Maakt deel uit van:Post modernisme
Erik Spinoy
Sint-Niklaas, 22 mei 1960
Dichter en essayist.Samen met o a Dirk van Bastelaere één van de peetvaders van het postmodernisme in Vlaanderen Hoogleraar moderne Nederlandse literatuur aan de universiteit van Luik. Publiceerde onder meer de gedichtenbundels De jagers in de sneeuw (1986, Vlaamse poëzieprijs), Susette (1990, Hugues C. Pernathprijs), Fratsen (1993), De smaak ervan (1995)… Hij is ook actief als essayist en schreef ettelijke studies over Paul van Ostaijen.
BIOGRAFIE
- Erik Spinoy volgt lager en middelbaar onderwijs in Sint-Niklaas. Op het Sint-Jozef-Klein-Seminarie krijgt hij onder meer les van de dichter Anton van Wilderode.
1982: Studeert af aan de Katholieke Universiteit Leuven als licentiaat Germaanse talen.
- Aan de K.U.L. richt hij met medestudenten Dirk van Bastelaere en Mark Eelen het tijdschrift I.P. Driemaandelijks tijdschrift voor literatuur en stijl op, dat, zoals de titel reeds aangeeft, een einde wil maken aan de bestaande literatuuropvattingen, met het voornemen om ‘de eieren van het dogmatisme [te] breken’ en een ‘Niet-doctrinaire kookkunst’ te beoefenen (redactie 1982).
- Het tijdschrift houdt het slechts vier nummers uit, maar is wel het eerste statement van twee jongeren die later als de belangrijkste Vlaamse postmoderne dichters zullen aangeduid worden: Van Bastelaere en Spinoy.
1983-1984: Spinoy gaat in het academiejaar 1983-1984 aan de Universiteit van Wenen studeren, de stad die het decor zal vormen van zijn debuut De jagers in de sneeuw (1986).
1985: Nieuw initiatief van het duo Spinoy – Van Bastelaere, de duobundel Golden Boys bij de bibliofiele pers Contramine van Tony Rombouts.
- De bundel bevat 2 cycli en is postmoderne-eclectische verwerking van en reactie tegen de maniëristische strekkingen zoals we dat terugvinden bij de Pink Poets. Het is daarom des te opvallender dat deze bundel precies bij Contramine verschijnt waar vele Pink Poets (Henri-Floris Jespers, Patrick Conrad, Maris Bayar, Joris Denoo en andere ) kind aan huis waren.
- Er is wel stijlverschil tussen beide cycli. Waar Van Bastelaere in zijn ‘Een kapitein besmeurd’ wild om zich heen schopt, is ‘Kerkhofbloesems’ van Spinoy veel beheerster van stijl.
(‘Kerkhofbloesems’ is opgenomen in zijn ‘officiële’ debuut, het jaar daarop: De jagers in de sneeuw’)
1986: ‘De jagers in de sneeuw’, verwijst expliciet naar Pieter Brueghel de Oude. Wenen is het kader. De bundel begint met een citaat van Rilke: we pogen rationele wezens te zijn maar slagen er niet in. Icarus en Sisyphus zijn onze modellen. De eerste cyclus gedichten begint met een verwijzing naar Wallace Stevens: de werkelijkheid is niet genoeg, ze moet met gedichten gevoed worden. ‘Schijn is de kleurrijkste waarheid – / even daar te zijn is heerlijk.’
1986-1993: Werkt als assistent voor Nederlandse literatuur verbonden aan de Universiteit van Leuven.
Daarna is hij in Kortrijk een tijdje assistent van professor Piet Thomas, die er de vakken Nederlandse literatuur en Europese letterkunde doceert. In die periode voltooit hij zijn proefschrift “Twee handen in het lege. Paul van Ostaijen en de esthetica van het verhevene”, dat hij in 1994 zal verdedigen
- Die bundel ontstaat op een wel heel speciale manier. Het begint allemaal tijdens een weekend dat georganiseerd wordt door het tijdschrift Dietsche Warande & Belfort. Professor Hugo Brems had een aantal jonge dichters uitgenodigd om uit eigen werk voor te lezen: Dirk Van Bastelaere, Charles Ducal, Bernard Dewulf en Spinoy. Op dat ogenblik had Spinoy nog geen dichtbundel gepubliceerd. Van Bastelaeres debuut was pas verschenen en Ducal en Dewulf hadden enkel in tijdschriften gepubliceerd.
