FERNAND AUWERA
Antwerpen, 26 november 1929 – Antwerpen, 10 november 2015
Auteur van een 20-tal romans, 5 bundels korte verhalen, 3 bundels met interviews over het maatschappelijk engagement van de schrijver, 2 bundels met geselecteerde journalistieke bijdragen over en rond de literatuur.
Tevens een 3-tal monografieën (over Piet van Aken, C. Buddingh en Willem Elsschot), een boek met columns, een 10-tal kinderboeken, een boek over striptekenaar Marc Sleen.
Met kunstschilder Jan Vanriet maakte hij een boek met getekende en geschreven portretten, en met stadsgids George van Cauwenberg schreef hij een Cultuurgids voor Antwerpen.
Hij stelde eveneens een bundel met korte verhalen van Vlaamse en Nederlandse schrijvers samen “Drinken tot we zinken” en enkele speciale nummers van literaire tijdschriften. Gerd de Ley publiceerde “Allerlei redenen om te zwijgen”, een selectie uit zijn werk verzamelde aforismen.
Voor de gezelschappen KNS en Raamtheater vertaalde Fernand Auwera acht toneelstukken.
Daarnaast was hij actief als scenarist in diverse Vlaamse films.
BIOGRAFIE
26 november 1929: Geboren als Fernand Henri Leon Van der Auwera te Antwerpen.
- Auwera leed van zijn vijfde tot zijn vijftiende jaar aan astma, hetgeen tot een zeker isolement leidde.
15 maart 1948: Na zijn middelbare school (Sint-Henricus) trad hij in dienst bij de Stad Antwerpen.
- Na op twee verschillende administratieve diensten te hebben gewerkt, wordt hij in 1969 redacteur informatie. (zo verzorgde hij – samen met collega’s Jan Christiaens en Tony Rombouts – o m De Antwerpenaar en Theaterkrant. Na 41 jaar dienst bereikte hij in 1989 de pensioengerechtigde leeftijd.
In 1978 stelde hij alleen en in recordtijd het lijvige nummer van het luxueuze tijdschrift Antwerpen samen, dat als herinneringsalbum aan het Rubensjaar 1977 werd uitgebracht..
1949-1950: Leert tijdens zijn legerdienst Hugo Raes kennen, die als vertaler werkte op de Generale Staf (militaire inlichtingendienst) in de Dailly kazerne te Brussel. Ook met de latere theaterauteur Jan Christiaens maakt hij kennis..
1950: Met zijn drieën en nog andere jonge kunstenaars trekken ze het avant-garde genootschap De Nevelvlek (1950-1958) op gang. Auwera wordt voor 2 jaar (1950-1952) secretaris van de vereniging.
- De Nevelvlek, waar ook Hugues C. Pernath en Gust Gils actief waren, organiseerde lezingen en discussieavonden, bood een platform voor beeldende kunsten (Jan Dries, Vic Gentils en Jef Verheyen), muziek en toneel en richtte het literaire tijdschrift Het Cahier op, dat later gecontinueerd werd door Ben Klein. Vooral op het vlak van avant-garde theater (Dom. De Gruyter, Julienne de Bruyn en Walter Tillemans) vervulde De Nevelvlek een bijzonder belangrijke maar nog altijd onderbelichte speerfunctie. (Henri-Floris Jespers in Hugo Raes overleden – Le blog de CDR-Mededelingen
1952: Krijgt een eervolle vermelding in de Reina Prinsen Geerligsprijs voor het verhaal Het tochtscherm, dat even later verscheen in Het Cahier en in 1968 werd opgenomen in de verhalenbundel Vogels met rode beulskappen.
1957: Trouwt met Maria Moors (1933-1994); zoon Stefan, geboren 8 april 1965.
1960: Debuteert als schrijver van kinder- en jeugdboeken met oa Kamiel en de geleerde kameel uitgegeven bij De Nederlandsche Boekhandel te Antwerpen.
1963: Debuteert als romanschrijver bij de Haagse uitgeverij Stols met een psychologische roman “De weddenschap”.
Hij werkt mee aan talrijke tijdschriften en dagbladen en is voor de Nederlandse Volkskrant van 1970 tot 1980 correspondent uit Vlaanderen.
- Andere publicaties verschijnen in: De Nieuwe Gazet, De Nieuwe (1972-1980), Muziek en Woord (1980-1984)
- In 1970 wordt hij tevens redacteur van Dietsche Warande & Belfort.
