Maakt deel uit van: Collaboratie WO II
Pol Le Roy
Hingene, 1 maart 1905 – Bornem, 23 oktober 1983
Dichter, publicist, Vlaams Nationalistisch politicus betrokken bij de collaboratie, vertaler en poëzierecensent.
BIOGRAFIE
1 maart 1905: Geboren te Hingene als Leopold Jozef Maria Le Roy, nabij het domein van de graven d’Ursel, vlakbij de Schelde.
1908: Moeder overlijdt als hij nauwelijks 3 jaar oud is. Zijn vader hertrouwt met zijn streng godsdienstige tante.
- Tijdens de oorlog vlucht de patriottische familie Le Roy voor de bezetter.
1917-1919: Volgt middelbaar onderwijs aan de Broederschool in Bornem.
1919-1925: Klein-Seminarie te Mechelen, waar hij zes jaar klassieke humaniora volgt.
- Ontpopt er zich als een talentrijk redenaar met een sterke politieke interesse.
- Toont zich een rebel met diepe verachting voor wat hij ‘de valse waarden van de bourgeoisie’ noemde.
- Op het Klein-Seminarie wordt hij voorzitter van de Vlaamsgezinde studentenbond van Klein-Brabant ‘Leven is streven’.
- Tijdens de prijsuitreiking van de retoricaleerlingen provoceerde hij de clerus van het seminarie in aanwezigheid van kardinaal Mercier: “Tijdens het spelen van de Brabançonne bleef ik met nog iemand op de eerste rij voor de rood aanlopende tronie van de Waalse Archéveque (sic) zitten. Onvergetelijk maar nooit vergeven”.
- Als bekend wordt dat Le Roy de Frontpartij steunt, wordt hij ei zo na van school gestuurd.
Tijdens deze periode kwamen een heleboel literaire invloeden op hem af: Les fleurs du mal van Charles Baudelaire, Opgangen van Wies Moens, Les illuminations van Arthur Rimbaud en in 1925 Breton met zijn surrealistische manifesten.
1925-1927: Gaat aan de toen nog Franstalige Katholieke Universiteit van Leuven Handels- en consulaire wetenschappen studeren.
- Zijn engagement groeit sterk:
- Hij is actief in de studentenclub ‘Rupelgalm’ (1926-1927)
- Voorzitter van de Antwerpse Gouwbond.
- Redactiesecretaris van Ons Leven, het orgaan van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond. (waarin hij schrijft onder het pseudoniem Rex).
- Bestuurslid van het KVHV en, daarmee verbonden, raadslid van het ‘Dietsch Studenten Verbond’.
- Hij toont zich bij dit alles zelfs iets té betrokken, want gezondheidsproblemen en combinatie met een drukke betogingsagenda leiden ertoe dat hij in zijn tweede jaar zakt voor de examens.
1927-1928: Schrijft zich in als vrije student politieke en sociale wetenschappen aan de Katholieke Universiteit te Leuven, terwijl hij in zijn onderhoud voorziet door Latijn te geven aan de novicenafdeling van de paters conventionelen. Ook deze studie werd niet tot zijn einde gebracht.
1928: Publikatie van zijn debuutbundel ‘De zaalge roede’
- Zijn Leuvense jaren stonden sterk onder invloed van het expressionistische werk van Paul Van Ostaijen en Wies Moens. De bundel De zaalge roede is deel klassiek Baudelairiaans, deels humanitair expresssionistisch. Later zal de dichter dit werkje als jeugdzonde verwerpen.
1928-1930: Keert terug naar Hingene en werkt twee jaar als boekhouder.
1930 -1940: een politieke carrière in het Verdinaso.
1930: Politiek blijft voorgaan.
- Werkt nauw samen met Ward Hermans (die later de Algemeene SS-Vlaanderen zal stichten) en richt een aantal Vlaams Nationale Wachten op.
- Wordt gewestsecretaris voor het arrondissement Oudenaarde-Ronse van het Vlaams Nationaal Vakverbond. Dit vakverbond, dat behalve in de streek van Aalst en Oudenaarde ook aanhang had in West-Vlaanderen, vormde eigenlijk de erfgenaam van de vroegere Daensistische syndicaten. Le Roy deed er administratief werk voor en schreef artikelen in De Vlaamse Syndikalist.
- Ondertussen trachtte hij alle Vlaams-nationale groepen te bundelen in de oprichting van een Vlaamsch Nationaal Verweer, maar zonder succes.
1931: Als Joris Van Severen het Verbond van Dietsche Nationaal Socialisten (Verdinaso) sticht, trad hij meteen toe.
