home | Inloggen
Aantal schrijvers: 594 | Aantal boeken:

19.538

 

 

Elskamp, Max

Maakt deel uit van:

MAX ELSKAMP

Antwerpen, 5 mei 1862 – Antwerpen, 10 december 1931

“Mais je ne suis qu’un pauvre sacristain
Qui trouve déjà trop grand son village »
(« Enluminures » (1898), Heures, V)
 

Belgisch Franstalig symbolistisch dichter, graficus en folkloredeskundige

Geboren in hetzelfde jaar als Maurice Maeterlinck

Al was Max Elskamp een sociaal en aimabel man, het openbaar leven was niet aan hem besteed. In brieven hield hij contact met zijn vrienden. In zijn dichtwerk had hij vooral omgang met zichzelf, met zijn overleden ouders en zuster, en met de vele mythische vrouwen die zijn bundels bevolken. Ook de engelen zijn permanent aanwezig, en Boeddha is nooit ver weg.

 

BIOGRAFIE

5 mei 1862 : Geboorte in de Sint-Paulusstraat 30 te Antwerpen . Zijn vader is “Administrateur délégé de l’Union de Crédit” . Zijn moeder Claire Cousin is afkomstig uit het Henegouwse Ecaussinnes, waar haar vader op het “Château La Belle-Tête” het ambt uitoefende van “meester-steenkapper” . De ooms Elskamp staan in de Antwerpse registers ingeschreven als leden van de ”garde civique” , reders, handelaars in koloniale waren en renteniers.

1864: Geboorte van zijn zus Marie.

1870: Het gezin Elskamp verhuist naar de Boulevard Leopold nr 138 (de huidige Belgiëlei) . Max Elskamp zal in die ouderlijke woning zijn moeder, zuster en vader zien sterven. Het zal ook zijn eigen sterfhuis worden.

1876-1880: Op zijn veertiende gaat Max Elskamp voor het eerst naar een school: de Antwerpse “Athénée Royal”. Hij volgt er les vanaf de vierde Latijnse en leert er zijn beste vriend Henry van de Velde kennen. Alle lessen, ook de Nederlandse, worden er in het Frans gegeven.

1880: Elskamp ging rechten studeren aan de universiteit van Brussel en werd advocaat. Hij zal dit beroep nooit uitoefenen omdat hij zich niet wil inleven in de geldproblemen van kooplieden en reders wiens winstbejag hij verafschuwt.

1883 april: † Dood van zijn moeder.

1883-1884: De breuk met zijn jeugdliefde “Maria de Mathis” slaat een wonde die nimmer zal genezen. Het wordt een vast (klaag)thema in zijn werk.

1886: Elskamp “publiceert” “L’Éventail japonais “(1886). Het zijn zes sonnetten, “gepolycopieerd” op Japanse prenten. Elskamp beschouwde het niet als een deel van zijn letterkundig werk. Het is bedoeld als een “ pastiche” , in de stijl van de voorgaande generatie , “Les Parnassiens” .

1886: In hetzelfde jaar en samen met Met Henry van de Velde, voert hij actie voor de promotie van “de moderne kunst”. Dit mondt uit in de stichting van: L’Art indépendant (1886) en L’Association pour l’art (1892).

  • Max Elskamp is vooralsnog enkel de secretaris van deze verenigingen . Hij regelt de tentoonstellingen en stelt de catalogi op.
  • Het zal nog zes jaar duren vooraleer hij zelf “een modern kunstenaar” is : de symbolistische dichter die in de Franstalige Vlaamse letterkunde een plaats zal innemen naast Maurice Maeterlinck, Emile Verhaeren, Charles Van Lerberghe en Georges Rodenbach.
  • Elskamp is in deze periode ook nog niet de heremiet die zijn ouderlijke woning aan de Boulevard Leopold enkel verlaat voor een avondlijke zwerftocht in de straatjes van het Schipperskwartier.

1887: Op aanraden van zijn vader maakt Max Elskamp, in mei-juni met het vrachtschip “Princesse Stéphanie” een bootreis langs de Portugese en Marokkaanse kusten tot in Italië, om, na de breuk met “Maria de Mathis”, zijn liefdesverdriet te vergeten.

1888: Ontmoet Gabrielle de Meester, «Gab» met wie hij een levenslange vriendschap sluit.

1892: Elskamp is dertig. De publicatie van zijn eerste bundel ‘Dominical’, met omslagontwerp door Henry van de Velde, markeert het begin van zijn eigenlijke oeuvre.

  • Heel snel volgden de bundels mekaar op. Zijn werk wordt vooral beïnvloed door de Franse symbolistische dichters Paul Verlaine en Stéphane Mallarmé, die hij persoonlijk ontmoet in Antwerpen: Mallarmé in 1890, Verlaine in 1893.
  • Hij schrijft meestal distichons en kwatrijnen van korte verzen in een bijzonder soort Frans, zijn eigen verzentaal. Elskamp was niet tweetalig. Hij had een passieve kennis van het Antwerps en de Franse taal beheerste hij meesterlijk zoals uit zijn proza blijkt. Maar in zijn verzen creëerde hij bewust, en met veel moeite, zijn eigen Frans. Met een schijnbaar schoolse woordenschat en een eerder foute grammatica, slaagde hij er in om van zijn gedichten “Chansons” te maken.

