Maakt deel uit van:anarchistisch Vlaanderen rond 1900sociale tendensen in de Vlaamse literatuur
LODE BAEKELMANS
Antwerpen, 26 januari 1879 – Antwerpen, 11 mei 1965
Eig. Ludovicus Henricus Baekelmans
Prozaschrijver.
Aanvankelijk stadhuisbediende, daarna bibliotheekbeambte, later hoofdbibliothecaris. Richtte het Museum van Vlaamsche Letterkunde op; Lid van de Koninklijke Vlaamse Academie.
Baekelmans is een niet zo orthodox naturalist.
Geen enkele auteur heeft een zo uitgebreid oeuvre gewijd aan het bonte Antwerpse leven en tevens blijk gegeven van zo’n blijvende en oprechte voorliefde voor hen die aan de zelfkant leefden. Bij hem echter geen koele afstandelijkheid. Zijn beschrijvingen van de zelfkant van de maatschappij –zwalpende zeelui, dokwerkers, tierende viswijven, luilakken, de vrouwen achter de tapkast, de lichte meisjes of ‘venusdiertjes’- zijn vol mededogen en warme sympathie.
Hij is één van de weinige auteurs van de generatie na Van Nu en Straks, die zich wisten te onttrekken aan de invloed van Cyrel Buysse en Stijn Streuvels.
Pseudoniemen: Rossauw Hendrik (in: Onze Vlagge & in Het Weekblad voor Vlaanderen); Stroobandt, Sander (in: Alvoorder); Moentje Pek (in: Het Weekschrift voor Vlaanderen); R.B. (Het Weekschrift voor Vlaanderen) ; Verboven Willem (in: Het Weekschrift voor Vlaanderen); Voor details zie de rubriek A-Z pseudoniemen lexicon
BIOGRAFIE
Zowel voor de biografie als voor de bibliografie werd geput uit DBNL auteur –Lode Baekelmans.
26 januari 1879: Geboren in de gaarkeuken (zeer eenvoudig en goedkoop spijshuis) van het Antwerpse schipperskwartier, later van het zeemanshuis aan de Godefrideskaai 72 te Antwerpen, als zoon van de directeur Alexander Baekelmans en van Pieternella Hendrika Sirre, uit Zierikzee. Beide instellingen komen later in zijn werk voor.
- Opgegroeid in het Antwerpse schipperskwartier zou hij met blijvende voorliefde zijn verhaalstof putten uit de volkse havenbuurt en een sociaal-historisch getrouw beeld geven van de verpaupering van het arbeidersvolk in de havenstad omstreeks het begin van de 20ste eeuw.
Naturalist ? Ja, maar omwille van zijn conformistische opvoeding minder orthodox. Het koele afstandelijke (de Franse “impassabilité) is aan hem niet besteed. Zijn beschrijvingen van de zelfkant van de maatschappij –zwalpende zeelui, dokwerkers, tierende viswijven, luilakken, de vrouwen achter de tapkast, de lichte meisjes of ‘venusdiertjes’- zijn vol mededogen en warme sympathie.
1885-1891: Liep Lagere school aan de gemeentescholen Paardenmarkt en Blindestraat te Antwerpen.
1891 -1896: Verhuist naar Handelslei [= Italiëlei] 159.
Leerling van het Koninklijk Atheneum te Antwerpen, tot 1896. Op het atheneum kreeg hij les van o.a. Pol de Mont.
1894: Lid van de letterkundige vereniging ‘Elck wat Wils’. Literaire en Vlaamsgezinde activiteit.
1896: Klerk in verschillende handelszaken, tot 1899.
1899: Klerk bij het ‘Bureel van financiën’ te Antwerpen.
1900: Leider van het tijdschrift Alvoorder.
- In deze rebelse periode – waarin hij tegen het anarchisme aanleunde, schreef hij vanuit een agressieve, anti burgerlijke strijdvaardige houding.
- Bezoeker van de literaire anarchistische vereniging “De Kapel”, een soort volksuniversiteit avant la lettre waar men boeken besprak van o.a. Multatuli, Max Stirner, Elisée Reclus, Domela Nieuwenhuis; Kropotkin, Bakounin… Men richtte er tentoonstellingen in organiseerde muziekavonden, sprekers allerhande (schrijvers en personaliteiten) onderhielden er een vaak woelig publiek over de meest uiteenlopende onderwerpen uit de toenmalige artistieke, filosofische en politieke actualiteit.
1901: Klerk in de ‘Volksbibliotheek’ [= Centrale van de Openbare Bibliotheken] te Antwerpen.
- Hij klom op tot bibliothecaris en werd in 1933 hoofdbibliothecaris van de Antwerpse stadsbibliotheken. Onder zijn leiding werd het Antwerpse bibliotheekwezen een unieke instelling.
