Maakt deel uit van:de kempische vertellersde realistische generatie
(Jan) Renier Snieders
Bladel, 22 november 1812 – Turnhout, 9 april 1888
Letterkundige, arts en schrijver.
Schreef een 35-tal boeken in meerderheid landelijke romans, novellen en verhalen
Renier was de broer van August Snieders.
Literair was hij niet zo productief en veelzijdig als zijn jongere broer August en hoewel zijn oeuvre ongelijk van waarde is, bezit hij het niettemin voldoende inhoud om aanspraak te kunnen maken op een auteurschap van meer dan lokale draagwijdte.
Het best geslaagd zijn de werken uit zijn vroege periode 1852-1866 waarin hij een scherp beeld schept van de sociale wantoestanden in de Kempen waarmee hij als arts geconfronteerd wordt.
Zijn latere boeken laat de objectiviteit het steeds meer afweten om naar het einde toe te verzanden in onvervalste klerikale tendensliteratuur waar elke karaktertekening tot karikatuur verwordt.
BIOGRAFIE
22 november 1812 : Geboren te Bladel (Noord-Brabant). Zijn ouders waren Johan Theodoor, (1772-1842) (bierbrouwer en hereboer), en Johanna Maria Helsemans, (1783-1856).
- Hij is de vierde uit dit gezin met 9 kinderen, waarvan de jongste zoon, August Snieders, eveneens naam maakte als letterkundige
- Ze bewoonden aan de Markt een pand dat toen de naam Sniedershuis kreeg.
Middelbaar onderwijs aan de Latijnse School te Roermond en na de Belgische Omwenteling aan het college te Eindhoven.
- Zijn ouders hadden gehoopt dat Renier pastoor zou worden, maar zijn liefde voor zijn nichtje Theresia te Eindhoven (met wie hij 12 jaar later zou huwen) stak daar een stok voor.
1833-1838: Studeert en promoveert als dokter in de geneeskunde te Leuven (met grote onderscheiding in de genees- en vroedkunde en grootste onderscheiding in de heelkunde)
- Als student was Renier één van de eerste leden van het Leuvens genootschap Met Tijd en Vlijt, en in de eerste bundel, die dit gezelschap in 1839 uitgaf, verschenen reeds een drietal dichtstukjes van zijne hand: De eerste Aderlating, Paula en Hugo en Het Gedrocht. In een latere uitgave Lettervruchten van hetzelfde genootschap (1845), verschenen De Dochter van Jephte, Het Heiligdom, Eerste Mei en Vaderlandsliefde.
Hoewel hem na zijn promotie aan de universiteit een leerstoel wordt aangeboden, vestigt hij zich als geneesheer in de Otterstraat te Turnhout.
- Bij een uitgebreide praktijk en het ambt van wetsdokter, voegde de geneesheer de verzorging der armen van het bureel van weldadigheid en de gezondheidsdienst in de gevangenis, het gasthuis, het H. Graf-gesticht en het godshuis van grijsaards en wezen.
Snieders speelt eveneens een grote rol in het culturele leven van de stad. Hij sticht de letterkundige kring ‘Dageraad’ 1842) wordt voorzitter van het Davidsfonds (1875) en schrijft zelf heel wat romans over het Kempische dorpsleven,
5 mei 1841: Huwt in Eindhoven met zijn nicht Theresia Mechtildis Pijpers († 1883), met wie hij 6 kinderen krijgt. Vijf zullen hem niet overleven.
- Zijn dochters overlijden achtereenvolgens in 1864, 1870 en 1888. Zijn vrouw sterf in 1883 en één van zijn twee zonen komt in 1884 bij een brand om het leven.
1842: Sticht het Turnhoutse Taal- en Letterlievend Genootschap De Dageraed.
- De doelstellingen waren duidelijk: het bevorderen van de ‘Nederlantsche’ taal- en letterkunde en het veroveren van de Vlaamse rechten. De aanhang bleef beperkt tot 20 leden, maar het genootschap was actief. Elk lid was verplicht tweemaal per jaar een lezing uit eigen werk te houden en in 1857 schreef de Dageraad een prijskamp uit voor dichtkunst en proza en ook verzorgde zij publicaties.
