Maakt deel uit van:de kempische vertellers
Ernest Claes
Zichem, 24 oktober 1885 – Brussel, 2 september 1968
Schrijver van novellen, romans en verhalen.
Schreef in de jaren 1946-1947 vier novellen onder het pseudoniem G. van Hasselt.
BIOGRAFIE
24 oktober 1885: Andreas Josephus Ernestus Claes werd geboren te Zichem. Hij werd als zevende kind ingeschreven in het trouwboekje van Josephus Claes en Anne Maria Theresia Lemmens. Het was een groot maar niet onbemiddeld landbouwersgezin met negen kinderen. Vader Claes – die ook wat bijverdiende als boomkweker en hovenier – bezat een bescheiden woning, een kleine veestapel en eigen landerijen.
- De ouderlijke hoeve, gelegen op “de Worp”, aan de rand van het Hageland en de Kempense heide, fungeerde ook als herberg en pleisterplaats voor rondzwervende en voorbijtrekkende lieden die de vreemdste fantastische verhalen vertelden aan het haardvuur en een bron van inspiratie waren. Zijn geboortestreek zal hij later in enkele van zijn boeken met liefde beschrijven.
1892-1895: Volgde de kleuterklassen bij de Zusters Annonciaden en kwam in de dorpsschool terecht. Hij zat er 2 jaar in ‘de kleine school’ bij ondermeester Staf van Antoon en 2 jaar in ‘de grote school’ bij meester Bakelants (1855-1939).
- In het 2de studiejaar werd Claes geplaagd door een ernstige oorkwaal en werd hij zelfs met blindheid bedreigd.
- In deze periode maakte hij voor het eerst kennis met de literatuur. Tijdens de middagpauzes zat hij stiekem allerlei boeken te lezen, soms gecamoufleerd in een omslag van de Gewijde Geschiedenis.
22 februari 1895: Vader Claes sterft en het gezin krijgt het moeilijker.
Maart 1895: Ernest Claes doet zijn eerste communie en blijft daarna thuis om te werken op het landbouwbedrijf.
- Zijn voornaamste taak was de zorg voor het vee in de weiden langs de Letsgracht, sporadisch afgewisseld met clandestiene strooptochten, hengelen met Wannes Raps, Victalis van Gille, jagen met de brouwer Adolf De Vos.
- Hij werd ook tamboer van de fanfare “De St.-Jansvrienden”.
Oktober/November 1897: Kwam in de drukkerij van de Abdij van Averbode in dienst als drukkershulp.
- Daar knoopte hij vriendschap aan met redacteur Lodewijk Drijvers en pater Thomas Schoenaerts.
- Pater Schoenaerts gaf hem tijdens de middagpauzes zangles, Frans en Latijn en bezorgde hem interessante lectuur.
1898 – 1905: Door toedoen van pater Schoenaers en monseigneur Crets kon hij zijn humaniorastudies aanvangen aan het Sint-Jozefscollege in Herentals. (‘Collège patronné de Herenthals’)
- Het middelbaar onderwijs, door de diocesane geestelijkheid verstrekt, werd toen nog volledig in het Frans gegeven.
- Zeven jaar lang logeerde hij met andere leerlingen in de Bovenrij, bij de modiste en winkelierster Josefina Janssens, het “Studentenkosthuis van Juffrouw Jos. Janssens, Bovenrij, Herentals”, dat hij in o.a. Studentenkosthuis ‘Bij Fien Janssens’ (1950) vereeuwigde.
- Tijdens zijn collegejaren stond hij bekend als een ijverig en weetgierig leerling. Hij werd een groot bewonderaar van Albrecht Rodenbach en een aanhanger van de Vlaamse Beweging. In het laatste collegejaar woonde hij tijdens de vakanties streng verboden vergaderingen van “Vlaamse studentenbonden” bij. Op school overtrad hij regelmatig het schoolreglement dat hem verplichtte om met de medestudenten Frans te spreken, wat hem regelmatig een reprimande of erger bezorgde.
1905: Hij moet “loten” voor de militaire dienst en is “erin”, hij moet 2 à 3 jaar soldaat worden”., maar zijn dienst wordt met een jaar uitgesteld.
- Pater Franken neemt hem opnieuw in dienst op de abdij, ditmaal als “redacteur bij de opstelraad van de abdij”.
Winter 1905/1906: Schrijft “Wroetersleven”, het verhaal van een arme werkman, dat duidelijk de invloed van Streuvels verraadt. Pater Franken vindt het verhaal goed, maar niet in de geest van ‘De Bode’. Het zal begin 1907 in ‘Dietsche Warande en Belfort’ worden opgenomen.
1906: Bij De Seyn-Verhougstraete in Aalst verschijnt van Claes ‘Twee vertellingen’ een bewerking voor de jeugd van kerstverhalen van Ch. Dickens’. Hij ontvangt zijn eerste honorarium: 40 frs.
1906-1910: Student “philologie germanique” aan de Leuvense universiteit. Doet als student zijn legerdienst.
- Eind november 1906 werd hij ingelijfd bij de “Compagnie Universitaire” van het l0de Linieregiment te Leuven. In deze compagnie is de militaire dienst tamelijk licht om de soldaten toe te laten de lessen aan de universiteit te volgen.
- Wegens Vlaams-Waalse vechtpartijen in uniform had hij meermaals kamerarrest.
- In die periode (1906-1907) ontstaat de vriendenkring”De violier” waar Gust van Cauwelaert – die een levenslange vriend blijft – hem aanraadt om de verhalen over de “Witte” die Claes tussen pot en pint vertelt op te schrijven. Zo ontstonden de eerste hoofdstukken van “De Witte”, die hij op de wekelijkse vergaderingen van “De violier” met succes voordroeg.
- 1908 werd gekazerneerd aan de Tiensestraat te Leuven
Vanaf zijn eerste dag te Leuven is hij actief betrokken bij het studentenleven. Jef vanden Eynde, toen bekend studentenleider, neemt Claes op in de redactie van het studentenblad ‘Ons Leven’.
Academiejaar 1909-1910: Volgt Constant Serneels op als hoofdredacteur van “Ons Leven”.
- Niet alleen in zijn memoires, maar ook in het tweede deel van de roman ‘Het leven van Herman Coene’ heeft hij het Leuvense studentenleven uit de ‘belle époque’ beschreven en er, met humor en met iets te veel goedmoedigheid, kritiek op uitgeoefend. Figuren van professoren en medestudenten heeft hij opgeroepen en dikwijls zeer raak geportretteerd en altijd ziet men hem zelf, zonder enige aanmatiging of pretentie, met die figuren meeleven.
Februari 1910: In het tijdschrift “Ons Leven” verschijnt een artikel De Ukaze door Silex, waarin de academische overheid scherp wordt aangevallen.
