Maakt deel uit van:activisme 1914-1918naturalismesociale tendensen in de Vlaamse literatuur
GUSTAAF VERMEERSCH
Veurne, 20 mei 1877 – Aalst, 10 december 1924
Naturalistisch schrijver van romans en verhalen.
Hij was volledig autodidact. Maakte carrière –ondanks zijn epileptische geaardheid- bij de spoorwegen, maar werd na de WO I wegens activistische sympathieën ontslagen.
Publiceerde in vele tijdschriften.
Zijn eigenlijk scheppend werk situeert zich tussen 1903 en 1910.
BIOGRAFIE
20 mei 1877: Geboren te Veurne als Gustavus Carolus Cornelis Vermeersch. Enkele maanden tevoren is zijn vader Carolus Vermeersch, een houtzager van 36 jaar, overleden. Zijn moeder Theresia Planckeel is dan 41.
- Zijn moeder werkt na zijn geboorte bij boeren uit de streek en Gustaaf groeide op …’gans alleen, geen enkele speelmakker, alleen met de wijde natuur, in het vlakke Veurne-Ambacht’, maar ook met ‘de drift om kennis op de doen, een wezenlijke drift’. (uit ‘Iets over mijn leven’, Den Gulden Winckel, mei 1907)
Als twaalfjarige knaap werd hij – uit bittere noodzaak – telegrambesteller en op 20-jarige leeftijd treinwachter.
- Het werk als treinwachter was in die dagen niet vanzelfsprekend. Zeker niet als men ook epileptische symptomen vertoonde.
Boon schrijft daarover: “Als treinwachter had hij zich buiten op de treeplank van het rollende gevaarte voort te werken van stang tot stang. De “bakken” bestonden toen nog uit totaal afgesloten kompartimenten, en de wachter had zich aan de buitenkant met levensgevaar van afdeling naar afdeling te worstelen – en daar kon hij dan plots een aanval van epilepsie krijgen. Alvorens te bezwijmen, greep hij dan nog met beide handen de stang vast…en in het eerstvolgend station had men hem, verkleumd, bezwijmd, van de stang los te maken, bijna als een vogel die doodgevroren op een tak hing.” (Louis Paul Boon, Gustaaf Vermeersch, pp 6-7)
Volledig autodidact. Hij maakt kennis met de “Duimpjesuitgaven” van Delille (Maldeghem) en leest daarin de eerste werken van Streuvels en Teirlinck. Dat zette hem ertoe aan zelf te gaan schrijven.
1899: Huwt met Elodie Coart uit Gent. Ze is 10 jaar ouder dan haar echtgenoot. Vermeersch leerde haar waarschijnlijk kennen via haar broer, een telegrafist.
- Elodie zal haar man door dik en dun steunen, vooral zijn literaire werk gaat haar ter harte.
- Wanneer zijn in 1917 sterft- amper 5 jaar na zijn moeder – stort Vermeersch’ leven in.
1903: Debuteert met de novelle “Klosjes, klosjes…”, een sterk kortverhaal met als decor de Brugse Boeveriestraat ‘met haar godshuizekens’, dat door toedoen van August Vermeylen in het meinummer van het tijdschrift ‘Vlaanderen’ wordt opgenomen. Het jaar daarop verschijnt het in het Duitse tijdschrift ‘Die Zeit’
1904: Publicatie van zijn bekendste werk: de roman “De last”.
- Hij beschrijft hierin het trieste leven van een kantoorklerk in een kleine stad; de last die hem verplettert is ‘de verterende belustheid op de vrouw’
‘De last’ is zonder twijfel het centrale werk in zijn oeuvre en valt zeer in de smaak van meerdere literatoren.
- André De Ridder vraagt zich af of Vermeersch niet de schrijver is met slechts ‘un livre dans le ventre’.
- August Vermeylen roept uit “Een afschuwelijk boek…, en ’t is een zeer sterk boek, een uitstekend boek…, een verhaal van zielsellende, van ziekte, van verdierlijkende onmacht, van gewond en langzaam verkankerend leven”.
- Louis Paul Boon noemt ‘De last’ een meesterwerk te vergelijken met ‘Hard Labeur’ van Raymond Stijns. Een soort naturalisme dus dat hij ‘een hoogvlakte onzer literatuur [zou] willen noemen, hoogvlakte die weinigen bereikt heen, doch waar de boeken als zeldzame gave, gladde keien liggen’.
30 juni 1904: Vermeersch wordt vast benoemd tot treinwachter met een jaarwedde van 1600 frank
1905: Bevorderd tot hoofdtreinwachter op de vaste lijn Charleroi – Aarlen en hij verhuist met zijn vrouw naar Monceau-sur-Sambre..
