Maakt deel uit van:de theaterwereldKoloniale literatuur
Albert van Hoeck
Turnhout 11 mei 1920 – Antwerpen 25 juli 1993
Schrijver van koloniale romans, luisterspelen en toneel, reisverhalen en documentaires.
Ambtenaar carrière in Rwanda Burundi (1946-1962), nadien werkzaam in de bankwereld, uitgeverij en de toenmalige BRT.
BIOGRAFIE
11 mei 1920: Geboren te Turnhout als Albert Corneel Alfons Maria Van Hoeck.
- Hij was de zoon van Alfons Van Hoeck, volksvertegenwoordiger en burgemeester (1932-1944). Zijn broer Jozef van Hoeck was een gekende dramaturg van onder andere“Voorlopig vonnis”
1938: Beëindigde zijn middelbare studies aan het aan het jezuïetencollege te Turnhout.
Werd hij doctor in de rechten en kandidaat in de geschiedenis (KUL).
Als voorbereiding op een koloniale loopbaan studeerde hij tevens aan de hogere administratieve en juridische sectie van de koloniale school.
1946-1949: Was assistent-gewestbeheerder van Kigali.
1949-1962: Achtereenvolgens werkzaam als substituut-procureur des konings in Kigali en Usumbura (thans Bujumbura); politiek adviseur van de Tutsi-koning Mwami Charles Mutara III Rudahigwa in Rwesero (nabij Nyanza, thans Nyabisindu); rechter in Usumbura; voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg en ten slotte raadsheer en voorzitter ad interim van het Hof van Beroep van Ruanda-Urundi
De jaren 1950: Geïnspireerd door Afrika komen enkele toneelstukken en luisterspelen uit: Mijn vrouw was een negerin, (toneelspel, 1951); Het ongewenste mulatkind, (luisterspel , 1952) ; De rechter en de goeverneur, (luisterspel , 1958)
1961: Debuutroman Mijn vriend Sebastiaan
- Het verhaal was zo uit het leven gegrepen: zijn vriend, de trotse en intelligente Moetoetsi is een man uit de heersende klasse en is hoofd van een inlands dorp. Doordat zijn wettelijke echtgenote kinderloos blijft, wat in het dorp als een vloek wordt ervaren, moet Sebastiaan een tweede vrouw nemen, die zoveel schulden maakt dat hij zich genoodzaakt ziet fraude en diefstal te plegen. Zijn tweede vrouw raakt zwanger, maar wordt door de eerst vrouw vermoord en zo komen al zijn misdaden aan het licht. De rechter-schrijver moet zijn vriend aanklagen en ziet hem voor negen jaar in de gevangenis verdwijnen.
- Later zou hetzelfde thema nog terugkomen in zijn toneelstuk De zaak, voor het eerst opgevoerd door het toneelgezelschap Yvonne Lex op 11 oktober 1974. Bekroond met de Nestor de Thièreprijs 1974 – 1775 en de Prijs van de provincie Antwerpen
1962: Een week vóór de onafhankelijkheid keerde hij naar België terug.
Na 1962 wordt hij juridisch adviseur bij de Bank van Parijs en de Nederlanden, beheerder van financiële vennootschappen, lector-adviseur bij de Reinaert-uitgeverij en freelance cultureel medewerker bij de BRT.
Van Hoeck verbleef vaak in het buitenland (o.a. Spanje en Griekenland) en ondernam talrijke reizen (Afrika, Latijns-Amerika, Israël, Bulgarije, Japan, enz.) wat zich duidelijk in zijn werk aftekent.
1965: Zijn reis naar Griekenland, een beschaving die hem blijvend geboeid heeft, levert boeiende reisverhalen op onder de titel Apolloon tussen zwart en wit (Wereldbibliotheek, 1966).
1966: In De kraanvogel op de vulkaan beschrijft hij, in een sterk persoonlijke documentaire, het ontstaan van de Afrikaanse republiek Rwanda.
- Nota: De kraanvogel is het zinnebeeld van de Koninklijke macht in Rwanda.
- In de Nieuwe Gids (28/4/1966) zegt hij: Beschaven…,ja zo hebben wij het beschouwd, we brachten de 10 geboden en de Code Napoléon, maar teveel hebben wij gezocht wilden te beschaven in plaats van hen als broeders te begroeten. We hebben in Afrika gedacht, dat we er in ons eigen huis woonden, maar we vergaten dat we er slechts de gasten waren’.