- Op 31 december 1870 houdt de vereniging op te bestaan omdat er onenigheid is ontstaan. Allicht zal Snieders niet akkoord zijn gegaan met de aansluiting van de Dageraad bij het Willemfonds. Hoe dan ook de scherpe meningsverschillen tussen katholieken en liberalen – die zowat in heel België woedden – kwamen ook in Turnhout tot uiting.
1850: Debuteert met ‘Proeven van oorspronkelyke romantische verhalen’.
- Bevat hoofdzakelijk stukken van veel vroegere datum met sterke invloed van Hendrik Conscience, (‘In ’t wonderjaer’, ‘Phantasy’ en ‘De leeuw van Vlaanderen’), waardoor historische fictie en gruwelromantiek nogal de bovenhand vieren.
- De novelle Paula: doet de tijd van de Brabantse omwenteling herleven – met opvallende sympathie voor Vonck – en eindigt met de slag van Turnhout (27 oktober 1789).
- Het verhaal De zwarte Aldric: moordgeschiedenis vol ‘yskoude siddering’ Waanzin, wraak en een booswicht die door spontane zelfverbranding de dood vindt !
1852-1866: WAARDEVOL EN VEELGELEZEN AUTEUR VAN LANDELIJKE ROMANS EN NOVELLEN
1852: Snieders’ eerste roman: ‘Het kind met de helm’.
- Geschreven in 1844-45 is deze roman nog steeds onevenwichtig. Geïnspireerd op Ecrevisse’s boeken over de Teuten en bokkenrijders.
- Snieders spreidt zijn kennis van de Kempische volksgebruiken in deze historisch avonturenroman zo overvloedig ten toon, dat het verbeeldingselement eronder gaat lijden.
1853: In de‘De hut van Wartje Nulph’ ontpopt de auteur zich als een rasverteller die de touwtjes van het verhaal goed weet te nuanceren.
- Het is enerzijds een historische, bijzonder romaneske avonturenroman rond de slag op de Tielse heide (22 januari 1597), waar de jonge Maurits van Nassau zijn eerste militair succes behaalt en anderzijds een landelijke roman waarin hij een Kempisch heiboer en turfsteker treffend weet uit te beelden. Toch is de romantiek niet helemaal verdwenen als de heiboer uitvergroot wordt tot een soort ‘le bon sauvage’.
1854: In ‘Dorpsverhalen’ heeft Snieders zich definitief losgemaakt van Conscience: de overtrokken emotionaliteit is verdrongen door een mild-humoristische, maar afstandelijke kijk op de dorpsfiguren en dorpstoestanden.
- De meesterlijke novelle: ‘De zoon van de Schaerslyper’ schetst het leven van een doortrapte sluwe knaap en zijn hypocriete ouders aan de zelfkant van de maatschappij.
1855: Met de landelijke roman ‘De meesterknecht’ levert Snieders een eerste hoogtepunt af in zijn literaire werk.
- Eenvoudige plot: een gewetenloze knecht poogt door vleierij en schijndeugd in het bezit te komen van een hereboerderij van zijn kinderloze meesters en tegelijk het hart te veroveren van hun pleegdochter hoewel deze reeds haar woord heeft gegeven aan een dagloner. De pastoor echter ontmaskert de snoodaard en recht en deugd zegevieren !
- Evidente zwart-wit psychologie, maar uitgesproken organische structuur. De gebeurtenissen worden verbonden aan het wisselen der seizoenen, de plaats van handeling (hereboerderij, dorp, daglonershut te midden van uitgestrekte weilanden) suggereert de rustige weidsheid van de patriarchale landelijke wereld.
- Net als bij Conscience is er ruimte voor poëzie en idylle, maar een gewetenloze streber als hoofdpersonage zou bij Conscience ondenkbaar zijn geweest.
1856-1858: Deze publicaties (Amanda; 1856 en Doctor Marcus; 1858) tonen een opmerkelijke terugval in melodramatische clichés.
- Snieders manifesteert zich als behoudsgezind burger en men merkt de eerste sporen van een geborneerd provincialisme dat in latere jaren zijn schrijverschap ernstig zal hypothekeren.
1860: ‘De lelie van het gehucht’ is een tweede hoogtepunt waarbij hij qua realisme zelfs verder gaat dan ‘De meesterknecht’.
