Maakt deel uit van: de theaterwereld, jeugdliteratuur
ANTON VAN DE VELDE
Antwerpen, 8 juli 1895 – ’s Gravenwezel, 21 juni 1983
BIOGRAFIE
- Studeert achtereenvolgens aan het St. Eduardusinstituut te Merksem, het college in Herentals en aan het St. Ignatiuscollege te Antwerpen. Eigenlijk wordt hij opgeleid om werk te vinden in de administratie.
- Later volgt hij voordracht bij Modest Lauwerys, toneelgeschiedenis bij Maurits Sabbe aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium te Antwerpen.
- Maar de moeilijke familiale omstandigheden doen hem zijn studies onderbreken. Hij gaat kantoorwerk verrichten.
1914: Ontvlucht het bezette land en maakt als vrijwilliger wereldoorlog I mee. Gedurende een hospitalisatie ontmoet hij de verpleegster Maria De Buysscher, die later zijn vrouw wordt.
1919: Huwelijk met Maria De Buysscher. Wordt bankbediende. Na een weigering om een petitie te tekenen tegen burgemeester Frans van Cauwelaert, wordt hij echter ontslagen.
1919-1920: Schrijft het libretto ‘Fredegonde’, dat door de stad Antwerpen bekroond wordt in 1920. Schrijft het toneelwerk ‘De gekke gast’ en stuurt het naar Jan Musch in Nederland. Die is enthousiast, verandert ‘De gekke’ in ‘De zonderlinge’ en zorgt in 1924 voor de creatie in Amsterdam.
Wordt secretaris van een handelaar in tabak. Krijgt voor zijn vrouw een zijdewinkel ter beschikking op de St. –Jacobsmarkt.
1924: Op verzoek van Rector Jan Bernaerts (1879-1956), oud-frontaalmoezenier, schrijft hij ‘Christoffel, Legendespel in 4 delen’. De creatie, onder eigen regie, vindt plaats in 1924 in Brussel tijdens het 2de Katholiek Nederlands Toneelcongres, georganiseerd door de ‘Algemene Toneelboekerij’.
Hierna volgt een onstuitbare, creatieve periode waarin hij de voornaamste vertegenwoordiger wordt van het expressionisme in katholieke geest (Christoffel, 1924; Tijl, 1925). Zijn toneelstukken hadden internationale (Nederland en Duitsland) bijval.
- De toneelgids was een theatermaandblad, orgaan van de Algemeene toneelboekerij (1909-1940). Deze vereniging werd gepatroneerd door het Katholieke Vlaamsch Secretariaat en het Davidsfonds. Aanvankelijk bescheiden met nogal wat apostolische neigingen, ontwikkelde het zich tot een toonaangevend tijdschrift, dat een grote invloed verwierf op het theoretische en pragmatische denken over het theater in Vlaanderen.
1924: De Pelgrimsbeweging wordt gesticht en Anton Van de Velde is een van de eerste 12 pelgrims.
1925: Behaalde met zijn toneelstuk “Tijl” in 1925 een opmerkelijk succes bij het “Vlaamsche Volkstooneel”.
- De creatie vindt plaats in het Trocadero-paleis in Brussel in een regie van Jo de Meester. Voor Vlaanderen is het stuk de definitieve doorbraak van het toenmalige moderne toneel.
- Met die ‘Tijl’, in een revolutionaire avant-gardistische regie wordt deelgenomen aan het internationaal Toneel-tornooi in Parijs. Het stuk wordt er op 23 juni 1927 in de oorspronkelijke taal opgevoerd en wordt er met een langdurige staande ovatie begroet.
- Tijl I is een satire op de laksheid van de leiders van de Vlaamse Beweging. Het heeft hoog aanzien verworven, wordt beschouwd als een monument-in-mineur, maar is sterk gedateerd. Het stuk –geschreven uit bewondering voor het activisme – gaat zowel tekeer tegen de Lamme-Goedzakmentaliteit als tegen de symbolische Tijl, die als zijn activiteit niet onmiddellijk succes oplevert, de armen laat zakken en zich isoleert, zeker van zijn recht maar zonder pit om door te vechten. Het schijnbare berustende slot roept op tot besluitvorming en doorzettingsvermogen.
- Tijl II heeft de zoon van Tijl I als held. Hoewel niet rechtstreeks politiek, vormt het een aanschouwelijk oproep om van de individuele overtuiging te promoveren tot ‘volkse gemeenschapsdaad’. Toch is het stuk niet doctrinair, zijn nationalisme cirkelt rond emotionele intuïtie, de beelden blijven symbolisch. Het stuk maakt een maatschappelijk onbehagen zichtbaar.