Het is de stabielste en ook de meest actieve periode uit zijn leven
- Hij trachtte er de uitgeweken Vlamingen te verenigen en ‘stambewust’ te maken. Hij stichtte er een ‘Vlaamse Bond’, met ziekenfonds en boekerij, een letterkundige afdeling in de schoot van het Algemeen Nederlandsch Verbond, richtte Vlaamse feesten in en liet voordrachten en lezingen houden door bekende Vlamingen.
Later werd hij overgeplaatst naar Ingelmunster in West-Vlaanderen.
1905: Publicatie van Mannenwetten, zijn tweede roman over de uitbuiting van de Brugse kantwerksters. De roman is positiever dan De last en behandelt emancipatie en drang naar revolutie.
1907: Werkt aan het ‘Rollende Leven’ waarin hij het leven van een treinconducteur behandelt, inclusief gedetailleerde beschrijvingen van de sociale wantoestanden.
1911: Verhuist naar Schaarbeek waar hij als correspondent voor De Telegraaf werkt. Zijn dienst bij het spoor begint hem zwaar te vallen en door tussenkomst van vooral August Vermeylen en Maurice Maeterlinck, wordt hij tewerkgesteld in de bibliotheek van het Ministerie van Spoorwegen te Brussel.
1914-1918: Wereldoorlog I.
Bij het uitbreken van de oorlog moeten alle ambtenaren het werk neerleggen en dat zonder behoud van salaris. Vermeersch blijft intussen meewerken aan tal van kranten.
In deze periode ontplooide Vermeersch Vlaams nationalistische politieke activiteiten
1915: Sloot zich aan bij de partij Jong-Vlamingen uit Gent en wordt redacteur bij hun partijblad De Vlaamsche Post.
- Hierin publiceert hij zijn feuilleton-roman ‘Een ras dat herleeft’. Dit is een roman met uitgesproken Vlaams nationalistische activistische tendensen die hij met zijn naam ondertekend.
1916: Publicatie van ‘Een oproep tot de Vlamingen’, waarin hij zijn zienswijze op ‘het vraagstuk der staatkundige mogelijkheden van Vlaanderen’ uiteenzet.
1917: Nog voor de wapenstilstand verliest hij zijn echtgenote Elodia Coart amper 50 jaar oud
1918: Om eventuele vervolging omwille van zijn activistische sympathieën en publicaties te vermijden, wijkt hij uit naar Utrecht.
1919: Doodziek en moedeloze terugkeer naar Vlaanderen, waar hij aangehouden wordt.
- Bij Koninklijk Besluit wordt hij uit zijn ambt ontzet.
- Zijn ‘Oproep tot de Vlamingen’ en het aanvaarden van een bevordering onder de bezetting worden hem ten laste gelegd.
- Na een voorarrest van drie maanden komt hij vrij omdat definitief duidelijk werd dat zijn overmoedige geschriften reeds gepubliceerd waren voordat de Haverse wetsbesluiten afgekondigd waren.
Mei 1919: Er volgt geen veroordeling, maar wel wordt hij wegens zijn aktivistische houding tijdens Wereldoorlog I als ambtenaar ontslagen (staatsblad, 8 mei 1919, p. 2193-2194).
Wordt korte tijd medewerker van een “Agence de renseignements”, waar hij opdrachten kreeg om inlichtingen over personen te verzamelen.
1920: In een Brussels café ontmoet hij Louise Pelicaen, de vrouw van zijn laatste vier levensjaren.
- Louise Pelicaen is een bijzondere vrouw. Ze is onderwijzeres uit Wolvertem. Ze is geïnteresseerd in de Vlaamse literatuur, de Vlaamse ontvoogdingsstrijd. Ze herschrijft verhalen van Conscience voor de jeugd. De romans van Vermeersch kent ze door haar samenwerking met August van Cauwelaert in het vrouwentijdschrift ‘De Lelie’.
Louise Pelicaen besluit Vermeersch te helpen. Ze betaalt zijn schulden en biedt hem onderdak in haar buitenhuisje ‘Villa Rozenoord’, midden in het groen en in de buurt van het spoor.
[Nota: men bedenke hoeveel moed Louise Pelicaen bij deze demarche heeft opgebracht. Het betekende dat ze voor het leven door de gemeenschap zou worden geviseerd en uitgestoten.]
- In deze omgeving komt hij langzaam tot rust. Hij begint er te werken aan een nieuwe roman ‘Aan de zelfkant’, maar vindt de kracht niet om het project tot een goed einde te brengen.
- Het manuscript van ‘Aan de zelfkant’ bevindt zich in het Letterenhuis te Antwerpen.
10 december 1924: Vermeersch sterft plotseling aan de ontbijttafel in Villa Rozenoord.
EPILOOG
Na de dood van Vermeersch wordt de rouwende vrouw door het buurtschap zo het leven zuur gemaakt, dat ze verhuist. Zevenenzeventig jaar zal ze zijn wanneer ze in 1960 sterft in een ziekenhuis in Elsene.