Hij werd ook algemeen secretaris van het door Juul de Clercq geleide Verbond van Nationale Arbeiders Syndicaten (NAS), de belangrijkste wervingsbasis van het Verdinaso.
Le Roy’s inzet voor het Verdinaso was compleet. Hij gaf enkele nummers uit van het gratis propagandablad, De Aanval, Dinasokampschrift.
1932-1939: Draagt de Verdinaso-ideeën uit via brochures als Wat is en wil het Verdinaso ? (1932); Alarm over het land (1936); Orde in België (1937) en Le Verdinaso et le problème de l’Ordre corporatif (1938)
1933: De overheid poogt het Verdinaso af te remmen door allerlei maatregelen. De zwaarste komt er eind 1933 wanneer minister van arbeid Van Isacker de werklozenkassen van NAS ontbond. Werkloze Dinaso’s waren van dan af verplicht zich aan te sluiten bij één van de officiële kassen.
Augustus 1934: Verdinaso richtte het Verbond van Dinaso Corporaties (VDC) op. Pol Le Roy werd verbondsleider van het VDC en kwam tevens in de leiding van het Verdinaso.
- Het VDC wilde per beroep de kernen vormen voor een corporatieve en autoritaire staat en baseerde zich hiervoor op ideeën uit de Franse sociale school uit de 2de helft van de 19de eeuw met figuren als Charles La Tour du Pin en Frédéric Le Play evenals op gedachtengoed van o. m. Werner Sombart, Charles Maurras en Georges Sorel.
Volgde de politieke ontwikkelingen in Duitsland op de voet en neemt in 1933 en 1934 deel aan de partijdag te Nürnberg. Toch wendt het Verdinaso zich snel af van het nationaal-socialisme en voerde vanaf 1934 een eigen Groot-Nederlandse koers, waarbij ook plaats was voor de Franstalige Belgen.
1935: Voorziet de VDC van een eigen blad: Orde! Maandbulletijn van het Verbond van Dinaso-Corporaties / Redactie : Pol Le Roy ; Beheer : Pol Van Herzeele
1939: Redactiesecretaris van Hier Dinaso ! dat de politieke lijn van het Verdinaso bepaalt. Werd –in opvolging van Juul de Clercq – propagandaleider en vertegenwoordiger van het Verdinaso in het Studiecentrum tot Hervorming van de Staat.
Als Van Severen onverwacht ziek wordt , zal Le Roy optreden als gemachtigd secretaris in zijn plaats.
1939: Het plotse overlijden van zijn amper dertigjarige vrouw Laura grijpt hem zeer aan
Belijdenis Wij hadden saam het leven lief de stilten lief, de sterren en de late branden wij hadden saam de nachten lief de winters lief, de sneeuwen lichtwaranden wij hadden saam de doden lief ons liefde lief, de haat, de smart, de schande wij hadden saam elkander lief… Laat mij ’t gestorven lied van ons gebonden handen.
Uit: Modulaties
DE OORLOGSJAREN: politiek engagement in het Nationaal socialisme en opnieuw dichterschap
10 mei 1940: Aanhouding van Joris Van Severen door de Belgische staatsveiligheid
12 mei 1940: Aanhouding van Pol Leroy en met de zgn. spooktreinen naar Frankrijk gevoerd.
Le Roy blijft gevangen in het kamp Saint Cyprien te Orléans tot begin juli 1940.
November 1940: Huwt Regina Lamoen, een jonge intellectuele uit een Antwerpse liberale familie.
Neemt weer plaats in de leiding van het Verdinaso. werd een hevig voorstander van de Germaanse rijksgedachte, en kant zich tegen de officiële belgicistische koers van het Verdinaso.
Het was het begin van een lang conflict tussen het VNV en Verdinaso over de in te nemen houding tegenover het pas opgerichte Algemene SS-Vlaanderen.
Oktober 1940: De onderhandelingen met de SS-Vlaanderen ontketenden conflicten binnen de leiding van het Verdinaso waardoor Le Roy samen met Jef François uit het Verdinaso werd uitgesloten. De Dinaso Militanten Orde (DMO) verzet zich tegen deze gang van zaken wat een machtswissel tot gevolg heeft. Jef François wordt leider van de DMO en Pol Le Roy krijgt de redactie van Hier Dinaso ! opnieuw in handen.
Mei 1941: Verdinaso –onder druk van het militair bestuur- vormt samen met het VNV en Rex Vlaanderen de Eenheidsbeweging-VNV.
Mei 1941-september 1941: Le Roy zetelt – als enige Dinaso- in de Raad van Leiding van de Eenheidsbeweging-VNV.
