home | Inloggen
Aantal schrijvers: 594 | Aantal boeken:

19.538

 

 

De Meyere, Victor

Maakt deel uit van:

VICTOR DE MEYERE

Boom, 13 april 1873 – Antwerpen, 27 december 1938

Dichter, prozaschrijver en volkskundige.

Pseudoniemen: Wittock Arthur (in: Onze Vlagge); Nemo (in: Alvoorder); Van Leemputte F. (in: Alvoorder); Van Linden Alaric (in: Ontwaking). Voor details zie de rubriek A-Z Pseudoniemen Lexicon

BIOGRAFIE

13 april 1873: Victor De Meyere werd als Victor Carolus geboren te Boom.

  • Zijn vader Honoré-Lodewijk was politiecommissaris aldaar, maar afkomstig uit Gent. Zijn moeder was een Kempische vrouw uit Wuestwezel, die voor de ontwikkeling van haar zoon Victor van ingrijpende betekenis is geweest: ze kende een schat van volksliederen en sprookjes, die ze haar kinderen, twee jongens en twee meisjes (waarvan Victor de derde was) bijzonder boeiend wist voor te dragen. Mevrouw Honoré de Meyere-Verhaegen heeft haar zoon Victor – hij droeg zijn moeder een echte verering toe – overleefd, ze is gestorven op 25 Januari 1941, 103 jaar oud.
  • De jonge Victor kreeg zijn eerste onderwijs in het ‘Collegium Catholicum’ van Boom. Later stuurde zijn vader hem naar het Koninklijk Atheneum te Antwerpen. Zoals zoveel andere Antwerpse letterkundigen kwam hij in de kring terecht van Pol De Mont, toenmaals leraar Nederlands aan het Koninklijk Atheneum. Pol De Mont brengt de geïnteresseerde en begaafde jonge De Meyere in contact met de binnen- en buitenlandse poëzie en stimuleert hem tot dichten

1890: Gaf met enkele medestudenten aan het Atheneum (H. Melis, Edmond Van Offel, M. Rudelsheim) een studentenblad uit: De Strijd. Daar hij meer en meer in zich de roeping van het dichterschap voelde, geraakte de wetenschappelijke studie op het achterplan en verliet hij het Atheneum na afloop van de poësis.

1893: Als twintigjarige debuteert De Meyere in het tweede nummer van de eerste jaargang (1893) van het gerenommeerde en toonaangevende literaire tijdschrift Van Nu en Straks.

  • Het zijn gevoelige, intimistische sfeergedichten in de trant van Franse symbolisten als Francis Jammes, Albert Samain en Francis Viélé-Griffin.

1894: Hij was de eerste van de Van-Nu-en-Straksers die zijn werk in boekvorm uitgaf: de bundel Verzen (1894), verlucht met modieuze Jugendstiltekeningen van de Antwerpse kunstenaar en medewerker aan Van Nu en Straks, Victor Hageman. De belofte van een groot dichterschap kon De Meyere echter niet inlossen en meer en meer kwam hij in de schaduw te staan van de andere medewerkers, vooral van Karel Van de Woestijne wiens talent hij had ontdekt, en die hij in Van Nu en Straks zou introduceren.

Er zullen nog bundels volgen in 1903 (Avondgaarde) en 1904 (Het Dorp). De Meyeres poëzie wordt evenwel niet zeer gewaardeerd. Bovendien wordt hij beschuldigd van plagiaat, zodat de dichter in hem roemloos ten ondergaat en vanaf 1904 zwijgt.

  • Het boek waaruit De Meyere geplagieerd had was Le Chariot d’Or van Albert Samain. Volgens Peter Theunynck, die in 2000 de affaire opnieuw onderzocht heeft, had De Meyere grote stukken eruit vertaald en als eigen werk in zijn bundel De Avondgaarde gepubliceerd.

1895: Huwt met juffrouw l. Thijs, een meisje uit Willebroek. Begin 1900 zal het huwelijk ontbonden worden, waarvan de tragische echo’s naklinken in de verzenbundels: De Avondgaarde (1903) en Het Dorp (1904).

  • Victor legt met succes examen af van kandidaat-deurwaarder, waardoor hij een administratief baantje krijgt op de griffie van het Gerechtshof te Antwerpen.
  • De jonge De Meyere blijft contact zoeken met het rebelse en onconformistische kunstenaarsmilieu in de metropool. Al vlug blijkt dat voor hem geen carrière is weggelegd in gerechtelijke kringen.