1968: De Vlaamse koloniale literatuur gaf hij een belangrijke impuls dankzij zijn bloemlezing De miskraam van moedertje Dipenda
- In 1966 had hij reeds in de Periscoop (dec. 1966) een artikel gewijd aan het ‘Reveil van de Kongo-roman‘). Zijn favoriete schrijvers over dit domein waren toen al Daisy Verboven, Jacques Bergeyck, André Claeys, Jan van de Weghe, Jef Geeraerts en Raf van der Linde, dezelfde schrijvers als in ‘De miskraam van moedertje Dipenda’ worden behandeld. Als belangrijkste vertegenwoordiger van de Vlaamse literatuur beschouwt hij Alfons Walschap, de broer van Gerard. Minder enthousiast is hij over de oudere generatie schrijvers waartoe Sylva de Jonghe en J.M. Elsing behoren.
1968-1969: Maar niet alleen Afrika interesseerde hem. Een aantal reizen doorheen Zuid-Amerika deden hem naar de pen grijpen. Viva Che (1968), een biografie van de vrijheidsstrijder, en Continent zoekt een ziel (1969), voornamelijk over Brazilië tonen zijn betrokkenheid bij maatschappelijke situaties in dit continent.
1970: In de roman Over de grens – een liefdesverhaal over een jonge blanke vrouw en de zoon van een Kongolees stamhoofd tijdens de onafhankelijkheidsstrijd – beschrijft hij het probleem van de rassenintegratie.
Dan volgt een lange periode waarin het stil blijft.
1988: Zijn toneelstuk De archeologen gaat op 16 april 1988 in première in de Koninklijke Nederlandse schouwburg.
1989: Verschijnt zijn voorlaatste boek Het paar van Kirtori, waarin van Hoeck de stof van het toneelstuk De archeologen herneemt in romanvorm.
1992: Bolivarplein en terug pendelt tussen biografie en autobiografie, fictie en werkelijkheid.
De schrijver lijkt een balans van zijn leven te willen opmaken.
- Geen van beide romans krijgt veel aandacht. Ze verschenen en ze verdwenen geruisloos, schrijft Stefan Brijs in zijn werkstuk in Korrels in Gods grote zandbak.
25 juli 1993: Albert Van Hoeck overleed te Antwerpen. De crematie en asuitstrooiing vonden in alle intimiteit plaats.
Epiloog
1997: De VRT zond de serie Kongo uit, waarvan het scenario gebaseerd was op Van Hoecks koloniale verhalen.
Op dit kaartje van voormalig Belgisch Congo waarop is aangegeven in welke regio verschillende schrijvers – waaronder Albert Van Hoeck – actief waren. Het kaartje is van de hand van Julien Vermeulen en werd gepubliceerd in het themanummer van het Tweemaandelijkse Tijdschrift Vlaanderen nr 225 jg. 38 nr 2. Voor vergroting en helderheid => klik op het kaartje !
MEER OVER ALBERT VAN HOECK
- P. Hardy, ‘Albert van Hoeck’, in: Bij benadering. Dagwerk van een recensent (dl 2, 1973), p. 295-303;
- F. Liedel, ‘In memoriam Albert van Hoeck’, in: Mededelingen (1994) 149, p. 49-52;
- J. Vermeulen, ‘Albert van Hoeck (Turnhout 11 mei 1920 – Antwerpen 25 juli 1993)’, in: Herdenkingen en huldigingen, speciaal nummer van Campiniana (1998) 35-38, p. 94-100.
BEKRONINGEN
- 1958: 2de prijs in een wedstrijd uitgeschreven door de Konferentie der Nederlandse Letteren in Den Haag voor De rechter en de gouverneur.
- 1961: Davidsfondsprijs voor koloniale letteren voor Mijn vriend Sebastiaan
- 1965: Reinaertprijs voor Apolloon tussen zwart en wit.
- 1969: Reinaertsprijs voor de beste roman voor Over de grens
- 1969: Martiniprijs voor de beste toeristische reportage voor Continent zoekt een ziel
- 1974: Bekroond met de Nestor de Thièreprijs en de Prijs van de provincie Antwerpen voor het toneelstuk De zaak.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
- Albert van Hoeck – dbnl • digitale bibliotheek voor de Nederlandse …
- VTi (Vlaams Theater Instituut) | Steunpunt voor de podiumkunsten
Referenties
- Stefan Brijs, Heimwee doet ons hart verlangen, in: Korrels in Gods grote zandbak. Schrijvers van Turnhout. Uitgave De Warande Turnhout 2006 pp129-134.