- Claes krijgt het “consilium abeundi” omdat hij als hoofdredacteur voor alle publicaties in “Ons leven” verantwoordelijk is. Het consilium abeundi wordt echter door de rectorale raad niet bevestigd, vooral omdat de decaan Prof. Bang, Claes verdedigt.
In zijn laatste jaar te Leuven wordt Claes aangesteld als voorzitter van het ‘Algemeen Katholiek Studentenverbond’
Augustus 1910: Te Averbode wordt n.a.v de “Kroning van Onze Lieve-Vrouw van het H. Hart”een indrukwekkende feestweek georganiseerd. Van 26 tot 28 augustus vond er tevens het “Eerste Nederlands Mariacongres” plaats. Tijdens deze bijeenkomst ontmoet hij voor het eerst Stephanie Vetter, die er op 26 augustus een lezing houdt over “Maria-Vereering en drankbestrijding in Holland”. In september zal hij haar opnieuw ontmoeten en een tijd later zijn ze verloofd.
Oktober 1910: Slaagt voor zijn examens, maar moest zijn verhandeling over de “Novellen van Potgieter” nog afwerken. Pas in oktober 1912 behaalt hij de graad van Doctor in de Letteren en Wijsbegeerte.
Blijft tot 1940 lid van de Oudhoogstudentenbond van Brabant.
1910 tot 1913: Krijgt de leiding van het “Katholiek Vlaamsch Secretariaat” te Antwerpen. Het KVS is de uitvoerende orgaan van het “Katholieke Vlaamsche landsbond” een initiatief van de vijf “Katholieke Vlaamsche oudhoogstudentenbonden”, om de Vlaamse krachten binnen de Vlaamse Beweging te bundelen.
- In deze periode is Claes zeer actief op allerlei vlakken. Binnen de KVS redigeert hij het mededelingenblad ‘Tijdingen’, verzorgt brochures en pamfletten, geeft vele voordrachten op allerlei fora. Maar ook daarbuiten is hij present oa als voorzitter van de ‘Groeningerwacht”, bestuurslid van het Davidsfonds, propagandist en voordrachtgever.
Oktober 1912: Promoveert tot doctor in Letteren en Wijsbegeerte op een proefschrift getiteld Het proza van Potgieter.
29 oktober 1912: Huwt met Stephanie Vetter (1885-1974) uit Zutphen, de latere schrijfster van onder meer ‘Stil leven‘ (1926) en ‘Als de dagen lengen‘ (1940).
5 oktober 1913: Wordt opgenomen in de redactie van “Vlaamsche Arbeid”. In de 8ste jg. verschijnt het 5de Witte hoofdstuk.
8 oktober 1913: Geboorte van zijn zoon Eric (Kiki)
26 november 1913: Krijgt een vertalersfunctie “rédacteur-adjoint aux services flamands” bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers.
- Zijn kandidatuur is gesteund door oa Frans van Cauwelaert, Dr. Alfons Van de Perre en monseigneur Crets.
- Bij zijn benoeming hoort de administratieve eis dat hij in Brussel woont.
Juni 1914: Het gezin Claes wordt officieel in Sint-Joost-ten-Node ingeschreven en woont er in de Poststraat 58
- Ernest Claes zal de rest van zijn leven in Brussel blijven wonen, maar de stad zal in tegenstelling tot zijn geboortestreek geen rol spelen in zijn werk.
Augustus 1914: Bij het uitbreken van de eerste wereldoorlog, wordt hij gemobiliseerd en ingezet ter verdediging van de Maasforten.
- Hij raakt ernstig gewond aan de linkerschouder (3 kogels en schrapnelscherf) en wordt als krijgsgevangene naar Duitsland (Erfurt) getransporteerd.
- Op 24 januari 1915 wordt hij bij een uitwisseling ‘der Roode Kruismannen’ vrijgelaten en bereikt hij via Zwitserland Le Havre.
- Hij zal tot het eind van de oorlog in Frankrijk blijven. Hij werkt o.a. als correspondent van verschillende tijdschriften en krijgt sympathie voor het activisme.
Tijdens WO I gaat het hem journalistiek en literair voor de wind.
- Werkt mee aan het te Londen uitgegeven weekblad “De Stem uit België’
- Op 9 februari 1916 wordt hij definitief vrijgesteld van militaire verplichtingen en vindt hij werk op het officieel Belgisch Comiteit van Hulpbetoon aan Vluchtelingen. Hier verdient hij een volle maandwedde die het mogelijk maakt dat Stéphanie en de kleine Eric uit Nederland kunnen overkomen.
- Vanaf 1916 zendt hij bijdragen naar “Vrij België” een door Frans van Cauwelaert en Julius Hoste in Den Haag uitgegeven periodiek
- Wordt correspondent van “Het Nieuws van den dag voor Nederlandsch Indië”
- Sticht in Le Havre een “Vlaamsche Kring” .
November 1918: Hervat zijn taak in het parlement.
Van 1919 tot 1940 zal Claes gemiddeld elk jaar een werk uitgegeven. Van zijn functie bij het parlement kan hij behoorlijk leven en ze laat hem ook voldoende vrije tijd om aan zijn literaire productie te kunnen doorwerken.
De onderwerpen van zijn boeken zijn zeer verscheiden:
- Herinneringen aan oorlog en gevangenschap is een ruim thema: ‘Namen 1914 ‘(1919) en ‘Bei uns in Deutschland’ (1919) beschrijven de eerste oorlogsdagen, zijn gevangenneming, zijn krijgsgevangenschap en zijn vrijlating om gezondheidsredenen. De oorlog inspireerde hem eveneens zijn ‘Oorlogsnovellen’ (1919), maar het belangrijkste boek dat hem door de eerste wereldoorlog werd ingegeven vond zijn stof niet in de loopgraven of krijgsgevangenkampen, maar wel in het gore bedrijf van de oorlogswoekeraar. ‘Charelke Dop’ van Ernest Claes hoeft in cynische berekening niet onder te doen voor Willem Elsschots Boorman uit Lijmen.
- Verder ook landelijke humoristische voorvallen, kwajongensstreken, de strijd tussen zich vrij werkende boeren en vervallende adel, leven en gedragingen van een hond, verhalen met folkloristische inslag, pastoorslevens, reizen en autobiografie.
- Met het autobiografische verhaal Jeugd trouwens zal hij wat men de eerste periode van zijn schrijverschap zou kunnen noemen afsluiten. Het werk mocht hij de staatsprijs voor verhalend proza ontvangen
1920: De publicatie van de roman ‘De Witte’ – gepubliceerd in de reeks Vlaamsche Bibliotheek o l v Emmanuel De Bom, in samenwerking met Wereldbibliotheek-uitgever Leo Simons – brengt Claes definitief schrijversbekendheid, zowel in eigen land als in het buitenland.