Die éénheidsbeweging moest voor Le Roy dé nationaalsocialistische éénheidsbeweging van Vlaanderen worden, maar daarin werd hij al snel bedrogen.
Juni 1941: Het partijblad Hier Dinaso ! wordt vervangen door De Nationaal-socialist, een benaming die Le Roy doordrukte. Le Roy is hoofdredacteur.
September 1941: Le Roy stapt uit de Eenheidbeweging, die volgens hem veel te flamingantisch, democratisch, nauwelijks nationaalsocialistisch is en te weinig autoritair.
December 1941: Na een kort verblijf in Berlijn treedt hij toe tot de Deutsch Vlämische Arbeitsgemeinschaft (DeVlag) en wordt er propagandaleider.
Werd ook lid van de Algemene SS-Vlaanderen, wat hij bleef tot in maart 1943.
1941: Publicatie van een tweede gedichtenbundel ‘Getuigenissen’.
- Was zijn eerste bundel ‘De zaalge roede’ uit 1928 (!) eerder flamingantistisch geïnspireerd, dan bevat deze bundel vooral verzen waarin de dichter de plotse dood in 1939 van zijn vrouw Laura verwerkt. Ook bespeuren we surrealistische invloeden.
Eind 1943: Doordat DeVlag geleidelijk aan een steeds grotere politieke rol was gaan spelen, werd de taak van propagandaleider te zwaar. Le Roy werd van zijn taak ontheven en werd ere-propagandaleider. Hij krijgt een andere functie: hij zal de scholing van de beweging uitbouwen.
In de loop van 1943 verschijnen nog twee ander dichtbundels: Vuur zingt en Modulaties. Beiden zijn heidens van inslag. Invloeden van Breton’s surrealisme zijn waarneembaar. In de bundel Modulaties werd de beleving van de erotiek gezien als deel van een hogere kosmische werkelijkheid en daarmee toegang tot de eeuwigheid.
De oorlogskansen keren
1 september 1944: Le Roy vertrok met zijn vrouw en dochtertje naar Duitsland, waar hij zijn gezin onderbracht bij een familie in Lüneberg.
September 1944: Hijzelf vestigde zich als propagandaleider van de Vlaamse Landsleiding in Berlijn. Hij was als vertegenwoordiger verbonden aan het Europäische Propagandabüro (Europees Propaganda Bureau) en nam deel aan besloten vergaderingen met SS-officieren. Maar de contacten met de Duitsers waren vaak ontgoochelend voor Le Roy. Hun visie omtrent de inlijving bij Duitsland correspondeerde niet steeds met die van hem.
Begin 1945: De bombardementen op Berlijn worden steeds heviger en Le Roy keerde terug naar zijn gezin in Lüneberg. Er werd hem de mogelijkheid aangeboden naar Zwitserland te ontkomen, maar hij weigerde.
Mei 1945: Arrestatie door de Staatsveiligheid in Lüneburg
Acht dagen na zijn arrestatie in Lüneburg wordt hij overgebracht naar de gevangenis van Sint-Gillis te Brussel.
NA DE OORLOG: verdieping en uitbouw van een hoogstaand poëtisch oeuvre
16 oktober 1947: Werd door de krijgsraad op grond van politieke collaboratie (art. 118bis) ter dood veroordeeld, en kreeg 1 miljoen frank boete.
1948: Acht maanden na het vonnis werd hij door de liberale minister Lilar begenadigd en werd de straf omgezet in levenslange hechtenis.
1950: Door tussenkomst van zijn vroegere Dinasovrienden Franz Van Dorpe en Willem Melis, die nu CVP’ers zijn geworden, wordt zijn straf tot 18 jaar herleid.
15 september 1951: Werd voorlopig vrijgelaten en ging hij met zijn vrouw in Sint-Jans-Molenbeek wonen. Zijn kinderen verbleven in een gastgezin. Hij kwam aan de kost met het verkopen van boeken en het maken van vertalingen in opdracht oa van de “Koninklijke Automobilistenbond” en de CVP.
Van enige politieke activiteit hield hij zich verre.
Maar als dichter treedt hij weer en volop in het daglicht. Tijdens zijn gevangenschap had hij heel wat geschreven, vaak bitter en hard, maar daarnaast had hij de draad opnieuw opgenomen van zijn vooroorlogse esoterische studie.
1952: Dat leidde tot de bundel Lucifer, die niet langer de gevallen engel is, maar de evenwaardige van God: gnostiek dus, meer bepaald van de franse auteur René Guénon.