- Op dat weekend was ook de uitgeefster van De Gulden Engel aanwezig. Zij was op zoek naar aanstormend talent dat wilde meewerken aan een gezamenlijke poëziebundel. Benno Barnard zou de inleiding schrijven en van het een kwam het ander: Twist met Ons was geboren. Alle vier werden ze toen postmodernen genoemd, maar volgens Spinoy past dat etiket het beste bij Van Bastelaere en hemzelf. Ducal en Dewulf kunnen moeilijk postmodern genoemd worden.
- Het is vooral de inleiding van Benno Barnard die deze bloemlezing een haast mythisch karakter heeft gegeven en deze vier dichters, een beetje blind voor hun onderlinge verschillen, tot een nieuwe generatie bombardeerde.
1987-1994: Werkt als assistent voor Nederlandse literatuur verbonden aan de Universiteit van Leuven.
1990: Het bijna epische Susette – zijn tweede bundel – geeft aan dat zijn debuut geen toevalstreffer was. Thema is de onmogelijke liefde tussen de Duitse dichter Hölderlin en de getrouwde Susette Gontard.
1992: Spinoy treedt toe tot de redactie van het tijdschrift Yang, dat al vanaf de late jaren tachtig geëvolueerd was tot spreekbuis van het Vlaamse postmodernisme.
- In 1986 ondergaat Yang zijn zoveelste transformatie. Met de redacteurs Hans Vandevoorde en Bart Vervaeck, en dus later ook Stefan Hertmans, Peter Verhelst en Erik Spinoy, wordt het de belichaming van een postmoderne mentaliteit, eclectisch, kritisch en met een grote belangstelling voor het buitenland.
1993: Drie jaar later verschijnt Fratsen, dat – hoewel ogenschijnlijk losser opgebouwd – bij elk gedicht aangeeft dat streven naar het filosofische ideaal van het verhevene tot mislukken gedoemd is.
1994: Promoveert op een proefschrift over de dichter Paul van Ostaijen en het sublieme. (o.a. Immanuel Kant (Kritik der Urteilskraft 1790) en Jean-François Lyotard ( La condition postmoderne 1979) vormen de theoretische background van deze studie).
1995: Verschijnt nog De smaak ervan, maar daarna blijft het op poëtisch vlak zeven jaar stil.
1996: Sinds oktober 1996 is hij als docent voor Nederlandse literatuur verbonden aan de vakgroep Germaanse talen van de Universiteit van Luik. (Université de Liège, (ULg)).
- Zijn onderzoeksinteresses liggen bij de moderne en hedendaagse Nederlandse poëzie, problemen en methodes van de literatuurwetenschap en de literatuurgeschiedschrijving en bij de hedendaagse discourstheorie.
1999: Samen met Dirk Van Bastelaere, Patrick Peeters en Erwin Jans richten ze het tijdschrift Freespace, Nieuwzuid op.
- Het Freespace uit de titel duidt erop dat ze met dit tijdschrift het concept van vrijplaats wilden realiseren, waar iedereen alles kon en mocht zeggen.
- Na 27 afleveringen houdt het tijdschrift in 2007 op te bestaan en versmelt het met Yang tot het nieuwe tijdschrift nY.
2002: EEN THEMATISCHE BOCHT
Met zijn licht ironiserende blik, de filosofisch onderbouwde bespiegelingen en intertekstuele verwijzingen wordt Spinoys dichterlijke oeuvre gezien als een typische exponent van het postmodernisme. Dat heeft hij enigszins gemeen met die twee andere generatiegenoten Dirk van Bastelaere en Peter Verhelst. Critici duiden ze vaak aan als ‘eerste generatie postmodernen’ in de Vlaamse poëzie.