- Ondanks de negatieve beoordelingen door twee belangrijke Nederlandse katholieke opiniebladen en de nogal onverschillige houding van de Vlaamse kritiek is de eerste oplage op minder dan een jaar uitverkocht.
- Hierna volgt de ene editie na de andere, evenals de ene vertaling na de andere: De witte verschijnt o.a. in het Duits (Flachskopf), Engels (Whitey), Frans (Filasse), Afrikaans, Deens, Esperanto, Hebreeuws, Sloveens, Spaans, Tsjechisch, Turks en Russisch.
1927: Verhuist naar Ukkel, Stallestraat 90 (“Huize Terstalle).
Tijdens het interbellum is hij medewerker aan verschillende kranten en tijdschriften, geeft hij op verzoek van culturele organisaties talrijke voordrachten en maakt zelfs literaire tournées in Duitsland.
Politiek – zo blijkt uit talrijke artikels – is hij in die periode een aanhanger van de pacifistische idealen van de Fronters, kant zich herhaaldelijk tegen het socialisme. Hij blijkt sterk gehecht aan de Belgische dynastie, maar is tevens voorstander van een brede samenwerking met Nederland.
1933: Wordt officieel benoemd tot directeur van het Beknopt Verslag van de Kamer van Volksvertegenwoordigers.
1934: Wordt verkozen tot lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde.
Januari-Augustus 1934: Verfilming van “De Witte” met producer Jan Vanderheyden en scenarioschrijfster Edith Kiel.
11 november 1934: Op zijn initiatief vindt te Herentals de stichtingsvergadering van de ‘Vereniging van Kempische Schrijvers’ plaats.
1935: Schrijft – op vraag van Jan Vanderheyden – een draaiboek voor de film “Uilenspiegel leeft nog”. De film beleeft in september zijn première in Brugge, Antwerpen en Rotterdam.
1936: Koopt een auto: een “Ford-grand Tourisme, voiture de luxe”.
1938: Krijgt gezondheidsproblemen. Hij lijdt aan angina pectoris.
1940-1944: Tijdens de tweede wereldoorlog zijn de literaire activiteiten al bij al beperkt. Zijn houding tegenover de bezetter en collaboratie is eerder ambigue.
Hem wordt na de oorlog ten laste gelegd:
- ‘met opzet’ de plannen van de vijand te hebben gediend
- Lidmaatschap van onder meer het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV)
- Interviews in ‘Het Laatste Nieuws’ en de ‘Brüsseler Zeitung’
- Adviseurschap van de onder Duitse Verwaltung staande Agence Dechenne
- Reis naar Duitsland in gezelschap van Timmermans
- Lidmaatschap van het erecomité van de August Borms-hulde
- Aanwezigheid bij de begrafenis van de VNV voorman Staf de Clercq
- Aanwezigheid bij de uitreiking van de Rembrandt-prijs aan Timmermans
- Aanwezigheid bij de première van de Duitse film naar Stijn Streuvels’ De vlasschaard.
1940: In mei 1940 verschijnt bij ‘Wereldbibliotheek ‘Jeugd’ en in december ‘Clementine’. Beide boeken waren eind 1939/begin 1940 al in productie.
15 januari 1941: Aanstelling van Claes als “kultureller Berater’ bij Agence Dechenne. Claes was er samen met zijn vrouw redacteur voor de uitgave van een reeks volksboeken. Het Agence Dechenne behoorde tot het Duitse propaganda apparaat.
Oktober 1941: Lezing te Berlijn voor het Fichte-Gesellschaft.
- Claes schrijft hierover: “Een detail: voor onze lezing te Berlijn kregen wij als honoraar: de Fré eine Wurst en ik slechts twee sigaren.”( ‘Met Timmermans in Duitsland.)’
- Ze woonden er tevens de Terra Film-Tagung bij, waar ze zich zouden verdiepen in de mogelijkheden voor hun eigen werk. Volgens Durnez –in zijn biografie over Timmermans- gingen ze er vooral op aandringen van Claes.
- Anderzijds schijnt hij daar opzien te hebben gebaard door te weigeren de Hitlergroet te brengen omdat hij geen staatsman wilde begroeten die zijn vaderland bezette.
- Waren beiden aanwezig op de in Weimar gehouden Dichtertagung. Het moet vermeld dat noch Claes , noch Timmermans behoorden tot de medeoprichters van het bij die gelegenheid geïnaugureerde Europäische Schriftsteller Vereinigung.
1942: Sticht met Herman Teirlinck, Felix Timmermans en Gerard Walschap bij Snoeck-Ducaju de reeks ‘De Blauwe Snoeckjes’. Het eerste nummer ‘Herodes’ heeft als auteur Ernest Claes.
- Tijdens de oorlog werkt hij voor de Standaard Boekhandel aan ‘Wit en Zwart’ het vervolg op ‘De vulgaire geschiedenis van Charelke Dop’ (1923). De publicatie wordt door Han Teske van de Propaganda-Abteilung te Brussel verboden.
- Het boek zal pas in 1950 verschijnen onder de titel ‘Daar is een mens verdronken’.
1943: Ontvangt de Driejaarlijkse Staatsprijs voor Vlaamse Literatuur.
1943: Lid van de door Bert Peleman opgerichte Kunstenaarsgroep De Meyvisch.
1944: Claes heeft ook contacten met openlijk collaborerende uitgeverijen.
- Contract met Uitgeverij De lage Landen voor : ‘Jeroom en Benzamien’. Uiteindelijk zal het boek pas begin 1947 verschijnen bij de Standaard Boekhandel.
- Bij ‘De Regenboog’ worden in de reeks ‘kleine Volksbibliotheek’ twee novellenbundels uitgegeven met eerder gepubliceerd werk. (‘Stegger, de strooper en Nolle Janus’ en ‘Ernest Claes vertelt’). Een deel van de oplage is bestemd voor de Vlaamse arbeiders in Duitsland.
Duitse uitgaven van zijn werk.
- Dat het werk van onder meer Claes in Duitsland populair was is bekend. Hieruit mag niet zonder meer sympathie voor het nationaal socialisme worden afgeleid.
- Het zijn -ondanks de papierschaarste- hoge oplagen. Zijn Duitse uitgevers waren Insel Verlag te Leipzig; Reclam te Leipzig eveneens; Pustet & Kösel (München); Buchgemeinde (Bonn);
- Opmerkelijk zijn de boeken die tussen 1942 en 1944 zowel door Insel als Reclam in oplagen van tientallen duizenden exemplaren werden uitgegeven als zgn. Feldpost-uitgaven, bestemd voor Duitse soldaten te velde. Ze waren te koop in de Frontbuchhandlungen die overal in Europa –ook in Antwerpen, Brugge en Brussel- waren gevestigd.
