren)

Een lezing voor de toenmalige BRT.
Kultureel jaarboek van de Provincie Oost-Vlaanderen over 1963 (gepubliceerd in 1965).
1965 Greta Garbo, een droom die heeft geademd. (filmatiek) Antwerpen: De Vlijt. -12p.
1965 Mijn levensliedje(s): met enkele foto’s uit schrijvers verzameling. (muzikale herinneringen) Gent: Snoeck-Ducaju & Zoon. -23p.
1966 Reveillon reveillon. Een tweeluikroman. (roman)

Typografie: Rinus de Vringer
Omslag: Stefan Mesker
1976: Reveillon II werd opgenomen in de novellenbundel ‘Sociale Verhalen’, Davidsfonds, Leuven. Romanreeks nr 600-1976-1 (pp.167-234)
Daisne 35 Brussel: A. Manteau n.v. -147p.

Afmetingen: 20.50 x 13 (gebonden– harde simililederen kaft met stofomslag)
Druk: Geuze Dordt
Nota: Reveillon – Reveillon kreeg in 1973 een nieuwe stofwikkel.
1966 Het geluk. Luisterspel. Wat is magisch-realisme? (essay)

Typografie: Aldert Witte / Omslagontwerp: Stefan Mesker.
Het geluk: luisterspel in de twee bedrijven van ons bestaan: dat van de gedachte, en dat van daad en droom. (luisterspel)
Deze uitgave bevat: Het geluk (pp 5-60) en het essay ‘Wat is magisch-realisme ?’
1968: 2de druk, Brussel/Den Haag, Manteau (MP 33)
1973: 3de druk onder de titel: Wat is magisch-realisme. Een kort essay over letterkunde en magie. Pocket, 57 pp. en 23 buitentekstplaten met legende.
Daisne 46 Brussel/ Den Haag: A. Manteau nv. -96p.

Reeks: Marnixpocket nr 33
A
fmetingen: 18 x 10,50 (pocket)
Druk: Geuze Dordt.
Nota 1: een eerdere uitgave van het essay ‘Wat is magisch-realisme?’ gebeurde in 1958 met als titel ‘Letterkunde en magie’ (zie aldaar) bij uitgeverij Ontwikkeling, Antwerpen.
Nota 2: Uitgezonden op BRT 3, 18 december 1966, 21u30-23u00 – Uitgezonden op BRT 1, 20 december 1966, 20u30-22u00
1966 Veva. (verhaal)

Eerste afzonderlijke druk
Foto voorkant: omslag: Baron Hortastraat met standbeeld van graaf Belliard
Foto binnenkant achteromslag: boven Johan Daisne brussel 1944 onder: Marthe Dugard (Veva)
1943: Verscheen eerder in “Zes domino’s voor vrouwen”
1945: Voor toneel bewerkt in De liefde is een schepping van vergoding. Een toneel-trilogie (1945)
1956: Door de auteur zelf in het Frans vertaald als Véva (‘établie par l’auteur d’après l’original néerlandais’), Uitgave : Brussel-Parijs, Dutilleul
Amsterdam : J.M. Meulenhoff.  -31p.

Reeks: Cahiers voor letterkunde voor het voortgezet onderwijs.
Uitgave verzorgd door Drs. F.P. Huygens.
Afmetingen: 22 x 13.50 (geniet)
Tevens uitgegeven bij Theo Kippenberg te Utrecht als Veva/Dieter/De geboorte. Magisch-realistisch bulk-boek, Bulkboek 16, 16 blz., krantenpapier
 Daisne 36
1966 Dossier nr. 20.174. (verhaal uit “Met dertien aan tafel”, uitgave  Electa Brussel, 1950)

Tweede herziene druk – eerste afzonderlijke uitgave.
Omslag: Stefan Mesker
[Voorheen gepubliceerd in NVT jg. 4 (1950) pp 833-876 & in Met dertien aan tafel, 1950, pp 333-376.]
1972: 3de herziene druk naar Manteau uitgave 1966
1974: opgenomen in ‘Johan Daisne omnibus’, pp 439-481
1976 & 1978: Opgenomen in ‘Winterrozen voor een kwakzalver,’ pp 33-87.
1987: Opgenomen in ‘De beste verhalen van Johan Daisne’, pp 283-330.
Brussel /Den Haag: A. Manteau nv. -91p.

Reeks: Marnixpockets nr 40
Afmetingen: 18 x 10.50 (pocket)
1967 De Engelse groetenis. Gedichten. (poëzie)

Omslagontwerp: Stefan Mesker
Typografie: Aldert Witte
Daisne 6 Brussel: A. Manteau. -151p.

Reeks: Grote Marnixpocket nr 29
Afmetingen: 20 x 12.50 (paperback)
Druk: Geuze Dordt
1967 Fringilla. Een nieuwe (achtste) bundel filmatiek. (filmatiek)

Voorplat: de Poolse vedette Beata Tyszkiewicz als het jonge meisje Fran in de film van André Delvaux De man die zijn haar kort liet knippen (L’homme au crâne rasé), naar de roman van Johan Daisne
Achterplat: foto Claude Magelhaes.
daisne-48 Hasselt: Uitgeverij Heideland. . -151p.+ XVI pagina’s foto’s uit films.