OVER ZIJN LITERAIRE KWALITEITEN
- Op het eerste gezicht vertoont het werk van Gustaaf Vermeersch een tekort aan taalbeheersing en harmonische constructie. Dit wordt echter gecompenseerd door de grote expressieve kracht.
- Zijn meesterwerk “De last” mag vermeld worden als één der mooiste werken uit de naturalistische periode in onze literatuur. Hierover waren de schrijvers als August Vermeylen, Louis Paul Boon het eens. Ook critici als André De Ridder (1888-1961) en Arthur Cornette (1880 -1945) waren deze mening toegedaan.
Gustaaf Vermeersch publiceerde in verschillende tijdschriften, zoals “Vlaanderen”, “Vrije Tribune”, “De Vonk”, “Het Leven”, “Elsevier’s Maandschrift”, “Nieuw Leven”, “Ontwaking”, “De Nieuwe Gids”, “De Zaaier”, “De Tijd”, “De Telegraaf”, “Vlaamsch Leven”, “De Vlaamsche Post” en “De Nieuwe Rotterdamsche Courant”. (Zie bibliografie)
Meer over Gustaaf Vermeersch
- Pierre Platteau, Gustaaf Vermeersch. B. Gottmer, Orion (Nijmegen, Brugge) 1979 117 p., 8 p. fotos
- Louis Paul Boon, Gustaaf Vermeersch. Monografieën over Vlaamse Letterkunde. Voor het Ministerie van openbaar onderwijs uitgegeven door A. Manteau N.V. Brussel. (1960)
- Claudet, Leven en dood van Gustaaf Vermeersch. (1935);
- Vermeylen, `De last van Gustaaf Vermeersch.’, in Beschouwingen (1942);
- L.P. Boon, `De schim van Gustaaf Vermeersch ‘, in Boontje’s reservaat (1954);
- Fr. Leclair, Bibliografie van en over Gustaaf Vermeersch. (1965);
- L. Buning, `Gustaaf Vermeersch als flamingant’, in Wetenschappelijke Tijdingen, 36 (1977);
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
Referenties
- Louis Paul Boon, Gustaaf Vermeersch. Monografieën over Vlaamse Letterkunde. Voor het Ministerie van openbaar onderwijs uitgegeven door A. Manteau N.V. Brussel (1960)
- Frans Leclair, voorwoord in Klosjes, klosjes.. en andere verhalen. Hasselt, Uitgeverij Heideland. Vlaamse pockets nr 143 1964.
- Greta Seghers ‘Het verdoken leven van Gustaaf Vermeersch’ in: Wat ge leest en schrijft dat zijt ge zelf. Antwerpen/Weesp, Standaard uitgeverij 1985 pp 61-81
BIBLIOGRAFIE
De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience –Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klik op de foto
Chronologisch overzicht
Publicaties in boekvorm
Jaar | Titel | Fotogalerij | Uitgeverij 1ste druk |
1904 | De last. Roman in twee deelen. (roman)
Bandversiering ontworpen door Herman TEIRLINCK. |
Bussum: C.A.J. Van Dishoeck.
Electronisch beschikbaar bij DBNL De last (1904). Deel I Afmetingen: 20 x 14 – 194p. |
|
1905 | Mannenwetten. Roman in twee deelen.
Bandversiering ontworpen door Herman TEIRLINCK. |
Bussum: C.A.J. Van Dishoeck.
Deel I: Afmetingen: 20 x 14 – 192p. |
|
1906 | Zielelasten. (verhalenbundel)
Bevat: Zielelasten. De aanslag. De schuifelaar. De oude visscher. Klosjes, klosjes… |
Brugge: C. Moeyaert. -163p.
Reeks: Nederlandsche volksbibliotheek |
|
1907 | Nazomer. (verhalenbundel)
Bevat: Nazomer – Van nood en deugd |
Rotterdam: Meindert-Boogaerdt jun. -320 p.
Reeks: Moderne drukken en herdrukken. – Rotterdam; vol. 11- 12 |
|
1908 | ‘Ontgin uzelf’. (verhaal) | Antwerpen: Druk van ‘t Kersouwken. -38p.
Afmetingen: 21.75 x 17 (ingenaaid) |
|
1909 | Het wederzien. (roman) | Maldeghem: Victor Delille. -151p.
Reeks: Duimpjesuitgave nr 76. |
|
1910 | Het rollende leven. (roman in twee deelen) | Bussum: C.A.J. Van Dishoeck. -2 vol.
Deel I: Afmetingen: 21 x 16 (gebonden – linnen kaft) -304p. |
|
1916 | Een oproep tot de Vlamingen. (pamflettair) | Brussel: Pieter Houben 233, de Merodestraat. -62p.