1901: Debuteert met “Marieke van Nijmegen” en “Uit grauwe nevels”.
- In zijn eerste verhalen “Uit grauwe nevels”, geeft hij met niets ontziende openhartigheid een fatalistische kijk op de verpauperde havenbuurten. In de roman “Marieke van Nijmegen” en de novelle “De Waard in den bloeiende Eglantier” (1902), hangt hij uitdagend een beeld op van het artistieke bohémienleven dat in schril contrast staat met het satirisch afgebeelde “filisterdom”.
18 april 1903: Huwt Alida J.C. Resseler , zus van Victor Resseler, schrijver en uitgever (oa van het anarchistische tijdschrift ‘Ontwaking’ en de Lectura uitgaven). Verhuist naar Oude Kerkstraat 48.
1904: Verhuist naar Van Schoonbekestraat 78.
1904: Publicatie van De Doolaer in de Weidsche stad.
- In het spoor van zijn stadsgenoten, de Fransschrijvende Georges Eekhoud en Emmanuel De Bom met zijn stadsroman Wrakken, wou hij een groots epos opzetten over de havenstad Antwerpen. Van de geplande trilogie onder de titel Het hommelnest, zou enkel De Doolaer in de Weidsche stad verschijnen.
1907: Medestichter van de ‘Vereeniging van Vlaamsche Letterkundigen’. Zomerverblijf te Kapellen [Prov. Antwerpen]. Verhuist naar Albertstraat 3.
1909: Redacteur van het anarchiserende tijdschrift Ontwaking tot 1910.
1910: Verhuist naar Thomasstraat 25.
1911: Kenmerkend voor de non-conformist die hij zeker was, en zijn voorkeur voor ‘poètes maudits’ is zijn studie over de 17de eeuwse Amsterdamse dichter Willem Godschalck van Fockenbroch. Ook zijn boekje Oubollige poëten (1920), waarin hij een aantal beschouwingen brengt over berooide dichters uit de 17de en 18de eeuw, kan in hetzelfde licht worden bekeken.
1912: Medestichter van de ‘Vereeniging ter bevordering van Natuur- en Stedenschoon’.
1912: Publicatie van Tille, een sober gestileerde, stevig gecomponeerde roman.
- Tille is een schrijnend en toch vertederend verhaal over noodlot en verlatenheid. Ondanks de melancholische grondtoon en het gevoel van vergeefsheid, wisselt Baekelmans in deze roman zijn pessimistische visie in voor een relativerende levensaanvaarding.
1916: Verhuist naar Valkenburgstraat 8. Renovator van de leeszaal der ‘Volksbibliotheek’.
Zijn daaropvolgende verhalenbundels Menschen (1917), De idealisten (1919), ’t Is de Liefde (1923), Het Geheim van de Drie Snoeken (1929) en zelfs de roman “Meneer Snepvangers” (1918) –waarin voor het eerst ook aandacht wordt besteed aan de op winst azende burgerman – worden gekenmerkt door een mildere kijk en een schalkse humor.
1920: Lid van de Nederlandse Maatschappij voor Letterkunde te Leiden.
1921: Sticht de ‘Vlaamsche Vereeniging van Bibliothecarissen en Bibliotheekbeambten’.
1923: Lid van de raad van beheer van de Nationale Vereniging voor auteursrechten [NAVEA] tot 1947.
1926: Gevierd te Antwerpen [25 jaar auteur]. Verblijf te Kapellenbos en in Waasland.
1928: Reis in Rijnland. Leidt studiereis van de Vlaamse bibliothecarissen naar Nederland.
1929: Reis door Duitsland. Verhuist naar St. Jacobsmarkt 7.
1930: Bezoekt Zierikzee, zwerftocht op de Zuiderzee.
1931: Reis door Duitsland en Denemarken.
Briefwisselend lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde.
1932: Zomerverblijf te Hoogboom.
1933-1944: Bestuurder van de Stedelijke Openbare Bibliotheken, van de Stadsbibliotheek en van het Museum van de Vlaamse Letterkunde [= Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven] te Antwerpen, tot einde 1944.
Voorzitter van de Belgische Vereniging voor Auteursrechten [SABAM].
1936: Verhuist naar Beeldhouwersstraat 50.
Werkend lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde.
[Stichting van de L. Baekelmans-prijs bij de Academie].
Na de tweede wereldoorlog schreef Baekelmans – op enkele romans en verhalenbundels na- hoofdzakelijk kritisch werk, indrukken van oude en nieuwe lectuur, en literatuurstudies. Van belang zijn die over de Vlaamse realisten (Sleeckx, Loveling, Stijns, Van Kerckhoven), van wie we de sporen in zijn eigen werk terugvinden. In Ontmoetingen (1951) beschreef hij herinneringen aan vroegere tijdgenoten.
