home | Inloggen
Aantal schrijvers: 594 | Aantal boeken:

19.538

 

 

Van Nijlen, Jan

Jan van Nijlen

Antwerpen, 10 november 1884 – Ukkel, 14 augustus 1965

Eig. Joannes Joannes-Baptista Maria Ignatius

Dichter en essayist. Gebruikte ook het pseudoniem Jan van Leenen.

Tegenover de burger en plichtsgetrouwe ambtenaar – Van Nijlen was van 1919 tot aan zijn pensionering in 1949 ambtenaar bij het ministerie van Justitie – staat de dichter die zich uit de wereld heeft terug getrokken en leeft in zijn eigen droomrealiteit, waar alles echt is:

’t Is Jan van Nijlen niet
die zijn gedichten schreef,
ik ben de dichter
van de verzen die hij schreef.
Ik was het die,
terwijl Van Nijlen sliep,
bij lente- en zomertijd
door bos en weide liep,
die kruiden zocht en bloemen
en praatte met de dieren,
en die, terwijl hij op een droog kantoor
zijn ziel en zaligheid verloor,
in zijn plaats naar de wolken keek.

 

BIOGRAFIE

10 november 1884: Te Antwerpen geboren als Joannes Joannes-Baptista Maria Ignatius van Nijlen, in de Carnotstraat waar zijn vader een kleine effectenhandel dreef.

1890- 1902: Humaniora aan het Collège Notre Dame van de Jezuïeten te Antwerpen.

  • Na zijn collegetijd komt – zoals gepland – in het makelaarskantoor van zijn vader terecht. Maar lang heeft dat niet geduurd.
  • Daarna is hij achtereenvolgens bediende, corrector en journalist bij het Antwerpse Franstalige dagblad “La Métropole“, met diverse bijdragen: van artikelen over moorden, branden en diefstallen tot verslagen over toneelopvoeringen en tentoonstellingen.

1904-1905: Jan van Nijlens eerste literaire proeven – sonnetten en liederen, waarvan de oudste uit 1903 dateren – verschijnen in 1904 en 1905 in het Leuvense tijdschrift Dietsche Warande en Belfort onder pseudoniem van JAN VAN LEENEN.

1905 -1907: Staat vanaf de eerste jaargang gedichten af aan het tijdschrift Vlaamsche Arbeid (1ste reeks 1905-1914). Wordt in 1906 lid van de verruimde redactie (2de tot de vierde jaargang). Ook kritisch werk vindt hier een publicatie o a een studie over Franse symbolisten en een uitvoerig scherpzinnig stuk over Joris-Karl Huysmans en het katholicisme.

1906: Debuut onder het pseudoniem Jan van Leenen met de bundel “Verzen”.

1907: In Vlaamsche arbeid verschijnt eveneens zijn enige novelle ‘Boete’: een baudelairiaans verhaal over een jong meisje dat moet sterven als ’boete’ voor een ‘misdaad’ (zwangerschap) waaraan ze geen schuld heeft en haat onwetende minnaar alleen achterlaat.

1909: Wanneer Vlaamsche Arbeid steeds meer evolueert naar een katholieke strekking neemt de ideologisch onafhankelijke Van Nijlen ontslag als redacteur.

1909: Ontmoet te Antwerpen Jan Greshoff, die een grote stimulerende rol zal spelen in zijn literaire loopbaan. Hij  brengt hem in contact met Bloem, P.N. Van Eyck, Albert Besnard en de typograaf J. van Krimpen. Via dezelfde bemiddeling zal hij na WO I bevriend worden met Eddy du Perron en Arthur van Schendel.

In Antwerpen is hij nauw gelieerd met zijn jeugdvriend Ary Delen, terwijl hun gemeenschappelijke vriend Willem Elsschot Van Nijlens oordeel over zijn werk op prijs weet te stellen.

1910: Neemt het initiatief om zijn werk over diverse tijdschriften te verspreiden: Nieuw LevenOntwaking en  De Boomgaard, waarin hij in de eerste jaargang, 1909-1910, een studie publiceert over  Het gevoel van Charles Baudelaire.

1911: Huwt en krijgt twee kinderen.