Afmetingen: 25.75 x 16.50 met geplooide landkaart. |
POSTUME UITGAVEN
PUBLICATIES IN TIJDSCHRIFTEN
1903 | Klosjes, klosjes… | In: Tijdschrift ‘Vlaanderen’ (1903 -p. 193) |
1903 | De ouder visscher. | In: Tijdschrift ‘Vlaanderen’ (1903 – p. 389) |
1904 | Marktdag. | In: Tijdschrift ‘Vrije Tribune’ (1903/1904 – p.1-11, 60-79) |
1904 | Sissen van Djaake’s. | In: Tijdschrift ‘Vrije Tribune’ (1904 – p.241) |
1904 | De schuifelaar. | In: Tijdschrift ‘Vrije Tribune’ (1904 – p.497) |
1904 | De gewone gang.
1985: Opgenomen in de anthologie ‘Tijden van beroering en andere naturalistische verhalen’ samengesteld door Romain Debbaut. Uitgeverij A. Manteau, Antwerpen. pp 151-174. |
In: Tijdschrift ‘De Vonk’ (mei 1905) p. 21-29. |
1905 | De avend. | In: Tijdschrift ‘Het Leven mei-juni 1905) |
1905 | Witte donderdag. | De Nieuwe Rotterdamsche Courant. 19 maart 1905. |
1905 | Jan de Zot. | In: Tijdschrift ‘Vlaanderen’ (1905 – p. 289) |
1905 | De aanslag.
1985: Opgenomen in de anthologie ‘Tijden van beroering en andere naturalistische verhalen’ samengesteld door Romain Debbaut. Uitgeverij A. Manteau, Antwerpen. pp 175-202. |
In: Tijdschrift ‘Vlaanderen’ (1905) |
1905 | Geknakt. | In: Tijdschrift ‘Vlaanderen’ (1905 – p.445) |
1906 | Het raadsel. | In: Tijdschrift ‘Vlaanderen’ (1906 – p.335-366-417) |
1906 | Het portret. (onvolledig) | In: Tijdschrift ‘Vrije Tribune’ (1906 – p.61) |
1907 | Kuddegeest. | In: Tijdschrift ‘Vlaanderen’ (1907 – p.273) |
1907 | Donkere Machten. | In: Tijdschrift ‘Vrije Tribune’ (1907 – p.7 en vlg.) |
1907 | Iets over mijn leven. | In: De gulden winckel. (nr 5 mei 1907) |
1907 | Langs passie’s weg. | In: Tijdschrift ‘Elsevier’s Maandschrift’ (1907 II) |
1908 | De hanekamp. (uit een onvoltooide roman) | In: Tijdschrift ‘Nieuw Leven’ (April-Mei-Juni 1908) |
1908 | Ontgin u zelve. | In: Tijdschrift ‘Ontwaking’ (1908 – p. 137) |
1909 | Dood. | In: Tijdschrift ‘Elsevier’s Maandschrift’ (1909 II) |
1909 | Een onverwacht voorval. | In: Tijdschrift ‘Ontwaking’ (1909 – p. 57-105) |
1910 | Stil leven. | In: Tijdschrift ‘De Nieuwe Gids’ (1910 p.693-712) |
1910 | De dodenwaak. | In: ‘Almanak De Vlaamsche Treinwachter’ |
1910 | Antoine le guérisseur. (verhaal) | In: De Week. 5 november 1910 p. 1-2. |
1911 | Gust (verhaal) | In: De wijngaard. (1911, p. 17-19) |
1911 | Vereenvoudigde spelling. (lezing) | In: De Week. 16 september 1911 p. 6. Antwerps weekblad van de drukker uitgever V. Resseler. |
1912 | Het laatste bezoek. | In: Tijdschrift ‘Elsevier’s Maandschrift’ (1912) |
1912 | Kokefabriek. | In: Tijdschrift ‘De Zaaier’ (1912 – p.181) |
1913 | Meneer Furneau. | In: Tijdschrift ‘De Tijd’ (1913 febr.-Maart) |
1913 | De volksroman. | In: Tijdschrift ‘De Telegraaf’ |
1913 | Miel. (verhaal) Geschreven te Ingelmunster en opgediept ter gelegenheid van een medewerking als toneelrecensent aan het Brussels tijdschrift Ons Tooneel. | In: Ons tooneel, mengelwerk nrs 1-6, 23 februari 1913 – 30 maart 1913, telkens op p.3. |
1914 | Vergeefse verwachting. | In: Tijdschrift ‘De Nieuwe Gids’ (1914 p.888-897) |
1915 | Boertje Verhelst. | In: Tijdschrift ‘Vlaamsch Leven’ (1915 – oktober) |
1915 | Een ras dat herleeft. | In: Tijdschrift ‘De Vlaamsche Post’ (7dec. 1915-11 maart 1916) |