1892 – 1898: Opeenvolgende publicaties van ‘Salutations, dont d’angéliques ‘(1893), ‘En symbole vers l’apostolat’ (1895). Ook van deze bundels zijn de omslagen “versierd” door Henry Van de Velde.

1895: « Six Chansons de pauvre homme pour célébrer la semaine de Flandre « Het is de eerste bundel met houtsneden van Elskamp zelf; (Zie Grafisch werk van Max Elskamp | Leen Huet) (http://artsrtlettres.ning.com/  page Robert Paul Elskamp).

1898: Mercure de France verzamelt alle voorgaande bundels onder de titel ‘La Louange de la vie’ en voor het eerst kent zijn dichtkunst een grotere verspreiding

Dan valt de publicatie van dichtbundels ineens voor meer dan twintig jaren stil.

Elskamp was zich beginnen te interesseren voor de Vlaamse volkskunst en trok door de Vlaamse dorpen waar hij allerhande volkskundige voorwerpen verzamelde.

1901: De publicatie « L’Alphabet de Notre Dame de la Vierge » bevat geen verzen meer maar bestaat uit louter houtsneden : één houtsnede voor elke letter van het alfabet, opgebouwd rondom de aanroepingen uit de Maria-Litanie. Het is een grafisch werk dat uitgegeven werd door “Le Conservatoire de la Tradition Populaire”, een vereniging die door Elskamp werd opgericht in 1895. Deze vereniging zal ook aan de basis liggen van het latere Antwerpse “Museum voor Folklore.”

1903 april: † Zelfdoding van zijn zuster Marie..

1903: De excentrieke Elskamp stelt zijn collectie volkskunde voor in een tentoonstelling in Brussel.

  • Het waren alledaagse voorwerpen die hij exposeerde, de één al vreemder dan de andere: een liefdeshygrometer, beenprothesen, rouwsymbooltjes, geluksbrengers, enz. In de collectie bevindt zich zelfs een ingelijst schrijn met drie opgeprikte mannenharen; aan de hand van de vorm en de stand van de haren (gekruld of niet) wisten de Antwerpse prostituees of de bezoeker eerder passioneel, dan weer meer onverschillig was. Kortom, een heel disparate verzameling.

1904 29 juli: Burgemeester Jan Van Rijswijck en schepen Frans Van Kuyck inspecteren bij Elskamp thuis “la belle collection folklorique”.

  • Maar de twijfel over het nut van een volkskundemuseum is groot bij de vrijzinnige politici: « A quoi rime-t-il ce musée ? On remet là en honneur toutes les veilles blagues, les superstitions, les cérémonies ridicules, les usages que nous essayons d’abolir depuis cinquante ans. A quoi sert le progrès ? ».
  • Victor De Meyere (1873-1938), stadsbediende én volkskundige, kan het stadsbestuur ervan overtuigen dat het museum geen vooroordelen promoot en niet indruist tegen de vooruitgang.

1907 : Het eerste ”Museum voor folklore” van België is een feit. Het wordt bestuurd door “De Vereniging tot bewaring der Vlaamse Volksoverleveringen” waarin naast Elskamp ook zetelen: Emile Van Heurck, Paul Buschmann s.r., Pol De Mont en Victor De Meyere. ( De Elskampcollectie bevindt zich nu in de open depots van het M.A.S.)

1911 april: † Dood van zijn vader.

1913: Het katholicisme, met zijn dogma’s en persoonlijke God, is voor Elskamp geen geloof maar een artistieke inspiratiebron. Vanaf 1903 bewandelt hij langzaam maar zeker de weg naar het Boeddhisme. In 1913 bekent hij in brieven: “Je suis depuis trois ans dans la sécurité et dans ma vérité”. (bron: Christian Berg)

1914-1916: Wereldoorlog I.

Elskamp verblijft van 1914 tot 1916 als vluchteling voor het oorlogsgeweld in Bergen op Zoom, samen met zijn huisknecht Victor maar zonder zijn vriendin Gabrielle.

  • Na de oorlog publiceerde hij “Sous les tentes de L’Exode” (1921), met de gedetailleerde beschrijvingen van het Hollandse landschap, het weer, de kale kerken (“églises nues et dissidentes, moroses de Maries absentes”), de tentenkampen, de verzorging door de Maleisiërs “Malaises de Multatuli, un peu enfants, un peu houris”) en de Diaconessen (Diaconesses, à cheveux qu’on devine blonds sous le bandeau roulés en tresses, yeux bleus et mains comme caresses…”…. Het is zeker een bundel die om een vertaling vraagt en in Holland nog voor enige emotie en commotie zou kunnen zorgen….”En ce pays trop de marchands, où nous n’avons pas acheté… En ce pays de prédicants que nous avons mal écoutés”.  Jammer dat Anton van Duinkerken deze bundel niet kende. (Gilbert Vanhove, correspondentie met schrijversgewijs)

1918: « Les commentaires et l’idéographie du jeu de loto dans les Flandres ». Max Elskamp publiceert deze volkskundige studie in 1918, maar antidateert haar als « 1914 » om de Duitse bezetter te misleiden.