2002: Na zeven jaar stilte komt de lijvige bundel Boze wolven uit.
- Vanaf deze bundel richt Spinoy zich op het complexe probleem van de menselijke identiteit en staat vooral de verhouding tussen individu en maatschappij centraal. De uitkomst hiervan is onvoorspelbaar: verwevenheid, conflictueus of modus vivendi?
2007: Ik, en andere gedichten cirkelt om de vraag wat het betekent `ik te zijn. Misschien wel zoiets: `In het diepste zit ik vast. Ik hijs me op, zie tot de horizon. Soms val ik terug, hijs me weer op. Een eindeloze kringloop of toch niet? ‘
2009: Curator van de tentoonstelling Loud & Bright, Purple Birds & Blue Eyed Bitches Dancing, met werk van Tamara Van San (Onomatopee, Eindhoven, 1 mei-10 juni 2009).
2011: Met Dode kamer breidt Spinoy zijn onderzoek uit naar een ervaringsgebied dat op vervreemding en disoriëntatie stoelt, meer nog op aantasting van de veronderstelde eigen identiteit.
- Thematisch zijn er drie invalhoeken: 1) de confrontatie met een deels onbekende cultuur, 2) het werk van kunstenaar Ann Veronica Janssens en 3) scherven jeugdherinnering. De titel is een uitstekende vondst; een dode kamer is een reflectieloze ruimte.
2012: Schrijft het gedichtendag-essay As/zteken.
- In prikkelende fragmenten legt Spinoy uit hoe de poëzie in Vlaanderen in een romantische, non-conformistische bedding volwassen is geworden.
- Hij situeert zichzelf als dichter, die zich met zijn poëzie tegen de aanpassing aan de samenleving verzet, in de traditie van Guido Gezelle, Paul Van Ostaijen en Hugo Claus.
- Spinoy vertelt in dit beklijvende pro domo hoe hij in die rebelse poëzie blijft geloven, ook al wordt de romantische dichter vandaag overspoeld door een tsumami van hapklare gelegenheidspoëzie.
- Authentieke dichters blijven zeldzaam en zijn meer dan ooit nodig, aldus Spinoy: ‘Een goede dichter kan denken, heeft iets te zeggen, beheerst de taal zoals een danser zijn lichaam en is stoutmoedig, nieuwsgierig en creatief. Van die soort zijn er niet veel.’
2015: Nu is het al te laat , een bundel die je in termen van ‘gestileerde uitwaaiering’ zou kunnen omschrijven. (Jeroen Dera)
Het motto – uit Kavinsky’s nightcall – kondigt het aan:
I’m giving you a nightcall to tell you how I feel
I want to drive you through the night, down the hills
I’m gonna tell you something you don’t want to hear
I’m gonna show you where it’s dark, but have no fear
Klik voor vergroting op de scan en lees het ietwat sinistere ‘Adolf groet ’s morgens de dingen’
2017: Geen delicatessen heet de tweede Hans Groenewegenlezing die Spinoy op 25 november 2017 uitsprak in de Openbare Bibliotheek van Amsterdam
- Ze gaat over de vraag der vragen: waarom, in hemelsnaam, poëzie schrijven en lezen? Wat heeft poëzie te betekenen, te beduiden, te signaleren? Erik Spinoy zoekt het uit, in een korte maar scherpe tekst die lucide de eigen positie bepaalt en uitlegt waarom bewonderde voorbeelden en gekoesterde teksten hem zo na aan het hart liggen.
BEKRONINGEN
- 1986: Prijs van de Vlaamse Poëziedagen voor het manuscript van de bundel De jagers in de sneeuw. Voor de gedrukte versie kreeg hij de Vlaamse Prijs voor het Beste Literaire Debuut.
- 1990: Hugues C. Pernathprijs voor Susette.
- 2006: Prijs voor Letterkunde van de Vlaamse Provincies 2005 voor zijn bundel Boze Wolven.