- Hoofdpersonage is een egoïstische, baldadige boerenzoon, die met smokkelen snel rijk wil worden. Hierbij heeft hij de goedkeuring van de vader van ‘De lelie’, een standsbewuste hereboer, die zijn dochter liever getrouwd ziet met een dubieuze maar rijke pretendent dan met een hardwerkende eerlijke boer.
- Al deze personages worden naar het leven getekend, met een zeldzame zin voor psychologische nuances. Opmerkelijk is dat de pastoor met zijn zedenlessen op de achtergrond is verzeild en het volle licht schijnt op de boerenvetes en messengevechten, dorpsfeesten en volksgebruiken, op de kleurrijke maar ook op de zakelijke aspecten van het landelijke leven.
1861: De novellenbundel ‘Op de grenzen’ is dan weer meer humoristisch.
- ‘Hoe men burgemeester wordt’ is een satire die het relaas geeft van de lachwekkende ambities van een huisschilder.
- ‘Het kraeyennest’ schildert de strijd van een integere boer tegen een corrupte burgemeester.
1864: ‘De gouden Willem’ het laatste grote werk voor de terugval.
- Structureel heeft de roman iets weg van Conscience’s ‘Rikke-tikke-tak’. Een volksliedje fungeert als leidmotief – te samen weliswaar met het talisman-motief van het muntstuk – dat ervoor zorgt dat de geliefden het geloof in elkaar niet verliezen.
- De concrete uitwerking is echter zeer realistisch en toont de hardheid van het leven op het het Kempische platteland op het einde van de 19de eeuw. Zo treedt Reniers op als geneesheer en beschrijft hoe hij de bijna doodgevroren dochter van een verarmde wever weer tot leven wekt.
- Men kan alleen maar vermoeden hoe de Vlaamse literatuur er zou hebben uitgezien als meer auteurs hun eigen ervaringen en ideeën hadden verwerkt in hun romans.
1867-1869: OVERGANGSPERIODE: EEN AANVAL TEGEN VRIJMETSELARIJ EN VRIJZINNIGHEID
1867: Met ‘Het wonder van Saint-Hubert: uit het dagboek van den gerechts-dokter’ begint Snieders zijn ketterjacht, wat het begin is voor een literaire zelfdestructie.
- Plot: een landbouwdeskundige (tevens lid van de Loge en vrijdenker) promoot op het platteland de ‘slechte omwentelingsgeest’. Deze booswicht vergiftigt ook nog eens de vader van zijn verloofde als deze merkt dat het hem in de eerste plaats te doen is om het verwerven van zijn fortuin. De roman beschrijft dan uitgebreid hoe de straffe gods eerst zijn vrijzinnige kornuiten en dan de misdadige logebroeder zelf treft. De man en zijn nog steeds argeloze verloofde wordt door een razende hond gebeten. De verloofde bezoekt de relikwie van de Saint-Hubert en wordt genezen, de goddeloze sterft als een bezetene.
- Een akelige geschiedenis die zowel logisch als psychologisch kant noch wal raakt. Het dorpsleven wordt –in flagrante tegenspraak met zijn vorig werk – mateloos geïdealiseerd (“een onzedig mensch of een dronkaard was er bijna onbekend”)
- Snieders werk wordt alzo gedegradeerd tot de door de clerus gepatroneerde stichtende en deels hagiografische vertellingen.
1870-1888: EVOLUEERT NAAR MILITANT KATHOLIEKE ROMANS
Na 1870 kreeg zijn oeuvre een uitgesproken rooms-katholieke tendens en trok hij van leer tegen de geuzen die ten tijde van de schoolstrijd de religieuze tradities van zijn volk belaagden.
1875: ‘De geuzen in de Kempen’ een historische roman over de Beeldenstorm te Turnhout en omgeving.
- Zonder verpinken worden lutheranen en calvinisten als boeven en straatschuimers voorgesteld, terwijl de verdedigers van het ware katholieke geloof met aan het hoofd de Mechelse jezuïet en humanist Franciscus Costerus, buiten proportie worden geïdealiseerd en verheerlijkt.
- Prekerige moralisatie, betoog en didactiek overheersen, voortdurend in herhaling vallend, zodanig de schriftuur, dat er voor een frisse verteltrant geen ruimte meer overblijft.
1875: Installeert een plaatselijke afdeling van het Davidsfonds in Turnhout, dat zijn reeks literaire publicaties opent met Reniers roman ‘De geuzen in de Kempen’
1878: ‘De goochelaar’ een werk dat in de Vlaamse 19de eeuw qua intolerantie en partijdigheid nauwelijks zijn gelijke vindt.