Reeks: Vlaamse Pockets nr 221.
Afmetingen: 18 x 10.80 (pockets)
1967 Met zeven aan tafel. (verhalenbundel)

Tekening: Leo Dresselaers
Bevat: Winterrozen voor een kwakzalver (pp. 7-30); Egbertha in de onderwereld (pp. 31-68); De man die zichzelf belde (pp. 69-92); Verrijzenis (pp. 93-112); Oswiecim (pp. 113-132); De ogen in het wiel (pp. 133-144); De madonna met de bebloede lippen (pp. 145-187).
1967: 2de herziene druk bij Davidsfonds te Leuven.
1969: 3de druk bij A. Manteau te Antwerpen als MP nr 60.
1990: ‘Oswiecim’ werd opgenomen in ‘De beste Vlaamse oorlogsverhalen’ pp 157-176, samengesteld door Dirk Christiaens. Uitgeverij Manteau
 Daisne 34 Leuven: Davidsfonds. -189p.

Reeks: Belfortreeks nr 551 — 1967-3
Afmetingen: 19 x 12 (inhenaaid & gebonden met stofomslag)
Colofon: Dit is de tweede herziene druk van zeven verhalen uit de in 1950 verschenen bundel Met dertien aan tafel”) De zes andere verhalen werden apart herdrukt.
1967 Ontmoeting in de zonnekeer. Een korte anti-Simenonroman. (roman)

1968: 2de druk bij Uitg. A. Manteau in de reeks Grote Marnix Pockets nr 38 – Omslagontwerp: Stefan Mesker.

Leuven: Boekengilde De Clauwaert. -207p.

Reeks: Boekengilde De Clauwaert ; 1966-’67, 3
Afmetingen: 19.75 x 13 (gebonden met stofomslag)
1967 Twee schelpen en wat gruis. (verhalenbundel)

Omslag: Stefan Mesker
Typografie: Aldert Witte
Foto Reeks: Piet Selhorst, Gent
Bevat: Twee schelpen (pp.5-70); De eeuwige geschiedenis (pp.71-72); Résidence Familia (pp.73-74); Solsitiale (pp. 75-76); Weeskind van het lot (pp. 77-78); De regisseur (pp.79-81); De al te mooie onbekende (pp. 82-84); Kapper des konings (pp.85-88); Dolf (pp.89-82).
Daisne 3 Brussel/Den Haag: A. Manteau nv. -93p.

Reeks: Marnix pockets. Nr 46
Afmetingen: 18 x 10.75 (pocket)
Druk Geuze Dordt
Colofon: Twee schelpen verscheen voor het eerst in Johan Daisne’s verhalenbundel Met dertien aan tafel (Electa, Brussel, 1950) dit is de tweede herziene druk. De daaropvolgende korte stukken werden hier en daar in het Frans gepubliceerd en voor deze uitgave in het Nederlands overgeschreven.
1967 Zuster Sharon. Een verhaal voor kerst. (verhaal)

Met 31 oorspronkelijk randtekeningen van Frans Zenner. Nota:  op het voorplat en in het colofon – en ook in de tekst- staat “zuster sharon”; de titelpagina’s vermelden “zuster charon” (met een c). Ook op de rug staat “zuster charon”

daisne 49a_1967_titelpagina
1968: Opgenomen in ‘Gojim, gevolgd door zuster Sharon’ pp 61-90. Brussel/Den Haag: Manteau, 90p.

Daisne 4 Gent: Wetenschappelijke uitgeverij E. Story-Scientia p.v.b.a.  [4] + 57p.

Gelegenheidsuitgave voor kerst.
Afmetingen: 16 x 16 (gelijmd)
Colofon: Het kerstverhaal Zuster Sharon werd door Johan Daisne geschreven in de zomer van 1967. Het werd verlucht met 31 oorspronkelijk randtekeningen van Frans Zenner; gezet in d Italien Old Style Monotype c 12/16 en in december 1967 op 1500 exemplaren gedrukt op de persen van Drukkerij Erasmus te Ledeberg in opdracht van de Wetenschappelijke uitgeverij E. Story-Scientia p.v.b.a. Gent, uitsluitend om daarmee bij de jaarwisseling de vrienden en bekenden met een wens te begroeten als blijk van haar algehele dienstwilligheid.
1968 Gojim, gevolgd door zuster Sharon. (verhalenbundel)

Omslagontwerp: Stefan Mesker.
Typografie: Aldert Witte.
Druk: Geuze Dordt.
Van Gojim is in 1945 ook een Engelse, Franse en Russische vertaling verschenen
 Daisne 42 Brussel/Den Haag: A. Manteau nv. -90p.

Reeks: Marnix Pocket nr 57.
Afmetingen: 18 x 10.60 (pocket)
Colofon: Het betreft de vierde, herziene druk van Gojim (= Raissa, de eerste der Zes domino’s voor vrouwen, 1943) en de tweede druk van Zuster Sharon.
1968 De geboorte: een filmscenario. (filmscenario)

In 1968 werd het zeer vrij verfilmd door Paul Collet
De filmfoto is van Raf Boumans
1976: Werd opgenomen in de novellenbundel ‘Sociale Verhalen’, Davidsfonds, Leuven. Romanreeks nr 600-1976-1 (pp.153-166)
Gent: Snoeck-Ducaju & Zoon. -16p.