  • In 1916 krijgen ze een dochter: Sophie en in 1921 een zoon: Charles (deze zoon sterft tijdens de Tweede Wereldoorlog in het concentratiekamp van Ellrich).

In deze vooroorlogse periode verschijnen er drie dichtbundels: Verzen (1906), Het Licht (1909) en Naar ’t geluk (1911) , waarvan hij in de eerste uitgave van zijn verzamelde Gedichten (1904-1938) er slechts enkele overhield.

  • Het zijn bundels waarin zijn poëzie evolueert van abstract naar concreet, van koortsig symbolisme naar onbevangen waarneming.
  • Opvallend is dat ‘Naar ’t geluk’ reeds niet meer in Antwerpen maar bibliofiel in Nederland was uitgegeven. Vanaf 1911 zal hij trouwens nauwelijks nog iets in eigen land publiceren.

1914-1918: Tijdens de Duitse bezetting van België (1914-1918) vluchten Van Nijlen en zijn vrouw naar het neutrale Nederland waar ze onderdak krijgen bij hun vriend, de auteur Jan Greshoff in Apeldoorn. Wanneer de oorlog blijkt te blijven duren verhuizen de Van Nijlens naar Den Haag.

  • Tijdens de oorlogsperiode verschijnen er geen dichtbundels. De Negen verzen, in 1914 bezorgd door Greshoff, komen niet in de handel.
  • Hij probeert van zijn pen te leven, kiest en vertaalt essays van Montaigne (Uren met Montaigne, 1916), bewerkt De badplaats Mont-Oriol van Guy de Maupassant (1917) en verzorgt twee deeltjes voor de reeks ‘Fransche Kunst’ onder redactie van P. Valckhof: over Francis Jammes (1918) en over Charles Péguy (1919).

1917: Na een bespreking van het oer-Vlaamse boek Pallieter van Felix Timmermans start hij in Groot Nederland, Letterkundig maandschrift voor den Nederlandschen stam met een driemaandelijkse kroniek over contemporaine Franse literatuur. De kroniek wordt stopgezet in 1934 wegens ernstig ziek en alle medewerking –ook aan andere tijdschriften als Den Gulden Winckel– wordt voor lange tijd opgeschort.

  • De gruwel van WO I heeft nagenoeg geen sporen nagelaten, op enkele gedichten na. We vinden ze terug in De lokstem en andere gedichten’ (1924) maar dateren van tijdens de oorlog:
    • 1915: het opvallend ingetogen maar navrante ‘In ballingschap’ (in: Groot Nederland, 1915)
    • 1916:  het evocatieve ‘Op de wallen der belegerde stad’(in: De Beweging 1916)
    • Een directe uiting van zijn verontwaardiging vinden we in het korte gedicht ‘Revolutie’
Waarom dooft het kanon,
de broze serenade
van uw verouderd lied,
intieme nachtegaal ?

Ook deze aan de actualiteit gebonden gedichten zijn niet opgenomen in zijn verzamelde Gedichten (1904-1938).

1918: Na de oorlog verhuist hij naar Brussel waar hij op 30 januari 1919 als vertaler in dienst treedt op de vertaaldienst van het Ministerie van Justitie.

  • De schrijver Fernand Toussaint van Boelaere is er directeur en zal er in 1943 bij zijn pensioen voor zorgen dat de perfect tweetalige Van Nijlen hem opvolgt als directeur generaal.
  • Van Nijlen wordt in 1949 in die functie op pensioen gesteld.

1923 -1925: In het Gezicht der aarde (met gedichten uit de periode 1912-1923) en De lokstem en andere gedichten (met gedichten uit de periode 1917-1925) zijn de verzen doorlopend zonder duidelijk onderscheid opgenomen.

  • Thema’s zijn: een dringend verlangen naar de verten, de overzeese gebieden (het ‘Zuiden’) en de jeugd, het verleden van de dichter.
  • De stem van het heimwee blijft gedempt op de achtergrond werkzaam, en er komt een verbondenheid met de aarde (Tot moeder aarde) aan het licht.

1928: De vogel Phoenix, weerspiegelt een crisis in het wereldbeeld van de dichter, die zich in de periode tussen de twee wereldoorlogen verder zal uitdiepen.

