MONIKA VAN PAEMEL
Poesele, 4 mei 1945
Schrijfster van romans, lange tijd een artistiek boegbeeld van de feministische beweging,
BIOGRAFIE
4 mei 1945: Geboren te Poesele (Oost-Vlaanderen).
- Moeder, Irène Verhoye, is uit Antwerpen gevlucht voor de ‘vliegende bommen’ V1 en V2, om in rust bij haar familie te bevallen. Het wordt een moeilijk ‘tang’ bevalling en de baby krijgt een nooddoop.
- Vader, Alfons van Paemel, is een aannemer van bouwwerken te Antwerpen, bedrijfsleider bij zijn moeder Leontine Verbruggen.
- Poesele is het nabuurdorp van Nevele, waar Cyriel Buysse die ‘Het gezin van Paemel’ schreef vandaan kwam, waardoor de familie aan vaderskant voorgoed de pest aan schrijvers heeft gekregen.
- Monika verblijft hoofdzakelijk in het landelijke Poesele en gaat aldaar naar de dorpsschool.
1954-56: Op negenjarige leeftijd kreeg ze een hersenontsteking (mogelijk als gevolg van geboortetrauma). Zij verblijft twee jaar in het St.-Lukasziekenhuis te Ekeren.
1956-58: Herstelperiode in het grensdorp Essen, ten noorden van Antwerpen, bij ‘Tante Mie’ en ‘Willem’ (de familie Konings-Goossens)
- Tijdens deze periode krijgt ze privé-lessen van paters Redemptoristen (een college met kostschool voor jongens). Leest de boeken uit hun bibliotheek.
1959 – 62: Op haar veertiende gaat van Paemel op kostschool in het Heilig Graf in Turnhout, waar ze handelswetenschappen studeert om later in het familiebedrijf te werken.
- Maakt die studies niet af. Begint te schrijven. Ze wint een opstelwedstrijd waarna haar werkstuk gepubliceerd wordt in ‘Nieuw Vlaams Tijdschrift’
1963: Huwt met Theo Butzen. Het paar vestigt zich in Boechout, bij Lier.
1964: Geboorte van Saskia Butzen.
1967-1971: Werkt in het bedrijfsleven.
1968: Geboorte van Hendrika Butzen.
1969: Debuteert met twee gedichten in het Nieuw Vlaams Tijdschrift: ‘Ma soeur, van lang voor ’t concilie’ en ‘Mensen met grote geesten’.
- De gedichten zijn vrij pamfletachtig en getuigen van een persoonlijk verzet tegen de verstarde maatschappelijke normen. Vooral het tweede (proza)gedicht is zeer polemisch en representatief voor de jeugdige rebellie tegen hen die haar leven besturen. Resoluut wordt gekozen voor een individueel en gelukkig leven: “Zo wil ik naakt door de straten lopen: een privé betoging” want “ik ben alleen maar een mens gemaakt om vrij gelukkig te laten leven”.
- Haar 2 debuutgedichten kun je lezen op de website van DBNL (klik hier)
- Elders publiceerde sporadisch Van Paemel meer poëzie:
- Dietsche Warande & Belfort, 1972, CXVII, p. 30
- Chrysallis (tijdschrift), 1979, nr. 4, pp 61-62
- Roepen om de dag/Appel au jour. Gedichten en verhalen van Nederlands- en Frans-Belgische schrijvers bij elkaar gebracht in het raam van de campagne tegen politieke moorden. Leuvense Schrijversactie i.s.m. Amnesty International Belgium, 1983 (Cahier nr. 38), p. 72-89.
Vanaf 1970: Voltijds schrijfster.
Jaren ’70: Aktief in de vrouwenbeweging.
- Eind van de jaren zeventig was ze in Nederland een gewaardeerde medewerkster aan het TROS-programma “Week in Week uit” dat zich vooral tot de huisvrouw richtte. Ze werkte mee aan programma’s voor de Nederlandse VARA en de BRT-radio en werkte mee aan radioprogramma’s in België en Nederland.
- Ze is medeoprichter en een tijdlang voorzitter van de Belgische afdeling van PEN, een internationale schrijversorganisatie die opkomt voor de vrijheid van meningsuiting van schrijvers.
- Geëngageerd in de “Werkgroep Schrijversbelangen”: verdediging van de belangen van de auteur, met name de invoering van het leenrecht.