Ook als schrijver en vernieuwer van het VLAAMSE KINDERBOEK is Van de Velde productief:
1924: Zijn eerste kinderboek verschijnt als Duimpjes verdere lotgevallen. Daarna volgen Doctor Slim en de microben (1932), Woe’s wondere wandel (1932), Prins Olik en sire Bietekwiet (1932), Kop (1933), en Knagelijn (1933)
TONEELWERK VOOR DE JEUGD volgt ook vrij snel
1926: ‘Lotje’ wordt gecreëerd in het H. Grafinstituut in Turnhout. In hetzelfde jaar wordt ‘Sinte Lutgardis’ gecreëerd in Antwerpen.
1933-1938: Voor het St.-Victorsinstituut te Turnhout schrijft en regisseert hij ‘Radeske’ (1932), ‘Radijs of Radeske tien jaar later’ (1933), Radijs en Bot op sterrevaart’ (1936), Hans Worst’ (1938).
Anton Van de Velde zal ook vele OPENLUCHTSPELEN creëren ook in Nederland: Eindhoven, Uden, Amsterdam, Heemstede, Breda…
1938: Uit de samenwerking met Jozef Boon en Arthur Meulemans ontstaat het majestatische H. Bloedspel , opgevoerd op de grote markt van Brugge. Het ontlokt aan toenmalige koningin Elisabeth de uitroep: ‘Antoine vous-êtes prince-né’.
1939: Voert samen met Rik Jacobs de regie van het Vlaams Nationaal Zangfeest te Brugge.
Als ROMANSCHRIJVER debuteert Van de Velde vrij laat in zijn carrière.
1936: ‘Het hart vecht’, zijn eersteling, is nog een sterk geconstrueerde roman. Zijn volledige draagwijdte bereikte de romancier echter met de semihistorische fantasie ‘Schep vreugde in het leven’ (1942), dat meerdere herdrukken kende en in 1964 in de reeks Vlaamse Pockets nr 110 bij uitgeverij Heideland, Hasselt uitkwam.
1940-1944: Blijft zeer productief. Zowel boeken voor de jeugd als volwassenen rollen van de pers: Peter zoekt geluk (1940), Pukkie Pech (1941), ‘Bukske en de Mollengemeente (1941), Schep vreugde in het leven (1942), Willem van Saeftinge (1943), Nele van Ingedal (1944).
Tevens enkele essays’s o a : ‘Het eeuwige masker’ (1940)
1945: Na de tweede wereldoorlog schrijft Van de Velde nog diverse romans.
- Een zeer mooi uitgave is het tweedelige werk De rechtvaardige trou (1945), een tweedelige beschrijving van het leven van Joost van de Vondel.
- God en de wormen (1947), is dan weer apocalyptisch van opzet, een soort science-fiction avant la lettre.
1947-1957: Kan zijn regietalent tonen in verschillende spektakelspelen
- ‘Sanguis Christi – H. Bloedspel’ in Brugge opgevoerd 03/08/1947–17/08/1947 (Tekst: Jozef Boon / Muziek: Arthur Meulemans / Regie, decor: Anton van de Velde); Heropvoering op 03/08/1957–18/08/1957.
- het ‘Lam Gods-spel’ in Gent opgevoerd 07/08/1949–28/08/1949 – Mysteriespel door Herman van Overbeke / Muziek: Robert Herberigs / Regie, decor: Anton van de Velde.
- het ‘Peter Benoit-spel’ te Harelbeke (18/08/1951–26/08/1951)
- ‘De nieuwe Eva – Mariaspel’ / Regie: Anton Van de Velde / Sportpaleis Antwerpen (18/09/1954–22/09/1954)
1951: Als regisseur verbonden aan de K.V.O. te Antwerpen.
1952 – 1962: Leraar toneelspeelkunst aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium te Antwerpen.
1970: Wordt ernstig ziek. Trekt zich terug uit het actieve beroepsleven.
MEER OVER ANTON VAN DE VELDE
- K. Elebaers; A. De Maeyer en R. Roemans, Anton van de Velde. Diest 1944.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
- DBNL auteur – Anton van de Velde
- dramastudenten! | portretten
- Anton Van de Velde – Wikipedia
- Prof. Dr. M. Rutten; Prof. Dr. J. Weisgerber (red.): Van “Arm Vlaanderen” tot “De voorstad groeit” 1888-1946. Standaard Uitgeverij 1988 pp.385-388
- Cis Van de Velde, Anton van de Velde’s levensfilm, in: Vlaanderen nr 181, jg. 30, maart-april 1981. Themanummer Drie markante theatermannen, Renaat Verheyen, Lode Geysen en Anton Van de Velde. pp.101-102
BIBLIOGRAFIE
- Na het chronologisch overzicht is er een overzicht per genre alfabetisch op titel met vermelding van de datum van publicatie.