Nog in datzelfde jaar verschenen Geboorte der Poëzie en Niet voor Bonifacius, met acht prozagedichten tegen de maatschappij van ‘valse vroomheid’, ‘wankle waarheid’, ‘loze liefde’, ‘namaakleven’ en ‘kalken onzin’.
Meer dichtbundels volgen. ‘Lava’ (1957) en ‘Tellurisch’ (1963), telkens weer zal Le Roy het esoterische in een voor hem zo volmaakt mogelijke vorm tot uiting pogen te brengen, met een ongemeen rijke symbolentaal in een poging om toch iets te kunnen zeggen over het onzegbare.
1958-1970: Poëzierecensent van het maandblad De Periscoop.
Hij cultiveert een passie voor kunst en filosofie. Tot op het einde van zijn leven onderhoudt hij contacten met kunstenaars, filosofen en dichters.
1958: Lag aan de basis – samen met Aubin Pasque, André van Wassenhove en Marc Eemans – van het Centre International d’Actualité Fantastique et Magique.
- De beweging van Fantasmagie behield de drie hoofdbestanddelen van het surrealisme (vrijheid – liefde en vrouw – poëzie als uitdrukking van het beleefde), maar legde de nadruk op het esoterische en het universeel-religieuze.
1965: Bekroond voor de onuitgegeven bundel Va banque met de eerste Blanka Gijselenprijs; samen met zeven andere onuitgegeven bundels uit de periode 1946-1966 verscheen deze bundel onder de titel Spel en spiegel (1967).
1 maart 1970: Huldiging in zijn geboortedorp Hingene.
23 oktober 1983: Overlijden te Bornem.
Eens als ik uitga in de duisternis saam met het lamplicht over ’t laatste schrift en in de stilte trilt het somber lis nog na der felle drift waarmee ik steeds de stroom bevoer door god gejaagd naar god op jacht…. eens als de laatste morgen die ik droeg is afgelegd en zielloos ligt mijn hand – laat dan de laatste vragen doven laat wensloos mij en zonder pijn vergaan en opgaan in dit schoon geloven dat er geen nutteloze sterren zijn…
Uit: Spel en spiegel, p. 68
Over zijn werk
Het is belangrijk hier even stil te staan bij de evolutie van Le Roy als dichter. Dat hij door critici al eens tot de grootste dichters uit Vlaanderen wordt genoemd, heeft zo zijn goede redenen.
- Aanvankelijk is hij een aanhanger van het avant-gardistische en te situeren rond het tijdschrift Ruimte in de vroege jaren 20.
- 1928: ‘De zaalge roede’ is nog eerder flamingantistisch geïnspireerd.
- In de jaren 40 geven zijn bundels ‘Getuigenissen’ (1941), ‘Vuur zingt’ (1943) en ‘Modulaties’ (1943) blijk van surrealistische invloeden ruim voor de revolutie van de Vijftigers.
- Vanaf 1952 (een vijfde bundel ‘Geboorte der poëzie’ verschijnt), zal de esoterie geleidelijk de boventoon voeren in het werk van Le Roy. Zijn gedichten worden doordrongen door de ervaring van de eenheid van alles. Zijn godsgeloof groeit uit boven de loutere ‘konfessies en ideologieën’. De ontdekking van de diepere betekenis van de religieuze ervaring zal zijn werk blijvend inspireren. Dit komt vooral tot uiting in de bundels Lava (1957) en Tellurisch (1963).
- Tot op hoge leeftijd zal Le Roy esoterische teksten bestuderen, zich interesseren voor het hindoeïsme en het boeddhisme en sterk in de ban komen van het taoïsme en het islam-soefisme en tenslotte ook het esoterische christendom dat hij leert kennen via het gnostische Thomas-evangelie.
De thema’s die men in zijn werk aantreft zijn dan ook:
- Een intens existentiële zoektocht met een mystieke, doch open, kosmologische oriëntatie.
- Een alles doordringende maar ook interpersoonlijke liefde waarbij de vrouw de weg is naar de eenheidservaring.
Le Roy poogde bewust om politiek en poëzie van mekaar gescheiden te houden.
BEKRONINGEN
1965: Bekroond voor de onuitgegeven bundel Va banque met de eerste Blanka Gijselenprijs;
1967: de Dr. Philipsenprijs voor Literatuur voor de bundel Spel en spiegel
Zijn gehele oeuvre werd eveneens bekroond door de Provincie Antwerpen.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
Referenties
- Stijn Vanclooster. 2009. ‘Door wie ? Op welk gezag ? Het onrustige zoeken van Pol Le Roy’. L. De Vos, Y. T’sjoen, L. Stynen. Verbrande schrijvers. ‘Culturele’ collaboratie in Vlaanderen 1933-1953. p. 182-203.