  • Het nieuwe wereldbeeld: De dichter keert zich in zichzelf terug, zijn wereld wordt kleurloos. Niet zonder zelfspot betreurt hij het verloren gaan van Gods licht. Het natuurkader wordt een stadsdecor, en de levensvreugde heeft plaatsgemaakt voor doodsverlangen.
  • Een ironiserende parlandotoon: maar geen rancune, geen verbittering, geen strijdbaar verzet. De dichter blijft een weemoedig mijmerende toeschouwer, die zijn vervreemding relativeert met sombere ironie en in een nadrukkelijke ‘gewone’ versvorm, die de spreektaal benadert.

1929: Krijgt voor het eerst erkenning met de Staatsprijs voor de Vlaamse letterkunde voor ‘Het aangezicht der aarde’.

1934: Mocht de Staatsprijs Vlaamse Poëzie in ontvangst nemen voor bundel  ‘Geheimschrift

1934-1943: Wordt opgenomen in de redactie van Groot Nederland, eerst samen met Frans Coenen, Elisabeth Couperus en Jan Greshoff, vanaf 1936 samen met Greshoff en Simon Vestdijk.

1940-1945: Wereldoorlog II. Van Nijlen verliest zijn zoon in het concentratiekamp van Ellrich.

  • De verzen na WOII gepubliceerd  hebben niets essentieels meer veranderd aan de wijsheid gewonnen uit relativerende zelfbeheersing die zijn verzen kenmerken.

1947: De dauwtrapper bevat tal van verwijzingen naar de oorlogsrealiteit. Zo eindigt het bittere ‘Kleine tijdzang’ op ‘alles larie, leugen, snert en snot’. Het doodsverlangen is pregnanter, maar zo ook is de droom intenser.

1948: In ‘De slaapwandelaar’ is het evenwicht herstelt. Zo luidt het titelgedicht:

Omdat mijn oude wereld werklijk is
zoals ik droomde: vriendlijk en begrensd.

1955: Ontving de vijfjaarlijkse Staatsprijs voor Letterkunde

1963: Ontving de Constant Huygensprijs ter bekroning van zijn hele oeuvre.

  • Terugkerende thema’s in zijn werk zijn het verlangen, de droom en de jeugd.
  • Jan van Nijlen was een meester in ‘het spreekvers’. Zijn werk wordt ook wel omschreven als ‘de poëzie geworden eenvoud’.
  • Zijn bekendste gedicht is ongetwijfeld ‘Bericht aan de reizigers‘, met de beginregel ‘Bestijg den trein nooit zonder uw valies met dromen’.

Overlijden van zijn vrouw.

In de nacht van 9 op 10 augustus 1965 werd hij voor en spoedoperatie opgenomen in het Molière ziekenhuis te Ukkel.

14 augustus 1965: Overlijden van Jan Van Nijlen in het Molière hospitaal te Ukkel.

Epiloog

Jan van Nijlen werd op 18 augustus begraven op het gemeentekerkhof te Ukkel. Uitgever Geert van Oorschot is zo geïrriteerd door de weinig persoonlijke en holle frases van de pastoor, dat hij mopperend de kerk uitloopt. Al in 1973 (na zeven jaar!) is het graf geruimd.

2010 : In een open brief in De Standaard pleit Brigitte Raskin ervoor om het gedicht ‘Bericht aan de reizigers’ te laten aanbrengen in het Centraal Station te Antwerpen. Daarop vergaderden de NMBS en Antwerpen Boekenstad en Raskin zelf over de mogelijkheden. Na afloop liet Paul van Aelst van de NMBS weten dat de ingenieur-architect enthousiast was over het voorstel. ‘Bericht aan de reizigers’ zou aangebracht worden in de overgangszone tussen de sporen en de stationshal. Aldus wordt een oude droom van Johan Anthierens werkelijkheid.

 

 

BEKRONINGEN

  • 1929: Staatsprijs voor de Vlaamse letterkunde voor ‘Het aangezicht der aarde’.
  • 1934: Staatsprijs  voor Vlaamse poëzie voor ‘Geheimschrift‘.
  • 1945: Provinciale Premie voor Letterkunde van de Provincie Antwerpen.
  • 1955: Vijfjaarlijkse staatsprijs voor Vlaamse Letterkunde ter bekroning van een schrijversloopbaan.
  • 1957: Prijs voor Vlaamse Letterkunde 1956 van de Gemeente Ukkel voor zijn gehele oeuvre.
  • 1961: Emile Bernheim-prijs voor ‘Te laat voor deze wereld’.
  • 1963: Constantijn Huygens-prijs  voor zijn gehele oeuvre.