1884: Verschijnen van ‘Beelden uit mijn dagboek’.
- Nog eenmaal herleeft de verteller van ‘Dorpsverhalen’, De meesterknecht’ en De lelie van het gehucht’.
- Het is een ironisch humoristische tekst die aanvangt met de lapidaire zin ‘Zal ik u nog eens wat vertellen ?’
- Snieders gaat hier de harde werkelijkheid niet uit de weg. Hij evoceert het wel en wee van een landelijke artsenpraktijk met als hoogtepunt de beschrijving van een operatie onder hypnose waarbij hij een adellijke dame van een keelgezwel verlost.
- De tekst toont de veelzijdige en rijk begaafde persoonlijkheid die hij ongetwijfeld was: huis- en wetsdokter, chirurg en psychiater, auteur en – zoals men het conform zijn tijd noemde – volksbeschaver.
1885: In ‘Zonder God’ brengt Snieders de schoolstrijd te berde, doch alleen maar met de bedoeling het officiële kerkelijke standpunt aan de hand van een concreet geval te profileren.
1887: Benoemd tot ere-doctor in de Wijsbegeerte en letteren aan de Katholieke Universiteit van Leuven. De Koninklijke Vlaamse Academie voor taal en Letterkunde benoemt hem tot buitenlands erelid, immers – in tegenstelling tot zijn broer August – heeft Renier nooit de Belgische nationaliteit verworven.
9 april 1888: Overlijdt te Turnhout.
Epiloog
- August Snieders kreeg in de Antwerpse Stadsbibliotheek een plaquette. Het zegt iets over hun belang voor de Vlaamse zaak, die – vlak na de afsplitsing met de noordelijke Nederlanden – twee voorvechters van ‘over de meet’ vond.
- Op initiatief van het Davidsfonds en in aanwezigheid van Stijn Streuvels werd op 14 september 1930 een monument voor hem onthuld op het Patersplein. Dit monument is een ontwerp van architect De Mol en beeldhouwer Alfons Strijmans (gerealiseerd door Jef Strijmans).
- Ook geëerd werd hij in zijn geboorteplaats Bladel, terwijl zijn naam voortleeft in het Reinier Sniederspad, een GR-pad van Bladel naar Antwerpen.
MEER OVER RENIER SNIEDERS
- August Snieders, Levensschets van Dr. J. Renier Snieders, in: Jaarboek van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (jg. 1889)
- R. Dubois, Het volksleven in het werk van J.R. Snieders, in: Noordgouw (jg. 1965 en 1966)
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
- Renier Snieders – Wikipedia
- www.sniederskring.nl/skoud/snieders.htm
- Renier Snieders – DBNL
- Snieders, Jan R. – NEVB Online
Referenties
- WAUTERS, K., Het Vlaamse fictionele proza van Conscience tot Loveling. In: Ada Deprez: Walter Gobbers; Karel Wauters (red.): Hoofdstukken uit de Vlaamse letterkunde in de 19de eeuw. Deel 1. KANTL Gent 1999; pp. 218-225.
- WAUTERS, K., Snieders, Jan Renier, in: Nationaal biografisch Woordenboek, dl 11 (1985)
- STERKENS, Remy, De letterkunde in de Antwerpsche Kempen van 1830 tot 1900. Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde. Reeks VI, nr 56. Uitgeverij Turnhout, J. Van Mierlo-Proost, 1935. pp 52-99.
- Kannunik J.E. Jansen Gedenkboek gewijd aan Dr. Jan Renier Snieders. Turnhout, Drukkerij Lumen NV (1931) Reeks: Geschriften van Taxandria Nieuwe reeks III 1931 nr 2.
- Bevat oa een bibliografie, een levensschets, vele redevoeringen en een Renier Snieders-cantate uitgevoerd op 14 september 1930 op woorden van S.J. Emiel Fleerackers en muziek L. Van Dessel
BIBLIOGRAFIE
Woordje vooraf
- Deze bibliografie bestaat uit 2 rubrieken:
- chronologisch overzicht
- alfabetisch overzicht met aanduiding van het jaar van publicatie.
De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Universiteitsbibliotheek – Katholieke Universiteit Leuven.