- Fred Germonprez, Van mens tot mens met … Albert van Hoeck, laureaat van de Reinaertprijs met een koloniaal reisverhaal. In: De Nieuwe Gids, 28 april 1966.
- De Afrika-roman in Vlaanderen. themanummer van het Tweemaandelijkse Tijdschrift Vlaanderen nr 225 jg. 38 nr 2.
SMAAKMAKER
LIJKREDE VOOR CHE
Jij bent dus gevallen, nog geen veertien dagen geleden.
…
In een achterbuurt van Ciudad Juarez…las ik je naam, in onhandige letters op een afbrokkelende leemmuur geschilderd. Viva Che !
Onder je naam zat een vrouw met een baby op haar rug, een in haar buik, en op haar gezicht de verstarde wanhoop die te lange eeuwen aansleept om nog in haat te verkeren. “A penny, sir, please.”
…
Sedert die dag heb ik je overal ontmoet : op muren toen we nog niet zeker wisten dat je dood was, en dan plots in alle kranten onder vette sensatiekoppen…
…
Ik ken de dagen waarop je geboren en gestorven bent…Voor het overige zijn geschiedkundige details van zo weinig betekenis. want je leven was een stalagmiet, korrel voor korrel op het baarmoederlijk magma opgebouwd, geen enkele korrel had belang op zichzelf, samen groeiden zij, zonder één scheur of voeg, tot de naaldscherpe punt in een loodrechte van uiterste consequentie. Toen kapitein Prado of sergeant Teran er zijn stengun op leeg schoot, is de monoliet niet gebarsten, dat hoop ik tenminste omwille van de menselijke solidariteit.
…
Toch zal niemand me overtuigen dat je niet voor een zuiver ideaal gestorven bent. En jong gestorven. En vrijwillig.
Je had je leven zo gezellig kunnen inrichten… Wie was er beter geplaatst dan jij om op het zegevierend castristisch bewind te vegeteren ?
…
En je was de knapste Don Juan van de linkse wereld.
…
Waarom koos je de steilste weg en de sprong over de al te brede afgrond ? Omdat je verliefd was op de dood ?
…
Jouw dood was een daad. Je verliet vrouw en kinderen, de vrolijke fiesta van het zonnige Cuba.
…
Je sliep in de modder, onder de sterren of onder de regen, jij met je astma en je reuma. Je dronk het troebele water van tropische rivieren, je kwam haast niet uit je stinkende uniform, jij dokter Ernesto Guevara, verwende zoon van een adellijke moeder.
…
Je stierf niet eens op dat strand waarvan je had gedroomd, in een aureool van morgenrood.
…
Er kwam bij je dood geen greintje romantiek te pas. Zelfs een Don Quichot was zij onwaardig.
Maar zij was zuiver. Zij bezoedelde je verleden niet. Zij was het logische einde van een leven dat zichzelf niet in zijn laatste stuiptrekkingen verraadde. Ik buig diep mijn hoofd voor jouw dood.
Uit: Viva Che ! 1968.
BIBLIOGRAFIE
De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007 .
Chronologisch overzicht
Toneel
- Mijn vrouw was een negerin. Toneelspel in drie bedrijven. 1952
- Straks wordt het weer morgen. 1968 – Première op 1 april 1969 door het gezelschap de Korrekelder te Brugge.
- De zaak. Toneelspel in twee delen (1974) Creatie door het toneelgezelschap Yvonne Lex op 11 oktober 1974. Bekroond met de Nestor de Thièreprijs 1974 – 1775 en de Prijs van de provincie Antwerpen
- Decor: Een gevangeniscel, het kabinet van de auditeur, en de woonkamer van de auditeur. Deze plaatsen zijn niet van elkaar gescheiden, zodat de acteurs zich kunnen bewegen van de ene in de andere.
- Een man te veel. Bewerkt door Gerd de Ley naar de gelijknamige roman van A. Van Hoeck. Première op 6 februari 1980 door EWT Randstadtheater in Eigentijdse Werkgroep Theater te Deurne.
- De archeologen 1987 Première 16 april 1988 in de Koninklijke Nederlandse schouwburg
- Het testament ( Hoeck van Albert – Het testament – Amateurtoneel)
Luisterspel
- Fait divers: miniluisterspel s.l. s.a.
- Het ongewenste mulatkind (1953)
- De rechter en de gouverneur (1957)