1973: Ondergaat een operatie aan zijn beide ogen (hij lijdt aan bilateraal glaucoom). Zijn autobiografische boeken Zelfportret met gesloten ogen (1973) en We beginnen de dag opgeruimd en lopen rond de tafel (1974) refereren daaraan.
1974: Krijgt de Arkprijs van het Vrije woord voor Zelfportret met Gesloten Ogen.
1977: Debuteert als scenarist met, op verzoek van regisseur Jef Cassiers, een bewerking voor de BRT van een kort verhaal van Felix Timmermans.
- Sindsdien schrijft hij regelmatig scenario’s, waarvan een aantal voor en samen met Robbe De Hert (De Witte van Sichem, Het leven dat we droomden, Gaston’s War, Lijmen/Het Been), werkt hij mee aan het scenario Daens van Stijn Coninx, schrijft hij het scenario voor de verfilming van zijn romans De Weddenschap (BRT) en Uit het raam springen moet als nutteloos worden beschouwd (in samenwerking met regisseur Jean-Pierre De Decker en Stijn Coninx) en, samen met de Nederlandse regisseur Klaas Rusticus, dat voor de verfilming van Elias, of het gevecht met de nachtegalen (naar Maurice Gilliams).
- In 1995 krijgt hij een scenariopremie voor Sing-Sing (werktitel), en werkt hij mee aan het scenario voor de door Paul Cammermans geplande verfilming van zijn in 1965 gepubliceerde roman De koning van de bijen.
1977 – 78: Hoewel Auwera zelf nooit SF heeft geschreven, is hij een groot bewonderaar van het genre. In Snoeckx ‘78 (pag. 59-65), schrijft hij daarover een interessant essay: Sciencefiction in de literatuur.
- Deze interesse voor blijkt ook uit het speciaal nummer over Randgebieden van de literatuur (over science-fiction, pulp, strips, gelegenheidspoëzie, jeugdliteratuur en documentaire literatuur) dat hij in 1984 als redacteur voor de redactie van Dietsche Warande & Belfort samenstelde.
- 1962: Okidoki’s reis naar de sterren werd bekroond in het referendum van het Vlaamse Jeugd- en Kinderboek.
Zijn oeuvre is zeer veelzijdig:
- Fernand Auwera publiceerde een 20-tal romans, 5 bundels korte verhalen, 3 bundels met interviews over het maatschappelijk engagement van de schrijver, 2 bundels met geselecteerde journalistieke bijdragen over en rond de literatuur.
- Te vermelden zijn ook een 3-tal monografieën (over Piet van Aken, C. Buddingh en Willem Elsschot, een boek met columns, een 10-tal kinderboeken, een boek over striptekenaar Marc Sleen.
- Hij maakte samen met kunstschilder Jan Vanriet een boek met getekende en geschreven portretten, en met stadsgids George van Cauwenbergh, schreef hij een Cultuurgids voor Antwerpen.
- Hij stelde eveneens een bundel met korte verhalen van Vlaamse en Nederlandse schrijvers samen Drinken tot we zinken en enkele speciale nummers van literaire tijdschriften. Gerd de Ley publiceerde Allerlei redenen om te zwijgen, een selectie uit zijn werk verzamelde aforismen.
- Alle gekheid op een stokje van Derek Benfield uit het Engels Oorspronkelijke titel: beyond a joke (KNS 1981 – Regie Herman Fabri)
- Pech ? van Derek Benfield Oorspronkelijke titel: Beyond a joke
- Het testament van Lenin van Robert Bolt. (Oorspronkelijke titel Lenin’s testament : a play in two acts ) – KNS 1979 in een regie van Walter Tillemans
- Beste wensen. Toneelspel in drie bedrijven van Alan Ayckbourn (oorspr. Titel: Season’s Greetings) – KNS 1982. Uitgever: Auteursbureau ALMO bvba -120p.
- De confrontatie van Arieh Chen – KNS 1982
- De Navel van Jean Anouilh (oorspr titel: Le Nombril. Nederlands: Fernand Auwera / Regie: Guido Maeremans / Stadsschouwburg Koninklijke Nederlandse Schouwburg / KNS 83-84 /
- De dood en het meisje van Ariel Dorfman (oorspr titel: Death and the maiden) Raamtheater 1994. Regie Adrian Brine. Met: Frank Aendenboom, Peggy De Landtsheer en Roger Van Kerpel
- Ook maakte een drietal studies (o a in opdracht van CV Huisvesting Antwerpen), over de huisvesting in Antwerpen.