Ze is meter geweest van de Belgische vzw Balkanactie. Haar bezoek aan Sarajevo samen met hulpverleners resulteerde in 2000 in Het verschil, een reisverhaal met mijmeringen over de wereldoorlogen.
Lange tijd geldt ze als een artistieke boegbeeld van de feministische beweging. Haar vrouwelijke personages fulmineren tegen de patriarchale orde, de onderdrukkingsmechanismen en het machtsmisbruik van mannen.
1971: Haar eerste roman Amazone met het blauwe voorhoofd wordt bekroond met de debuutprijs van de V.B.V.B.
- De literaire kritiek erkent meteen haar talent. Ze wordt geprezen om haar gedurfde poëtische stijl, groot associatief vermogen en de kwetsbare maar trotse toon.
- Deze debuutroman is een zoektocht naar haar eigen identiteit en een pogen tot ontsnappen aan de kleinburgerlijkheid. Centraal staat vooral een zelfbewuste vrouwelijke hoofdpersonage dat haar rechten opeist. Evenmin als de papegaai waaraan in de titel wordt gerefereerd, zal zij haar mond niet houden.
1974: Publicatie van haar tweede roman ‘De confrontatie’. die nogal chaotisch is opgebouwd, zodat de thematische gegevens (de zelf-exploratie, waarmee in Amazone… werd begonnen ) ei zo na in de mist van een bewust opgezet vormexperiment dreigen te verdwijnen.
- Maar het boek is niet onbelangrijk in de evolutie van het werk van Van Paemel, want de vrouw zal steeds belangrijker worden en omdat zij reeds onbewust haar meesterwerk aankondigt:
- “Ik zat volkomen leeggepompt achter mijn tafel en keek met een soort koele wanhoop naar die berg papier en al die vergeefse woorden. Want ik wist plotseling heel zeker dat de hele zaak een vergissing was en dat ik nooit de moed, hettalent of het genie zou kunnen opbrengen om het boek te schrijven dat ik al die jaren ergens in mijn ingewanden heb meegesleurd” (p. 118)
1975: Het manuscript van de roman “Marguerite” krijgt de Provinciale Prijs voor Letterkunde van de provincie Oost-Vlaanderen.
1976: Publicatie van “Marguerite”, een hommage van de verstelster aan haar grootmoeder, die uit het portret naar voren treedt als een feministe avant la lettre, een monumentale vrouw, die met matriarchaal machtsvertoon haar man, haar zonen en werklui flink onder de duim hield.
“Ze maakt mij en vernielt mij. Ze ontneemt mij elke illusie en geeft me waardigheid. Ze verwerpt mij en pijnigt mij en neemt me op, alles in dezelfde beweging. Ze kwelt mij met mijn domheid, ze plaagt me met wat ik weet. Ze weet alles beter, en is onuitstaanbaar. Ze schudt mij soms heel ruw wakker. Maar ze laat me niet los. En zo is het altijd gebleven.” (p. 50-51)
In feite is deze roman het sluitstuk van een soort trilogie die de twee voorgaande romans omsluit. Haar stijl versobert, weg is de jeugdlyriek van de vroege jaren 70. Thematisch vinden we hier reeds summier de maatschappijkritische gedachtengang die de aanzet zal worden tot De vermaledijde vaders: Marguerite, de bikkelharde en zelfs cynische , op alle vlakken dominerende grootmoeder, is zo geworden onder de drang van de sociale, economische en morele omstandigheden.
1977-1981: Werkt in Brussel en Hilversum mee aan radio- en TV-programma’s.
1984: Maakt deel uit van de redactie van het tijdschrift Handen (1984- 1989) waarvan de hoofdredactie berust bij Bertien Buyl en Gabriëlle Demedts.
1985: Ook hoort ze bij de adviesraad van het nieuwe literair-culturele tijdschrift Sarafaan (1985-1986) uitgebracht door de feministische uitgeverij Sara.
1985: De jongste dochter, Hendrika, overlijdt.
Ongeveer een decennium lang verschijnen er geen romans, maar onverdroten werkte ze in deze periode aan haar magnum opus, haar proeve van meesterschap in de literatuur: De vermaledijde vaders.
1986: “De vermaledijde vaders” (1985), een werk van 400 bladzijden, wordt bekroond met
- Literaire prijs Dirk Martens van de stad Aalst;
- Prijs van de Vlaamse Provincies in 1986;
- Prijs voor letterkunde van de Stad Antwerpen (1987):
- Belgische Staatsprijs Verhalend Proza (1987);
- Prijs van de Vlaamse lezer (1988).