- Deze Feldpostuitgaven zijn niet noodzakelijk te beschouwen als nationaal-socialistische propaganda. Ook werk van Walschap, Timmermans en Streuvels werden op die manier uitgegeven.
1944: Blijkt dat een beambte van zijn eigen dienst, Guillaume Dumouleyn, een anti-Claesdossier aan het gerecht heeft overgemaakt.
- Reeds van voor de oorlog moet de verstandhouding tussen beiden zoek zijn geweest: Claes had al voor de oorlog een lage dunk van die man en Dumouleyn had een kille haat opgevat tegen zijn chef. De hele oorlog lang knipte Dumouleyn elk krantenartikel met Claes’ naam uit en plakte het op papier. Bij de bevrijding stapte hij met zijn qua omvang indrukwekkende ‘dossier’ naar het gerecht. Zo was de notoir Vlaamsgezinde Claes in september 1944 verdacht.
Er is nogal wat gesold met Claes door de autoriteiten.
- September 1944: Aanhouding, ondervraging en huiszoeking.
- 21 september 1944-30 december 1944: Opsluiting in de gevangenis van Sint-Gillis.
- Begin 1945: Op aanraden van zijn advokaat schrijft hij een verweerschrift.
- Mei 1945: In de woelige sfeer van die tijd werd ook zijn woning door de volkswoede vernield en geplunderd, min of meer onder het toeziend oog van de politie.
- 1946-1950: In de periode dat hij geen inkomen had (1946-50) gaf hij voordrachten in heel Vlaanderen om in zijn onderhoud en dat van zijn familie te voorzien.
- Juli 1946: Nieuwe ondervragingen en opnieuw huiszoeking.
- 30 december 1947: Levenslang ontzet uit zijn burgerlijke en politieke rechten.
- Maart 1948: Nieuwe ondervragingen.
- 22 tot 24 november 1948: De krijgsraad spreekt hem vrij van het ten laste gelegde, maar sprak hem vermanend toe over zijn slappe houding. Aanklager tekent beroep aan.
- De spanningen leidden in 1948 tot een hartcrisis en extreme zwaarmoedigheid.
- Eind 1949: Definitieve vrijspraak.
1946: Onder de schuilnaam G. Van Hasselt levert Ernest Claes bijdragen aan het satirisch anti-repressieweekblad Rommelpot . Het weekblad werd op 26 december 1945 boven de doopvont gehouden en hield op te bestaan op 24 december 1949.
- In het blad zelf zijn enkel korte stukjes uit Cel 269 verschenen, maar Daniel Merlevede, de initiatiefnemer van het blad, heeft drie langere repressieverhalen en één korte tekst van acht bladzijden apart laten uitgeven, in de vorm van kleine brochures die de abonnees van zijn blad cadeau kregen, en die ook in de handel verkrijgbaar waren.
- Zo verschenen Gebed van een gevangene (1946), De oude moeder (1946) en Kerstnacht in de gevangenis.(1946), Gerechtelijke dwaling (1947).
Voorjaar 1947: Standaard Boekhandel publiceert de roman Jeroom en Benzamien, maar de verkoop is zeer matig
Herfst 1947: De oude klok verschijnt en het boek slaat heel wat beter aan dan Jeroom en Benzamien.
1948: Na de vrijspraak komen er vanuit heel Vlaanderen aanvragen voor lezingen. Na enig aarzelen gaat Ernest Claes samen met voordrachtkunstenaar Ast Fonteyne met succes op een uitgebreide tournee doorheen Vlaanderen.
1949: Een bundel novellen onder de titel Die schone tijd rolt van de persen.
September 1949: Het KVHV van de universiteit van Leuven organiseert een grootse Ernest Claes hulde. Claes herovert zonder veel moeite zijn plaats in het culturele leven.
1950: Kreeg zijn politieke en burgerrechten terug. Deze vrijspraak bracht mee dat hij als ambtenaar in eer werd hersteld en ook zijn rechten op een rijkspensioen kon doen gelden.
Hij engageerde zich opnieuw ten volle in de Vlaamse culturele wereld.
- Op een bepaald ogenblik was hij zelfs lid, voorzitter of erevoorzitter van liefst 54 organisaties.
1951: Gaat met pensioen.
1958: Ontvangt voor zijn hele oeuvre de Prijs der Vlaamse provincies.
1962: In Zichem, op het marktplein, staat een beeld van Ernest Claes met op zijn schouders “De Witte van Zichem” naar aanleiding van de honderdste druk van “De Witte” . Het beeld is van de hand van Albert Poels.
1965: Zijn gezondheid gaat sterk achteruit. Op 4 januari van dat jaar krijgt hij een zware hartaanval.
1966: Het Ernest Claes genootschap verwerft het ouderlijk huis van Claes op een openbare verkoping in herberg Swinckels in Averbode, voor de niet geringe som van 607.000 frank.
1967: Zijn geboortehuis te Zichem wordt ingericht als museum. Het Museum Huize Ernest Claes bevindt zich aan de Ernest Claesstraat 152 te Scherpenheuvel-Zichem. Huize Ernest Claes – Zichem | UiT in Vlaanderen
2 september 1968: Ernest Claes overlijdt in het Fond Roy-ziekenhuis te Ukkel om 19 u. 30.
5 september 1968: Het stoffelijk overschot wordt naar Averbode overgebracht en opgebaard in de prelatuur van de abdij.
6 september 1968: Plechtige rouwdienst in de abdijkerk te Averbode, gevolgd door de teraardebestelling in de schaduw van de abdijkerk.
Epiloog.
2006: Ernest Claes krijgt een monument in Averbode. Een beeld van een jonge Ernest als tamboer, vervaardigd door beeldhouwer René Huybrechts.
BEKRONINGEN
- 1920: August Beernaertprijs voor ‘Bei uns in Deutschland”
- 1923: Provinciale Prijs voor Letterkunde van de Provincie Brabant voor het manuscript van “Het leven van Herman Coene”
- 1932: Literaire Prijs van de gemeente Ukkel voor “De heiligen van Sichem” en “De geschiedenis van Black”
- 1943: Driejaarlijkse Staatsprijs voor Vlaams verhalend proza , tijdvak 1939-1940 voor “Jeugd”.
- 1959: Uitreiking van de aula van de Gentse universiteit van de ‘Prijs voor Letterkunde van de Vlaamse provincies 1958’ voor zijn gezamenlijk oeuvre.
- 1959: Ereburger van Averbode en ere-tamboer van de fanfare De Sint-Jansvrienden.