- Kannunik J.E. Jansen, Werken van Dr J Renier Snieders, in: Gedenkboek gewijd aan Dr. Jan Renier Snieders. Turnhout, Drukkerij Lumen NV (1931), pp 5-9
- Het boek is elektronisch beschikbaar op volgende link Gedenkschriften van Taxandria O. Proem. Kanunnik – Taxandria VZWDeze bibliografie bevat enige kleinere uitgaven bij uitgeverij Splichal Roosen, die Schrijversgewijs tot op heden niet heeft kunnen traceren.
Om de foto in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto
A. Chronologisch overzicht
Jaar | Titel | Fotogalerij | Uitgeverij 1ste druk |
1848 | Op den dood van den Aertsbisschop van Parys. (gedicht) | Turnhout: Brepols en Dierckx Zoon. | |
1848 | Dauwdroppelen. Poëtische Lettervruchten van het Taelkundig Genootschap De Dageraed te Turnhout. (poëzie)
Bevat van Snieders: Jan Lendlich (1844) pp 15-24 Myne rustplaats in de Heide (1846) pp 27-30 De Reigerjagt (1846) pp 39-48 Carrier te Nantes (1844) pp 63-76 Het dwaellichtje. Ballade. pp129-151 De koning der gilde (1847) pp 135-161 |
Turnhout: Brepols en Dierckx Zoon. -164p.
Dauwdroppelen. Poëtische lettervruchten van het … – Google Books |
|
1850 | Proeven van oorspronkelyke romantische verhalen. Bevat vier korte stukjes: een koetsier, Lisa, Paula en het verhaal “De zwarte Aldric”. | Antwerpen: J.P. Van Dieren & C°. -117p. Was bedoeld als vriendenuitgave en om die reden slechts uitgegeven op een 20-tal exemplaren. | |
1851 | Verhael uit de kronijken van Turnhout. (essay)
De tekst beschrijft de heerlijkheid Turnhout in haar bloeiperiode en van de prachtige hofhouding van Maria van Hongarije.![]() |
![]() |
In: Geschied- en zedenkundige Voorlezingen over de Kempen. Uitgever: Turnhout: Brepols en Dierckx Zoon. |
1852 | Bij de terugkomst van Pius IX te Rome. (gedicht) | Turnhout: Brepols en Dierckx Zoon. -95p. | |
1852 | Het kind met den helm. (roman)
Met teekeningen van J. Bernard Wittkamp. De tekst behandelt een roversgeschiedenis uit het Bladel van eind 16de eeuw.Z d : uitgave in de reeks Dr. J. Renier Snieders’ werken (1923-1926) bij Antwerpen : L. J. Janssens en Zonen. – 221 p ; 22 x 16 1934: Uitgave “Voor God en Volk” te Antwerpen. -204p. – De volledige werken van Dr J. R. Snieders |
![]() |
Antwerpen: Drukkerij van J.P. Van Dieren & C°. -240p. |
1853 | De hut van Wartje Nulph: episoden uit de krijgstogten van Maurits van Nassau. (avonturenroman)
Met eene plaatsnede van J.B. W.[Wittkamp]. |
![]() |
Antwerpen: Drukkerij van J.P. Van Dieren & C°. -252p. Afmetingen: 17 x 12.50 |
1854 | Dorpsverhalen.
Bevat: Peter de Groote (pp 1-23); De Zoon van den Schaerslijper (pp 24-80); Neel de Kleêrmaker (pp 81-99); Op- en Nêerheide (pp 100-121); De Volkslievende Prins (pp 122-134); De Pastoor en de Jacobijn (pp 135-150). |
![]() |
Antwerpen: Drukkerij van J.P. Van Dieren & C°. -150p.
Afmetingen: 17 x 13 |
1854 | Het Eerekruis. (blijspel)
Bekroond met den tweeden lauwer in den Prijskamp van Blijspelen, uitgeschreven door de Maatschappij van Rhetorika: Kunst en Eendracht, te Waereghem – Toegekend op 29 mei 1854. 1878: 2de uitgave ibidem |
Waereghem: J. F. Suetens. | |
1855 | De meesterknecht. Verhael uit het dorpsleven. (roman)
Met een houtgravure van H. Brown naar een teekening van J B Wittkamp. |
![]() |
Antwerpen: Drukkerij van J.P. Van Dieren & C°. -253p.