Afmetingen: 12.75 x 11.25 (ingenaaid)
Colofon: Dit scenario werd geschreven op uitnodiging van de Vlaamse TV in de zomer 1967
1969 Dieter, of wanneer de wapens weigeren. (verhaal)

Tevens uitgegeven bij Theo Kippenberg te Utrecht als Veva/Dieter/De geboorte. Magisch-realistisch bulk-boek, Bulkboek 16, 16 blz., krantenpapier
Daisne 36
1983:Heruitgave bij Green Escape Press te  Houten. Deel van Ottograchtserie. – Houten; vol. 1. [16]p. 24.4 x 17.40 (beperkte oplage van 45 ex.)
Gent: Snoeck-Ducaju & Zoon. -15p.

Afmetingen: 14.50 x 12.25 (gelijmd)
 
1971 Filmografisch lexicon der wereldliteratuur in 3 delen. Deel 1 A-K. (filmatiek )

Uitgavedata van de reeks: 1971, 1975, 1978
Gent: Wetenschappelijke uitgeverij E. Story-Scientia p.v.b.a. – 683p.
1974 Johan Daisne omnibus. (verhalenbundel)

Omslagtekening: Dirk Verstraete.
Met een inleidend essay door R.F. Lissens: Een benadering van Johan Daisne (pp. 7-16)
Bevat: De trap van steen en wolken (pp 17-358); Gojim (pp 359-378); De dood op de motorfiets (pp 379-388); De trein der traagheid (pp 389-438); Dossier nr. 20.174 (pp 439-482); De heilsgeliefde (pp 483-524); Boek en pij (pp 525-530); Pavane (pp  531-543).
Brussel: D.A.P. Reinaert Uitgaven. -543p.

Afmetingen: 20.60 x 13.50 (gebonden – harde kaft met stofomslag)

1975 Trefwoorden. Een kleine verzameling (verhalende) aforismen. (aforismen) Brugge: uitgeverij Orion / Den Haag: Scheltens & Giltay -62p.

Afmetingen: 16.50 x 11 (gelijmd)
Reeks: Dwarsliggers een aforismen- en citatenreeks  onder redactie van Gerd de Ley

1975 Filmografisch lexicon der wereldliteratuur, deel 2 L-Z. (filmatiek) Gent: Wetenschappelijke uitgeverij E. Story-Scientia p.v.b.a. – 826p.
1975 De dood op de motorfiets.  (Verhaal uit “Schimmen om een schemerlamp”)

Het verhaal komt ook voor in de Johan Daisne Omnibus pp 379-388.

In: “Verhalentrommel, Nederlandse en Vlaamse vertelkunst na 1945 tot heden”
1976 Winterrozen voor een kwakzalver. (verhalenbundel)

Omslagontwerp: Robert Nix/Alje Olthof.
Bevat: Winterrozen voor een kwakzalver (pp 7-32); Dossier nr. 20.174 (pp 33-88); Verrijzenis (pp 89-110); Oswiecim ( pp 111-132); Kachels ( pp 133-152);  De dood op de motorfiets ( pp 153-166); De wedloop der jeugd (pp 167-230); Gojim (pp 231-267).
1978: 2de druk Brussel/A’dam, Manteau/Elsevier GMP 119. -268p., garenloos, omslag Robert Nix/Alje Olthof,
 Daisne 53 Brussel/Den Haag: A. Manteau nv. -267p.

Reeks: Grote Marnixpockets nr 119 (gmp 119)
Afmetingen: 20 x 12.50 (paperback)
1977 De droom maakt alles waar. Aforismen.

Samengesteld door Gerd de Ley. Met een ‘brief vooraf’ door Danny de Laet ter gelegenheid van de 65ste verjaardag van Johan Daisne op 2 september 1977
Antwerpen: W. Soethoudt / Den Haag: Nijgh & Van Ditmar. -47p.
1978 Filmografisch lexicon der wereldliteratuur, supplement. A-Z. (filmatiek) Gent: Wetenschappelijke Uitgeverij Story-Scientia p.v.b.a.
1978 Bloed op het witte doek. (filmatiek)

Omslagontwerp: Robert Nix
Brussel/Den Haag: Manteau. -70p.

Reeks: Manteau Marginaal
Afmetingen: 19.50 x 8.75(pocket)

 

POSTUME UITGAVEN
1978 Verzamelde gedichten. (poëzie)

Het omslag werd ontworpen door Johan Mahieu.
Met een inleidend opstel van André Demedts over De poëzie van Johan Daisne pp. 7-10
[Heringebonden met harde linnen kaft] Naast de gewone uitgaven werden vijftig exemplaren gedrukt op Simili Japon van Van Gelder 100 grs, genummerd van één tot vijftig.

Nijmegen/Brugge: Gottmer; Orion. – 342p.

Afmetingen:21 x 12.70 ((ingenaaid – zachte kaft met flappen & luxe versie: heringebonden in harde linnen kaft
Colofon: De VERZAMELDE GEDICHTEN van Johan Daisne, gezet uit de Garamonds 10 pts, werden in het najaar 1978 gedrukt op 90 grs editie op de persen van Drukkerij Sanderus te Oudenaarde, in opdracht van Uitgeverij Orion te Brugge.
1978 Gepijnde honing. Gedichten. (poëzie)

Omslagontwerp: Rikkes Voss, Teuderen.
Brussel/Amsterdam: Manteau; Elsevier. -126p.