1919: Elskamp schrijft het voorwoord bij de bundel “Loin du Tumulte” van de jonge dadaïst Paul Neuhuys (1897-1984).

18 januari 1921: Elskamp wordt verkozen tot lid van “l’Académie Royale de Langue et de Littérature françaises.” Maar op zijn “fauteuil 20” blijft hij de eeuwig afwezige.

1921 tot 1924: Elskamps tweede periode waarin hij de draad weer opneemt en nieuwe dichtbundels schrijft. Hij breekt niet met zijn vroegere stijl en blijft het symbolisme trouw.

  • De eerste bundel na 21 jaar is “Sous les Tentes de L’exode’ (1921) en krijgt ’Le Prix triennal de littérature française”.
  • Daarna volgen : « Chansons Désabusées »(1922), « La Chanson de la Rue Saint-Paul »(1922), « Maya » (1923), « Les Sept Notre Dame des plus beaux métiers » (1923), « Les Délectations Moroses »(1923), « Chansons D’Amures »(1924), « Remembrances »(1924), « Aegri Somnia »(1924). Maar … De publicatiedata zeggen bij Elskamp niets over het tijdstip waarop de verzen ontstaan zijn, noch over de chronologie van hun ontstaan.

1925: Elskamp lijdt aan vervolgingswaan en is ten prooi aan vlagen van razernij.

  • Hij wordt voor onbepaalde tijd geïnterneerd in een gesticht in Jette. Het is het tweede “exil” in zijn leven, na dat van Bergen op Zoom in 1914-1916. Hij zal wel nog terugkeren naar zijn woning, maar hij zal niet meer levend op straat komen.

10 december 1931 7 uur : † Dichter, graficus en folklorist Maximilien Antoine Marie Elskamp sterft in de ouderlijk woning Belgiëlei 138.

Elskamp 0d dodenmasker 1931 Dodenmasker 1931 (Letterenhuis)

Epiloog

12/12/1931: Elskamp wordt om 11 uur bijgezet in het familiegraf Elskamp-Cousin, bij zijn vader en zijn zuster op het Kielkerkhof. Dat was een kerkhof waar van 1921 tot 1936 enkel bijzettingen plaatsvonden.

1949: Burgemeester Lode Craeybeckx gaf opdracht om het graf op stadskosten maar zonder plechtigheid over te brengen naar het Schoonselhof (perk Z1) waar het van stadswege het statuut kreeg van “eregraf”. Tegen de begraving op “Het Ereperk” was verzet gerezen van de Franstalige Brusselse erfgenamen, bij monde van ere- advocaat Damiens. (bron: Anne-Mie Haversmans; thesis 1999)

1932-1967: Postuum worden de manuscripten uitgegeven die hij in 1924, voor zijn internering, overhandigd had aan Henry Van de Velde: : ‘Huit Chansons reverdies’ (1932), ‘Les Fleurs vertes’ (1934), ‘Les Joies blondes’ (1934) en ‘Les Heures Jaunes’ (1967).

1989: ‘Effigies’, geschreven in 1924-1925, werd pas uitgegeven in 1989.

  • Bij de uitgave hoort een nawoord van Marc Quaghebeur: “Une plainte sans chanson: le Dernier Elskamp”, waarin de verzen verklaard worden vanuit de lichamelijke en psychische kwalen waaraan de dichter leed sinds 1924.

31/03/2007 tot 19/08/2007: Tentoonstelling ‘Het interessante volk’ in het Volkskundemuseum te Antwerpen. Samen met Jan Grieten ontwierp Leen Huet deze expositie over de Belgische schrijver-graficus Max Elskamp (1862-1931) en diens passie voor alledaagse voorwerpen.

  • Leen Huet schreef er ook een prachtige hommage bij die onder de titel “Enkele notities over Max Elskamp” verscheen in het tijdschrift  ‘Zacht Lawijd’  jg. 6 juni 2007 pp. 50-65. (een uitgave van de stichting ZL ism het AMVC-Letterenhuis Antwerpen en het Letterkundig Museum Den Haag).