- Pol Le Roy, een vergeten dichter ? in: Tekos, teksten , kommentaren en studies nr 83/1996 pp. 41-53 ook electronisch beschikbaar: Pol le Roy (1905-1983) – OverBlog
SMAAKMAKER
Gefluister naar de wachtenden
Uit: verzamelde gedichten (1980)
Gij zult zeer teder moeten zijn en zeer verduldig met me spreken zeer zacht met mijn verzwegen pijn als iets dat al te licht kan breken ik ben gehavend door veel leed en haat en honger en afgrijzen ik draag van ziekte en zeer de beet en veel en bloedende bewijzen ‘k heb met de dood gewoond ‘k ben hard geworden donker en verbeten ik heb mijn geest verhuld mijn hart verhoert om ’t leven te vergeten ik weet niet meer wat mensen zijn ik werd eenzelvig in mijn zinnen leproos van lijf en brak van brein gij moet zeer moederlijk beginnen…
BIBLIOGRAFIE
Woordje vooraf
Het poëtisch werk en de politieke geschriften van Pol Le Roy worden afzonderlijk weergegeven.
De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- POËZIECENTRUM vzw – Gent
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.
Chronologisch overzicht
Dichtbundels
Overzicht – alfabetisch op titel – van het poëtisch werk
- Bergkristal, 1972-1975. (1976), Brecht/Antwerpen: De Roerdomp. -246p.
- De stroom. Een droomdoorweven kroniek, 1969-1970. (1971), Brecht/Antwerpen: De Roerdomp. -99p.
- De wakende. (1979), Tielt: Lannoo. -138p.
- De zaalge roede. (1928), St.-Amands-aan-de-Schelde: Drukkerij Wils. -68p.
- Een hand, een ster. (1965, bloemlezing), Hasselt: Heideland. -79p.
- Evenwicht. (1973), Brecht/Antwerpen: De Roerdomp. -103p.
- Fragmenten uit een wordend boek. (1970), Brecht/Antwerpen: De Roerdomp. -4p in map.
- Geboorte der poëzie. (1952), Antwerpen: G. De Batist.
- Getuigenissen. (1941), Oude-God: Die Poorte. -76p.
- Late zwaluwen. Nagelaten gedichten. (1984), Tielt: Veys Uitgaven. -157p.
- Lava. Prozagedichten. (1957), Drongen: Colibrant Uitgaven,. -86p.
- Lucifer. (1952), Lier: Colibrant uitgaven. -58p.
- Météorologiques. (1962), Bruxelles : Libr. “La Proue “/ Paris : Libr. “Le Minotaure ” -56p.
- Modulaties. (1943), Brussel: Steenlandt. -60p.
- Niet voor Bonifacius… (1952), Antwerpen: Drukkerij ‘De Berk’. -55p.
- Nous dénudant, nos iris. (1972, Franstalige poëziebundel), Brussel: Zenit 74.
- Regina. (1954), Lier: Colibrant Uitgaven . -46p.
- Spel en spiegel.1946-1966. (1967 – verzamelbundel van nog onuitgegeven werk), Brecht/Antwerpen: De Roerdomp. -355p.
- Tellurisch. (1963), Lier: Colibrant Uitgaven. -60p.
- Verzamelde gedichten. (1980 – verzamelbundel), Brugge: Orion. -341p.
- Vuur zingt. (1943), Brussel: Steenlandt. -31p.
- Weergalm. Documentair. (1970), Brecht/Antwerpen: De Roerdomp. -198p.
Politieke geschriften
1932 | Wat is en wat wil het Dinaso. Een eerste antwoord. (politieke brochure) | Iseghem : J. Lauwers. -32p. | |
1935 | Alarm over het land. (politieke brochure) | Gent: François. -16p. | |
1937 | Orde in België. (politieke brochure) Rede te Antw. op 3 Juli 1938 uitgesproken. | Gent : Verbond van Dinaso-Corporaties. -48p. Reeks: De Corporatie Bladen. | |
1938 | Le Verdinaso et le Problème de l’Ordre corporatif. |
Artikels in :
- Ons Leven (1926-1928)
- De Vlaamsche Syndicalist (1929-1931)
- De West-Vlaming (1931-1932)
- De Dinaso-Student (1935-1938)
- Hier Dinaso ! (1932-1941)
- Orde (1935-1938)
- De Nationaal Socialist (1941)
- De SS-Man (1942)
- DeVlag-Scholingsbrieven I-X (1943-1944)