- 2007: Prijs voor Letterkunde van de Provincie West-Vlaanderen voor L
- 2011: Jan Campert prijs voor zijn bundel Dode kamer.
MEER OVER SPINOY
- Buelens, Geert. 2001. Van Ostaijen tot heden. Zijn invloed op de Vlaamse poëzie. Nijmegen: Vantilt.
- Vandevoorde, Hans. 1994. “Erik Spinoy“. In: Hugo Brems, Tom van Deel, Ad Zuiderent (red.). Kritisch lexicon van de Moderne Nederlandstalige Literatuur. Groningen: Martinus Nijhoff uitgevers.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
- Erik Spinoy – Wikipedia
- NEDWEB/Literatuur in context – Spinoy, Erik
- Zie ook http://www.druksel.be/nl/fondsen/spinoy/meer.html
- Erik Spinoy · dbnl
- Geert Buelens, Van Ostaijen tot heden. Zijn invloed op de Vlaamse poëzie. Nijmegen: Uitgeverij Vantilt. 2001; pp 1046-56.
- Jeroen Dera, Gouaches découpés: over Nu is al te laat van Erik Spinoy. In, Dietsche Warande en Belfort, 161, 102 – 109.
SMAAKMAKER
Kon dit veel langer straffeloos?… (Uit: L Meulenhoff 2004)
Kon dit veel langer straffeloos?Iets zette uit en broeide
en men voelde dingen liepen uit de hand
dreven naar de rand en
gingen veel en veel
te ver geruchten zwollen aan
van strovuur tot
uitslaande brand. Honden blaften elke nacht
de maan scheen vol
doodsbleek
te rijp
als oude schimmelkaas. Gisteren nog
de muren van de cel als door gezang
trompetgeschal slechts neergehaald en goed
daar zat je dan: ijskoud
naakter dan een rode slak
een dooier zonder schaal
een walnoot zonder dop een brein dat weerzin wekt
zo zonder schedeldak
dat krimpt voor de verwachte klap.
Kasselse Apollo (uit: Susette. Gedichten)
We kennen niet zijn ongelooflijk hoofdwaarin de appels rijpten. (Zijn tors is
marmer, wit gewelfd.) Wij zien niet meer
de grens die door de ogen liep, waar zon
in sterren overgaat. Maar eens dan breekt
zijn stilte aan. Dan wekt hij slaapsters op,
tot beelden van verhevenheid. Ooit neemt hij in uw ogen plaats, zijn voet
stapt plechtig uit de tijd. Hij stijgt in u
een hemel in, en zoekt steeds hoger (oude
Montgolfière) naar oeverloze leegten, ver. Smalwangige atleet. Door hem schrijft gij
de regenboog aan God opnieuw, of Iris, toe.
Loop om zijn mathematisch lichaam heen.
Hij woont zo ver. Er is geen plek
die u niet ziet. Uw leven moet nu anders zijn.
Je weet niet wat je zegt (Uit: Boze Wolven)
Je weet niet wat je zegt in welke grond het valt of het in lentes opschiet als een distel klaproos tulp verdooft of wekt wanneer je in je stenen klokhuis zit en het geschrevene nog leeft of niet en vreemde grond en verse regen voor je spreken gaan of niet. Je weet het niet.