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel – Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
- Poëziecentrum – Gent
B. Overzicht per genre alfabetisch op titel
- Christoffel. Dramatisch spel in vier deelen. (1924)
- De nieuwe Eva: Mariaspel. (1954)
- De vloek. Lyrisch-dramatische cyclus. (1929)
- De zonderlinge gast. Boosaardig dramatisch spel in fantastische kleur. ’n Inleiding. Twee bedrijven. (1924)
- Faust junior. (1932)
- Halewijn. (1929)
- Het spel van Sint Laurentius. (1949)
- Het wijze lampje. Symbolisch spel voor jonge vrouwen. (1950)
- Ivoren toren. Dramatische fantasie in twee deelen. (1945)
- Juventa Christi: een spel ter verheerlijking van het Christelijk Vlaams Onderwijs.(1951)
- Ons werd gheboren een kindekijn. Volksch kerstspel. (1943)
- Passio Christi. Het Spel van den Heiligen Kruisweg. (1943)
- So sprac die maghed reyne. Kerstspel. (1943)
- Tijl I, gekke historie in vier kapittels. (1925)
- Tijl II. Vervolg van Tijl I, in vier kapittels. (1930)
- Wij armen…(Kerstzang). (1923)
- Sanguis Christi. Het spel van het Heilig Bloed van Brugge. (1939)
- De Gelaarsde Kater. Sprookje in vier bedrijven / Emile Alfred Herrmann. (1933)
- Hans Worst. Spel in drie kapittels. (1939)
- Het spel van Sinte Lutgardis. Lyrisch speelken van geloovige stemming in vier deelen. (1928)
- Krisje’s kerstvaart. Een gespeelde sproke voor klein en groot. (1950)
- Lotje. Prettig speel-verhaaltje in drie deelen. (1926)
- Perle-fine. ’n Zonnige sprokje met zang en dans voor de jonkheid. (1936)
- Radijs en Bot op sterrevaart. ’n Kerstmisavontuur in zes kapittels. (1935)
- Radijs, of Radèske tien jaar later. Zes kapitteltjes uit ’n bewogen leven. (1933)
- Radèske. ’n Kwajongensspel in drie bedrijven, vijf taferélen. (1932)
- Antwerpen de Stoute. / Antwerpen, die Kühne. (1942)
- Het eeuwige masker. (1940)
- Joost van den Vondel.(1942)
- Pelgrimage door Antwerpen. (1941)
- De rechtvaerdige trou. Evocatie van Vondel’s leven. 2 dln (1945)
- God en de wormen. (1947)
- Het hart vecht. (1936)
- Met permissie… (1950)
- Nele van Ingedal. (1944)
- Pukkie Pech. Fantastische roman (1941)
- Schep vreugde in ’t leven.(1941)
- Willem van Saeftinge. (1942)
- Buksken en de mollengemeente. (1945)
- Bukske de mol. (1941)
- Doctor Slim en de microben. ’n wonderlijke geschiedenis voor de jeugd.(1932)
- Knagelijn. ’n Leuke historie uit de muizenwereld. (1933)
- Kop. ’n Mooie geschiedenis voor de jeugd. (1932)
- Mijn gebedekens. (1945)
- Peter zoekt het geluk. (1940)
- Prins Olik en Sire Bietekwiet. (1932)
- Woe’s Wondere Wandel. ’n Plezierig boek voor de jonkheid. (1932)
- Bellefleurken. / Marcelle Vérité; (1941)
- De Komst van het monster / Owen Francis Dudley; (1938)
- De marteldood van Sint Sebastiaan mysteriespel in vijf bedrijven / Gabrieli d’Annunzio (1950)
- De meesterzangers van Nurenberg: satirische opera in drie bedrijven. / Richard Wagner (1964)
- Epiphania of De Drie Koningen / Henri Ghéon; (1932)
- Kerstmis / Renée Zeller. (1932)
- Kruisweg / Paul Claudel. (1936)
- Met Mozart op wandel. Het oeuvre, de mensch, het land. / Ghéon Henri (1947)
- Niet naar buiten leunen. Per transsiberische spoorweg naar het nieuwe China. / Maurice Lelong (1967)
- Peter Anemont / Rüdiger Syberberg; (1943)
- ’t Wonderlik wezen en ’t woeste wijf. Gewijde pastorale drie delen met voor-en naspel naar ’t leven van Ste Germaine van Pibrac / Ghéon Henri. (1924)