1900: Dank zij een tip van Emmanuel De Bom wordt hij bediende op het stadhuis. Als stadsambtenaar brengt hij het tot bureeloverste van de stedelijke gezondheidsdienst.

1904: Publicatie van zijn novellenbundel “Uit mijn land

1907: Een belangrijke kentering: wordt adjunct secretaris van het nieuwe Antwerps Museum voor Folklore, wat zijn verdere loopbaan een heel andere wending geeft.

  • De Meyere wordt als stadsbediende benoemd tot adjunct secretaris van het nieuwe Antwerps Museum voor Folklore, hoofdzakelijk het werk van de Fransschrijvende Antwerpse dichter en maecenas Max Elskamp. De Meyere wordt de officiële Antwerpse folklorist.
  • Rond 1900 waren in Antwerpen enkele Franstaligen al jaren zeer actief bezig met het verzamelen van interessante objecten uit de materiële volkscultuur. Twee onder hen waren de Franstalige dichter-advocaat Max Elskamp en de advocaat Edmond De Bruyn, die samen met Emile Van Heurck, Laurent Fierens, Paul Buschmann sr., Pol De Mont en anderen behoorden tot de vriendenkring “Conservatoire de la Tradition Populaire” ook wel “Vereniging tot bewaring der Vlaamsche volksoverleveringen” genoemd.
  • Deze vereniging had in 1903 haar medewerking verleend aan een succesvolle volkskundige tentoonstelling georganiseerd in het Brusselse justitiepaleis. Het was hun doel deze verzameling van volkskundige voorwerpen permanent tentoon te stellen in Antwerpen. De stadsambtenaar De Meyere slaagt erin de stad, in het bijzonder Burgemeester Jan Van Rijswijck en Schepen voor Schone Kunsten Frans Van Kuyck, over de streep te trekken, zodat op 18 augustus 1907 tijdens de Gemeentefeesten, het “Museum voor Folklore” in de Heilige Geeststraat voor het publiek toegankelijk wordt gesteld. Meteen is dit het oudste volkskundig museum in Vlaanderen. Edmond De Bruyn (verzamelaar van het eerste uur en collega van Max Elskamp) wordt de eerste conservator en Victor De Meyere adjunct­secretaris (Georges Serigiers was eerste secretaris).
  • Ondertussen was hij hertrouwd met Mejuffrouw A. Janssens.

1920: De folklore heeft in zijn leven definitief het pleit gewonnen. Het belet hem niet ter verpozing een aantal literaire, sterk folkloristisch getinte, verhalen uit te geven: De Gekke Hoeve (1919), De Razernij en andere Verhalen (1922), Nonkel Daan (1922), De Beemdvliegen (1930).

  • Victor De Meyere werd voorzitter van de sectie Volkskunde van het derde Vlaams Filologencongres (1920), het eerste na de oorlog 1914-18. Het was toen ook de eerste keer dat er een zelfstandige sectie Volkskunde was.

1921: Bevriend met Pol De Mont, met Maurits Sabbe, met Alfons De Cock, zal hij van lieverlede de hoofdredacteur-eigenaar worden van Volkskunde, Tijdschrift voor Nederlandsche Folklore, gesticht in 1888 door Pol De Mont, maar door hem voortgezet van 1920 tot 1938.

1925: Wordt lid van het Provinciaal Comiteit voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen (Antwerpen).

1929: Wordt  lid van de Maatschappij der Nederlandsche Letteren te Leiden.

7 augustus 1933:  Victor De Meyere eindelijk benoemd tot conservator van het Antwerps volkskundemuseum.

1936: Gaat met pensioen.

1937: Krijgt de provinciale prijs voor de monografie Vlaamsche Volkskunst (1934).

In 1937 werd De Meyere lid van de Nationale Commissie voor Folklore. Hij was tevens lid van de Vereeniging van Vlaamsche Letterkundigen.

27 december 1938: Sterft onverwacht aan een hartaanval aan zijn bureau in zijn woning, Lange Lozanastraat 148 te Antwerpen.