BIBLIOGRAFIE
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- POËZIECENTRUM vzw – Gent
Wie geïnteresseerd is in een overzicht van zijn publicaties in diverse tijdschriften kan terecht op de pagina van de Universiteit van Luik. KLIK hier
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto
Chronologisch overzicht
Jaar | Titel | Fotogalerij | Uitgeverij 1ste druk |
1982 | Paul Van Ostaijen en het Russische futurisme-formalisme: een poging tot situering en vergelijking van de theoretische opvattingen. (licentiaatsverhandeling) | Leuven : KUL – Faculteit van de Letteren en de Wijsbegeerte. -236p. | |
1985 | Golden Boys. (poëzie) Met Dirk van Bastelaere. Bevat de cycli: Kerkhofbloesems [Erik Spinoy]; Een kapitein besmeurd [Dirk van Bastelaere]. | Antwerpen: Uitgaven Contramine. –[45]p. Reeks: Poëziereeks vol 59. Afmetingen: 24.80 x 16 (ingenaaid) Colofon: ‘Golden boys’ , twee gedichtencycli van Erik Spinoy en Dirk van Bastelaere, verscheen in de maand oktober van 1985 als negenenvijfstigste nummer in de poëziereeks van de Uitgaven Contramine v.z.w. De uitgave werd verlucht met drie vignetten van Frans de Geetere. Deze illustraties werden ontleend uit ‘Mes Communions’ van Georges Eeckhoud, verschenen in de reeks “Collection des Chefs- d’Oeuvre” uitgegeven door “La Connaissance”, Paris, 1925. De gedichten werden gezet uit een 12 punts letter Mediaeval. Druk, typografie en lay-out werden verzorgd door Tony Rombouts met behulp van een Original F.M. Weiler’s Liberty National 2 degelpers met pedaalaandrijving. | |
1986 | De jagers in de sneeuw. (gedichtenbundel) Grafisch vormgeving: Rikkes Voss. | Antwerpen: A. Manteau. -53p. Afmetingen: 21.50 x 13 (ingenaaid – kaft met flappen) Colofon: ‘De jagers in de sneeuw’ van Erik Spinoy werd in opdracht van Uitgeverij Manteau nv te Antwerpen, gezet in Trump Mediaeval 10/12 en gedrukt bij Smits te Wommelgem, boekbinderij De Bruyn & Gouffeau te Schoten zorgde voor de afwerking. | |
1987 | Twist met ons. (gedichtenbundel)
Bevat: Pornschlegel van Dirk van Bastelaere; Negen gedichten van Bernard Dewulf; De hertog en ik van Charles Ducal en Oost, West van Erik Spinoy. Met een woord vooraf van Benno Barnard. Grafische vormgeving: Rikkes Voss |
Wommelgem: Den Gulden Engel. -68p. Afmetingen: 24 x 15.50 (ingenaaid) | |
1988 | ‘De samenwerking van Hendrik Conscience en Octave Delepierre. Het literaire systeem in België (1830-1840)’ (wetenschappelijke publicatie) | In: Spiegel der Letteren 30 (1998), p. 143-160. | |
1989 | Naar Sardinië: reisdagboek. / vertaling Erik Spinoy Oorspronkelijke auteur: David Herbert LAWRENCE Oorspronkelijke titel: Sea and Sardinia. | Leuven: Kritak. -221p. Reeks: Kritak passages. | |
1990 | Susette. (gedichtenbundel) Omslag: Marjo Starink. Bevat de cycli: Frankfurt [december 1795 juli 1796]; Kasseldriburgkassel [juli september 1796]; Frankfurt [september 1796 september 1798]; Frankfurt/Homburg [september 1798 juni 1800]; Bordeaux [december 1801 juni 1802]; Frankfurt [juni 1802]. | Amsterdam: Uitgeverij De Arbeiderspers. -60p. Afmetingen: 21 x 13 (ingenaaid met flappen) Colofon: ‘Susette’ van Erik Spinoy werd in 1990 in opdracht van Uitgeverij De Arbeiderspers, volgens ontwerp van Marjo Starink, door Geuze & Co’s Drukkerij B.V. te Dordrecht gezet uit de Bembo en gedrukt op 100 grams houtvrij getint gevergeerd romandruk in een oplaag van 800 exemplaren. | |