Jan van Nijlen kwam nooit bij de uitreiking van een prijs. Alleen bij de uitreiking van de Emile Bernheim-prijs in 1961 was hij aanwezig en hield ook een toespraak.

MEER OVER JAN VAN NIJLEN

  • Bork, J.G. van, en P.J. Verkruijsse. 1985. De Nederlandse en Vlaamse auteurs. Van Middeleeuwen tot heden. De Haan: Weesp, p. 418.
  • Knuvelder, G.P.M. 1953. ‘Jan van Nijlen (1884-1965)’ In: Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde. Deel 4. ’s-Gravenhage : L.C.G. Malmberg, p. 494-495 en 598-599.
  • Dubois, Pierre Hubert. 1980. Over Jan van Nijlen. ’s-Gravenhage : Uitgeverij BZZTôH.

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Website

Referenties

  • Prof. Dr. M. Rutten; Prof. Dr. J. Weisgerber (red.): Van “Arm Vlaanderen” tot “De voorstad groeit” 1888-1946. Standaard Uitgeverij 1988.
  • C. Bittremieux, Jan van Nijlen Inleiding bij ‘Bedeesd maar onbedaard’  , Poëtisch erfdeel der Nederlanden; vol. 100. Heideland 1977 pp. 5-9.

SMAAKMAKER

Bericht aan de reizigers

Bestijg den trein nooit zonder Uw valies met dromen
dan vindt ge in elke stad behoorlijk onderkomen.
 
Zit rustig en geduldig naast het open raam:
gij zijt een reiziger en niemand kent uw naam.
 
Zoek in ’t verleden weer uw frisse kinderogen,
kijk nonchalant en scherp, droomrig en opgetogen.
 
Al wat ge groeien ziet op ’t zwarte voorjaarsland,
wees overtuigd: het werd alleen voor u geplant.
 
Laat handelsreizigers over de filmcensuur
hun woordje zeggen: God glimlacht en kiest zijn uur.
 
Groet minzaam de stationschefs achter hun groene hekken,
want zonder hun signaal zou nooit één trein vertrekken.
 
En als de trein niet voort wil, zeer ten detrimente
van uwe lust en hoop en zuurbetaalde centen,
 
blijf kalm en open uw valies; put uit zijn voorraad
en ge ondervindt dat nooit een enkel uur teloorgaat
 
En arriveert de trein in een vreemdsoortig oord,
waarvan ge in uw bestaan de naam nooit hebt gehoord,
 
dan is het doel bereikt, dan leert gij eerst wat reizen
betekent voor de dolaards en de ware wijzen…
 
Wees vooral niet verbaasd dat, langs gewone bomen,
een doodgewone trein u voert naar ’t hart van Rome.

In 1931 afzonderlijk verschenen als rijmprent
In 1934 gebundeld in Geheimschrift
In 1964 in Verzamelde gedichten 1903-1964 Uitg. v. Oorschot

 

Scotch Terrier in een koffiehuis

Hij zit zo rustig in het koffiehuis
Op ’t smalle bankje lusteloos te geeuwen
Als een die, overal en nergens thuis,
Tevreden is, tot aan ’t eind der eeuwen
 
Met ’t leven dat hem nimmer heeft bedrogen,
Zijn blijdschap spreekt uit ’t kwispelen van zijn staart
En gansch de vriendschap van zijn listige oogen
Groeit tot een glimlach in zijn ruigen baard.
 
Hij werd als ik in ’t Paradijs geschapen
In wilden staat en licht voor zijn plezier
Thans in dit voornaam café te slapen…
 
Een eender lot? Neen, wat men ook vertelle,
Ik ben beschaafd en dit onmondig dier
Kan voor zichzelf niet eens een glas bestellen.