10 november 2015: Fernand Auwera overlijdt te Antwerpen. Hij werd gecremeerd en zijn as uitgestrooid op de nieuwe strooiweide van het Schoonselhof.
BEKRONINGEN
- 1962: Okidoki’s reis naar de sterren werd bekroond in het referendum van het Vlaamse Jeugd- en Kinderboek.
- 1967: Provinciale Prijs voor het Proza van de Provincie Antwerpen voor Mathias ’t Kofschip.
- 1967: Yangprijs voor Mathias ’t Kofschip.
- 1974: August Beernaertprijs van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde voor Zelfportret met gesloten ogen.
- 1974: Arkprijs van het Vrije Woord voor Zelfportret met gesloten ogen.
- 1978: Premie voor het kinderboek van de provincie Antwerpen voor De gnokkel en andere verhalen
- 1995: Sabamprijs voor literatuur.
- 2008: Provinciale Premie voor het Proza van de Provincie Antwerpen.
- 2008: Gulden Mira voor zijn werk als scenarist.
- 2008: ‘Prijs van verdienste ‘ van de Vereniging van Vlaamse filmpers
- 2011: Provinciale prijs voor letterkunde 2010 voor gezamenlijk oeuvre, Provincie Antwerpen, 28 mei 2011
MEER OVER FERNAND AUWERA
- P. de Wispelaere, ‘Verraad en onmacht van het woord’ in: Facettenoog (1968) p. 49-53;
- H. Bousset, ‘Fernand Auwera’ in: Schreien, schrijven, schreeuwen (1973) p. 21-31;
- H. Bousset, ‘Zelfportret met gesloten ogen’ en ‘Vleugels binnenin’ in: Woord en schroom (1977) p. 49-58;
- F. de Vree, “Inleiding” bij de heruitgave van Fernand Auwera, De Donderzonen, Kalmthout-Antwerpen, Uitgeverij Beckers, 1977, z.p. [15 pp.].
- J.J. Wesselo, “Over Bloemen verwelken, schepen vergaan”, Kultuurleven 1977/4, pp. 383-386.
- Jos Borré, ‘De tweede adem van de marathonloper’ in: Ons Erfdeel 30 (1987) 2, p. 184-190;
- F. Auwera & J. Borré, Zelfportret en documentatie, 5, Fernand Auwera, Antwerpen, Houtekiet, 1989, 16 pp., in de reeks “Zelfportret & Documentatie”, nr. 5.
- F. Pauwels, ‘Fernand Auwera en de zere plekken van het schrijverschap’, interview in: Deus ex machina 17 (1993) 67, p. 3-12;
- G. Commerman. Drie musketiers voor de spiegel: Auwera, Christiaens & Raes (1999).
- J, Borré, “Over Fernand Auwera”, nawoord bij de heruitgave van Fernand Auwera, Mathias ‘t Kofschip, Antwerpen, Houtekiet, 2003 (“Vlaamse Bibliotheek 1927-1970”, 25), pp. 201-213.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
- Fernand Auwera – Wikipedia (zeer goede bijdrage)
- Fernand Auwera – dbnl.
Referenties
- M. Janssens, ‘Fernand Auwera’ in: Geboekstaafd. Vlaamse prozaschrijvers na 1945 (1988), p. 38-41;
- Luc Decorte, ‘Fernand Auwera’ in: Moritoen Literaire verkenningen. Gestencilde uitgave van Moritoen vzw Kortrijk: Reeks XXVI (1998-1999: nr 1) pp 101 tot 1.10
SMAAKMAKER
DE KINDEREN
Nauwelijks had hij de eerste huizen bereikt of hij werd opgemerkt door enkele kinderen. Ze onderbraken hun spel en liepen hem joelend en nieuwsgierig tegemoet.
Hij was zich slechts vaag van de belangstelling bewust, en had reeds enkele straten achter zich eer hij besefte dat steeds meer kinderen hem volgden. Hun luidruchtigheid had echter plaats gemaakt voor wantrouwen. Hun zwijgen bedreigde hem in de rug.
Hij verplaatste mechanisch zijn voeten. Zij handen voelde door het stof hard en ruw aan.