Afmetingen:20 x 12 (paperback)
1979 Venezy, of het eiland in de Stille Zuidzee. (novelle)

Omslagontwerp: Rikkes Voss / Alje Olthof
Foto achterplat: Stan Kenis – Gent
Heruitgave en aangevulde versie van ‘Het eiland in de Stille Zuidzee’) (1949)
Brussel/Amsterdam: Manteau/Elsevier.  -76+ [I]p.

Afmetingen: 20 x 12.40 (paperback)
1980 Over oude en nieuwe rolprenten: de dingen die niet voorbijgaan (filmatiek)

Omslagontwerp: Alje Olthof.
Bevat 55 filmbeschouwingen chronologisch gerangschikt gaande van Violettes impériales [Frankrijk, 1935] tot Verrat aan Deutschland [Duitsland, 1954]

Amsterdam: Elsevier – Antwerpen: Manteau. -180p.

Afmetingen: 20 x 12.50 (paperback)
Reeks: Grote Marnixpockets nr 205
Druk Smits, Wommelgem

1987 De beste verhalen van Johan Daisne (bloemlezing).

Bevat: Keuze en inleiding (pp. 7-38) door Hubert Lampo.
 Gojim (pp 39-68); Aurora (pp 69-156); Shalimar ( pp 157-174); Kachels (pp 175-190);  De dood op de motorfiets (pp 191—200); Oswiecim (pp 201-218);  Winterrozen voor een kwakzalver (pp 219-240); Het eiland in de Stille Zuidzee (pp 241-282); Dossier nr. 20.174 (pp 283-330); De heilsgeliefde (pp 331-376); Gavotte du temps jadis (pp 377-380); Grüsz Gott (pp 381-442) en De zoete smaak van de zee (pp 443-465).
 Daisne 52_1987 Antwerpen-Amsterdam: Uitgeverij A.   Manteau. -465 p.

Afmetingen: 22 x 13 (paperback met flappen)
Druk Smits, Wommelgem
Omslagontwerp: Rikkes Voss.
1987 Drie eindejaars gedichten.

Jaarwisselingsgeschenk 1987/1988.

Baarn : Arethusa Pers Herber Blokland. –[8]p. zonder jaar.

Colofon: ‘Drie eindejaars gedichten’ werd met de hand gezet uit de 12 punt Plantijn en door de Clipeus Pers te Leiden gedrukt in een oplage van 150 exemplaren, met toestemming van de rechthebbenden.
Bron: Gepijnigde honing , Manteau 1978

Met de beste wensen voor 1988 van Cobie en Herber Blokland-Kooy.

1998 Johan Daisne: mijn huis van droom en werkelijkheid. (anthologie)

Samengesteld en ingeleid door Johan van Hecke.
Bevat: Inleiding ‘Mijn huis van droom en werkelijkheid door J. Vanhecke (pp 9-22); De Huisbreukelinge (pp 23-162); Zeven magisch-realistische verhalen (pp 165-228); Beschouwend proza (pp 231-299); Twintig gedichten (pp 303-326).
Omslagontwerp: Amber/Dirk Gijssels
Antwerpen: Uitgeverij Manteau. -331p.

Afmetingen: 21.50 x 13.50 (paperback)
Reeks: Klassieken uit Vlaanderen vol 5.
2000 Sonia Karinova. Knipselroman op een Evergreen-Thema.

Manuscript voor een ongepubliceerde roman van Johan Daisne uit 1938.
Geëditeerd door Johan Vanhecke
Omslagontwerp en lay out: Grafisch Centrum van de stad Antwerpen/ Ingrid de Sutter
Voorwoord en verantwoordelijke uitgever: Leen van Dijck
Antwerpen: AMVC-Letterenhuis. -181p.

Reeks: AMVC-publicaties nr 2
Afmetingen:24,20 x 17 (ingenaaid)

 

2012 Lili Marleen. (liedje door Daisne vertaald – bibliofiele uitgave)

Oorspronkelijke auteur: Hans Leip
Oorspronkelijke titel: Lili Marleen
Vertaald door Johan Daisne .
Deze vertaling door Johan Daisne komt uit diens roman ‘Hoe schoon was mijn school’ (eerste uitgave in 1961; en is in 2002 – in de maand waarin hij 90 geworden zou zijn – door Henk van Otterloo voor het eerst afzonderlijk gedrukt in een oplage van 35 niet – genummerde exemplaren.

Houten: Green Escape Press. –12 p.

Reeks: Ottograchtserie ; 2.
Nota: Hans Leip schreef het gedicht voordat hij naar het Russische front vertrok. Lili was de naam van zijn vriendin. Marleen was mogelijk een verpleegster van wie Leip onder de indruk was geraakt. In 1937 publiceerde Leip een poëziebundel waarin Das Lied eines jungen Soldaten auf der Wacht was opgenomen.Norbert Schultze zette het gedicht daarna op muziek. Lale Anderson nam het lied op.