 

BIBLIOGRAFIE

Woordje vooraf

  • Op de DBNL site DBNL auteur – Jan van Nijlen is een ruime selectie van zijn publicaties in diverse tijdschriften elektronisch beschikbaar.
  • Zoals verscheidene van zijn vrienden getuigden, was Van Nijlen van nature eenzelvig mensenschuw en teruggetrokken. Hij gaf zijn werk slechts moeizaam prijs. Zijn dichtbundels liet hij bij voorkeur in zeer beperkte oplagen en in bibliofiele edities verschijnen.
  • Deze bibliografie telt 2 rubrieken: 1. een chronologisch overzicht / 2. Jan van Nijlen in vertaling.

De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij

  • Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen
  • Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel – Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
  • POËZIECENTRUM vzw – Gent
  • Mededelingen van de Documentatiedienst (1954-1992), ‘van Nijlen 1884-1965’

Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.

Chronologisch overzicht

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1906 Verzen. (poëzie)

Onder de naam : JAN VAN NYLEN
Van dit boek werden – bibliofiel – vijftien exemplaren gedrukt op Japans papier, genummerd van 1 tot 15 – N°…
(bruinachtig perkamentpapieren omslag met op de voorzijde een doornenkroon in goudstempeling waarbinnen de titel in rooddruk.)
Van Nijlen 12 Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel. -87 + [V]p.

Afmetingen: 20.50 x 15.50

1907 Volkslied. (vouwblad)
1908 De boete. (novelle) In: Vlaamsche arbeid
1909 Het licht. (poëzie)

Bevat de cycli: Het licht; Venezia; Ziel en leven; Liederen.
Antwerpen: Boekhandel Flandria. / Bussum: C.A.J. Van Dishoeck. -87p.

Afmetingen: 17 x 13 (ingenaaid)
Drukkerij ’t Kersouwken, Antwerpen.

1909 Het gevoel van Baudelaire. (essay) In: De Boomgaard (1909-1910)
1911 Naar ’t geluk. (poëzie)

Onder de naam : JAN VAN NYLEN

‘s-Gravenhage: De Zilverdistel. -60p.

Afmetingen: 30 x 24
Oplage: 40 exemplaren op Hollandsch papier [Van Gelder Zonen]; [druk Johan Enschedé en Zonen];

1914 Negen verzen. (poëzie)

Bezorgd door Jan Greshoff.
Uitgegeven zowel op gewoon papier als op luce Haesbeek.
Apeldoorn: [J. Greshoff]. -16p.

Afmetingen: 18.50 x 14

Overdruk uit Het Jaar der Dichters van 1915 (1914) door J. Greshoff in zeer beperkte oplage, waarvan zowel exemplaren op gewoon papier – met als titel Negen Verzen, als exemplaren op luxe Haesbeek bestaan. In de luxe exemplaren is de eerste strofe van het eerste gedicht (Beminnelijke Nacht) opnieuw gezet, met vóór die strofe een grote rode beginkapitaal.

1916 Uren met Montaigne. Een keur van stukken uit zijne werken. Vertaald en van een inleiding en aanteekeningen voorzien door Jan Van Nijlen (vertaling uit het Frans) Baarn: Hollandia-drukkerij. -208p.

Reeks: Boeken van wijsheid en schoonheid.
Afmetingen: 19 x 15.50

1917 Guy de Maupassant, ‘De badplaats Mont-Oriol’. (vertaling)

Bewerkt door Jan van Nijlen.
Met een bandontwerp door André Vlaanderen

Amsterdam: Van Holkema & Warendorf. -200p.

Reeks: De meesterwerken / Guy de Maupassant. – vol. [ 3]
Afmetingen: 16 x 12
1918 Francis Jammes. (essay en bloemlezing)

Met een bloemlezing ‘Uit het werk van Francis Jammes’ achterin.
Met een foto van Orthez en een portretfoto van F. Jammes.

Leiden: . A.W. Sijthoff’s Uitgevers-Maatschappij. -126 blz. + 2 bladen met foto’s.

Reeks: Fransche kunst. – Leiden; vol. 4
Afmetingen: 19.50 x 13.50

1919 Charles Péguy. (essay en bloemlezing)

Met een bloemlezing Uit het werk van Charles Péguy achterin.
Met een reproduktie van een portret van Charles Péguy naar een schilderij van Pierre Laurens.

Leiden: A.W. Sijthoff’s Uitgevers-Maatschappij. -124 blz. + 1 blad met reproduktie.