Vertalingen in het Duits, Frans en Zweeds.
Over De Vermaledijde vaders als voorbeeld van écriture féminine, lees :
- De subversieve schriftuur van Monika van Paemel.– Karen Couck. pp. 62-67. –
In: Gynaika / eindred. Hilde De Keyser, Hilde Keteleer. – Sint-Niklaas : Deus ex Machina, 1996 RoSa-bibnr. GIV2a/0186 - RoSa’s interview met Monika Van Paemel in 1997, lees :
- Tussen taal en werkelijkheid : het geëngageerde schrijverschap van Monika van Paemel. – Caroline Claeys ; Els Schuurmans . – In: UITGELEZEN ; jaargang 03 : nr 01 (1ste tr 1997), p. 2-16
1987 tot 2000: Voorzitter van PEN Vlaanderen
1988: Publicatie De eerste steen. Novelle
1989 tot 2002: Bestuurslid en vicevoorzitter van het Vlaams Fonds voor de Letteren.
Daarnaast is ze lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde en bestuurslid van cultureel tijdschrift De Gids.
1991-92: Gastdocente Rijksuniversiteit Groningen.
1992: De eerste steen. Roman
- De eerste steen is een uitgesproken ‘vrouwelijke roman’, waarin de mannen een duidelijk ondergeschikte rol spelen, maar waaruit ook het expliciete protest tegen de ‘heren’ uit de vorige romans is verdwenen.
- Het is tegelijk een breuk met en de voortzetting van de eerste reeks romans die eindigde met ‘De vermaledijde vaders’. Een breuk omdat het probleem van de historische continuïteit hier wordt behandeld onder de hoek van het geslacht en niet van de afstamming, wat een diepere en nieuwe dimensie toevoegt aan haar oeuvre en schrijverschap. De thematische continuïteit schuilt in het thema van de dood, in haar vorige romans gerelateerd aan de vader die meevecht in oorlogen die het leven vernietigen, hier gerelateerd aan de dood van een kind dat opgroeide in een veilige cocon van huiselijkheid.
1993: Bij Koninklijk Besluit van 16 juli 1993 ontvangt zij de adellijke titel van barones en mag zij zich Monika, Barones van Paemel noemen.
- Wapenspreuk: ‘Het Woord Getrouw’
- Na Cyriel Buysse in 1932 is Monika van Paemel de tweede auteur uit het Land van Nevele die tot de adelstand werd verheven.
Latere boeken zijn Rozen op ijs (1997), Celestien (2004), De koningin van Sheba (2008) en Weduwenspek (2013), waarmee de feministische thematiek uit Marguerite weer opgenomen werd. Haar belangrijkste werk is gebundeld in Het gezin Van Puynbroeckx (2008).
2013: Publicatie van de roman Weduwenspek
- ‘Zevende verdieping, Olivia, smeltend tussen hemel en aarde, zweet loopt tappelings over haar lijf, verkilt zonder te verfrissen. De zon heeft de godganse middag het raam bestookt, de jaloezieën konden nauwelijks de hitte temperen. Het zijn de hondsdagen, juli in het zenit, tijd voor zee en strand, het laatste wat ze wil is vastgekluisterd zijn aan een sterfbed.’
Jarenlang heeft Olivia haar echtgenoot niet gezien – tot ze naar het ziekenhuis geroepen wordt omdat hij nog maar enkele uren te leven heeft. Naast hem, in een grauwe kamer vol medische apparatuur, herinnert ze zich de ruzies, het geweld, de vernedering.
Weduwenspek is een roman over schaamte, schuldgevoel, woede en rouw, over wat rest als alle liefde is verdwenen.
BEKRONINGEN
In het begin van haar carrière wordt ze bijzonder geapprecieerd, vooral in Nederland. Haar recentere werk krijgt nogal wat kritiek. Voor Celestien; de gebenedijde moeders uit 2004 wordt Van Paemel zelfs genomineerd voor de Gouden Doerian.
- 1972: Beste literaire debuutvoor ‘Amazone met het blauwe voorhoofd’.
- 1975: Literaire prijs van Oost-Vlaanderen voor het manuscript van ‘Marguerite’.
- 1985: Literaire prijs Dirk Martens van de stad Aalst voor de roman ‘De vermaledijde vaders’.