1945: Lid van de Bestuurscommissie der Academie. Publicatie Lode Baekelmans ter eere bij aftreden als ambtenaar.
1946: Voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen.
Tweede studiereis der bibliothecarissen naar Nederland.
1947-1948: Verblijf te Boechout.
1948: Overlijden van zijn echtgenote op 8 oktober.
1954: Huldebetoon bij 75e verjaardag.
1955: Publicatie van Werk van Lode Baekelmans. Bibliografie door Prosper Arents, bij de Academie
11 mei 1965: Overlijden van Lode Baekelmans. Hij werd bijgezet op het erepark van het stedelijk kerkhof Schoonselhof. (klik voor foto)
EPILOOG
1966: De Antwerpse Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience verwierf en ontsloot de volledige bibliotheek van Lode Baekelmans. De collectie (823 exemplaren) bevat veel Nederlandstalige en Duitstalige literatuur.
- U kunt de bibliotheek van Lode Baekelmans raadplegen via de site van de Erfgoedbibliotheek (klik op erfgoedbibliotheek)
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
Referenties
- Prof. Dr. M. Rutten; Prof. Dr. J. Weisgerber (red.): Van “Arm Vlaanderen” tot “De voorstad groeit” 1888-1946. Standaard Uitgeverij 1988.
BIBLIOGRAFIE
De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij
- Mededelingen van de documentatiedienst Baekelmans – dbnl.
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
- Prosper Arents, ‘Werk van Lode Baekelmans Bibliografie Door Prosper Arents’ In: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1954 (1954)
- Prosper Arents, ‘Werk van Lode Baekelmans Bibliografie door Prosper Arents Addenda II’ In: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde (nieuwe reeks). Jaargang 1969 (1969)
U kunt de bibliografie op drie manieren raadplegen
- Uitgebreid chronologisch
- Beknopt chronologisch
- Alfabetisch op titel
- Baekelmans in vertaling
Uitgebreid chronologisch
POSTUME UITGAVEN
B. Beknopt Chronologisch
1901
- Uit grauwe nevels. De Nederlandsche Boekhandel, Honig, Antwerpen, Utrecht.
- Marieken van Nijmegen. Tierie en Kruyt, Amsterdam.
1902
- De waard uit ‘De bloeiende Eglantier’. Tierie en Kruyt, Amsterdam.
1904
- De doolaar en de weidsche stad. Pieterse, Wageningen
- Ratten. Plantyn, Gent.
1905
- Lente idylle. Voorburg, Den Haag.
- Georges Eekhoud. Heimweegemeenschap. [vertaling] Boogaerdt, Rotterdam.
- Wat moeder zong in herfstavonden. De Vos en Van der Groen, Antwerpen.
- Havenlichtjes. De Nederlandsche Boekhandel, Van Holkema en Warendorf, Antwerpen, Amsterdam.
1906
- De zonnekloppers. Boogaerdt, Rotterdam.
- Haven van Antwerpen. [vertaling] Heijlen, Antwerpen.
1907
- Dwaze tronies. Boogaerdt, Rotterdam.
- Georges Eekhoud. Vertellingen. [vertaling] Boogaerdt, Rotterdam.
1910
- Aankoop, door de regeering, van boeken bestemd voor de openbare boekerijen. Ver. van
- Letterkundigen, Brussel.
- Havenvolk en sinjoren. Moeyaert, Brugge.
- Sinjoorkens. Opdebeek, Antwerpen.
1911
- W.G. van Focquenbroch. Een keus uit zijn werk. [tekstuitgave] Resseler, Stols, Antwerpen, ‘s-Gravenhage.
1912
- De schrik der kindermeiden. Plantyn, Gent.
- Tille. Plantin, Antwerpen.
1914
- De Meyere en Baekelmans. Het boek der rabauwen en naaktridders. [tekstuitgave] De Tijd,Antwerpen.
1917
- Menschen. Janssens, Antwerpen.
1918
- Wat Vlaanderen in de letterkunde voortbracht. De Witte, Borgerhout.
- Kerstnacht in het schipperskwartier. Rein Brussel.
- Drie Vlaamsche realisten. Kauch, Antwerpen.
- Mijnheer Snepvangers. Van Kampen, Amsterdam.
- Pieter Frans Van Kerckhoven. Kauch, Antwerpen.
- P.F. Van Kerckhoven. Jonker Willem. [tekstuitgave] Kauch, Antwerpen.
- Een ongeacht gelegenheidsdichter. Flandria, Antwerpen.
- Sinjoren. Janssens, Antwerpen.