1993 | Fratsen. (gedichtenbundel) Omslag: Marjo Starink. Bevat de cycli: Woeste hoogten; Handjevol geboden; Vissen; Mare; Bij wolkeloze hemel; Trakls orakels. | Amsterdam: Uitgeverij De Arbeiderspers. -57p. Afmetingen: 21 x 13 (ingenaaid – zachte kaft met flappen) Colofon: ‘Fratsen’ van Erik Spinoy werd in 1993 in opdracht van Uitgeverij De Arbeiderspers, door Cédilles te Amsterdam gezet uit de Bembo en gedrukt door Geuze & Co’s Drukkerij B.V. te Dordrecht op 100 grams houtvrij getint gevergeerd romandruk in een oplage van 800 exemplaren | |
1994 | Twee handen in het lege. Paul van Ostaijen en de esthetica van het verhevene (Kant, Lyotard). | Ongepubliceerd doctoraal proefschrift. Electronisch beschikbaar bij DBNL Twee handen in het lege (1994) | |
1995 | ‘Logica en esthetica. Notities bij “Het bordeel van Ika Loch” van Paul van Ostaijen.’ (wetenschappelijke publicatie) | In: Spiegel der letteren 37 (1995), p. 89-128. Electronisch beschikbaar bij DBNL Logica en esthetica. Notities… (1995) | |
1995 | De smaak ervan. (gedichtenbundel) Fotografie van Raf De Smedt. | Landgraaf: Uitgeverij Herik. -22p. Reeks: Zwarte reeks. – Landgraaf; vol. 30 Afmetingen: 21.50 x 14 (ingenaaid) Colofon: De gedichtencyclus ‘De smaak ervan’ werd door Erik Spinoy geschreven op verzoek van Uitgeverij Herik te Landgraaf en werd vormgegeven door Karel van Laar, De Bilt. Raf De Smedt, Sint-Niklaas (B.) maakte de foto’s en Martin van den Berg, Simpelveld, verzorgde de afwerking. De cyclus werd gezet uit de Scala en werd door Drukkerij Econoom te Beek (L) gedrukt op Bioset. De oplage bedraagt 299 door de uitgever genummerde en door de auteur gesigneerde exemplaren. Dit is nummer …. | |
1996 | De stem der Loreley: over Paul van Ostaijen. (wetenschappelijke publicatie)
Samengesteld en ingeleid door Geert Buelens en Erik Spinoy. Verzameling wetenschappelijke artikels over verschillende zienswijzen in de geschiedenis van de Nederlandse literatuur. |
Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker. -278p. | |
1996 | Het vouwbeen van de lezer: over literatuuropvattingen. (wetenschappelijke publicatie)
Red. Patrick Peeters en Erik Spinoy. Verzameling wetenschappelijke artikels over verschillende zienswijzen in de geschiedenis van de Nederlandse literatuur. |
Leuven: Uitgeverij Peeters. -123p. | |
2002 | Boze wolven. (gedichtenbundel)
Vormgeving omslag: Office of CC, Amsterdam
Vormgeving binnenwerk op aanwijzingen van Erik Spinoy.
|
Amsterdam: J.M. Meulenhoff bv. -144p. Afmetingen: 21.50 x 14 (ingenaaid) | |
2003 | Mythe en geschiedenis. De wereld van Paul de Wispelaere. (wetenschappelijke publicatie) Samengesteld en ingeleid door Erik Spinoy. | Brussel: VUBPress. -134p. Reeks: Tekst en tijd. – Brussel; vol. 8 | |
2004 | L. Gedichten. (gedichtenbundel)
Bevat de cycli: Zomer van L; Herfst van L; Winter van L; Eindspel.
Vormgeving, omslag en binnenwerk: Office of CC, Amsterdam
|
Amsterdam: J.M. Meulenhoff bv. -71p. Afmetingen: 21.50 x 12.50 (ingenaaid) | |
2004 | Onderzoek en praktijk in de Franstalige neerlandistiek. (wetenschappelijke publicatie) Samengesteld door Guy Janssens, Sabrina Sereni, Erik Spinoy | Liège : Association des néerlandistes de Belgique francophone. -208p. | |
2006 | Ik. (poëzie – bibliofiele uitgave) De vormgeving wordt verzorgd door Alligator/Studio. | Gent: Druksel. Afmetingen: 22 x 13.80 (ingenaaid – omslag met flappen) Colofon: ‘Ik’ een bundel van Erik Spinoy, werd door Druksel te Gent uitgegeven op 22 april 2006. De vormgeving was van Alligator/Studio. De tekst werd gezet uit ITC Galliard en gedrukt op Bioset 90g bij Sintjoris in Merendree. De oplage bedraagt 126 door de auteur gesigneerde exemplaren. Honderd zijn bestemd voor de handel,, 26 voor de medewerkers en vrienden van Druksel. | |
2007 | Ik en andere gedichten. (gedichtenbundel)
Bevat de cycli: Ik; Beeld en gelijkenis; In een lus; Alles nieuw; Cordyceps.