Afmetingen: 18 x 13 |
1856 | De uytvaert van den rijken oom. (verhaal) | Turnhout: Drukkerij van Splichal-Roosen | |
1856 | Amanda. Uit het leven der zinneloozen. (roman)
Met twee teekeningen van J. B. Wittkamp ; in hout gesneden door J. Hemeleer. 1924: Uitgave bij Antwerpen : L. J. Janssens & Zonen. – 234 p : ill. In de reeks Dr J. Renier Snieders werken vol 1924:4 1932: Uitgave “Voor God en Volk” te Antwerpen. -245p. – De volledige werken van Dr J. R. Snieders, |
![]() |
Antwerpen: Drukkerij van J.P. Van Dieren & C°. -2 vol in 1 band. – 186 + 175p.
Afmetingen: 17 x 14 |
1857 | De Vlaemsche Koning (verhaal) | Turnhout: Drukkery van Splichal-Roosen. | |
1858 | De voerman. (verhaal) | Turnhout: Drukkery van Splichal-Roosen. | |
1858 | Doctor Marcus: herinneringen uit het studentenleven. (roman)
1883: uitgave bij Turnhout : Splichal-Roosen , 1883. – 209p. |
![]() |
Turnhout: Drukkery van Splichal-Roosen.-190p.
Afmetingen: 18.50 x 13.50 |
1860 | De traantjes der vrouwen. (verhaal) | Turnhout: Drukkery van Splichal-Roosen. | |
1860 | De lelie van het gehucht. (roman)
Met een niet gesigneerde houtnede (naar W.B. Wittkamp ?) Smokkelgeschiedenis uit de jaren 1830. 1887: uitgave Drukkerij van Splichal-Roosen, Turnhout in de reeks Volledige werken, 16e deel. 1925: Antwerpen : L. J. Janssens & Zonen. – 191 p : ill. In de reeks Dr J. Renier Snieders werken, Antwerpen, 1923 – 1926; vol. 1925: 6. 1936: Uitgave “Voor God en Volk” te Antwerpen. -p. – De volledige werken van Dr J. R. Snieders |
![]() |
Turnhout: Drukkery van Splichal-Roosen.-203p.
Afmetingen: 16 x 13 In Nederland uitgegeven door Amsterdam: H.V. Kesteren met als ondertitel: Uit de smokkeltijd in de Meierij. De lelie van het gehucht – Jan Renier Snieders – Google Boeken |
1861 | Op de grenzen. (novellenbundel)
Bevat 2 novellen: Het Dorps-concert (pp 7-42); Het kraeijen-nest (pp 43-150) 1885: uitgave bij Drukkerij van Splichal-Roosen Reeks: Volledige werken, n° 11 1923: Afzonderlijke uitgave van Het Kraaiennest bij Antwerpen : L.J. Janssens & Zonen |
![]() |
Turnhout: Drukkery van Splichal-Roosen.-150p.
Afmetingen: 18 x 13.50 |
1864 | Brecht Bakels. (novelle)
Burleske trouwgeschiedenis van een verlopen student. 1884: Opgenomen onder de titel ‘De brandstichter’ in de novellenbundel Uit de Kempen. Uitgever: Drukkerij van Splichal-Roosen, Turnhout: |
![]() |
Turnhout: Drukkery van Splichal-Roosen.-79p.
Afmetingen: 17.80 x 14 |
1866 | De Gouden Willem. Verhaal uit de Kempen
Met eene plaatsnede van Edward Dujardin. |
![]()
|
Antwerpen: J.P. Van Dieren & C°. / Turnhout: Drukkery van Splichal-Roosen.-188p.
Vertaling 1874: Vertaald in het Frans door Guillaume Lebrocquy als Le Guillaume d’or : roman champêtre -258p. |
1866 | Het paradijs: uit de goudmijnen der Kempen. (roman)
Thematisch hetzelfde als Hoe men burgemeester wordt. |
![]() |
Antwerpen: Drukkerij van J.P. Van Dieren & C°. -164p.
Afmetingen: 17.50 x 13 |
1866 | De gelukzalige Joannes Berchmans der societeit Jezu. Het leven, de deugden en de wonderen. Met den pauselijken brief zijner zaligverklaring.