Een appreciatie:

  • Victor De Meyere gaf een belangrijke impuls tot de opmars van de dorpsroman. In zijn proza krioelt het van allusies op het Rupelgebied. Herkenbare plaatsnamen (Boom, Niel, Ruisbroek, Wintam) en populaire figuren bevolken zijn verhalen. Alert als hij was voor de volkscultuur in al haar  facetten, worden zijn verhalen ingekleurd met  uitingen van volksdevotie, volks- en bijgeloof, volksgeneeskunde, volksgebruiken rond de levenscyclus, enzovoort. Dit maakt dat zijn verhalen meer uitmunten door hun documentaire waarde dan door hun literaire kwaliteiten. Hoe dan ook valt het op dat Victor De Meyere een doorgewinterd volkskundige is met literaire aspiraties, die geen heil ziet in “L’art pour l’art”. Integendeel, hij wilde bewust de prozaliteratuur bevrijden van het impressionistische en symbolistisch estheticisme, op dat de romanschrijver “iets zou kunnen bieden aan de afgesolde zielen der menschen onzer eeuw” (Beschouwingen over den hedendaagsche Roman. , in Nieuwe Arbeid, 1ste jg., nr 1, jan-februari 1903, blz. 93.

Epiloog

5 januari 1941: Het gemeentebestuur van Boom heeft op 5 januari 1941 in samenwerking met het kunstgezelschap RUGO en de plaatselijke Academie voor Schone Kunsten een grote Victor De Meyere-herdenking op touw gezet in de feestzaal van de gemeentelijke jongensschool aan de Hospitaalstraat. Er was een tentoonstelling gewijd aan het literair en volkskundig werk van de gevierde.

Lode Baekelmans hield een lezing en Gaby Struyf droeg gedichten voor van V. De Meyere. Er was ook een getekend portret van De Meyere te bezichtigen, gemaakt door Georges Vercruysse. Op die dag heeft burgemeester Frans Holders plechtig meegedeeld dat er in Boom een Victor De Meyere-straat zou komen (zie Het Laatste Nieuws ? januari en De Dag ?januari 1941),

1944: Jozef Van Overstraeten maakt een VTB-brochure rond het Victor De Meyere­wandelpad.

1953: De sectie Volkskunde van het 20ste Vlaams Filologencongres te Antwerpen (7-9 april 1953) stond in het teken van de herdenking van Victor De Meyere en Maurits Sabbe.

26 juni 1955: Op voorstel van Maurits Van Coppenolle in Oostduinkerke vindt  een officiële huldiging Victor De Meyere plaats. Bij die gelegenheid was er een academische zitting, werden twee reuzen Ko en Liza gedoopt (een geschenk van mevrouw De Meyere) en werd de Victor De Meyere-laan ingehuldigd. Om dit feestelijk gebeuren te vereeuwigen heeft de Brugse kunstschilder en volkskundige Guillaume Michiels een speciaal gelegenheidsvaantje ontworpen. Enkele exemplaren heeft mevrouw De Meyere zelf ingekleurd.

13 april 1973: Op het kerkhof in Boom vindt een Victor De Meyere-herdenking plaats (zie Het Laatste Nieuws en Gazet van Antwerpen van 16 april, La libre Belgique van 24 mei 1973).

Van 19 tot en met 21 mei 1973:  Het gemeentebestuur en de Cultuurraad van Boom organiseren in de zaal “Germinal” een dubbele tentoonstelling: het was honderd jaar geleden dat V. De Meyere in Boom was geboren; de Boomse kunstenaars werden eveneens in het daglicht gezet (zie Volksgazet van 17 mei en Gazet van Antwerpen van 21 mei 1973).

1996: Het KADOC in Leuven verwerft vrij onverwacht de nalatenschap van V. De Meyere.

 

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Websites

Referenties

  • Peter Theunynck. ‘Vlaanderen in de ban van het plagiaat‘. P. 85 t/m 105 in: Vrienden en wapenbroeders. Jaarboek V van het Stijn Streuvels Genootschap. Lannoo, Tielt, 2000. Integraal online op Google Books.

BIBLIOGRAFIE

De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij

  • Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
  • Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
  • Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007 (devospiet@skynet.be)

Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.

Chronologisch overzicht

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1894 Verzen. (poëzie – bibliofiele uitgave)

Omslag- en tekst-versieringen van Victor Hageman.
Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel. -59p.