- Het gemoedelijk leven. Meulenhoff, Amsterdam.
1919
- De idealisten. Van Kampen, Amsterdam.
- Cornelis Cruls. Heynken de Luyere. [tekstuitgave] De Sikkel, Querido, Antwerpen, Amsterdam.
1920
- Vacantiekrabbels. De Sikkel, Querido, Antwerpen, Amsterdam.
- Oubollige poëten. Mercurius, Antwerpen.
1922
- Europa hotel. De Sikkel, Mees, Antwerpen, Santpoort.
- Deezeken schudt zijn beddeken uit! Delplace, Antwerpen.
1923
- ’t Is de liefde! Lectura, Antwerpen.
1924
- De Blauw Schuyte. De Sikkel, Mees, Antwerpen, Santpoort.
1925
- De mannen van ‘Elck wat wils’. Van Kampen, Amsterdam.
1926
- De ongerepte heide. Van Kampen, Amsterdam.
1929
- Het geheim van ‘De drie snoeken’. Ned. Uitgeversm., Amsterdam.
- Lange Wapper. Ontwikkeling, Antwerpen.
1931
- Vier Vlaamsche prozaschrijvers. Opdebeek, Antwerpen.
- Domien Sleeckx. Opdebeek, Antwerpen.
- Reimond Stijns. Opdebeek, Antwerpen.
- Virginie Loveling. Opdebeek, Antwerpen.
- Aanteekeningen van een boekenwurm. Lectura, Antwerpen.
1932
- Willem vander Elst. Vanderpoorten, Gent.
1933
- Een Hollander in de Vlaamsche gewesten in 1835. Vanderpoorten, Gent.
- Het rad van avontuur. De Sikkel, Antwerpen.
1934
- Ommegang. Die Poorte, Leuven.
- Jan. De Sikkel, Antwerpen.
1937
- Een epigoon van Hendrik Conscience. Vlaamsche Academie, Gent.
- De zee, het schip en de zeeman in de literatuur. De Sikkel, Antwerpen.
1938
- De bibliotheken te Antwerpen en de centrale catalogus. De Sikkel, Antwerpen.
1939
- Pleisteren. Het Kompas, Antwerpen.
- Marcel Martens. Lode Baekelmans. De Garve, Gent.
- Brussel in 1823. Vlaamsche Academie, Gent.
- Lof van zee, mensch en tabak. Lectura, Antwerpen.
1940
- In den ouden spiegel. Rombaut-Fecheyr, Gent.
1942
- Onze voorouders in den Hollandschen spiegel. Lectura, Antwerpen.
- Virginie Loveling. Vlaamsche Academie, Gent.
- Alfons de Cock en Coenraad Busken Huet. Vlaamsche Academie, Gent.
1943
- Cyriel Buysse. Vlaamsche Academie, Gent.
1944
- A. Prayon-van Zuylen. Vlaamsche Academie, Gent.
- Klein panopticum. De Sikkel, Antwerpen.
1949
- Robinson. De Sikkel, Antwerpen.
- Karel Alfons de Cock. Vlaamsche Academie, Gent.
- Theofiel Coopman. Vlaamsche Academie, Gent.
- Dr. Amand de Vos. Vlaamsche Academie, Gent.
1950
- Carabas. Het Kompas, Antwerpen.
1951
- Ontmoetingen. De Clauwaert, Leuven.
1952
- Vrolijke Daden van Keizer Karel. Het Poppenspel, Mechelen
1953
- Harry Peters. Vlaamse Academie, Gent.
1954
- De nuchtere minnaar. De Sikkel, Wereldbibliotheek, Antwerpen, Amsterdam.
1956
- De Antwerpenaar. Vlaamsche Academie, Gent.
Alfabetisch op titel
- Aanteekeningen van een boekenwurm. (1931)
- Avondtocht. (1904)
- De bibliotheken te Antwerpen en de centrale catalogus. (1938)
- De blauw schuyte. (1924)
- Het boek der rabauwen en naaktridders.(1914)
- Brussel in 1823. (1939)
- Carabas. (1950)
- Deezeken schudt zijn beddeken uit. (1921)
- De Doolaar en de weidsche stad. (1904) 2de druk 1916.
- Door dompige dagen.