Elskamp ‘in scène”

(Geciteerd uit de correspondentie tussen Gilbert Vanhove en schrijversgewijs)

  • Elskamp stond zeker dichter bij “Het Vlaamse volk” dan de burgerlijke Maeterlinck. In geheel zijn doen en laten distantieerde Elskamp zich expliciet van de burgerij. Zijn stijl is ook niet zo nadrukkelijk, patriottisch soms, als die van Verhaeren, ook al was hij in hart en nieren “een Belgische patriot”.
  • Marie Gevers was een goede vriendin van Elskamp. Vooral na de dood van haar andere goede vriend Emile Verhaeren (1916) kwam zij bij Elskamp aan huis.
    • Zij verrichtte voor hem veldwerk voor zijn boek over het Lottospel in Vlaanderen (1918). Hij moedigde haar aan in haar prille dichterschap en illustreerde haar eerste bundel “Missemburg” (1917). Marie Gevers zat op 10 december 1931 in Antwerpen te souperen met André Gide, Paul Neuhuys en Roger Van Overmaete toen hen de dood van Elskamp meegedeeld werd. Na zijn dood schreef Marie Gevers een uitgebreide “Hommage à Max Elskamp”.(op het web: (  artsrtlettres  page robert paul ).
  • In tegenstelling tot zijn stadsgenoot Georges Eekhoud was Max Elskamp anti-flamingant.
    • Max Elskamp had in de “Academie Royale” (per brief) gestemd tegen de vervlaamsing van de Gentse Universiteit en dat heeft zijn vijandschap met de Antwerpse flaminganten aangescherpt. In een brief aan Henry van De Velde uit 1893 betreurde hij zeer dat “le belge” niet bestond : “Quelle bonne chose ce serait d’ être d’ un pays à soi, fut-ce la Belgique si ça existait”.

 

Meer over Max Elskamp

In boekvorm en tijdschiften

  • (nl) HENRY VAN DE VELDE, De poëtische vorming van Max Elskamp (Vertaald door Lode Zielens in de Reeks “De Seizoenen”, 1943)
  • (nl) Jan De Schuyter: Max Elskamp (Boekuil en Karveel, 1943)
  • (nl) Victor de Meyere: In memoriam Max Elskamp (Antwerpen, Volkskunde, 1938)
  • (nl) Henri Floris Jespers: “De Andere Stem van de Stad” (Tijdschrift “Deus ex Machina”, 1992, nr 4, )
  • (nl) “Het Interessante Volk”: schrijvers in het volkskunde museum (Bai, 2007)
  • (fr) Emile Van Heurck: “L’Oeuvre des Folkloristes Anversois » (Antwerpen, Buschmann, 1914)
  • (fr) HENRI MICHEL, Les cadrans solaires de Max Elskamp (1966)
  • (fr) CHRISTIAN BERG, Max Elskamp et le bouddhisme (1969)
  • (fr) Henri Davignon : « L’amitié de Max Elskamp et d’Albert Mockel » ( lettres inédites), 1955, Bruxelles, Palais des Académies.
  • (fr) Robert Guiette : Max Elskamp (Une étude: choix de poèmes, documents, portraits, bibliographie ; Pierre Seghers, Parijs, 1955)
  • (fr) Jean de Bosschère, Max Elskamp. Essai; (1914). Avec douze reproductions de bois gravés par Max Elskamp, et un portrait. Paris : Bibliothèque de l’Occident ; Bruxelles : L’Imprimerie (Ancs Établts Vve Monnom). -155p.
  • Louis Piérard, Max Elskamp, un poète de la vie populaire. (1914)
  • Georges Ramaekers, Max Elskamp.
  • (fr) Marcel Schiltz : « La vie tourmentée de Max Elskamp » ( ça ira, 1937)
  • (fr) Textyles nr 22 (2003) : “Max Elskamp, Charles Van Lerberghe”: dossier onder redactie van Christian Berg. (issn : 0776-0116)

Aanbevolen “links” :

 

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Websites

Een site met het schrijversgewijslabel “vaut le detour”:

U vindt er de vertaling van de volledige bundel “La Chanson de la Rue Saint-Paul”, samen met een twaalftal gedichten vertaald uit de bundels: “Aegri Somnia”, “Chansons Désabusées“, “Les Délectations Moroses”, “Les Fleurs Vertes”, “Les Joies Blondes, “Limbes”, “Les Heures Jaunes”.

Deze blog bevat geen kopieerwerk, en heeft als bron het leven en het werk van Max Elskamp, en de getuigenissen van zijn vrienden.

 

SMAAKMAKERS

De vertaling is van de hand van Gilbert Vanhove

Bouddha

Dans un salon bourgeois
Est un Bouddha tout d’or,
Sur une table en bois
Près d’un berceau où dort
Un enfant dans ses langes
Blanches et qui rappellent
En leur clarté, des anges
La neige de leurs ailes,
Et Bouddha est debout
Le lotus à ses pieds,
Et qui sourit tout
D’amour et de pitié,
Avec l’ourma au front
La main droite levée
Et vers le blanc plafond
Où lustre dit clarté,
Et la gauche indiquant
Le sol, ou tapis rouge
Sur le plancher s’étend
Dans de l’ombre qui bouge
Projetée par le feu
Qui brûle du bois vert,
Car ici c’est l’hiver
Advenu sous les cieux.
Or une femme est là
Au piano qui chante,
Gauche et fausse voix
Sur des mesures lentes,
Du Schumann qu’elle fane
Comme hiver fait des roses,
Et le clavier profane
Où ses doigts lourds se posent,
Et Bouddha et tout d’or
Est là et qui sourit,
Car s’avérant alors
C’est néant dit ici,
Dans des âmes humaines
Affirmé comme en foi,
Par un chant dont l’haleine
Le dit le Nirvana.
Boeddha