Boekverzorging en zetwerk: Herman Houbrechts
Het concept van deze bundel en een aantal gedichten eruit ontstonden ter gelegenheid van de zomer 2006 gehouden tentoonstelling ‘After Cage’ waarvoor ik in het kunstencentrum Z33 (Hasselt) een ruimte inrichtte onder de titel ‘The fragile absolute’
|
Amsterdam:Meulenhoff /Antwerpen: Manteau. -78p. Afmetingen: 24 x 17 (ingenaaid) Aantekeningen: Enkele gedichten uit ‘In een lus’ vonden hun aanleiding in beeldend werk van Diego Perrone en Nathalie Djurberg. Cordyceps is een species van tropische zwammen die op insecten parasiteren. De reeks ‘Ik’ verscheen in het voorjaar 2006 als gelimiteerde Druksel uitgave (Gent) Erkentelijkheid is ook verschuldigd aan Johan Velter van Druksel en aan het team van Z33, inzonderheid Jan Boelen en Lieve Vanhoyland. | |
2010 | Van ver = von weitem. (poëzie – bibliofiele uitgave) Illustraties: Wol Müller. | Sulzbach: Alpha Presse. Losbladig.
In houten box |
|
2011 | Dode kamer. (gedichtenbundel)
Boekverzorging: Herman Houbrechts
Omslagbeeld: Ann Veronica Janssens, Installation brouillard artificiel dimensions variables, 1997, M HKA. 2011: Vertaald naar het Frans door het Brussels Vertalerscollectief ((Pierre Geron, Danielle losman, Bart Vonck, Katelijne De Vuyst ) Editions Tretras Lyre, Liège/ Collection de Flandre. Met een nawoord van Carl De Strycker Poëziecentrum Gent. Afmetingen: 20 x 14 (ingenaaid) |
Antwerpen: De Bezige Bij. -58p.
Afmetingen: 20 x 15 (garenloos gebrocheerd – zachte kaft)
Cover Franse vertaling |
|
2012 | As/zteken (gedichtendag essay) Boekverzorging: Herman Houbrechts Zetwerk: Karakters, Gent. | Gent: Poëziecentrum / Antwerpen: De Bezige Bij. -62p. Afmetingen: 20 x 12.50 (gelijmd) | |
2015 | Nu is het al te laat. (gedichtenbundel)
Boekverzorging: Herman Houbrechts. Omslagbeeld: Erik Spinoy. Foto auteur: Koen Broos |
Amsterdam/Antwerpen: De Bezige Bij. -64p.
Afmetingen: 20 x 14.90 (ingenaaid) Druk: Pantheon drukkers, Velsen-Noord. |
|
2017 | Geen delicatessen. De waarheid van de poëzie. (lezing)
Tekst van de lezing uitgesproken in het kader van de tweede Hans Groenewegenlezing op 18 november 2017 Ontwerp omslag: Karakters, Gent. Zetwerk en Lay-out: Karakters, Gent |
Gent: Poëziecentrum vzw. -47p. Afmetingen: 18 x 11.50 (ingenaaid) |
Beknopte bibliografie per genre (literair)
POËZIE
- 1985: Golden Boys. Met daarin de cyclus Kerkhofbloesems – Antwerpen: Contramine
- 1986: De jagers in de sneeuw. – Antwerpen: A. Manteau
- 1987: Twist met ons. – Wommelgem: Den Gulden Engel
- 1990: Susette. – Amsterdam: De Arbeiderspers
- 1993: Fratsen. – Amsterdam: De Arbeiderspers
- 1995: De smaak ervan. – Landgraaf: Herik.