- Drie Vlaamsche realisten. (1917)
- Dwaze tronies. (1907)
- Europa-Hotel. (1922)
- Het geheim van “De drie snoeken”. (1929)
- Het gemoedelijke leven. (1919)
- Havenlichtjes. (1905)
- Havenvolkje en Sinjoren. Bloemlezing. (1910)
- Hooidag. (1904)
- De idealisten. (1919)
- In den ouden spiegel. Keus uit zijn werken. (1940)
- In de spiegelbollen: herinneringen. (1964)
- In die Gulde Fonteyne van de boekenwurm. (bloemlezing) (1962)
- Jan. (1934)
- Kerstnacht in ’t Schipperskwartier. (1917)
- Klein panopticum. (1944)
- Lange Wapper. (1929)
- Lente idylle. (1905)
- Levensschets en keuze uit zijn werken (dr. Marcel Martens). (1939)
- Lof van de zee, mensch en tabak.Nieuwe aanteekeningen van een boekenwurm. (1939)
- De mannen van “Elck wat wils”. (1924)
- Marieken van Nijmegen. (1901)
- Menschen. (1917)
- Mijnheer Snepvangers. (1918)
- Mijn Zeeuwse familie. (1954)
- De nuchtere minnaar en andere verhalen. (bloemlezing) (1954)
- Ommegang. (1934)
- De ongerepte heide. (1926)
- Ontmoetingen. (1951)
- Onze voorouders in den Hollandschen spiegel. (1942)
- Oubollige poëten. (1920)
- P.F. van Kerckhoven. (1918)
- Pleisteren. (1939)
- Het rad van Avontuur.(1933)
- Ratten. (1904)
- Robinson. (1949)
- De schrik der kindermeiden.(1912)
- Sinjoorkens. (1910)
- Sinjoren. (1918)
- Tille. (1912)
- ’T Is de liefde. (1923)
- Uit de grauwe nevels. (1901)
- Vakantiekrabbels. (1920)
- Vier Vlaamsche prozaschrijvers. (1931)
- Vlaanderen roept: een bundel novellen, schetsen, verzen en artikelen. (1938)
- Vrolijke Daden van Keizer Karel. Poppenspel in zes taferelen. (1952)
- De waard uit “De bloeiende eglantier”. (1903)
- Wat moeder zong in herfstavonden. (1905)
- Weerspiegeld Antwerpen (met anderen).
- W.G. van Focquenroch. (1911)
- Zachtmoedigen. (1904)
- De zee, het schip en de zeeman in de literatuur. (1937)
- Zonnekloppers. (1906)
Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde. Verslagen en Mededeelingen.
- Oktober 1932: Willem Vander Elst.
- April-mei 1933: Een Hollander in de Vlaamsche gewesten in 1836
- Maart 1937: Een epigoon van Hendrik Conscience.
- Maart 1939: Brussel in 1823.
- September 1942: Alfons de Cock en Coenraad Busken Huet.
- Jaarboek 1942: Virginie Loveling
- Jaarboek 1943: A. Prayon-van Zuylen.
- Jaarboek 1944: Cyriel Buysse.
- Jaarboek 1946-47-48: Karel Alfons de Cock.
- Jaarboek 1946-47-48: Theofiel Coopman.
- Jaarboek 1946-47-48: Dr. Amand de Vos.
- Maart 1953: Harry Peters.
- Oktober 1955: Dr. Ernest Claes gehuldigd ter gelegenheid van zijn 70e verjaardag.
- Mei-juni 1956: De Antwerpenaar.
BAEKELMANS IN VERTALING
DUITS
- 1904: An der Brennerei; . Vert. uit het Nederlands door A. Kluchert. Vertaling van Aan de stokerij. (Uit: Uit grauwe nevels. 1901.)
- 1906: Der Wirt zum ´Blühenden Haideröslein´ Eine Geschichte aus Antwerpen. Vert. uit het Nederlands door Emil Charlet. Uitgever: Leipzig: Maas & Van Suchtelen, 1906. Fictie, paperback. Vert. van De waard uit “De bloeiende eglantier”. Amsterdam: Tierie & Kruyt, 1903. Vertalersnaam in boek: Emile Charlet.
- 1916: Der Lotse in seinem Stammkrug. In: H. Brühl. Flämische Erzähler; hrsg. und verdeutscht. [I. – 20. Tsd.] Hamburg-Grossborstel, Verl. der deutschen Dichter-Gedächtnis-Stiftung, [1916], 155-169. Vertaling van De loods in zijn stamkroeg. (Uit: Sinjoorkens. 1910.)
- 1918: Der nüchterne Liebhaber. Vert. uit het Nederlands door G. Goyert. In: Flandern; ein Novellenbuch hrsg. von G. Goyert. München, G. Muller Verlag, 1918, 347-411. Vertaling van De nuchtere minnaar. (Uit: Dwaze tronies. 1907.)
- 1918: Der Rückzug der Vierzig. Vert. uit het Nederlands door F.M. Huebner. In: Flämisches Novellenbuch; gesammelt und übertr. von F.M. Huebner. Leipzig, Insel-Verlag, [1918], 139-164. Vertaling van De aftocht der veertig. (Uit: Havenlichtjes. 1905). Is verschenen vóór 8 Mei 1918.