Afmetingen: 25 x 16
Integraal op: http://www.dbnl.org/tekst/meye015verz01_01/
1898 Metter Sonnewende. (poëzie – bibliofiele uitgave)

Sonnetten van Jeanette Nijhuis, Victor De Meyere, Herman Teirlinck, Fernand Toussaint, Jan van Overeyde, – Met voorrede van Willem Kloos, een antwoord daarop van Prosper Van Langendonck en ornamentaties en stafletters van Jacobyne Nyhof.

Geeraardsbergen: Van Hauwermeiren, niet gepagineerd.

Afmetingen: 20.80 x 16.50
Nota: Jeanette Nijhuis, Jan van Overeyde en Jacobijne Nijhof zijn pseudoniemen van Herman Teirlinck.

1899 Gunlaug en Helga (toneel) – Een drama in 3 bedrijven. (theatertekst)

1899: De theatertekst GUNLAUG EN HELGA komt ook voor in de anthologie ‘Werk’, uitgegeven door Juul de Praetere bij J.-E. Buschmann te Antwerpen. Inhoudstafel: Lente door Styn Streuvels; Gunlaug en Helga (pp 47-115) van Victor De Meyere; Kronos door Karel van de Woestyne, Fragment. Oplage beperkt tot 150 exemplaren.

Antwerpen: J.-E. Buschmann (Rijnpoortvest, 15). -67p.

Afmetingen: 21.30 x 17 (ingenaaid – zachte kaft)

1903 Langs den stroom. (poëzie) Rotterdam: W.L. & J. Brusse. -226p.
1903 De avondgaarde. (gedichtenbundel) Utrecht: H. Van Rombrugh.-84p. / Antwerpen: P. J. Van Melle. -84p.

Afmetingen: 19.70 x 13.50 (ingenaaid – zachte kaft)

1904 Het Dorp. (gedichtenbundel)

Met houtsneden van de schrijver in hout gestoken en gekleurd.
Bevat de cycli: Allerwege; Het dorp.
Utrecht: H. Van Rombrugh. -117p.

Afmetingen: 19 x 15.50 (ingenaaid – zachte kaft)
Het boek is getrokken op 200 exemplaren genummerd van 1 tot 200 en gemerkt.

1904 Uit mijn land. (novellen)

Bevat: Het bloedende hart van Daneelken (pp 1-36); De klokken (pp 37-60); De molen (pp 61-86); De Vlaamsche legende van Maria de Bedrukte (pp 87-111); ’t Verschovelingske (pp 113-119); De veerman van Wintham (pp 121-148); Op een middernacht (pp 149 – 153); Een Brabantsch winterdorp (pp 155-166).
Utrecht, H. van Rombrugh. -166p.

Afmetingen: 20 x 13.50 (ingenaaid)
Druk: Boek- Courant- en steendrukkerij G.J. Thieme.
1904 Un romancier flamand Cyriel Buysse. (essay) Parijs: Sansot. -28p.

Reeks: Collection d’études étrangères
1905 Sprookjes van Grootmoeder  Zes Kindervertellingen.

Met penteekeningen van Eugeen Van Mieghem.
Bevat: Opdracht (p.5); Doornroosje (pp 7-12); II. Janneken en Mieken (pp 13-20); Roodkapje (pp 21-26); Asschepoester (pp 27-32); Blauwbaard (pp 33-38); Klein Duimpje (pp 39-46).

Antwerpen: De Vos en Van der Groen. -46p.

Afmetingen: 21.30 x 17.50 (ingenaaid – zachte kaft)

1906 Langs den Stroom. (novellen)

Bevat: De Meezenvanger (pp 5-42); De Ontgraving (pp 43-66); Janneke Kop (pp 67-102); Labber-de-Zwie (pp 103-152); Avondrust (pp 153-162); De Giertij (pp 163-226)

Aalst: De Seyn-Verhougstraete. -229p.

Afmetingen: 24 x 17.50 (ingenaaid)
Stoom-drukkerij van Ach. De Seyn zoon, Klapstraat, Aalst
1906 Verhalen uit Rusland (vertalingen van Tolstoï) Aalst: De Seyn-Verhougstraete. -239p.
1907 Gedichten van Prudens Van Duyse,  verzameld en ingeleid door Victor De Meyere, 2 dln.