In een burgersalon
Staat een Boeddha geheel van goud,
Op een houten tafel
Naast een wiegje waarin een kind
Slaapt in zijn witte
Lakentjes die in hun klaarheid
Doen denken aan de sneeuw
Van engelenvleugels,
En Boeddha zit rechtop
De lotus aan zijn voeten,
En hij glimlacht vol
Liefde en mededogen,
Op het voorhoofd de ourma,
De rechterhand omhoog wijzend
Naar het witte plafond
Waarop de luster schijnt,
En de linkerhand wijst
Naar de grond, waar een rood tapijt
Op de plankenvloer is gespreid
In de schaduw die beweegt
Geprojecteerd door het haardvuur
Waarin groen hout knettert,
Want de winter is gekomen
Onder de hemelen.
En een vrouw zit daar
Aan de piano en zingt,
Toonloos en met ongeoefende stem
De langzame maten,
Van Schumann die ze verkreukelt
Zoals de winter het doet met de rozen,
En op het vergeeld toetsenbord
Rusten zwaar haar vingers.
En Boeddha, geheel van goud
Is daar en glimlacht
Want het lijkt dan zo
Alsof het niets hier is
In de menselijke zielen
Hetgeen wordt bewaarheid
Door de zang waarvan de klank
Aan het Nirwana is verwant.

« Les Heurs Jaunes » (1967, postuum) ” Œuvres Complètes » uitgeverij « Le Cri », 2001. Bladzijde 534 .  Hori-mono, VI, Bouddha

Uitgeleide

Dat Elskamp zijn tijdgenoten niet onberoerd liet, blijkt uit deze sprokkeling van gezegden die allen pogen om Elskamp kernachtig te vatten.

Geciteerd wordt uit de blog van Gilbert Vanhove

  • Bij leven kreeg Max Elskamp veel epitheta op zijn schamel hoedje gespeld: “le solitaire anversois”, “le pieux écrivain”, “de koorknaap” , “un Saint laic” (Jean de Boschère), ”le pauvre sacristain”(Max Elskamp over zichzelf!), “the delicate dreamer, cloistered in Antwerp”, “de aardse anachoreet”, “de Sint-Franciscus van de Franstalige letteren”(Emile Verhaeren), “le Verlaine belge”, “le mandarin d’Anvers”, “een vreemde plant, … een geranium aan ’t raampje van een oude kantwerkster” ( E. De Bom), “een gotische miniaturist”, “een Antwerpenaar die Fransch schreef”, “de Antwerpenaar die een vreemd bargoensch…schrijft” (Karel van de Woestijne), “de zingende zonderling”, “de mystieke handwerkman” … “Quant à ses vers: nul ne les lit! » (Jean de Boschère in een essai uit 1914). Deze etiketten dragen vandaag niet veel bij tot beter begrip van zijn meesterschap. Het was de “Vlaamse” dadaist Paul Neuhuys die in 1916, als negentienjarige, in zestig versregels het volledige portret tekende van Max Elskamp. Ik citeer hieruit vier regels, op gevaar af opnieuw een etiket op Elskamps vilten hoedje te spelden…
Penseur fervent, penseur profond, penseur fragile,
Tes mots, à force d’être simples, sont hardis;
Ils répandent une grâce d’outre-Évangile
Qui nous apprend comment on parle en Paradis.

 

BIBLIOGRAFIE

Woordje vooraf

  • Vele van zijn bundels hebben, zoals zijn vroeger werk, steeds de vorm van bibliofiele plaquettes, “éditions confidentielles”, die enkel door bevriende kunstenaars konden worden gelezen. Van zijn vroeger werk liet hij één keer een handelseditie verschijnen in 1898.
  • Zoals steeds proberen we van Franstalige auteurs een overzicht te geven van vertalingen in het Nederlands.
  • In het verleden vinden we enkel uit 1977 de vertaling van “De Sint-Paulusstraat” (het titelgedicht, niet de bundel) door J.L. De Belder. In het heden vertaalden Geert van Istendael en Koen Stassijns een tweetal gedichten. Sinds 1993 tracht Gilbert Vanhove met méér vertaalwerk het werk van Elskamp in Vlaanderen te “ontsluiten”.

De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij

  • Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
  • Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles
  • Bibliographie des Ecrivains Français de Belgique 1881-1960 Tome 2 établi par René Fayt, Colette Prins, Jeanne Blogie. Sous la direction de Roger Brucher. Bruxelles, Palais des Académies. 1968

Deze bibliografie bestaat uit volgende onderdelen

  • Chronologisch overzicht van de werken uitgegeven tijdens zijn leven
  • Postuum uitgegeven werken
  • Enige heruitgaven
  • Vertalingen naar het Nederlands

Als toemaatje vindt u achteraan een lijstje van publicaties waarin zich houtgravures van Elskamp bevinden.

Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.

Chronologisch overzicht

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1886 L’Éventail japonais.

Petit in-folio de huit estampes japonaises et de huit feuilles de papier chiffon Blanc servant de support. Tiré à moins de 50 exemplaires.
Anvers, h.c
1892 Dominical (poëzie)

Propitiatoirement orné par Henry Vandevelde.
Anvers: J.-E. Buschmann. -68p.

3 exemplaren getrokken op Japans papier en 100 exemplaren getrokken op Hollands papier. Allen genummerd.
Ook: Bruxelles, Lacomblez. -80p.
1893 Salutations, dont d’angéliques. (poëzie)

Rehaussées à la couverture d’une ornementation, par Henry van de Velde
Bruxelles: P. Lacomblez. -78p.

Tiré à 3 exemplaires sur japon et 200 exemplaires sur papier Van Gelder, tous numérotés.
1894 En symbole vers l’apostolat. (poëzie)

Ce volume, troisième et dernier de la série ouverte par Dominical et continuée en Salutations clôt : Le triptyque de louange à la vie selon l’amour, l’espérance et la foi.
Bruxelles: P. Lacomblez. -82p.

(impr. J.-E. Buschmann ; Anvers).
2 exemplaren zijn getrokken op Chinees papier, 5 exemplaren op Japans papier en 200 exemplaren op Hollands Van Gelder, allen genummerd.
1898 Six Chansons de pauvre homme pour célébrer la semaine de Flandre. (poëzie)

Ornées de bois gravés par l’auteur et imprimés en bistre
Heruitgave
1954: -suivie de ‘huit chansons reverdies’. Préface de Norge. Lyon : Les écrivains réunis, A. Henneuse. -30p. (Série : « Disparate ».
Bruxelles: P. Lacomblez -73p.

(imprimerie H. Vandevelde)
Tirage limité à 150 exemplaires sur Chine numérotés et 4 ex. de luxe sur Chine fort.
Elskamp 1
1898 La louange de la vie: Dominical. Salutations dont d’angéliques. En symbole vers l’apostolat. Six chansons de pauvre homme (recueil collectif).

Heruitgave
1933: ibidem.
Paris: Société du Mercure de France. -248p.

Il a été tiré de cet ouvrage : 3 exemplaires sur Japon impérial, numérotés de 1 à 3 ; 12 exemplaires sur papier de Hollande, numérotés de 4 à 15
1898 Enluminures. Paysages, Heures, Vies, Chansons, Grotesques. (poëzie) Bruxelles: P. Lacomblez. -99p.

(imprimerie Vve Monnom).
Il a été tiré de cet ouvrage : 3 exemplaires sur papier de Chine, numérotés de 1 à 3 ; 3 exemplaires sur papier impérial du Japon, numérotés de 4 à 6 ; 250 exemplaires sur papier de Hollande, numérotés de 7 à 256.
1901 L’Alphabet de Notre-Dame la Vierge.

Dessiné et gravé par l’auteur.
Anvers: J.-E. Buschmann.

Reeks : Édition du Conservatoire de la tradition populaire. Bibliothèque de Madame Louis Solvay
1918 Les commentaires et l’idéographie du jeu de loto dans les Flandres ; Suivis d’un glossaire.

Het boek draagt als datum 1914, maar is pas in 1918 op de markt gekomen.
Anvers: A. De Tavernier, fils : impr. J.-E. Buschmann. – 217p. illustraties.

Afmetingen: 16 x 13.
Il a été tiré de ce livre : 50 exemplaires sur papier d’Arches, numérotés de I à L, et 300 exemplaires sur papier satin surfaced smooth antique, numérotés de 1 à 300.
1921 Sous les tentes de l’Exode. (poëzie)

Bois originaux gravés par l’auteur.
Heruitgave
1922: ibidem, reeks : « Collection des poètes belges » vol 2
1923: ibidem
Bruxelles: Robert Sand. -112p.
1922 Chansons désabusées. (poëzie)

Bois dessinés et gravés par l’auteur.
Bruxelles/Paris: G. Van Oest & Cie. – 160 p

Afmetingen: 23,5 x 15
In een oplage van 300 exemplaren genummerd van 1 tot 300 op Hollands geschept papier van de firma Van Gelder Zonen.
1922 La chanson de la rue Saint-Paul. (poëzie)

Bois dessinés et gravés par l’auteur.
Anvers: J.-E. Buschmann. -89p.

1/10 ex. op China en 100 ex. op Hollands papier, Van Gelder
1923 Les Délectations moroses. (poëzie)

Bois dessinés et gravés par l’auteur.
Bruxelles: G.Van Oest & Cie. -160p.

Op geschept papier van P. Miliani, n° 220
1923 Chansons d’amures. (poëzie)

Bois dessinés et gravés par l’auteur.
Heruitgave
1937: Antwerpen, Ch. Stockmans, met ‘six tailles-douces par Margot Weemaes; -76p.
Anvers: J.-E. Buschmann. -79p.