- 1962: N.a.v. de jubileumuitgave van De Witte wordt te Zichem, onder enorme belangstelling, het Witte-monument onthuld. Het is in opdracht van de Vlaamse Toeristenbond door Albert Poels vervaardigd. Zichem maakt Claes ereburger.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Website
- NEDWEB/Literatuur in context – Claes, Ernest
- Ernest Claesgenootschap
- DBNL auteur – Ernest Claes
Referenties
- Over de problematiek rond ‘Ernest Claes en de culturele collaboratie’ werd geput uit ‘Verbrande schrijvers – culturele collaboratie in Vlaanderen 1933-1945’ L. De Vos: Y. T’Sjoen; L. Stynen (red.). Gent, Academia Press, 2009, 207pp. Hierin: Sjoerd Van Faasen: ‘Ernest Claes en de culturele collaboratie’ pp.41-69.
- Ernest Claes 1885-1985. Publikatie naar aanleiding van de tentoonstelling “Omkijken naar Ernest Claes” met bijdragen van Prof. Dr. Marcel Janssens, Jozef De Cuyper, Carry Verbeek en Stefaan Evenepoel. Faculteit van de Letteren en de Wijsbegeerte K.U. Leuven. 1985. 80p.
- De publicatie bevat – naast ruime keuze van fotomateriaal – een uitstekende chronologie van een het leven van Ernest Claes. Auteurs: Jozef De Cuyper en Carry Verbeek.
- Bert Govaerts, Ernest Claes. De biografie van een heer uit Zichem. Antwerpen: Uitgeverij Houtekiet. 2016. -457/508pp.
- André Demedts (samensteller), Ernest Claes In: Vlaanderen, tweemaandelijks tijdschrift voor kunst en cultuur; p. 277-332. / Roeselare: Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond; vol. 107. Bevat diverse bijdragen van diverse auteurs, met een inleiding door Stephanie Claes-Vetter en een bibliografie van afzonderlijk geschreven werken door Drs. Hilde van Assche.,
BIBLIOGRAFIE
Woordje vooraf
Ernest Claes publiceerde ongeveer 60 werken.
- Zijn werk werd in ettelijke talen vertaald, tot het in het Turks en Hebreeuws toe.
- In het Nero album “Magelaan 2” (1971) verklaart Meneer Pheip dat hij liever naar de televisiereeks “Messieurs de Zichem” wil kijken dan naar een documentaire over Magelaan.
- In het Nero album “Zongo in de Kongo” (1971) blijkt Zongo, de Masaitoverdokter, midden in de jungle een televisie te hebben. In strook 54-55 zegt hij dat hij eerst naar “Wij Heren van Zichem” wil kijken.
- De bibliografie bevat een paar extra delen:
- Een overzicht van de publicaties in Omnibussen
- Een audiografie (mogelijk onvolledig)
- Een filmografie
- De publicaties 1940-1944 (zowel in Vlaanderen als in het buitenland)
- Tot slot vindt U een overzicht van alle titels alfabetisch gerangschikt, met vermelding van het publicatiejaar.
De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
- Hilda van Assche, ‘Afzonderlijk verschenen werken van Ernest Claes Drs. Hilda van Assche’ In: Vlaanderen. Jaargang 18 (1969)
- Voor de uitgaven van het Ernest Claes Genootschap verwijzen we naar de uitgaven van het Ernest Claesgenootschap
- Zie ook de Ernest Claes bibliografie van het Ernest Claes Genootschap: Bibliografie van Ernest Claes – Ernest Claesgenootschap
Om de foto’s uit de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto
A. Chronologisch overzicht
1906
1908 | Het schoone Italië. Reisvertelling.
Borgerhout: Drukkerij A. de Witte. -120 p. Afmetingen: 20,9 × 13,1 cm Op het omslag: Lucerne, Vierwoudstedenmeer, Sinte Godard, Milaan, Genua, Rome, Napels, Pompeië, Capri, Florentië, Venetië en Lugano 1925: Aangevuld herdrukt onder de titel: Een klassieke reis in het ‘Schoone Italië’. |
|
z j [1908] |
Langs harde paden. Naar het Duitsch van A.V. door ERNEST CLAES,
Aalst: De Seyn-Verhougstraete, [z.j. 1908], -128 p. Afmetingen: 21.8 × 12.9.Oorspronkelijke auteur: A.V. = A. Veldenz, pseudoniem voor Auguste Weissmüller (1850-1900), Duitse auteur van ‘Postlagernd’ (met de novelle, ‘Wie ich Maler wurde’, door Ernest Claes vertaald als ‘Langs harde Paden’). 1924: 2de druk Brussel, Naaml. Venn. De Standaard, 148 pp., 22,5 x 15 cm. |
1912 | Het proza van Potgieter. (proefschrift) |
1920 | De Witte. (roman)
Amsterdam: Uitgegeven door de Maatschappij voor goede en goedkoope Lectuur. -212 p. Reeks: Vlaamsche Bibliotheek onder leiding van Emmanuel de Bom. N° 5 (Vl. B.5) Afmetingen: 18.25 x 12 12 (gebonden met stofomslag) Door een vergissing werd de illustratie op pagina 140 verkeerd geplaatst, om haar goed te zien draaie men de figuur een kwart lag naar rechts. Met 12 penteekeningen van J. Leonard Gedateerd: Sichem, 1920 Enkele speciale herdrukken: 1929: 11de druk bedoeld als feestuitgave want het 25ste (eigenlijk 26ste ) duizendtal, op groot formaat en met pentekeningen van Felix Timmermans, in een co-uitgave van uitgeverij De Standaard, Brussel en de Wereldbibliotheek te Amsterdam. 1950: 65ste druk. Luxe editie ‘met silhouetten, bandversiering en typografische vormgeving van H.D.Voss’. 1964: 100ste druk speciale editie met illustraties van Jan Batterman. Sindsdien nog meer dan 25 drukken.2020: Jubileumuitgave – 100 jaar ‘De Witte’ , 128ste druk bij de oorspronkelijke uitgever, Wereldbibliotheek, hardcover, 192 p. Met pentekeningen van Felix Timmermans en een voorwoord van Peter Theunynck. |
|
|
Speciale bewerking Ca. 1950: Een speciale uitgave vormt de door Ernest Claes zelf ingekorte uitgave als prentenboek. Tekenaars waren N. Degouy & D. Acket. Wereldbibliotheek Amsterdam. |
1921 | Sichemsche novellen.