Deel I: Uit de werken tijdens zijn leven verschenen.
Met portret van Van Duyse tegenover titelblad.
Deel II: Uit de Nagelaten Gedichten.
Met gedicht ‘De gelukkige grijsaert’ in handschrift tegenover titelblad.

Aalst: De Seyn-Verhougstraete. / Bussum, C.A.J. Van Dishoeck. Deel 1: XXVIII-210 p.; deel 2: VII-239 p.

Afmetingen: 24 x 15 (ingenaaid – zachte kaft)

1909 De roode schavak. (streekroman) Aalst: De Seyn-Verhougstraete –  Boekhandelaar van Z.K.H. Mgr. Den Graaf van Vlaanderen Uitgever.  -250p.

Afmetingen: 21 x 16 (ingenaaid)
Stoomdruk. De Seyn Klapstraat, 14, Aalst.
1911 Cyriel Buysse. (essay) Antwerpen: Flandria. -28p.

Overdruk uit: De Boomgaard, (1911). – p. 159-186
1912 De volkswoning en hare versiering: folkloristische studie. (studie)

Antwerpen: Drukkerij en Boekbinderij V. Resseler.   -76p.

Afmetingen: 21 x 20 (ingenaaid)
Reeks: 14e Jaarboek der Scalden
1914 Het boek der rabauwen en naaktridders: bijdragen tot de studie van het volksleven der 16de en 17de eeuwen. (essay)

Samen met Lode Baekelmans.
Met twee titelbladen der oorspronkelijke uitgaven, 18 genummerde houtsneden en 1 uitslaande gekleurde volksprent
Antwerpen: Uitgave ‘De Tijd’. MDMXIV -156 blz. + 20 bladen met illustraties + 1 uitslaand blad met prent.

Afmetingen 21.50 x 15.50
Colofon: Dit boek bevattende den Fiele, rabauwen oft deerschaelcken vocabulaer, kluchtige Calliope van Liederen van Fielten, Rabauwen en schamele liefde “Gezellen” met voorwoord en naschrift, is door G. Janssens te Antwerpen in tweehonderd exemplaren gedrukt voor “De Tijd”.
1919 De gekke hoeve, 6 novellen. (verhaal) Antwerpen: De Sikkel (Van Schoonbekestraat, 147) . -173p.

Amsterdam: Em. Querido
Afmetingen 20.50 x 13.50 (ingenaaid)

z d
[1920]

Prudens van Duyse. (bloemlezing uit zijn werk)

Verzameld en ingeleid  door Victor De Meyere

Aalst: Uitgegeven bij Eugene De Seyn- -236p.

Afmetingen: 24 x 17.50 (ingenaaid)
Reeks: Keurbladzijden uit Nederlandsche schrijvers. – Aalst; vol. 1920: 4

1921 De razernij. (verhaal) Antwerpen: Samenwerkende Vennootschap “Lectura”. -77p.

Reeks: Lectura-reeks; Nummer IX  (Los blad)
Afmetingen: 20 x 14 (ingenaaid)
Bussum: C.A.T. van Dishoeck
1922 Nonkel Daan. (streekroman) Antwerpen: De Sikkel. / Santpoort, C.A. Mees. -185p.

Afmetingen 21 x 13.50 (ingenaaid – harde kartonnen kaft)
1921 P. De Mont: Zomervlammen.

Ingeleid door V. De Meyere.
Leiden: A.W. Sijthof. / Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel.
1925 -1933 De Vlaamsche Vertelselschat.

Verzameld en toegelicht door Victor De Meyere.
Geïllustreerd door Victor Stuyvaert.

Nota: Het titelblad deel 1 vermeldt verkeerdelijk Struyvaert.

Antwerpen: “De Sikkel”. / Santpoort: C.A. Mees. 4 Delen

Afmetingen: 23 x 15.50 (ingenaaid – zachte kaft)
Deel I: (1925) -310p. / Deel II : (1927) -317p. Deel III: (1929) -240p. Deel IV: (1933) -271p.
1925 Jan Pikkedang en andere vertelsels.(volksverhalen)

Verzameld door Victor De Meyere.
Illustraties: Victor Stuyvaert.
Antwerpen: “De Sikkel”. -64p.
1926 Voor jong en oud: sprookjes.

Illustraties: V. Stuyvaert.
Gent: Van Rijsselberghe en Rombaut (Kouter 1). -127p.