B. OVERZICHT PER GENRE ALFABETISCH OP TITEL.

Poëzie

  • Afreacties en funderingen (1937)
  • Afscheid van de dag. Verzen met commentaar (1965)
  • Breuken herleiden (1936)
  • De droom is een herinnering aan dat wat nimmer is gebeurd (1965)
  • De Engelse groetenis (1967)
  • De Hollandse reis. Een reportage en een poëtisch tijdsbeeld van herrijzend Nederland anno 1945 (1947)
  • De nacht komt gauw genoeg (1961)
  • De nacht staat op een kier (1944)
  • Drie-hoog-voor. Gedichten uit de Kleine Kamer (1945)
  • Drie verzen maar, mijn Fred (1946)
  • Gepijnde honing (1978) (postuum verschenen)
  • Goudregen (1956)
  • Hermine-uit-de-storm. Een bundel verzen uit en voor het leven (1944) (opgedragen aan zijn eerste vrouw)
  • Het einde van een zomer. Legerverzen uit de mobilisatie (1940)
  • Het-kruid-aan-de-balk (1953)
  • Ik heb u alles gegeven… Een bloemlezing uit zijn dichtwerk (1962)
  • Ikonakind (1946) (opgedragen aan zijn eerste kind Frédérique)
  • Kernamout (1938)
  • Laboro (met Rudi van Vlaenderen) (1959)
  • Tale Quale. Zo als het reilt …. (1945)
  • Verzen (1935)
  • Vita nuova (1956)
  • Zeven reizenboek. Dagboekgedichten 1937-’43 (1947)
  • Verzamelde gedichten (1978)

Proza

Veel van deze werken zijn duidelijk autobiografisch getint of hebben betrekking op figuren uit zijn omgeving.
  • Als kantwerk aan de kim. Een roman van de Stille Week (1965) (vertaald in het Frans en Duits)
  • Aurora (1940) (een avontuur uit zijn jeugd)
  • Baratzeartea. Een Baskisch avontuur of de roman van een schrijver (1962) (vertaald in het Duits) (het hoofdpersonage is duidelijk de schrijver zelf)
  • Charaban (verhalen) (1965)
  • De beste verhalen van Johan Daisne (1987)
  • De droom maakt alles waar. Aforismen (1977)
  • De man die zijn haar kort liet knippen (1947) (vertaald in het Frans, Duits, Engels, Zweeds, Pools en Portugees; verfilmd in 1965 door André Delvaux)
  • De neusvleugel der muze. Een roman van de film (1959)
  • De schone van nooit weer (1960)
  • De trap van steen en wolken (1942) (vertaald in het Duits vertaald als ‘Die Treppe von Stein und Wolken’ (1960) ) (verhaal over zijn familie)
  • De trein der traagheid (1950) (vertaald in het Duits en het Frans; verfilmd in 1968 door André Delvaux)
  • De vier heilsgeliefden (1955)
  • De vierde engel (1958)
  • De zoete smaak van de zee (1963)
  • De wedloop der jeugd (1950)
  • De wedloop der jeugd en andere verhalen (1964)
  • Dieter of wanneer de wapens weigeren (1970)
  • Dossier nr. 20.174 (1966)
  • Egbertha (heruitgave van ‘Egbertha in de onderwereld’) (1948)
  • Egbertha in de onderwereld (1947)
  • Ganzeveer en kogelpen (aforismen) (1965)
  • Gojim, een winterverhaal (1939)
  • Gojim, gevolgd door Zuster Sharon (1968) (vertaald in het Engels, Frans en Russisch)
  • Grüss Gott. Een idylle uit Carinthië (1958)
  • Het eiland in de Stille Zuidzee (1949)
  • Het venster op het leven (in eigen beheer, 1947)
  • Hoe schoon was mijn school. De roman van een leraar (1961) (geïllustreerd door Oscar Bonnevalle)(vertaald in het Duits) (autobiografisch werk)
  • Lago Maggiore. De roman van een man. De roman van een vrouw (1956) (vertaald in het Duits)
  • Maud Monaghan. Een spionageverhaal (1940) (gebaseerd op zijn legerdienst als reserve-officier)
  • Met dertien aan tafel of Knalzilver met schelpgoud (verhalen) (1950)
  • Met een inktvlek geboren (aforismen) (1961)
  • Met zeven aan tafel (verhalen) (1967)
  • Mijn levensliedje(s). Herinneringen (1965)
  • Omnibus (1974)
  • Ontmoeting in de zonnekeer. Een korte anti-Simenonroman (1967)
  • Pavane (1964)
  • Renée (1940)
  • Reveillon-Reveillon. Een tweeluikroman (1966)
  • Schimmen om de schemerlamp (verhalen) (1946)
  • ’t En is van u hiernederwaard… Mijn stamboomverhaal (1956) (verhaal over zijn ouders en familie)
  • Trefwoorden. Een kleine verzameling (verhalende) aforismen (door Gerd de Ley) (1975)
  • Twee schelpen en wat gruis (verhalen) (1967)
  • Venezy. Een wild verhaal uit de oude kroeg der jeugd (heruitgave van ‘Het eiland in de Stille Zuidzee’) (1963)
  • Venezy, of het eiland in de Stille Zuidzee (heruitgave en aangevulde versie van ‘Het eiland in de Stille Zuidzee’) (1978)
  • Veritza. Een kerstverhaal (1962)
  • Veva (1966)
  • Winterrozen voor een kwakzalver (1948, 1976)
  • Zes domino’s voor vrouwen (Raissa/Aurora/Renée/Maud/Monaghan/Agnes/Veva) (1944)
  • Zuster Sharon (1967)

Toneelwerken

Daisnes toneelcarrière was kort maar intens. Zijn vier toneelstukken werden geschreven tussen 1942 en 1946