Leuven, Leiden: De Vlaamsche Boekenhalle, [z.j., 1921], -210 + [II] p. Afmetingen: 16.50 x 12 (ingenaaid) Gedrukt door Vromant & C° te Brussel Bevat: 1. Strijdzang voor de Borgerlijke Wagten van Sichem, pp, 5-6; 2. Onze Wannesoome, pp. 7-26; 3. Jefke, pp. 27-32: 4. Stegger, pp. 33-59; 5. Een ongeluk, pp. 60-72 [Uit: Uit mijn dorpken, 1906]; 6. Burgemeester van Zwimmel, pp. 73-92; 7. Soldaten in ’t dorp, pp, 93-105.; 8. Zwemmen, pp. 106-110 [Uit: Uit mijn dorpken, 1906]; 9. Wroeter, pp. 111-142.; 10. Het spook, pp. 143-153.; 11. Pastoor Munte, pp. 154-178.; 12. Een moeilijk ding, pp. 179-186 [Uit: Uit mijn dorpken, 1906]; 13. Naar de kazerne, pp, 187-193.; 14. De mambers van ’t konsèl, pp. 194-209. Vanaf de tweede druk (1930) werden slechts opgenomen: 1, 2, 4. 6, 7, 10, 11, 14 en de novelle: Janneke de Kleermaker en Fiel Ekster Herdrukken: 1930: 2de druk bij De Vlaamsche Boekenhalle, identiek aan 1ste. 1938: 3de druk bij NV Standaard Boekhandel (de Uit mijn Dorpke, schetsen, ‘Naar de kazerne’ en ‘wroeter’ werden weggelaten. De novelle ‘Janneke de Kleermaker en Fiel Ekster’ werd toegevoegd.) 4de druk: identiek |
1928 | Onze smid. (verhalen)
Brussel: N.V. Standaard Boekhandel. -[II] + 104 + [II] p. Afmetingen: 19.50 x 13 (ingenaaid) Inhoud : Onze smid, pp. 5-67; – Nolle Janus, pp. 69-104 1935: 2de druk Antwerpen-Brussel-Gent-Leuven: Standaard Boekhandel. 1942: 3de druk, Wereldbibliotheek, Amsterdam. 1943: 5de druk bij Antwerpen-Brussel-Gent-Leuven: Standaard Boekhandel.Ill.: Luc de Jaegher. Met een frontispice van Luc De Jaegher. |
1930 | Het leven van Herman Coene. Tweede deel: Groei. (roman)
Antwerpen: N.V. Standaard Boekhandel. -282p. + [II] p. Afmetingen: 21 x 17 Herdrukken: 1939: 2 delen. Antwerpen, 445 p. Genaaid. 20 x 17 cm. 1ste deel derde druk, 2de deel tweede druk. 1943: Herman Coene 4de druk bij Standaard-Boekhandel, Antwerpen 1965: Herman Coene. 5de druk Vlaamse pocket nr 2 Heideland, Hasselt 1970: 11de editie Heideland, Hasselt. 2001: Deel 2 Groei bij Ernest Claes Genootschap – Lannoo, 262p, 24 x 28cm |
1939 | De moeder en de drie soldaten. Kerstverhaal.
Amsterdam: Uitg. Roman Boek- en Kunsthandel H. Nelissen. [z.j. 1939], -30 p. Afmetingen: 15 x 11.50 (geniet)Latere uitgaven: 1942: heruitgave met andere novellen bij Wereldbibliotheek NV. Amsterdam & N.V. Standaard-Boekhandel te Antwerpen -147p. 1969: Heruitgave met weer andere novellen in Vlaamse Pockets als nr 239 door Heideland, Hasselt. 1979: Fonoplaat Pokotino PL0001 ingesproken door Lili De Schrijver. 1994: Opgenomen in de anthologie De Grote Oorlog Novellen over 14-18, samengesteld door A.G. Christiaens en uitgegeven door het Davidsfonds, Leuven. (pp 103-128) |
1943 | Vertelsels voor Janneke en Mieke. (verhalen voor kinderen)
Gent: Snoeck – Ducaju. -113p. Reeks: Blauwe Snoekjes reeks. Bevat: “De ketellappers van Zeveneik” door Herman Teirlinck, ill. Elisabeth Ivanowsky (pp 7-32)“Vertelsel van de acht gebroers” door Gerard Walschap, ill. Hélène van Coppenolle (pp 33-58) “De dag der dieren” door Felix Timmermans, ill. Tonet Timmermans (pp 59-84) “Tist Plu” door Ernest Claes, ill. Hélène Van Raemdonck. (pp. 87-113) |
|
1944 | “Van nu en straks” en daarna. (essay)
Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal en Letterkunde. -16p. Afmetingen: 23.50 x 16 (gebrocheerd – papieren omslag) |
1949 | Die schone tijd. Novellen.
Antwerpen: N. V. Standaard Boekhandel. / Amsterdam: Wereldbibliotheek. -187 + [V] p. Afmetingen: 21.50 x 14.50 (ingenaaid) Gedrukt op de persen van V. Van Dieren & C° Venusstraat 27, Antwerpen. Omslagillustratie: Lutgart De Meyer. Inhoud: Pater Cellier (pp 9-66); Waarom ik Ernestus heet (pp 69-80); De ouden van ons dorp (pp 83-111); De historie van de mislukte hovenier (pp 115-141); De nieuwe parochie (pp 145-161); Tist Plu (pp 165-177); Het sneeuwmannetje (pp 181-187). Herdrukken: 1950: 2de druk (zonder vermelding 2de druk). Ook exemplaren met dubbele uitgeversnaam: Wereldbibliotheek en Standaard-Boekhandel. |
1955 | De oude moeder. (novellen – omnibus)
Antwerpen-Brussel-Gent-Leuven: N.V. Standaard Boekhandel. -203 + [V] p. Afmetingen: 20.50 x 14 (gebonden met stofomslag) Gedrukt op de persen van V. Van Dieren & C° Venusstraat 27, Antwerpen. Omslagillustratie: Lutgart De Meyer Inhoud: De oude moeder, pp. 9-33 (herdruk, eerste druk: 1946); -De nieuwe ambtenaar, pp. 37-117 (herdruk, eerste druk: 1953); -Herodes, pp. 121-174 (herdruk, eerste druk. 1942); -Schetsen uit Montecatini, pp. 177-203 (Uit: Over reizen en reizigers…, 1952)+ handschrift voor zijn moeder in een bundel gedichten “Oorlogspoëzie”, 1916. |
|
1955 | Ik en mijn lezers. (novelle)
Borgerhout: Drukkerij Roels, [z.j. 1955], -52 + [IV] p. Afmetingen: 24.25 x 16.25 (gebonden met stofomslag) Colofon: Van deze novelle werden slechts 500 exemplaren gedrukt op eigen persen, en als geschenk aangeboden aan onze vrienden, ter gelegenheid van het dertigjarig bestaan van de Drukkerij Roels Illustraties F. Van Immerseel. |
1967 | Kleine Ernest Claes Omnibus.