In de staat van uitputting waarin hij verkeerde kwamen geen verrassende gapingen, frakties van sekonden waarin hij met verkrampt bewustzijn zijn omgeving in zich opnam, zich zijn toestand realiseerde.
De kinderen bleven hem hardnekkig volgen. Ze drongen ook steeds dichter op, trapten hem bijna op de hielen, en stootten elkaar opgewonden met de elleboog aan telkens wanneer hij dreigde te vallen.
Hij hoorde hun gedempte stemmen maar begreep hen nauwelijks. Ze meenden dat hij een dronkaard was.
Soms liepen ze enkele stappen voor, keerden zich dan om en keken hem, spottend in het gezicht. Een jongetje stak zijn tong uit en oogstte hiermee een groot succes. Enkele anderen volgden weldra zijn voorbeeld.
Hij trachtte hen met enkele dreigende bewegingen weg te jagen, maat dat had slechts tengevolge dat ze kraaiend van pret dichter opdrongen; dreigend rond hem dansten. Ze liepen hem rakelings voor de voeten, trokken even aan zijn jas, aan zijn broekspijpen, werden steeds driester. De kinderen waren haveloos gekleed en, hoewel ze er onverzorgd en zelfs ondervoed uitzagen, heel beweeglijk. Hun lachen had echter niets opgewekts, wel iets dat soms zorgeloos en soms zielloos klonk, iets spottends ook, alsof ze in hem een vijand herkenden, die reeds gedeeltelijk buiten strijd gesteld was en waarop ze dus hun wraak konden koelen.
Hij liep een van de stillere zijstraten in, in de hoop hen zo kwijt te raken. Het was hem onmogelijk omzwermd door die bende springerds verder te gaan. Ze herinnerden hem vaag aan de nachtdieren, de als ze bij daglicht verschenen onbetamelijke wezens waarmee zijn moeder hem vroeger bedreigde, ze kwamen hem niettegenstaande hun schelle kreten als onwezenlijk voor.
Enkele slonzige vrouwen stonden in een portiek te praten en ze keken even over hun schouders naar de bende joelende kinderen rondom de man, riepen een luide opmerking die hij niet begreep omdat ze een zwaar dialekt praatten en vervolgden hun hoekig gesprek. De groep kinderen groeide nog steeds aan. Hij begreep niet waar ze vandaan bleven komen. Van uit de huizen en uit de achter groen geschilderde deuren verborgen steegjes en achterhuizen, van uit pakhuizen en bange oude schoolgebouwen kwamen ze opzetten.
Hij deed opnieuw een poging hen weg te jagen, met maaiende bewegingen van zijn armen, hij slingerde met het restantje kracht zijn linkerbeen rond, wild, zonder zich zorgen te maken over het feit dat sommigen kinderen nog zo klein waren dat hij gemakkelijk in hun gezicht had kunnen trappen, maar hij raakte niets of niemand, hij deed hen enkel nog luider schreeuwen en lachen, en tenslotte schoot zijn andere been opeens onder hem uit en hij viel als een ledepop, kwam ruggelings op de grond terecht en bleef zo liggen, verbaasd starend in een verrassend blauwe en vloeibare lucht, de armen open gespreid.
Uit: Matthias ’t Kofschip. 1967
BIBLIOGRAFIE & FILMOGRAFIE
De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
- Luc Decorte, ‘Fernand Auwera’ in: Moritoen Literaire verkenningen. Gestencilde uitgave van Moritoen vzw Kortrijk: Reeks XXVI (1998-1999: nr 1) pp 101 tot 1.10
Na de filmografie wordt een overzicht aangeboden per genre opgelijst alfabetisch op titel.
Chronologisch overzicht
Om de foto’s uit de fotogalerij te vergroten: klik op de foto
Auwera’s reisverhalen
Auwera maakte vele reizen, o m naar Marokko (1953), Griekenland (1954), Ceylon en Zuid-Indië (1974), Praag (1982, 1987), Moskou en Leningrad, Oost-Duitsland, Boedapest (1983), Shanghai (1988), Singapore en Maleisië (19995) en Mexico (1996)
- In verband met zijn reis naar Ceylon en Zuid-Indië: Zie zijn Indisch schetsboek in ‘De Vlaamse Elsevier’, 6 mei 1974, nr 18 pp 29-32; 13 mei 1974, nr 19 pp 38-41; 20 mei 1974 nr 20 pp 34-37; Cf. ook zijn verhaal Nergens Thuis (1981) in Reizen, trekken, zwerven. Verhalen en gedichten van bekende Noord- en Zuidnederlandse schrijvers. (pp 158-168). Samengebracht door Hugo Raes.