Reeks: Fransche kunst. – Leiden; vol. 11
Afmetingen: 20 x 13.50

1923 Het aangezicht der aarde. Verzen. (poëzie – bibliofiele uitgave)

Staatsprijs 1923 voor de Vlaamse letterkunde
Arnhem: Hijman, Stenfert Kroese en Van der Zande. -48p.

In een oplage van 150 exemplaren.
Afmetingen: 26 x 18.50
1924 De lokstem en andere gedichten. (poëzie – bibliofiele uitgave)

1925: Tweede druk van De lokstem en andere gedichten en van Zeven gedichten Met een Bibliographische aanteekening achterin.  In de reeks Trajectum ad Mosam [A.A.M. Stols], Maastricht, gedrukt in October 1925, 48 blz., oplage 200/20, 20 x 13.5

Van Nijlen 4 ’s Gravenhage:  A.A.M. Stols. -41p.

Afmetingen: 16.80 x 14.20 (ingenaaid)
Colofon: To the happy few.
‘De lokstem en andere gedichten’ door Jan van Nijlen werd in april 1924 door A.A.M. Stols als eerste boek voor zijn vrienden gedrukt in een oplage van 50 exemplaren, welke allen door den dichter en door den drukker van hunne handteekening werden voorzien. N° …
1924 De dichters van ’t Fonteintje : Karel Leroux, Reimond Herreman, Richard Minne, Maurice Roelants : een keur uit hun gedichten. Verzameld en ingeleid door Jan van Nijlen. Maastricht: A.A.M. Stols. -124p.

Reeks: De schatkamer. – Maastricht; vol. 6
1925 Zeven gedichten. (poëzie)

Gedrukt in december 1924, op de markt in januari 1925

Maastricht : Boosten en Stols. -16p.

Afmetingen: 16 x 12
Oplage 25 exemplaren

1928 De vogel Phoenix. (poëzie) Brussel en Maastricht: A.A.M. Stols. -44p.

Reeks: Trajectum ad mosam; vol. 26
Afmetingen: 21 x 13.50
Oplage: 300 genummerde exemplaren waarvan 75 op Pannekoek die gereserveerd waren voor de vaste intekenaren.
1929 Heimwee naar het zuiden (bloemlezing door E. du Perron)

Keuze uit de gedichten van Jan van Nijlen [door E. du Perron] in chronologische volgorde.
Met een portret door Sacha Klerx.
Brussel: E. Du Perron. -95p.

Afmetingen: 25.50 x 16.50
Deze keuze uit de gedichten van Jan van Nijlen werd in chronologische volgorde gedrukt voor E. du Perron, in niet meer dan dertig exemplaren, bij A. Breur.
1931 Bericht aan de reizigers. (rijmprent)

Teekeningen van Jo Spier.

Haarlem: Joh. Enschedé en Zonen. -2p.

Afmetingen: 51.50 x 18
Reeks: Rijmprenten nr 8

1934 Geheimschrift (poëzie)

Staatsprijs 1934 voor Vlaamse poëzie
Haarlem: Joh. Enschedé en Zonen. -45p.

Afmetingen: 20.50 x 12.50 (gebonden – harde kaft stofomslag ?)
Colofon: Van deze bundel zijn 12 exemplaren op Japansch papier gedrukt.
1934 Gedichten van Jan van Nijlen.

Gekozen uit zijn bundels Verzen, Het licht, Naar ’t geluk, Het aangezicht der aarde, De lokstem, De vogel Phoenix en Geheimschrift en uitg. ter gelegenheid van zijn vijftigsten verjaardag, 10 november 1934.
Verzameld en ingeleid door Jan Gresshoff.
Haarlem: Joh. Enschedé en Zonen. -124p.

Afmetingen:24.50 x 15

1938 Het oude kind. (poëzie – bibliofiele uitgave)

Niet in de handel en bestemd voor de vrienden van de dichter en de drukker

Maastricht: Negende Nederlandsche Druk van De Halcyon Pers [A.A.M. Stols]. -48p.