Brussel: D.A.P. Reinaert Uitgaven. [z.j. 1967], -223 + [I] p. Bevat: De klanten van Pastoor Campens Zaliger, pp. 7-120 (tekst van het televisiespel); -Daske, pp. 121-174; -Schone herinneringen, pp. 175-223 Herdrukken: 1969: 2de druk 1971: 3de druk Dit is het laatste werk van Ernest Claes. |
POSTUME UITGAVEN
OMNIBUSSEN
1963
Ernest Claes omnibus.
Bevat: De Witte, Floere Het fluwijn, Jeugd, De Heiligen Van Zichem, Clementine, De Oude Klok. Amsterdam, Wereldbibliotheek. -583p. Afmetingen: 21.50 x 13 Linnen gebonden met omslag. Band en Omslag:B.J.Aalbers. Met tekeningen van o.a.: Felix Timmermans / El. Ivanovsky / M. van Coppenolle/Edgard Tijtgat /H. van Straten en D. Acket .1965
Ernest Claes Omnibus een.
Bevat: Floere Het fluwijn, Jeugd, De Heiligen Van Zichem, Clementine, De Oude Klok. Brussel: D.A.P. Reinaert Uitgaven. -580p. Afmetingen: 21.50 x 13 Uitgave voor België bestemd.1965
Ernest Claes Omnibus twee.
Bevat: Wannes Raps, Pastoor Campens Zaliger, Black, De Fanfare ‘De St. Jans Vrienden’, Het leven en de dood van Vitalis van Gille, Bei uns in Deutschland. Co-uitgave NV Standaard-Boekhandel en D.A.P. Reinaert Uitgaven. -468p. Afmetingen: 21.50 x 131966
Ernest Claes Omnibus drie
Bevat: Jeroom en Bezamien – Ik en de Witte – Ik was student – Kiki Antwerpen/Utrecht, Standaard Uitgeverij. -467p. Afmetingen: 21.50 x 13 (gekartonneerde omslag met stofwikkel)1970
Ernest Claes Omnibus vier
Bevat: De oude moeder, Het was lente, De moeder en de drie soldaten, Voor de open poort, Leuven, O schone dagen. Antwerpen/Utrecht, Standaard Uitgeverij en Leuven: Davidsfonds (identieke uitgaven) -398p. Afmetingen: 21.50 x 131975
Ernest Claes Omnibus vijf
Bevat : Pastoor Munte, Onze Smid, Stegger, Wannes Oome, De mambers van ‘t Consèl, Daske, Meneer Albert, Daar is een mens verdronken. Brussel: D.A.PP. Reinaert Uitgaven. -415p. Afmetingen: 21.60 x 14Na 1975
Ernest Claes Omnibus vijf-in-één
Bevat: De Witte, Floere Het fluwijn, Jeugd, De Heiligen Van Zichem, Clementine. Amsterdam: De Wereldbibliotheek. -434p. Afmetingen: 20.50 x 13 1977: 2de druk / 1980 3de drukAUDIO
1965
1970
Wij, Heren van Zichem. originele soundtrack. ELPEE M.F.P. Stereo 5471.99
Brussels., MFP EMI., 1970. DUBBEL-ELPEE. Diameter; 32 cms, 33 t/p.m. 2 platen. In originele hoes met geringe sleet aan de randen. Soundtrack van de teeveereeks ” Wij, heren van Zichem “. 1970 = bij benadering.1979
1978
De Leeuw van Vlaanderen
EMI mfp (music for pleasure) nummer 4M024-23728 Foto’ met dank aan NEW STAR Film; LP Stereo Bewerking, productie en regie: Jo van Eetvelde. |
1980
VERTELLINGEN VOOR DE JEUGD
DE “LEEUW VAN VLAANDEREN” EN IK – De kulturele en opvoedkundige gevolgen van “De Leeuw” uit “Jeugd” door E. Claes.
Format:Vinyl, LP, Album.
Brussel : Nederlandse Pocketplaat, Reeks: Vertellingen voor de jeugd. – Brussel; vol. [ 1]
2007
De Fanfare de Sint-Jansvrienden
Uitgever : [Kobbegem], HKM Literatuur, Audio-CD (60 minuten) Voorgelezen door Karel VingerhoetsFILMOGRAFIE
“De Witte” werd tweemaal verfilmd. Andere werken (“Pastoor Campens”, “Jeroom en Benzamien”, “De moeder en de drie soldaten”, “Daar is een mens verdronken”, “De vulgaire geschiedenis van Charelke Dop”) werden bewerkt voor televisie. “Wij, heren van Zichem”, een compilatie van verschillende verhalen, kende op de Vlaamse TV een gigantisch succes
1934
De Witte. Naar de roman uit 1920.
Regie: Jan Vanderheyden, Willem Benoy. Scenario: Edith Kiel Cast: Jef Bruyninckx (Witte); Magda Janssens (Moeder);1959
Pastoor Campens Zaliger. Naar de gelijknamige roman van E. Claes uit 1935.
Regie: Maurits Balfoort Scenario: Paul Hardy Cast: Remy Angenot, Tine Balder, Jeanne De Coen, Jos Gevers, Luc Philips, Jebby van Santvoort e a Release date: 11 september 1959. Zwart wit. Geluid: Mono.1966
Jeroom en Benzamien. Naar de gelijknamige roman van E. Claes uit 1946.
Regie: Scenario: Cast: Robert Marcel (Jeroom); Luc Philips (Benzamien); Jenny Tanghe (Mère Supérieure); Vic Moeremans (Rosseels) ; Greta Lens (Madame Hollebeck) ; Ivo Pauwels (slagersjongen) ; Jeannine Scevernels (Zuster Alphonsine); Dora van der Groen (Floranske) e a1969-1972
Wij, Heren van Zichem. (TV serie op basis van verschillende werken van E. Claes.)
Regie: Maurits Balfoort Cast: Luc Philips (Pastoor Munte); Jenny Tanghe (Moeder Cent); Fons Exelmans (Lewie De Witte); Jo De Meyere (Herman Coene); Dora Van der Groen (Vrouw Coene); Ann Pertersen (Fien Janssen) ea1973
De moeder en de drie soldaten. Naar de gelijknamige novelle van E. Claes uit 1939.
Regie: Emile Degelin; Scenario: Theresa van Marcke Cast: Gella Allaert (Moeder); Lydia Billiet (Corduul); Herman Coertjens (Gust); Johan Gerits (boer); Tessy Moerenhout (Mone); Jan Moonen (dokter); Roland Ramaekers (man); Cecile Rigolle (Julie); Roger Thoelen (Corneel); Rudy Vandendaele (Veyt); Herman Verbeek (Laurens); John Willaert (Carl). Release Date: 24 December 1979 – Kleur – Geluid Mono1980
De Witte van Sichem. (gebaseerd op De Witte & Jeugd & Ik en de Witte)
Regie: Robbe de Hert. Scenario: Fernand Auwera; Louis Paul Boon Cast: Eric Clerckx (De Witte); Willy Vandermeulen (Vader); Blanka Heirman (Moeder); Jos Verbist (Heinke); ea1983
‘Daar is een Mens Verdronken’ (Driedelige TV-film naar de gelijknamige roman van E. Claes uit 1950).