Toneel

  • De charade van Advent (1942)
    • [Franse vertaling door Daisne zelf  ‘La charade de l’Avent. Pièce en trois actes avec prologue et épilogue. (1943)
      Uitgever: Bruxelles : Librairie générale. Reeks:  Le Calamé d’or.nr 3
  • Het zwaard van Tristan (1944)
    • [Oorspronkelijke Franse versie] L’Epée de Tristan. Pièce en trois actes. Bruxelles: Editions de la cité, 1948.
  • Tine van Berken (1945)
    • [Franse vertaling door Daisne zelf] Tine van Berken. Pièce en trois actes. Gand: Les Editions Daphné, 1945
  • Veva (1946)
    • [Franse vertaling] Véva. Version française établie par l’auteur d’après l’original néerlandais. Bruxelles: Dutilleul, 1956
  • De liefde is een schepping van vergoding (toneeltrilogie: Veva / Het zwaard van Tristan / Tine van Berken) (1946)

Hoorspel

  • De man die zichzelf optelefoneerde. (hoorspel) (1947)
    • 1950: opgenomen in de bundel Met dertien aan tafel.
  • Het portret. Hoorspel in de verhalenbundel Schimmen om een Schemerlamp, (1947).
  • De Tempel der Gebroken harten. Hoorspel in de verhalenbundel Schimmen om een Schemerlamp, (1947).
  • De Madonna met bebloede lippen. Hoorspel, in de novellenbundel Met 13 aan Tafel. (1950)
  • Katten en honden sterven als kinderen. Hoorspel Niet gepubliceerd – gestencild. (1950)
  • Het geluk (hoorspel) (1966)

Non-fictie

  • Afscheid van de dag (1965) (essay)
  • A pocketfull of miracles (1962) (filmatiek)
  • Bloed op het witte doek (1978) (filmatiek)
  • Dagboekpoëzie (1964) (essay)
  • De bioscopiumschuiver. Een tweede pocket filmatiek (1963) (filmatiek)
  • De droom maakt alles waar (1977) (essay)
  • De filosofische waarden in de economie (1936)
  • De Hollandse reis. Een reportage en een poëtisch tijdsbeeld van herrijzend Nederland anno 1945 (1947)
  • De nieuwe dichtersgeneratie in Vlaanderen (studie en bloemlezing) (1940)
  • De Russische literatuur (in eigen beheer, 1945)
  • De vrede van Wroclaw, of een proeve van spijkerschrift op het IJzeren Gordijn (1948)
  • Feest van de film. Het WT-festival Brussel ’58 (1958) (filmatiek)
  • Film en tijd. Een confrontatie der belangrijkste films van alle tijden (1958)
  • Filmatiek, of de film als levenskunst (1956) (filmatiek)
  • Filmografisch lexicon der wereldliteratuur, deel 1 (1971)(filmatiek)
  • Filmografisch lexicon der wereldliteratuur, deel 2 (1972) (filmatiek)
  • Filmografisch lexicon der wereldliteratuur, supplement (1978) (filmatiek)
  • Florence en de film, of een blozende lelie als brandmerk (1951) (filmatiek)
  • Fringilla. Een nieuwe (achtste) bundel filmatiek (1967)
  • Gaat de roman ten onder (samen met H. Teirlinck) (1959) (essay)
  • Ganzeveer en kogelpen of more or less brains. Een nieuwe ‘klapper gedachten’ (1965)
  • Gent, schoonschrift der Leie, Schets der Gentse letteren (1965) (ssay, lezing voor de toenmalige BRT)
  • Greta Garbo, een droom die heeft geademd (1965) (filmatiek)
  • Hedendaagse filmkunst (1948)
  • Het geluk. Een lees- en luisterspel. Wat is magisch-realisme. Een kort essay over letterkunde en magie (herdruk van ‘Letterkunde en magie’) (1966)
  • In Memoriam Robert Mussche, dichter en Verzetsheld (1946)
  • In het teken van Esmoreit (1947)
  • Judex. Heldendicht van het feuilletonisme (1964) (filmatiek)
  • Kritiek van de Kinematograaf (1950)
  • Lantarenmuziek. Een nieuwe bundel filmatiek, ter gelegenheid van het 60e jaarfeest van de bioscoop (1957)
  • Letterkunde en magie (1957)
  • Losse beschouwingen over het dossier van het magisch realisme (1949)
  • Met een inktvlek geboren. Een klapper losse beschouwingen (1961) (verzameling boutades, aforismes, … )
  • Moskou 800 jaar (1947)
  • Over oude en nieuwe rolprenten: de dingen die niet voorbijgaan (1980) (filmatiek)
  • Pierre Benoit, of de lof van de roman romanesque (1960) (studie)
  • Reisebilder uit bezet Duitsland (1948) (reportage)
  • Stof op het Kremlin (1935) (een reportage)
  • Tine van Berken of de intelligentie der ziel (1962)
  • Trefwoorden (1975) (aforismen)
  • Van Nitsjevo to Chorosjo. Geschiedenis der Russische literatuur met bloemlezing (1948)
  • Versleer in vogelvlucht (anti-experimentele les, 1956)
  • Zien en zijn. De 50 beste of slechtste films der laatste jaren. Een nieuwe bundel filmatiek (1960) (filmatiek)