Vertaling uit het Frans door Jan Renier Snieders Oorspronkelijke auteur:: Pater FRANÇOIS DEYNOODT. Oorspronkelijke titel: Le bienheureux Jean Berchmans : sa vie, ses vertus, et ses miracles : avec le bref de sa béatification (1865) |
![]() |
Brussel: F. Haenen (Parochianenstraat 8). / ’s Hertogenbosch: W Van Gulik. -141p.
Afmetingen: 18 x 13.50 |
1867 | Op de pijnbank: proeven van diepe verveling. (roman)
1923: Uitgave bij L.J. Janssens en Zonen te Antwerpen in de reeks; Werken / Snieders, Jan Renier. – Antwerpen, 1923 – 1926; vol. 1923: 2 |
![]() |
Antwerpen: Drukkerij van J.P. Van Dieren & C°, Coppenolstraat. -2 vol in 1 band 163p. + 175p.
Afmetingen: 17 x 13.50 |
1867 | Het wonder van Saint-Hubert: uit het dagboek van den gerechts-dokter.
1883: Heruitgave bij Drukkerij van Splichal-Roosen te Turnhout. Titel Het wonder van Saint-Hubert: uit mijn dagboek. |
![]() |
’’s Hertogenbosch: Henry Bogaerts, opvolger van P.N. Verhoeven, Drukke en Boekhandelaar van Z. H. Paus Pius IX. -224p.
Afmetingen: 18 x 12.50 Vertalingen: 1869: Vertaald in het Frans door Mme Lebrocquy als “Le Miracle de Saint-Hubert. Extrait du journal d’ un médicin légiste”. Bruxelles, V. Devaux & Cie -284p. |
1869 | De wraakroepende zonde. Tafereelen uit het dorpsleven in de Kempen. (roman)
Het verhaal van deze roman wordt voortgezet in het volgende boek met als titel Narda |
![]() |
’s Hertogenbosch: Henry Bogaerts, opvolger van P.N. Verhoeven, Drukke en Boekhandelaar van Z. H. Paus Pius IX. / Antwerpen: J.P. Van Dieren & Cie, Uitgever (Groenplaats). -151p. |
1869 | Narda. Tafereelen uit het dorpsleven in de Kempen. (verhaal)
Narda is het vervolg van De wraakroepende zonde. 1887: Uitgave bij Drukkerij van Splichal-Roosen Narda (tafereelen uit ’t studentenleven) Eerste deel – Volledige Werken, 18e deel. |
![]() |
’s Hertogenbosch: Henry Bogaerts opvolger van P.N. Verhoeven, Drukker en Boekhandelaar van Z. H. Paus Pius IX.. -155p. |
1870 | Mentor. Verspreide aanteekeningen over volksgeneeskunde en gezondheidsleer. (vulgariserend werkje) | ![]() |
‘s-Hertogenbosch-Amsterdam: Henry Bogaerts, opvolger van P.N. Verhoeven.. -2 vol. -164 + 152p.
Afmetingen: 18 x 12 |
1875 | De geuzen in de Kempen. (roman)
1934 Uitgave bij Maatschappij “Voor God en Volk” te Antwerpen. – 2 vol., 225+243 p. – De volledige werken van Dr J. R. Snieders |
![]() |
Turnhout: Brepols en Dierckx. -2 delen -215 en 235p.
Reeks: Romanreeks van het Davidsfonds nr 1. Afmetingen: 20.80 x 14.50 |
1878 | De goochelaar. Uit het bestaan der vrijdenkers onzer eeuw. (roman)
1932: uitgave bij ” Voor God en ’t volk “, Antwerpen – De volledige werken van Dr J. R. Snieders, 4-5 |
![]() |
Gent: Drukkerij Vander Schelden. -2 delen.