- 1921: Das grosse Geschehnis; Vert. uit het Nederlands door G. Gärtner. In: Jugend 1 Mei 1921, 370, 372. Vertaling van De groote gebeurtenis. (Uit: Idealisten. 1919.)
- 1929: Das grosse Los. Ber. Vert. uit het Nederlands door W. Blochert. In: Züriger Illustrierte; 15 Nov. 1929, 12-13. Vertaling van De faam gaat. (Uit: Menschen. 1917.)
- 1929: Gerechtigkeit; Skizze. Vert. uit het Nederlands door W. Blochert. – BM; 15 Maart 1929, [3-4]. Vert. van Justitia. (Uit: Menschen. 1917.)
- Ook: Badischer Presse,18 April 1929. – Stettiner Abendpost 27 April 1929. – Korrespondenz 1929. Die Zeile 1929 Schweizer Familienwochenblatt 29 Juni 1929 en Der Aufstieg 13 Juni 1930, 441-442.
- 1930: Der Balkon; Skizze. Vert. uit het Nederlands door W. Blochert. In: Berliner Morgenpost; Unterhaltungsblatt; 2 April 1930, [3-4]. Vertaling van Het balkonnetje. (Uit: Menschen. 1917.)
- 1930: Einer unter 1000. Vert. uit het Nederlands door W. Blochert. – Das Blatt fürs Heim nr 9. 1930, 8-9. – Braunschweiger neueste Nachrichten 1930. – Korrespondenz 1930. Vertaling van De voorbeeldige Siska. (Uit: Menschen. 1917.)
- 1931: Die Reise nach China. Vert. uit het Nederlands door W. Blochert.In: Appenzeller Zeitung; 22 Mei 1931. Vertaling van Allerzielen. (Uit: Menschen. 1917.)
- 1933: Vier Philosophen. Vert. uit het Nederlands door Dr K. Jacobs. In: Wochenend; 18 Juni 1933, [4]. Vertaling van De vier filosofen. (Uit: De idealisten. 1919.)
- 1933: Das Chamäleon; eine Erzählung. Vert. uit het Nederlands door Dr K. Jakobs. In: Wochenschau 20 Aug. 1933, 12-13. Vertaling van De kameleon. (Uit: De idealisten. 1919.)
- Ook: Der Gral, April 1934, 304-308. – Germania Berlijn, 22 April 1934, 5-6.
- 1934: Von einem Jahr ins andere; aus einer flämischen Kindheit. Vert. uit het Nederlands door Dr K. Jacobs. In: Kölnische Volkszeitung; 31 Dec. 1934. Vertaling van Van ’t een jaar in ’t ander. (Uit: De idealisten. 1919.)
- 1934: Schutzmann 17 und die Gerechtigkeit. Vert. uit het Nederlands door K. Jacobs. In: Wochenschau; 17 Juni 1934, 14. Vertaling van Justitia. (Uit: Menschen. 1917.)
- 1935: Der Stromer und der Kommissar; eine Neujahrsgeschichte. Vert. uit het Nederlands door K. Jacobs. In: Kolpingsblatt; 1 Jan. 1935, [6]. Vertaling van Oudejaarsavond. (Uit: Menschen. 1917.)
- 1935: Die Kuh im Keller; eine Geschichte. Vert. uit het Nederlands door Dr C. Jacobs. In: Feld und Wald; 5 April 1935, [8-9]. Vertaling van De kelderkoe. (Uit: De idealisten. 1917.)
- 1941: Der Landstreicher und der Kommissar; eine flämische Schelmengeschichte um die Zeit der Jahreswende. Vert. uit het Nederlands door K. Jacobs. In: Brüsseler Zeitung 31 Dec. 1941, [7]. Vertaling van: Oudejaarsavond. (Uit: Menschen. 1917.)
- 1941: Spinnekopke; eine Geschichte. Vert. uit het Nederlands door K. Jacobs. – Deutsche Zeitung der Niederlanden.; 10 Febr. 1941, [7]. Vertaling van Kerstmirakel. (Uit: Pleisteren. 1939.)
- 1943: Spinnekopke. Vert. uit het Nederlands door K. Jacobs In: Flandern erzählt; ein Sammelband flämischer Dichter ausgewählt und übertr. von K. Jacobs. München, Verl. K. Alber, 1943, 165-173. Veraling van Kerstmirakel. (Uit: Pleisteren. 1939.)
- 1943: Das grosse Los. Vert. uit het Nederlands door E. Liesenborghs. In: Brüsseler Zeitung 12 Febr. 1943, [4]; Arlerer Volkszeitung 13 Febr. 1943, [6]. Vertaling van De faam gaat. (Uit: Menschen. 1917.)