FILMOGRAFIE

1965 De man die zijn haar kort liet knippen.

  • Regie: André Delvaux.
  • Scenario: Anna de Pagter en André Delvaux naar de romans De man die zijn haar kort liet knippen en Hoe schoon was mijn school.
  • Vertolking: Senne Rouffaer (Govert Miereveld), Beata Tyskiewicz (Fran), Paul S’Jongers (de wethouder), François Bernard (rechter Brantink), Hector Camerlinck (prof. Mato), Luc Philips, Maurits Goossens, Hilde Uytterlinden, Hila Van Roose, Annemarie Van Dijck, François Beukelaers, Vic Moeremans en Arlette Emery.
  • Muziek: Freddy Devreese. Camera: Ghislain Cloquet.
  • Produktie: B.R.T. (94 minuten, 35 mm, zwart-wit).
  • De B.R.T. zond de magisch-realistische speelfilm van André Delvaux uit op 17 december 1965 (20.25 u.). 5 september 1975 (21.30 u.) en 31 oktober 1988 (23 u.). De R.T.B. programmeerde de film op 3 mei 1966 (22 u.); op Frankrijk 2 was de film te zien op 5 september 1967 (om 22.10 u)
1968 De  trein der traagheid (Un train, Un soir). Naar ‘De trein der traagheid & Egbertha in de onderwereld’.

  • Regie: André Delvaux
  • Produktie: Mag Bodard (80 minuten, 35 mm, kleur)
  • Scenario: Delvaux naar de novellen De trein der traagheid en Egbertha in de onderwereld.
  • Cast: Yves Montand (Mathias), Anouk Aimée (Anne), Hector Camerlynck (Hernhutter), François Beukelaers (Val), Adriana Bogdan, Michael Gough, Senne Rouffaer, Jan Peré, Domien De Gruyter, Jacqueline Royaards, Denise Zimmerman, Catherine Dejardin, Grata Van Langendonck, Wilfried Coppens, Nicole Debonne en Patrick Conrad.
  • Muziek: Freddy Devreese
    Daisne had niets dan lof voor de verfilming van André Delvaux, die overigens jaren lang (!) in Parijs is vertoond, soms in vijf bioscopen tegelijkertijd
    .
  • De B.R.T. zond de fictiefilm (in Franse versie met Nederlandse onderschriften) op 10 december 1973 uit, om 20.40 u.

JOHAN DAISNE IN VERTALING

DUITS

  • 1957:. Lago Maggiore  Roman eines Mannes. Roman einer Frau. Vert. uit het Nederlands door Georg Hermanowski. Uitgever: Bonner Buchgemeinde, Bonn. Fictie, gebonden. Vert. van Lago Maggiore. Brussel Manteau, 1957.
  • 1958:. Der Mann der sein Haar kurz schneiden ließ.  Vert. uit het Nederlands door Georg Hermanowski. Uitgever: Bonner Buchgemeinde, Bonn. Fictie, gebonden. Vert. van De man die zijn haar kort liet knippen. Brussel Manteau, 1948.
  • 1960 : Die Treppe von Stein und Wolken  Vert. uit het Nederlands door Georg Hermanowski. Uitgever: Bibliotheca Christiana, Bonn, -409p.. Fictie, gebonden. Vert. van De trap van steen en wolken. Brussel Manteau, 1941.
  • 1962: Wie schön war meine Schule. Der Roman eines Lehrers.  Vert. uit het Nederlands door Georg Hermanowski. Uitgever: Bibliotheca Christiana, Bonn. Fictie, Vert. van Hoe schoon was mijn school. Rotterdam Donker, 1961.
  • 1965: Baratzeartea. Vert. uit het Nederlands door Georg Hermanowski. Uitgever: Bibliotheca Christiana, Bonn. Fictie, gebonden. Vert. van Baratzeartea. Brussel: Manteau, 1962.
  • 1967: Montmirail.  Vert. uit het Nederlands door Georg Hermanowski. Uitgever: Bibliotheca Christiana, Bonn. Fictie, gebonden. Vert. van Als kantwerk aan de kim. Brussel Manteau, 1964.
  • 1968:  Der Nasenflügel der Muse.  Vert. uit het Nederlands door Georg Hermanowski. Uitgever: Matari Verlag, Hamburg. Fictie, Vert. van De neusvleugel der muze. Antwerpen: Standaard Boekhandel, 1959.
  • 1968: Die Fahrt ins Jenseits.  Vert. uit het Nederlands door Georg Hermanowski. Uitgever: Matari Verlag, Hamburg. Fictie, paperback. Vert. van De trein der traagheid. Brussel Electa, 1963.

ENGELS

  • 1945: Goyim. A fantastic tale.  Vert. uit het Nederlands door S.H. Uitgever: Meddens & Co., Brussels. Fictie, paperback. Vert. van Gojim, een winterverhaal. Gent: Klaverendrie 1939.
  • 1965:  The man who had his hair cut short.   Vert. uit het Nederlands door S.J. Sackett.  Uitgever: Horizon Press, New York. Fictie, gebonden. Vert. van De man die zijn haar kort liet knippen. Brussel Manteau, 1948.