Reeks: Davidsfonds – Leuven; vol. 16 (= deel 1) |
1878 | Het Eerekruis. Blijspel met zang in 2 bedrijven. (toneel)
Bekroond met den tweeden lauwer in den Prijskamp van Blijspelen, uitgeschreven door de Maatschappij van Rhetorika: Kunst en Eendracht, te Waereghem – Toegekend op 29 mei 1854. 2de uitgave van 1854 |
![]() |
Waereghem : We J. F. Suetens. -43p. |
1881 | De scheerslijper. Uit de kerkvervolging in de laatste dagen der voorgaande eeuw. (tendensroman in 2 delen)
1924: Uitgave bij Uitgeversfirma L.J. Janssens & Zonen, Antwerpen Deel van Dr. J. Renier Snieders’ werken. – Antwerpen; vol. 1 (Het verhaal bestaat uit twee delen in één band uitgegeven) |
![]() |
Turnhout: Boekdrukkerij van Splichal-Roosen. -2 boekdelen in 1 band
Afmetingen: 22 x 13 |
1881 -1888 |
Volledige Werken (17 delen) | Turnhout: Drukkerij van Splichal-Roosen. | |
1883 | Novellen uit de acht zaligheden. (novellenbundel)
Bevat oa O, die Wijsneus – Gij, Dwarskop – Goed geborgen. 1924: Uitgave bij L.J. Janssens en Zonen te Antwerpen in de reeks; Werken / Snieders, Jan Renier. – Antwerpen, 1923 – 1926; vol. 1924: 2. 1975: De novelle ‘Goed geborgen’ wordt opgenomen in Omnibus 1 uitgegeven door Drukkerij Het Volk N.V , Gent |
Turnhout: Drukkerij van Splichal-Roosen.-303p. | |
z d [1884] |
Beelden uit mijn dagboek. (novellenbundel) Bevat 2 novellen : De wonderdokter (pp 5-118) en Anastasia (pp 119-162) | Turnhout: Boekdrukkerij Splichal-Roosen.- Uitgever. -162p.
Afmetingen: 18.50 x 13 |
|
1884 | Uit de Kempen. (novellenbundel) Bevat: ‘Schuimlopers’ en ‘De Brandstichter’ De Brandstichter verscheen reeds in 1864 onder de titel ‘Brecht Brakels’. | Turnhout: Drukkerij van Splichal-Roosen.-192p. | |
z d [1884] | Bij de boeren. Zedenschets uit de Brabantsche Kempen.
1925 : Uitgave bij Antwerpen : L. J. Janssens en Zonen. 191 p ; 22 x 16 in: Dr. J. Renier Snieders werken vol. 1925: 1 |
![]() |
Turnhout: Boekdrukkerij Splichal-Roosen.- Uitgever. -260p.
Afmetingen: 19 x 13 |
1885 | Zonder god. (tendensroman)
1923: Uitgave bij Antwerpen : L. J. Janssens en Zonen. in: Dr. J. Renier Snieders werken vol. 1923: 2 |
![]() |
Turnhout: Boekdrukkerij Splichal-Roosen. -371p.
Uitgave van het Davidsfonds nr 46 |
z d | Gabriel. (onuitgegeven roman)
Bevat ook: oorspronkelijke verhalen, verspreide en nagelaten gedichten |
Verschenen als 34ste boekdeel in de laatste uitgave van Splichal-Roosen |
HERUITGAVEN
B. Alfabetisch overzicht
- Amanda. 2dln. 1856
- Anastasia – Hoe men burgemeester wordt – De brandstichter
- Beelden uit mijn dagboek: de wonderdokter – Anastasia. 1884
- Bij de boeren: Zedenschets uit de Brabantsche Kempen. 1884
- De Brandstichter.
- Brecht Bakels. 1864
- Dokter Marcus. 1858
- Dorpsverhalen. 1854
- Het eerekruis. 1878
- De geuzen in de Kempen. 1875
- De goochelaar. 2 dln. 1878
- De gouden Willem. 1864
- Hoe men burgemeester wordt.
- De hut van Wardje Nulph. Uit de krijgstochten van Maurits van Nassau. 1853
- Het kind met den helm. 1852
- Het Kraaiennest.
- De lelie van ’t gehucht. Uit den smokkeltijd in de Meierij. 1860
- De meesterknecht. 1855
- Mentor. 2 dln. 1870
- Narda. Twee tafereelen uit ’t studentenleven.
- Novellen uit de acht zaligheden. 1884
- Op de grenzen. 1861
- Op de pijnbank. 1867
- Het paradijs. Uit de goudmijnen der Kempen. 1866
- Proeven van romantische verhalen. 1850
- De scheerslijper. 2 dln. 1881
- Schuimlopers.
- Uit de Kempen. 1884
- De wonderdokter.
- Het wonder van St-Hubert. 1867
- De wraakroepende zonde. 1869
- Zonder God . 2dln. 1885