- 1944: Das Glücksrad. Mit 2 Holzschn. von L. de Jaegher. In: J. Simons und E. Charlet. Zwischen Leie und Schelde; eine Blumenlese aus der flämischen Literatur. Braunschweig-Berlin-Hamburg, G. Westerman, [1944], 8-144. Vertaling van : Het rad van avontuur. 1933.
ESPERANTO
- 1906: Nokta pejzâgo. Vert. uit het Nederlands door F. de Roy. Brugge: Belga Sonorilo, Okt 1906, 23. Fictie, Vert. van een fragment uit Marieken van Nijmegen. (1901)
- 1922: Kristnaskovespero. Vert. uit het Nederlands door Jan van Schoor. 1922. In: Esperanto trium fonta, 24 Dec. 1922, [1-2]; met biografische aantekening. Fictie, Vert. van Kerstnacht (uit: Mensen). Amsterdam: Uitgeversmaatschappij Amsterdam, 1917.
- 1922: La ekzempla Siska. Vert. uit het Nederlands door Jan van Schoor. In: Belga Esperantisto, jg. 8, nr; 12, december 1922, Fictie, Vert. van De voorbeeldige Siska. Amsterdam: Van Kampen, 1919. Uit: “De idealisten”.
- 1928 / [1929]: La virinmalanto. Vert. uit het Nederlands door Jan van Schoor. In: Belga antologio. Flandra parto. Kompilita kaj kun literatura resumo de H. Vermuyten… Antverpeno, Belga Esperanto-Instituto, 1928 [1929], 252-256. Vertaling van De vrouwenhater. (Uit: Menschen. 1917.)
- In dezelfde bundel blz. 256-260.bevindt zich tevens Kristnaskovespero. Kerstnacht. (Uit: Menschen. 1917.) in de vertaling van J. van Schoor. Uit 1922.
- 1929: Kristnasovespero. Vert. uit het Nederlands door Jan van Schoor. 1929. In: Flandra Esperantisto, Dec. 1929, pp. 82-86. Fictie, Vert. van Kerstnacht (uit: Mensen). Amsterdam: Uitgeversmaatschappij Amsterdam, 1917.
- 1931: Elektitaj noveloj. Vert. uit het Nederlands door Jan van Schoor. Kortrijk: Eldonejo Flandra Esperanto-Instituto, 1931. Fictie, Vert. van Een keuze uit het werk. 2de druk: 1933;
- Bevat: La sekreto de ‘La tri ezokoj’.(Fragment uit Het geheim van “De drie Snoeken”, 1929); Kristnaskovespero.(= Kerstnacht, uit: Menschen, 1917); La granda okazintajo. (= De groote gebeurtenis, uit: Idealisten, 1919); La virinmalamanto. (= De vrouwenhater, uit: Menschen, 1917); La ekzempla siska. (= De voorbeeldige Siska uit: Menschen, 1917); Vintrofajro(= Wintervuur uit: Menschen, 1917); La sankta Principo (= Het heilige princiep, uit: Idealisten, 1919).
FRANS
- 1911: Le temps et l’éternité. [avec notice], Vert. uit het Nederlands door P. van der Meer. In: Les mille nouvelles nouvelles. 14. Paris, La Renaissance du livre. [1911], 1-21. Fictie, Vert. van ‘Tijd en Eeuwigheid’ uit de bundel Zonnekloppers Rotterdam, 1906.
- Zie ook 1925 vertaling de Muyser en opgenomen in de bundel Sept contes uit 1930
- 1921: Nuit sainte. Vert. uit het Nederlands door [R. van Avermarte]. In: Lumière Febr. 1921, 5-7. Vertaling van Heilige nacht. (Opgen. in: ’t Is de liefde. 1923.)
- 1925: La Maison des bonnets à poil. Vert. uit het Nederlands door P.L. de Muyser. . In: Le Peuple 6 Febr. 1925, 6. Vertaling van Het Huis der haren mutsen. (Uit: De idealisten. 1919).
- 1925: Le chien de garde. Vert. uit het Nederlands door P.L. de Muyser. . In: Le Peuple 12 Febr. 1925, 4. Vertaling van De waakhond. (Uit: Het gemoedelijk leven. 1919). Ook in Sept contes uit 1930.
- 1925: Temps et éternité. Vert. uit het Nederlands door P.L. de Muyser. . In: Le Peuple 19 April 1925, 7; 20 April 1925, 4; 21 April 1925, 3; 22 April 1925, 5. Vertaling van Tijd en eeuwigheid. (Uit: Zonnekloppers. 1906.)