- Een reportage over zijn reis naar Praag kunt u lezen in Snoecks 82 pp 98-109 en in Huilen met de pet op (Brussel B.R.T., 1984) pp 57-59.µ
- Over Budapest schreef Auwera in Dietsche Warande & Belfort, 1984, CXXIX pp 788-790.
- Andere reisindrukken waren te lezen in Inpakken en Westwezen. Noord- en Zuidnederlandse schrijvers in West-Vlaanderen, Brussel B.R.T., 1983 pp 13-17 en in Topics, 15 augustus 1984, nr 33 pp 72-76 (over de Seefhoek in Antwerpen).
- In de tweede afdeling teksten van Schrijvers drinken om helder te blijven bracht Auwera in 1992 onder de titel ‘Reizen is lezen met je hele lijf’ diverse reisimpressies samen over Fes El Bali, Athos, Madras, Londen, Praag, Budapest, Dworp en Shanghai.
FILMOGRAFIE
Als scenarist debuteerde hij in 1977 met, op verzoek van regisseur Jef Cassiers, een bewerking (voor de BRT) van een kort verhaal van Felix Timmermans.
In 1995 kreeg hij een scenariopremie voor Sing-Sing (werktitel), en hij werkte mee aan het scenario voor de door Paul Cammermans geplande verfilming van zijn in 1965 gepubliceerde roman De koning van de bijen.
1978 De Weddenschap (naar het boek van Fernand Auwera)
- Regie: Anton Stevens.
- Scenario: Fernand Auwera
- Cast: Luk De Koninck, Peggy De landtsheer, Walter De Meyere, Els Verschuere, Erik Verschuere ea
- Muziek: Pieter Verlinden.
- De B.R.T. zond de verfilming in een regie van Anton Stevens uit op 1 augustus 1978
1980 De Witte ((gebaseerd op De Witte, Jeugd & Ik en de Witte van Ernest Claes)
- Regie: Robbe De Hert
- Scenario: Fernand Auwera; Louis Paul Boon
- Cast: Eric Clerckx (De Witte); Willy Vandermeulen (Vader); Blanka Heirman (Moeder); Jos Verbist (Heinke); ea
1982 Maria Danneels of het bleven dat wij droomden. (naar het boek van Maurice Roelants)
- Regie: Robbe De Hert
- Scenario: Fernand Auwera en Robbe De Hert.
- Cast: Sjarel Branckaerts; Roger Broeckx; Bavo Claes; Paul Codde; Patrick Conrad; Jan Decleir; Rita Mosselmans; Els Rastelli.
- Muziek: Peter Verlinden
1985 Springen. (het boek Uit het raam springen moet als nutteloos worden beschouwd)
![]() |
|
1991 Elias of het gevecht met de nachtegalen. (naar de roman van Maurice Gilliams)
![]() |
|
1995 De ooggetuigen. (naar een tekst van E. Degelin)
- Regie: Emile Degelin
- Dialogen: Fernand Auwera; Nadia Bogaert.
- Cast: Carine Bamps; Tania Bari; Toon Brouwers; Vera De Dobbelaere; Pieter Embrechts; Tine Van den Brande
1997 Gaston’s War.
- Regie: Robbe De Hert.
- Tekstschrijvers: Fernand Auwera; Luc W.L. Janssen
- Cast: Werner De Smedt; Mapi Galan; Stuart Laing; Olivia Williams; Sylvia Kristel; Marilou Mermans e a
- Muziek: Theo Nijland
2000 Lijmen/Het been. (Naar de novelles van Elsschot)
- Regie: Robbe De Hert.
- Scenario: Fernand Auwera
- Cast: Mike Verdrengh, Koen De Bouw, Willeke van Ammelrooy, Sylvia Kristel, Lou Landré, Hans van den Berg, René van Asten, Jan Decleir, Jaak Van Assche, Tom Lenaerts, Marilou Mermans, Sjarel Branckaerts, Gert Portael, Edmond Classen, Els Beatse.