- 1986: Prijs van de Vlaamse provincies voor ‘De vermaledijde vaders’
- 1987: Literaire Prijs van de stad Antwerpen voor ‘De vermaledijde vaders’
- 1987: Driejaarlijkse Staatsprijs voor proza voor ‘De vermaledijde vaders’
- 1988: Prijs van de Vlaamse lezer voor ‘De vermaledijde vaders’
OVER HAAR WERK
De in hoofdzaak feministisch getinte romans van Monika Van Paemel zijn geschreven in een experimentele, associatieve stijl waarin verhaal en subjectieve ervaringen samenvloeien tot een sterke eenheid. Het zoeken naar de eigen identiteit als individu in de gemeenschap en als vrouw in een mannenmaatschappij komt permanent tot uiting.
“Taal is een anker in de werkelijkheid. Wie een God zoekt die je het zwijgen oplegt is als een verliefde vrouw die niet neter weten wil.” (Uit: De vermaledijde vaders).
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
- Monika van Paemel – dbnl · digitale bibliotheek voor de …
- Monika Van Paemel geadeld
- Monika van Paemel – Wikipedia (met foto van haar geboortehuis)
- Monika van Paemel – RoSa.
Referenties
- Annelies Passchier, Weerwoord als wapen, als schild. Monika van Paemels ‘schrijverspersona’. Pp. 78-94. In: Als een wilde tuin : schrijfsters in Vlaanderen 2 / red.: Lisette Keustermans; red.: Brigitte Raskin. Amsterdam : Meulenhoff ; Antwerpen : Manteau, 1996. – 279 p. : ill.. (Schrijfsters over Schrijfsters)
SMAAKMAKER
DIETRICH
Er is veel te vergeten, maar het lukt je niet altijd.
…
Het waren mooie bomen. Nu zijn ze in mootjes gemalen. En die zullen niet op de mag liggen van de boer die ze eruit werkte. Dat is de ellende van het fijnbesnaard zijn, wat alleen maar betekent snaren hebben waar anderen op kunnen tokkelen. Ben ik bespeeld en in hoeverre hebben mijn klanken beantwoord aan het verwachte ? Ach, Dietrich, en het liedje van de eerste liefde.
…
Dat hele begin, hoe jij daar stond in de regen, naast de kronkeloprit van de autostrade. Een jonge hond.
…
Iemand zei, waarom nemen we die Duitser mee, een vreemde ? Maar jij zat naast mij. Ik kende reeds je geur. Je afgewende blik. Zet je rugzak maar neer, zei ik. Je was wat schuw, wilde niet hinderen. Het hindert helemaal niet, plaats genoeg, herhaalde ik. Ja, zei je, mooie wagen. En dat beviel me niet. Ik haatte die auto. Er was niets dat jou verplichtte zo onderdanig overwonnen over een auto te praten. Het is de mijne niet, zei ik bits. Onthutst zweeg je.
…
En wist je niet dat een rugzak een kleinere ballast is dan een Amerikaanse wagen ?
…
Waarom moet een oorlog gewonnen worden ¸waarom overwinnaars, overwonnenen ? Kankergezwel voor de volgende uitbarsting.
…
Jij bent een schim, een schaduw, een plukje verborgen brieven, met heel veel dromen tussen de zinnen. Besta je nog, zouden we elkaar na al deze tijd nog terug willen zien ?
…
Ik kan maar één keer geboren worden en dat is al één keer teveel.
…
Soms denk ik, ik weet niets meer, ik ben alles vergeten, ik ben vrij. Maar om mij heen is altijd de geur van de herinnering, dit aroma bedriegt niet, want het doet pijn. De vreugde en de liefde kunnen bedrog zijn. Maar de pijn slechts zelden.
…
Met jou in de verlaten wereld van onze onmacht even maar echt zijn. Glimlach je nu ? Waarom heb ik bij jou altijd het gevoel dat alles kan, dat ik me niet hoef te verschansen of te verdedigen ? Wat denk je, wat voel je ? Ik schrijf over mezelf aan jou. Ik schrijf m’n eenzaamheid weg. Zelfs jouw antwoord is niet noodzakelijk. Ik kan je altijd schrijven.
…
Wij zijn zoals de Joodse soldaat met een geweer waar Shalom op gegrift staat. De ene dode roept de andere op. Wij zijn de verminkten. Altijd bereid terug te slaan, zelfs als het niet nodig is. Want wij kennen de vrees, overal, in iedere vriend, in onze kinderen, in onze liefde. Ik ben bang.