100 ex. op papier Featherweight et 50 ex. op geschept hollands papier Van Gelder Zonen, genummerd van 1 tot 50
1923 Maya. (poëzie)

Bois gravés par l’auteur.
Anvers: J.-E. Buschmann. -30p.

Afmetingen: 20,5 x 16
Il a été tiré de cet ouvrage : 100 exemplaires sur papier Featherweight 60 fr. et 50 exemplaires sur papier de Hollande à la cuve Van Gelder Zonen, numérotés 1 à 50
1923 Les sept Notre-Dame des plus beaux métiers.

Bois gravés par l’auteur.
Anvers: Albert de Tavernier. – 48p. illustr., pll ;

Afmetingen: 33 x 25,5
Il a été tiré de cet ouvrage : 1 exemplaire sur Chine ; 5 exemplaires sur Japon, numérotés de 2 à 6 ; et 150 exemplaires sur papier de Hollande Van Gelder, numérotés de 7 à 156
1924 Remembrances. (poëzie)

Bois gravés par l’auteur.
Anvers: J.-E. Buschmann. -134p.

50 ex. sur papier Snow White et 200 ex. sur vélin blanc, tous numérotés 1 à 200
1924 Aegri Somnia. (poëzie)

Bois gravés par l’auteur.
Heruitgave
1933: Bruxelles, Librairie nationale d’art et d’histoire. -184p.
Anvers: J.-E. Buschmann. -176p.

50 genummerde ex. op Hollands papier en 200 genummerde ex. op Featherweight
POSTUME PUBLICATIES
1932 Huit chansons reverdies, suivies d’une etude de’Albert Mockel sur Max Elskamp.

Heruitgave
1942 : Bruxelles Editions du Cercle d’art onder de titel : Huit chansons reverdies, dont quatre pleurent et quatre rient, suivies des Notes sur M.E. -64p.
1954 : -avec les Six chansons de pauvre homme. Préface de Norge. Lyon : Les écrivains réunis, A. Henneuse. -30p. (Série : « Disparate
Paris: La nouvelle revue Française (NRF). -22p.

Overdruk uit: Nouvelle revue Française (april 1932).
1934 Les Fleurs vertes.

Bois gravés par l’auteur.
Bruxelles: Nouvelle Société d’Édition. -214p.

En exécution des dernières volontés de l’auteur, ce recueil a été imprimé à 200 ex. sur papier Snow White, num. de 1 à 200, pour être donnés aux différentes bibliothèques de Belgique communales et universitaires ; 12 ex. sur papier à la main “Pannekoek” de Hollande
1934 Les Joies blondes.

Bois gravés par l’auteur.
Bruxelles: Nouvelle Société d’Édition. -226p.

En exécution d’une des dernières volontés de l’auteur, ce recueil a été imprimé à 200 ex. sur papier Snow White, num. de 1 à 200, pour ètre donnés aux différentes bibliothèques de Belgique, communales et universitaires ; 12 ex. sur papier à la main ” Pannekoek ” de Hollande
1942 Huit chansons reverdies dont quatre pleurent et quatre rient / Max Elskamp ; suivies de notes sur Max Elskamp par Albert Mockel. Bruxelles: Editions du Cercle d’Art. -64p.

15 ex. sur Hollande, marqués de A à O, 55 ex. sur Arches, num. de 1 à 55 ; et 175 ex. sur Antique de luxe, num. de 56 à 230.
1955 L’Amitié de Max Elskamp et d’Albert Mockel. (Lettres inédites).

Publiées par Henri Davignon.
Bruxelles: Palais des Académies. -76p.
1963 Correspondance [entre] Max Elskamp et Jean de Boschère.

Introduction et notes de Robert Guiette.
Bruxelles: Académie Royale de Lettres et de Littérature Française.
1967 Œuvres complètes, éd. Bernard Delvaille

Avertissement de Pierre Seghers et avant-propos de Bernard Delvaille; xylographies reprises des éditions originales des oeuvres d’Elskamp; en finale, bibliographie et sources.
Paris: Ed. Seghers. -1023p.
1989 Effigies Fata Morgana

 

HERUITGAVEN

(als de uitgave in oktober 2011 nog in de boekhandel te koop was, wordt het isbn vermeld)

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1980 Chansons et Enluminures. Bruxelles: Jacques Antoine
1987 La Chanson de la rue Saint-Paul précédé de Sous les tentes de l’exode et de Aegri Somnia. Bruxelles: Labor
1997 La Louange de la vie Orphée/La Différence
1997 La Chanson de la rue Saint-Paul, Chansons d’Amures, Les Délectations moroses, Aegri Somnia Poésie/Gallimard isbn 2-07-032970-4
2001 Max Elskamp, Œuvres complètes Le Cri/Bruxelles isbn 2-87106295-1
2004 « Chansons Max Elskamp ; anthologie poétique »

Op deze cd worden drie dichtbundels integraal voorgelezen door Alain Carré: “La Chanson de la Rue Saint-Paul”, “Six chansons de pauvre homme pour célébrer la semaine de Flandre », « Huit chansons reverdies, dont quatre pleurent et quatre rient. »
Bergen : Uitgeverij « Autrement Dit »