- Muziek: Lodewijk de Boer, Joan Berkhemer
Oeuvre per genre gerangschikt – titels alfabetisch
Romans
- Bloemen verwelken schepen vergaan, uitgeverij Standaard, Antwerpen (1976)
- Brahms voor Hitler, De Prom, Amsterdam (2002)
- Chantage, Manteau (1985)
- De donderzonen, uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam; heruitgave W. Beckers, Kalmthout-Antwerpen, 1977 (1964)
- De koning van de bijen, Meulenhoff (1965)
- De toren van Babel is geen puinhoop, Hadewych, Antwerpen (1986)
- De nachten van Andreas Richter, Meulenhoff (1994)
- De katten van Krakau, Meulenhoff (1997)
- De weddenschap, uitgeverij Stols, Den Haag (1963)
- Een duidelijk maar doodlopend spoor, Houtekiet (1990)
- Ik wou dat ik een marathonloper was, Standaard (1978)
- Indirect Bewijs, uitgeverij Wever & Bergh, Antwerpen (2007)
- In memoriam A.L. (misdaadroman), Spectrum, Prisma 1322 (1968)
- Kleurvaste kameleons. (roman) Uitgeverij Kramat, Westerlo
- Mathias ‘t Kofschip, Meulenhoff; heruitgave Houtekiet 2003 (1967)
- Memoires van een afwezige, Houtekiet (1992)
- Tedere schade, Meulenhoff, Amsterdam (1993)
- Uit het raam springen moet als nutteloos worden beschouwd, uitgeverij Manteau, Antwerpen; 2e druk 1986. Verfilmd als Springen door Jean-Pierre De Decker met Herbert Flack als Axel. (1983)
- Vliegen in een spinnenweb, De Prom, Baarn (2001)
- Wachttijd, uitgeverij Houtekiet, Antwerpen (1989)
- Zonder onderschriften, Standaard (1977)
Verhalen
- De man in de stoel, Meulenhoff (1995)
- Vogels met rode beulskoppen, Standaard (1969)
- We beginnen de dag opgeruimd en lopen rond de tafel, Standaard (1974)
- Zeer slordig woordenboek, Hadewijch (1987)
- Zelfportret met gesloten ogen, Standaard (1973)
Non-fictie
- C. Budding’, Gottmer/Orion, “Grote Ontmoetingen, 43” (monografie) 1980
- Cowboy spelen, Elsevier – Manteau (beschouwingen) 1979
- Cultuurstad Antwerpen, met George van Cauwenbergh, Hadewijch (stadsgids) 1993
- De Witte van Sichem, met Robbe de Hert (filmboek) 1980
- Een vete (met Heere Heeresma), klandestiene uitgave Victor et Embargo, Amstelveen (polemiek) 1982
- Engagement of escapisme, Wereldvenster/Standaard (interviews) 1985
- Geen daden maar woorden, Standaard (interviews) 1970
- Huilen met de pet op (columns) 1984
- Marc Sleen, met Jan Smet, Mercator-Plantijn/Standaard (huldeboek) 1985
- Mooie, gekwetste ziel, Manteau (teksten bij tekeningen van Jan Vanriet) 1984
- Piet van Aken, Ministerie Nat.Opv en Ndl.Cult.-Helios (monografie) 1972
- Schrijven of schieten, Standaard (interviews) 1969
- Schrijvers drinken om helder te blijven, Houtekiet (beschouwingen) 1992
- The Child is Father of the Man (monografie i.o. over Piet van Aken, Paul de Wispelaere, Jef Geeraerts, Jozef Deleu, Walter van den Broeck, Monika van Paemel) 1982
- Willem Elsschot, De Prom, Baarn (monografie) 1999
Kinderboeken
- Anton en de twintig wensen. (1976)
- De dode kathedraal, historisch verhaal (1966)
- De gnokkel en andere verhalen (1976)
- De St. Maartensramp, historisch verhaal (1963)
- De Witte en de zwarte koning (1976)
- Een fort in de rimboe, historische verhalen met S. Scholliers (historicus VUB Brussel. ( 1961)
- Het Manneke en de roestige ridder, Uitgeverij Helios, Antwerpen (1963)
- Kamiel de geleerde kameel (1960)
- Karel Kruisdegen en de inktvissen, De Sikkel, Antwerpen (1966)
- Misdaad in de dierentuin (1965)
- Okidoki’s reis naar de sterren (1961)
- Silvester de stenen kabouter (1962)
- Verkenners varen naar Indië, historische verhalen met S. Scholliers (1962)