Regie: Dré Poppe. Scenario: Pierre Platteau. Cast: Hugo Van den Berghe (Dore Maersschack), Els Olaerts (Jeanne), Horst Mentzel (Bennecke), Warre Borgmans (Otto Heimier), Chris Boni (Melanie), Dries Wieme (dorpsonderwijzer), Roger Bolders (pastoor), Daniel De Cock (Lampaert), Willy Van Heesvelde (Grootjans), Alex Wilequet (Van Malderen), Jacob Beks (Feelke), Nolle Versyp (Nonkel Jan), Nora Tilley (Julie), Marcel Cremer (Frenzl), Helmuth Breuer (Friedrich), Jef Burm (mandenvlechter) , Daniël Muyllaert (onderpastoor Verbruggen) e.a.1985
‘De vulgaire geschiedenis van Charelke Dop. (Tweedelige TV-serie naar de gelijknamige roman van Ernest Claes uit 1923.
Regie: Dré Poppe. Scenario: Pierre Platteau. Cast : Jef Burm (Charelke Dop); Bert André (Gille); Marc Bober (Jan Tamboer); Roger Bolder (Gust van Opbergen); Ludo Busschots (soldaat); Anton Cogen (pastoor); Walter Cornelis (boer); Lea Couzin (revuezangeres); Gilda de Bal (Boeboeske) ; Denise De Weerdt (Sefie) ; Katrien Devos (Nette Gordijn); Anton Peeters (Bidoul); Ugo Prinsen (Jan Kweddel); Dora Van der Groen (Eufrazie) ; Greta Van Langendonck (revuezangeres); Oswald Versyp (gemeentesecretaris) e a Camera: Jos van Schoor. Release date: 25 december 1985. Duur: 163 minuten. Geluid: Mono.2004
Floere. Naar de novelle Floere het fluwijn van E. Claes uit 1950.
Regie: Rob Van Eyck Scenario: Rob Van Eyck
Primaire bibliografie 1940-1945.
Nederlandstalige en Duitstalige uitgaven
Overgenomen uit:
- ‘Verbrande schrijvers – culturele collaboratie in Vlaanderen 1933-1945’ L. De Vos: Y. T’Sjoen; L. Stynen (red.). Gent, Academia Press, 2009, 207pp.
- Hierin: Sjoerd Van Faasen: ‘Ernest Claes en de culturele collaboratie’ pp.65-67
Bij de Nederlandse publicaties zijn alleen de eerste drukken vermeld; van de vertalingen zijn alle uitgaven opgenomen. Bij opeenvolgende drukken weerkerende elementen zoals de naam van de vertaler, de reeks of de oorspronkelijke titel zijn beknopheidshalve weggelaten.
1940
- Clementine. Amsterdam: Wereldbibliotheek-Vereeniging.
- Donkelhof und Wasinghaus. Leipzig: Insel Verlag. Tweede druk (Eerste druk 1939)
- Die Dorfmusik. Leipzig: Reclam. Derde druk. (Eerste druk 1939)
- Die Dorfmusik. Leipzig: Reclam. Vierde druk.
- Flachskopf. Leipzig: Insel Verlag. Vijfde druk. (Eerste druk 1930)
- Die Heiligen von Sichem. Leipzig: Insel Verlag. Reeks: Insel-Bücherei nr 483. Tweede druk (Eerste druk 1936)
- Jeugd. Amsterdam: Wereldbibliotheek-Vereeniging.
- Der Pfarrer aus dem Kempenland. München: Kösel & Pustet. Derde druk. (Eerste druk 1939)
- La vie joyeuse et vertueuse du curé Campens. Bruxelles: Office du Publicité
1941
- Donkelhof und Wasinghaus. Leipzig: Insel Verlag. Derde druk
- Die Dorfmusik. Leipzig: Reclam. Vijfde druk.
- Die Dorfmusik. Leipzig: Reclam. zesde druk.
- Die Dorfmusik. Leipzig: Reclam. Zevende druk. Feldpostuitgave.
- Flachskopf. Leipzig: Insel Verlag. Zesde druk
- Hannes Raps. Eine Landsstreicher-Geschichte. Leipzig: Insel Verlag. Reeks: Insel-Bücherei nr 429. Vierde druk – Druck des 11-20.Tausend bei Saag-Drugulin AG in Leipzig. (Eerste druk 1932)
- Der Pfarrer aus dem Kempenland. München: Kösel & Pustet. Vierde druk.
- Der Pfarrer aus dem Kempenland. Bonn: Buchgemeinde. (Licentieuitgave).
- Unser Schmied. Graz: Steierische Verlagsanstalt. Eerste druk
- Veseli ob cané sichemsti. Praha: Sfinx, Bohumil Janda.
- Zivot Hermana Coena. Praha: Evropsky literarni Klub
1942
- Die Dorfmusik. Leipzig: Reclam. Achtste druk.
- Die Dorfmusik. Leipzig: Reclam. Negende druk. Feldpostuitgave.
- Flachskopf. Leipzig: Insel Verlag. Zevende druk
- Hannes Raps. Eine Landsstreicher-Geschichte. Leipzig: Insel Verlag. Vijfde druk. Feldpostuitgave.
- Herodes. (novelle). Gent: Snoeck-Ducaju. Reeks: De Blauwe Snoeckjes nr 1
- Jeunesse. Bruxelles: Office du Publicité. Collection Traducta
- Jugend. Leipzig: Insel Verlag. Eerste druk
- De moeder en de drie soldaten. Amsterdam: Wereldbibliotheek-Vereeniging. / Antwerpen: Standaard Boekhandel.
- Bruder Jacobus. Leipzig: Insel Verlag. Derde druk. (Eerste druk 1935)
1943
- Die Heiligen von Sichem. Leipzig: Insel Verlag. Derde druk.
- Jugend. Leipzig: Insel Verlag. Tweede druk.
- Vertelsels voor Janneke en Mieke door Ernest Claes, Herman Teirlinck, Felix Timmermans en Gerard Walschap. Gent: Snoeck-Ducaju. Reeks: De Blauwe Snoeckjes. Extra nummer
1944
- Stegger, de strooper en Nolle Janus. Antwerpen: De Regenboog. Reeks: De kleine Volksbibliotheek nr 1.
- Ernest Claes vertelt. Antwerpen: De Regenboog. Reeks: De kleine Volksbibliotheek
- Flachskopf. Leipzig: Insel Verlag. Achtste druk. Feldpostausgabe.