FRANS

  • 1943: La charade de l’avent. Pièce en trois actes.  Vert. uit het Nederlands door Johan Daisne. Uitgever: Le Calame d’Or,  Bruxelles. Toneelstuk, paperback. Vert. van De charade van advent. Amsterdam; Brussel Manteau, 1942.
  • 1945:  Tine van Berken.  Vert. uit het Nederlands door Johan Daisne. Uitgever: Dubrulle, Gent. Toneelstuk, Vert. van Tine van Berken. 1945.
  • 1948:  L’épée de Tristan: pièce en trois actes.   Vert. uit het Nederlands door Johan Daisne. Uitgever: Editions de la Cité, Bruxelles. Toneelstuk, Vert. van Het zwaard van Tristan. Brussel: Manteau, 1945.
  • 1949:  Ma Paix de Wroclaw.  Vert. uit het Nederlands door Johan Daisne. Uitgever: n.n., Bruxelles. Non-fictie, Vert. van De vrede van Wroclaw, of een Proeve van spijkerschrift op het IJzeren Gordijn. Brussel: Electa, 1949.
  • 1956:  Véva: théâtre.  Vert. uit het Nederlands door Johan Daisne. Uitgever: Dutilleul  Bruxelles-Paris. Toneelstuk, Vert. van Veva. Brussel: Manteau, 1945.
  • 1964:  Pierre Benoît, ou l\’éloge du roman romanesque.   Vert. uit het Nederlands door Maddy Buysse. Uitgever: Albin Michel, Paris. Fictie, Vert. van Pierre Benoît, of de lof van de roman romanesque. Antwerpen: Ontwikkeling, 1960.
  • 1965:  L’homme au crâne rasé.   Vert. uit het Nederlands door Maddy Buysse. Uitgever: Albin Michel, Paris. Fictie, paperback. Vert. van De man die zijn haar kort liet knippen. Brussel Manteau, 1948.
    • 1993: L’homme au crâne rasé.    uit het Nederlands door Maddy Buysse. Uitgever: Labor l’Aire, Bruxelles (Babel). Fictie, paperback. Vert. van De man die zijn haar kort liet knippen. Brussel Manteau, 1948. 1e uitg. van deze vertaling: 1965. Nawoord: Jean Weisgerber.
  • 1966: . Les dentelles de Montmirail. Un roman de la semaine sainte.   Vertaler onbekend. Uitgever: Wellprint, Bruxelles (Collection Zenith; 8). Fictie, paperback. Vert. van Als kantwerk aan de kim. Brussel: Manteau, 1964.
  • 1972: Un soir, un train.  Vert. uit het Nederlands door Maddy Buysse. s.l.: n.n., 1972. In: Le rail, jrg.17 (1972) nr.187-191, p.30-34. Fictie, Vert. van een fragment uit De trein der traagheid. Feuilleton.
  • 1973: Un soir, un train. Vert. uit het Nederlands door Maddy Buysse. Uitgever: Complexe, Paris (Le plat pays). Fictie, paperback. Vert. van De trein der traagheid. Brussel Electa, 1963. Voorw. Marcel Brion.
    • 1980: Un soir, un train uit het Nederlands door Maddy Buysse. Uitgever: Complexe, Paris  (Le plat pays). Fictie, paperback. Vert. van De trein der traagheid. Brussel Electa, 1963. 1e druk: 1973 voorw. Marcel Brion.
    • 2003: Un soir, un train uit het Nederlands door Maddy Buysse. Uitgever: Complexe, Bruxelles (L’heure furtive). Fictie, paperback. Vert. van De trein der traagheid. Brussel Electa, 1963. 1e druk: 1973. Voorwoord: Marcel Brion; nawoord: Jacques de Decker.

GRIEKS

  • 1972: [Ho ánthropos mè tò xurisméno kefáli]. Vert. uit het Nederlands door Iáne Lò Skókko. Uitgever: Magkanias, Athéna. Fictie, gebonden. Vert. van De man die zijn haar kort liet knippen. Brussel: Manteau, 1948.

ITALIAANS

1979: In het Italiaans door Fiorella Mori-Leemhuis als ‘Una sera un treno’ Reggio Emilia: Città Armoniosa (Invenzione vol 26)

POOLS

  • 1968: Czlowiek z ogolona glowa. Vertaald door Jadwiga Oledzka. Uitgever: Instytut Wydawniczy Pax, Warszwa. Vert. van De man die zijn haar kort liet knippen. Brussel: Manteau, 1948.

PORTUGEES

  • 1971: Homem da cabeça rapada. Vert. door Pedro Bom. Uitgever:  Publicaçôes Europa-América, Lisboa. Vert. van De man die zijn haar kort liet knippen. Brussel: Manteau, 1948.

RUSSISCH

  • 1945: Gojim. Vert. uit het Nederlands door Johan Daisne. Uitgever: D. Gelezniakoff, Bruxelles. Fictie, Vert. van Gojim, een winterverhaal. Gent: Klaverendrie 1939.

SLOVEENS

  • 1978:  Clovek, ki se je dajal kratko stici.  Vert. door Janko Moder. Uitgever:  Pomurska Zalozba, Muska Sobota. Vert. van De man die zijn haar kort liet knippen. Brussel: Manteau, 1948.

SPAANS

  • 1959: Vértigo. Vert. door Tine de Vries. Uitgever: Editorial Miguel Arimany Barcelona. Fictie. Vert. van De man die zijn haar kort liet knippen. Brussel: Manteau, 1948.

ZWEEDS

  • 1967: Mannen som lätt snagga sig.  Vert. door Sonja Pleijel. Uitgever: Almqvist & Wicksell, Stockholm. Vert. van De man die zijn haar kort liet knippen. Brussel: Manteau, 1948.