…
Ik schrijf om de angst te bezweren, als een kind dat zingt in het donker. Al mijn zekerheden zijn verdwenen, alleen de pijn blijft en groeit en ik ben zieker dan ik ooit geweest ben. Wantrouw mij als ik lach. Ik kan alleen lachen tot ik huil.
Uit: Amazone met het blauwe voorhoofd. 1971
BIBLIOGRAFIE
Woordje vooraf
- Monika Van Paemel publiceerde ook verhalen in verzamelbundels. Een proeve van overzicht vindt u in de rubriek Literaire bijdragen in verzamelbundels na het chronologisch overzicht.
De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel – Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
- Literatuur Vlaanderen Vertalingendatabank
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.
Chronologisch overzicht
Literaire bijdragen aan tijdschriften
- Monika Van Paemel werkte als redacteur bij “De Gids”.
- Monika van Paemel publiceerde gedichten in Nieuw Vlaams Tijdschrift (1969/9); Dietsche Warande en Belfort (1972/1)
- Allerlei bijdragen aan de cahiers van Amnesty International, P.E.N.-Tijdingen, De Tijd, Vrij Nederland en Vrouwenagenda (1983);
- Verhalen en essays in Literair akkoord 16; Nieuw Vlaams Tijdschrift; De Vlaamse Gids; Land van Nevele; Heibel; Lef 7; Dietsche Warande en Belfort; Kunst & Cultuur; De Gids.
Literaire bijdragen in verzamelbundels en tijdschriften
Ruim gesprokkeld maar onvolledig
MONIKA VAN PAEMEL IN VERTALING
DUITS
- 1995: Der erste Stein. Duits / vert. uit het Nederlands door Maria Csollány. Stuttgart: Klett-Cotta. Fictie, gebonden. Oorspronkelijke titel: De eerste steen. Amsterdam: J.M. Meulenhoff, 1992.
- 1994: Out of Africa. Duits / vert. uit het Nederlands door Maria Csollány. s.l.: n.n., 1994. In Krautgarten: Forum für junge Literatur, jrg.13 (1994) nr.24, p.46-47. Fictie. Een keuze uit het werk. Oorspronkelijk verschenen in: Knack, 15-2-1994.
- 1993: Verfluchte Väter. Duits / vert. uit het Nederlands door Maria Csollány. Stuttgart: Klett-Cotta. Fictie, gebonden. Oorspronkelijke titel: De vermaledijde vaders. Amsterdam: J.M. Meulenhoff, 1985.
ENGELS
- 1979: Marguerite Engels / vert. uit het Nederlands door Sheila Vuijsje. s.l.: n.n., 1979. In : Home planet news, vol.1 (1979) nr.2, p.18. Fictie, Vert. van Een keuze uit het werk.
FRANS
- 1990: Les pères maudits. Frans / vert. uit het Nederlands door Marie Hooghe. Arles: Actes Sud (Lettres Néerlandaises). Fictie, paperback. Oorspronkelijke titel: De vermaledijde vaders. Amsterdam: J.M. Meulenhoff, 1985.
SLOVEENS
- 2009: Marguerite Sloveens / vert. uit het Nederlands door Boris A. Novak. Ljubljana: Studentska zalozba, (Beletrina; 227). Fictie, gebonden. Oorspronkelijke titel: Marguerite. Den Haag: Nijgh & Van Ditmar, 1976. Naw. Manca Košir.
- 2003: Razlika Sloveens / vert. uit het Nederlands door Boris A. Novak. Ljubljana Mladinska knjiga. Fictie, gebonden. Oorspronkelijke titel: Het verschil. Amsterdam Meulenhoff, 2000.
ZWEEDS
- 1994: Den första stenen. Zweeds / vert. uit het Nederlands door Per Holmer. Stockholm: Forum. Fictie, gebonden. Oorspronkelijke titel: De eerste steen. Amsterdam: J.M. Meulenhoff, 1992..
- 1989: Fäders förbannelse. Zweeds / vert. uit het Nederlands door Per Holmer. Stockholm: Forum. Fictie, gebonden. Oorspronkelijke titel: De vermaledijde vaders. Amsterdam: J.M. Meulenhoff, 1985.
- 1999: Rosor på is. Zweeds / vert. uit het Nederlands door Per Holmer. Stockholm: Forum. Fictie, gebonden. Oorspronkelijke titel: Rozen op ijs. Amsterdam: J.M. Meulenhoff, 1997.