Reeks: Uitgaven van het Willems-Fonds. – Gent; vol. 162
Afmetingen 22.50 x 15 (ingenaaid)
Drukkerij Michiels Tongeren.
1926 Van den Slimmen Dief en andere Vertelsels. (volksverhalen)

Verzameld door Victor De Meyere.
Illustraties: Victor Stuyvaert
Antwerpen: De Sikkel. -64p.
1926 De drie Gebroeders met de gouden lokken en andere Vertelsels. (volksverhalen)

Verzameld door Victor De Meyere.
Illustraties: Victor Stuyvaert
Antwerpen: “De Sikkel”. -64p.
1927 De drie veeren van Vogel Veen en andere vertelsels.(volksverhalen)

Verzameld door Victor De Meyere.
Illustraties: Elsa van Hagendoren
Antwerpen: “De Sikkel”. -64p.
1927 Jaakske met zijn Fluitje en andere vertelsels. (volksverhalen)

Verzameld door Victor De Meyere.
Antwerpen: “De Sikkel”. -64p.
1927 Van den Gouden Vogel die spreken kon en andere vertelsels. (volksverhalen)

Verzameld door Victor De Meyere.
Illustraties: Elsa van Hagendoren.
Antwerpen: “De Sikkel”. -64p.

Tongeren : Druk. G. Michiels
1927 Het volksleven in Rubens’ tijd. (essay) Brussel, J. Krijn. -46p.

Overdruk uit: Rubens en zijne Eeuw, blz. 175-220.
1927 Van Drie Gebroeders en 8 wondere Mannen en andere vertelsels. (volksverhalen)

Verzameld door Victor De Meyere.
Illustraties: Elsa van Hagendoren.
Antwerpen: “De Sikkel”. -60p.
1929 Het Kasteel met de Gouden Torens en andere vertelsels. (volksverhalen)

Verzameld door Victor De Meyere.
Antwerpen: “De Sikkel”. -64p.
1929 Van Langen Wapper en van den Reus. (volksverhalen) Antwerpen: “De Sikkel”.
1930 De tooverij in Vlaanderen: tooveraars, tooverheksen, aflezers en stuiters, hunne praktijken en geheimen. (essay) Antwerpen: Volkskunde. -128p.
1930 De beemdvliegen (streekroman) Antwerpen, Uitgeverij “De Regenboog”-236p.

Afmetingen 19.50 x 13.25 (ingenaaid)
Turnhout : Druk. J. Van Mierlo-Proost
1931 De Vlaamsche Poppenspelen. Onderscheid tusschen de Waalsche en de Vlaamsche spelen. Het Vlaamsch repertorium: Sprookjes en Volksvertelsels. (folklore) Isidoor Teirlinck Album, blz. 283-292. Leuven: De Vlaamsche Drukkerij
1932 De Vlaamsche volkskunst (folklore) Gedenkboek A. Vermeylen, blz. 502-510.

Brugge, Sint Katharina drukkerij.
1932 In memoriam Max Elskamp: dichter, folklorist, houtgraveerder en stichter van het Antwerpsch Folklore-museum. (essay) Antwerpen: Antwerpen-Volkskunde. -24p.
1934 De Vlaamsche Volkskunst. Meubelen, plateelwerk en porselein, ijzer-, koperen tinwerk, glaswerk, vlechtwerk, schilderkunst, snij-, boetseer- en beeldhouwwerk, volksprenten, godsdienstige huisversieringen, knipwerk, huiselijke werken, juweelen, snuisterijen. (folklore) Antwerpen: De Sikkel. -332 +2p.

Met 243 illustraties buiten de tekst
1937 Vlaamsche volksprenten. Antwerpen. (folklore) Antwerpen: Volkskunde. -128p.
1938 Inleiding tot de Vlaamse volkskunst. Verkorte uitgave. (folklore) Antwerpen: De Sikkel. -332p.
 POSTUME UITGAVEN
1949 De Vlaamse Reuzen In: Ars folklorica Belgica I, Antwerpen: De Sikkel.
1978 Labber-de-zwie. (verhalenbundel)

Bevat: Labber-de-zwie. De Molen. De Vlaamse legende van Maria de Bedrukte.¬Nonkel Daan als koster
Amsterdam: P.N. Van Kampen & zoon N.V.  / Antwerpen: Standaard uitg.  -133p.