- 2002: Boze wolven – Amsterdam: Meulenhoff.
- 2004: L. Gedichten. – Amsterdam: Meulenhoff.
- 2007: Ik en andere gedichten. – Amsterdam:Meulenhoff /Antwerpen: Manteau.
- 2011: Dode kamer – Amsterdam:Meulenhoff /Antwerpen: Manteau.
- 2015: Nu is het al te laat – Amsterdam:Meulenhoff /Antwerpen: Manteau.
ESSAYS
- 2012: As/zteken. – Gent: Poëziecentrum / Antwerpen: De Bezige Bij.
- 2017: Geen delicatessen. De waarheid van de poëzie. Gent: Poëziecentrum vzw.
ERIK SPINOY IN VERTALING
(geen volledigheid nagestreefd)
DUITS
- 2002: Böse Wölfe. Gedichte. Vertaald uit het Nederlands door Gregor Seferens. In: Schreibheft: Zeitschrift für Literatur, nr.59 (2002), p.23-31. Poëzie, Vertaling van een keuze uit de bundel.
- 2007: Keine triste Isolde, Gegenwartslyrik aus Flandern und den Niederlanden, Wallstein Verlag, Göttingen, 2007: een aparte bloemlezing van werk van tien hedendaagse Vlaamse en Nederlandse dichters, uitgegeven door Jaap Grave, Jan Konst en Bettina Noak. De tien dichters werden zorgvuldig, speels en uitgebreid vertaald door acht vertalers
- Tohnaufnahmen Lyrikline Berlin: Erik Spinoy (een wolf)
ENGELS
- 1997: Dutch and Flemish issue [of] Modern poetry in translation / [General editor]: Daniel Weissbort. Uitgever: King’s College, Londen
- Contributor(s): Arie van den Berg, Benno Barnard, | Dirk van Bastelaere, | C. ten Berge, | J. Bernlef, | Pieter Boskma| Stefaan van den Bremt |, Anna Enquist| Eva Gerlach | Peter Ghyssaert; Theo Hermans |, Stefan Hertmans | Judith Herzberg | Esther Jansma; C. O Jellema | Gerrit Komrij | Rutger Kopland | Gerrit Kouwenaar | Miriam van Hee | Yann Lovelock | Nolens, Leonard | Tonnus Oosterhoff | Erik Spinoy | Hugo Claus.
- Special issue of Modern poetry in translation; New Series, No.12, Winter 1997. Edited by Theo Hermans with the assistance of Yann Lovelock. Includes a checklist of Dutch and Flemish postwar poetry in English translation, 1977-1997. With biographical notes on the poets and translators.
- 2001: When the Time Comes: A Selection of Contemporary Belgian Prose Poetry, edited by Gian Lombardo Uitgever: Quale Press, Florence (key satch(el) series of publications of prose poetry). -68p. paperback. It features the work of nine poets, translated from the French and Flemish. The poets include Michel Delville, Gaspard Hons, Karel Logist, Leonard Nolens, Carl Norac, Hughes C. Pernath, Eugène Savitzkaya, Erik Spinoy, and Dirk van Bastalaere.
FRANS
- 2018: Chambre sourde. Vertaald uit het Nederlands door Danielle Losman, Bart Vonck, Pierre Geron, Katelijne De Vuyst. Uitgever: Editions Tétras Lyre Liège (Collection de Flandre). Poëzie, paperback. Vertaling van Dode kamer. Amsterdam: De Bezige Bij, 2011.
ITALIAANS
- 1995:. Strani contorni; Frutto del suo grembo; Un voyage lointain; Momenti decisivo nel. Vertaald uit het Nederlands door Stefano dal Bianco. In: Tratti, jrg.11 (1995) nr.39, p.92-97. Poëzie, Vertaling van Vreemde contouren; Vrucht van haar schoot; Un voyage lointain; Beslissend moment in het leven van een mens. Nederlandse en Italiaanse tekst.