Isbn van deze cd: 2-930335-65-3

VERTALINGEN

Biografische notitie over de vertaler:

  • Gilbert Vanhove werd geboren in 1941 te Sint-Amandsberg en woont momenteel in Kapellen. Van 1992 tot 1999 leidde hij in Antwerpen zijn boekenantiquariaat “De Lege Spiegel” op de hoek van de Zwartzustersstraat en de Veemarkt.
  • Door de nabijheid van de Calvarieberg en van de Sint-Pauluskerk raakte Gilbert Vanhove in 1993 geïnspireerd tot het vertalen van “Le Calvaire”. De eerste versies ervan testte hij een tiental keren uit met openluchtdeclamaties op de Calvarieberg zelf.
  • In 2003 vertaalde hij “La Rue Saint-Paul” waarvan enkele fragmenten in de kloostertuin van de Sint-Pauluskerk voorgelezen werden door (wijlen) Georges Van Cauwenbergh en Herbert Flack op de zomeravondvertellingen van ATV.
  • In 2007 werd de vertaling ervan in een tweetalige editie gepubliceerd door vzw Eugeen Van Mieghem.
  • Al het vertaalwerk mét toelichting vindt U op zijn blog: http://blog.seniorennet.be/maxelskamp/

 

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1977 “De Sint-Paulusstraat”.

Vertaling:  J.L. De Belder
In:  Bij de uitverkorenen: vertalingen uit het oeuvre van geliefde dichters. (bloemlezing) Vertaald door Jozef Lodewijk De Belder.Deurle: Colibrant. -178p.

Afmetingen: 21 x 12 (ingenaaid – zachte kaft met stofomslag

2005 “Twee gedichten” vertaald door Koen Stassijns en Geert van Istendael. In: “Ceci n’est pas une poésie”, Belgisch Franstalige anthologie. Uitg. Atlas 2005.
2006 De Sint-Paulusstraat & De calvarie.

Vertaling: Gilbert Vanhove.
Kapellen: Gilbert Vanhove. Eigen beheer. -42p.
2007 De Sint-Paulusstraat & De calvarie = La Rue Saint-Paul & Le Calvaire.

Vertaling: Gilbert Vanhove.
Illustratie: Eugeen Van Mieghem
Antwerpen: VZW Eugeen Van Mieghem. -86p.
2007 “Snoepwinkeltjes” (proza), vanuit het manuscript vertaald door Geert van Istendael. In: “Het Interessante Volk”  Antwerpen: Uitgeverij BAI
2022 Het lied van de Sint-Paulusstraat. (poëzie – vertaald)

Oorspronkelijke titel: La chanson de la rue Saint-Paul et autres poèmes. (1922)
Uit het Frans vertaald en van nawoord voorzien door Lucienne Stassaert.
Met een voorwoord van Wim Zaal.
Tweetalige uitgave Nederlands Frans

Leuven: Uitgeverij P.  -89 + [V]p.

Afmetingen: 24 x17 (garenloos gebrocheerd  – zachte kaft met flappen)
Gezet in Minion en Ottawa
Gedrukt door Drukkerij BestInGraphics,
Beerse

 

Houtgravures van Max Elskamp kan men vinden in

  • Dupont, La Légende humaine, Anvers, J.-E. Buschmann, 1896
  • Le Spectateur catholique (revue), 1897-1898.
  • V. Kinon, Chanson du petit pèlerin à Notre-Dame de Montaigu, 1898.
  • Conférence du Jeune Barreau d’Anvers, 1900, 1904, 1911.
  • Ch. Dumercy, Petit vocabulaire de médicine judiciaire. Antwerpen, De Nederlandsche Boekhandel, 1901.
  • L’Alphabet de Notre-Dame la Vierge. Anvers, Édition du Conservatoire de la Tradition populaire, 1901
  • Ch. Dumercy, La Vieille Boucherie et les aveugles. A. Gansopolis. Antwerpen, 1904, chez tous les libraires, 1902.
  • A Auguste Rouvez, défenseur du Gans contre Frans van Kuyck, le vandale, 1903.
  • Exposition du croquis et de la caricature judiciaire. Catalogue. Anvers, 1904
  • Exposition du document judiciaire. Catalogue. Anvers, 1911.
  • Jean de Boschère, Métier divins. Paris, Bibliothèque de « l’Occident ». 1913.
  • E.H. Van Heurck, L’œuvre des folkloristes anversois. Anvers, J.-E. Buschmann, 1914.
  • Jean de Boschère, Max Elskamp. Paris, Bibliothèque de « l’Occident ». 1914.
  • Louis Piérard, Un poète de la vie populaire : Max Elskamp. Bruxelles-Paris, G. Van Oest. [1914].
  • Marie Gevers, Missenbourg. Anvers, J.-E. Buschmann, 1918.
  • Almanach de l’Amitié de France et de la Flandre, 1920.