- 1925: Nuit de Noël. Vert. uit het Nederlands door P.L. de Muyser. In: Le Peuple 26 Dec. 1925, 4. Vertaling van Kerstnacht. (Uit: De idealisten. 1919.)
- 1926: Un bougre de noir. Vert. uit het Nederlands door J. D. Jacobson. In: L’Humanité, 20 juli 1926, 4. [Avant-propos de L. Bazalguette] Fictie, Vert. van fragment van De onbezonnen rechter (Uit: Dwaze tronies. 1907) Rotterdam: Boogaerdt, 1907.
- 1926: Soir de Noël. [Avec une notice.] In: Anthologie des écrivains flamands contemporains. [Avec préf. et notices par] A. de Ridder & W. Timmermans. Anvers, L. Opdebeek; Paris, E. Champion, 1926,pp. 210-217. Vertaling van Kerstnacht. (Uit: Menschen. 1917.)
- 1927: Binettes . Vert. uit het Nederlands door J.D. Jacobsohn. Uitgever: Paris: Les Editions Rieder, 1927 (Reeks: Les prosateurs étrangers modernes). Fictie, paperback. Vert. van Dwaze tronies. Rotterdam: Boogaerdt, 1907.
- Bevat: Le malin prétendant pp [7]-132. Vert. van De nuchtere minnaar. Le justicier [133]-220. Vert. van De onbezonnen rechter
- 1930: Sept contes. Vert. uit het Nederlands door P.L de Muyser. Brussel: G. van Steen, 1930. Fictie,
- Bevat: Temps et éternité. (vert. van Tijd en eeuwigheid uit: De zonnekloppers. 1906); Coco (vert. van Koko uit ’t Is de liefde!, 1923; Le chien de garde (vert. van de De waakhond. (Uit: Het gemoedelijk leven. 1919). La maison des bonnets à poil (vert. van Het huis der haren mutsen. (Uit: De idealisten. 1919); Riches! (vert. van Weeldegenot. (Uit: De idealisten. 1919); Nuit de Noël (vert. van Kerstnacht. (Uit: De idealisten. 1919); Le trésor des Incas.(vert. van De schat der Inca’s. (Uit: De idealisten. 1919).
- 1933 Le trésor des Incas. Vert. uit het Nederlands door P.L de Muyser. 1933. In Le Monde, Fictie, Vert. van De schat der Inca’s uit de verhalenbundel De idealisten (fragment). Amsterdam: Van Kampen, 1919.
- 1933: Tille. Vert. uit het Nederlands door P.L de Muyser. (Version française approuvée par l’auteur.) – Bruxelles Esprit du temps, Nov. 1933, 70-86. Fictie, Vert. van Tille. Antwerpen: ‘Plantin’ (Edward Secelle). -1912.
- Nota: Bevat I-IIe hoofdst. uit: Tille. 1912. – Achteraan: A suivre. – Niet verder verschenen.
- 1937: Tille. Vert. uit het Nederlands door P.L de Muyser. Verschenen in 36 afleveringen in Le Soir vanaf 22 januari 1937 tot 28 februari 1937.
- 1937: Au quartier du port… York Hôtel . Vert. uit het Nederlands door Germain Rubens. Ill. Henri van Straten. 1937. In Le Soir, jg. 51, nr. 223, Fictie, Vert. van York-Hotel. Amsterdam: Uitgeversmaatschappij Amsterdam, 1917. uit: “Menschen”.
- 1948: Le secret des ‘Trois brochets’. Vert. uit het Nederlands door P.L de Muyser. 1948. In : Marginales, Mar; Juli 1948 jg. 3, nr. 12, pp. 90-113. Fictie, Vert. van Het geheim van de drie snoeken. Amsterdam: Uitgeversmaatschappij Amsterdam, 1929.
POOLS
- 1927: Wieczor wigilijny Bozego narodzenia. Vert. uit de Esperanto vertaling van Jan van Schoor door L. Kronenberg. In: Kaliski: Express Kaliski, 3 Jan. 1927, 4; 4 Jan. 1927, 4.Fictie, Vert. van Kerstnacht uit de verhalenbundel Menschen (1917)
RUSSISCH
- 1928: [Pere katipole] & [Oe tichoi pristanie]. Vert. uit het Nederlands door W.A. Azow. Leningrad: Bibliotjeka wsjemirnoi litjeratoeru, 1928. Fictie, Vert. van De onbezonnen rechter en De nuchtere minnaar. (allebei uit Dwaze tronies 1907)
- Bevat: Predislowije k roesskomoe izdanijoe (=Inleiding tot de Russische uitgave) pp 3-5; Pjerekatipolje (vert. van De onbezonnen rechter); Oe tichoï pristanie. (vert. van De nuchtere minnaar)