Afmetingen: 25.50 x 18 (papieren band in linnen cassette)
Oplage 30/30

Gezet met de letter ‘Bembo’ van Francesco da Bologna, gezegd Griffi, en gedrukt door A.A.M. Stols te Maastricht in een oplage van 30 exemplaren op geschept papier met eigen watermerk

1938 Gedichten van Jan van Nijlen 1904-1938. (poëzie – verzamelbundel)

Met een Aanteekening en een Bibliographie der dichtbundels van Jan van Nijlen achterin.
Bevat: Eerste verzen; Het aangezicht der aarde; De lokstem; De vogel Phoenix; Geheimschrift; Het oude kind.
Titel op stofkaft: ‘gedichten 1906 – 1938’; Bijvoegsel: ‘Over de gedichten van Jan van Nijlen’ K. Van de Woestijne e.a.
1944: 2de druk. A.A.M. Stols, ‘s-Gravenhage, 212 blz., 13.5 × 20 cm.
Van Nijlen 5 Maastricht: A.A.M. Stols. -211p.

Afmetingen: 19.40 x 13.50 (gebonden – harde kaft stofomslag)
Colofon: Van deze uitgave werden 20 exemplaren gedrukt op G.H.B.-Tekst-Papier * Gezet met de ‘Bembo’ letter en gedrukt bij de firma Boosten & Stols te Maastricht.
 

 

1941 Betooverd Bosch.

Teekening van Jan Roede.
 
Van Nijlen 3a
Van Nijlen 3 ‘s-Gravenhage: A.A.M. Stols. -4p.

Reeks: Orpheus. – ‘s-Gravenhage; vol. 10.
Afmetingen: 25 x 16.20 (geniet)
Gedrukt 1941 [mei 1942],

Van Nijlen 3b

1942 Aan Ceres. (rijmprent).

Geïllustreerd door J.F. Doeve.

Nota: Hoewel deze rijmprent ook afzonderlijk is verspreid, maakt zij deel uit van de uitgave: Twaalf rijmprenten van Nederlandsche kunstenaars. Bijeengebracht en verzorgd door Prof. G.V.A. Röling en J. van Krimpen. Met een inleidend woord van J.W.F. Werumeus Buning. Van Holkema en Warendorf N.V., Amsterdam, 1942, 8 blz. + 12 bladen rijmprenten, 27 × 39.5 cm.

Amsterdam: Van Holkema en Warendorf N.V. -2p.

Afmetingen: 39 x 27

1947 De dauwtrapper. (poëzie) Van Nijlen 2 ‘s-Gravenhage: A.A.M. Stols. -47p.

Afmetingen: 24.50 x 16.30 (gebonden – harde kaft stofomslag)
Colofon: Gezet uit de letter ‘Bembo’ en gedrukt op de persen van de firma Boosten & Stols te Maastricht in een oplaag van 1.000 exemplaren op geschept Hollandsch papier van G.H.Bührmann’s Papiergroothandel N.V.
1948 De slaapwandelaar. (poëzie) ’s-Gravenhage: Dertiende Nederlandsche druk van De Halcyon Pers [A.A.M. Stols] -24p.

Afmetingen: 25.50 x 16.50
Oplage 30 exemplaren.
G
ezet in juni 1948

1948 Verzamelde gedichten 1904-1948. (poëzie – verzamelbundel)

Met een Bibliographie der dichtbundels en rijmprenten van Jan van Nijlen achterin.Bevat: Eerste verzen; Het aangezicht der aarde; De lokstem; De vogel Phoenix; Geheimschrift; Het oude kind; De dauwtrapper; De slaapwandelaar.
1964: Herziene en vermeerderde uitgave bij G.A. Van Oorschot,  Amsterdam.
2003: Nieuwe uitgave van de editie 1964 bij G.A. Van Oorschot,  Amsterdam.
’s-Gravenhage: A.A.M. Stols. -264p.

Afmetingen: 23 x 15 (gebonden harde kaft)
Colofon: Gezet uit de letter ‘Bembo’ en gedrukt op de persen van drukkerij Boosten & Stols te Maastricht in het jaar 1948.
Buiten de gewone oplaag werden 20 genummerde exemplaren gedrukt op Hollandsch papier van Van Gelder Zonen.
Bindwerk van de N.V. v/h J. Giltay en Zoon te Dordrecht.

Stofomslag en bandstempels: H. Salden.
Titelpagina in tweekleuren druk: zwart-bruin.
1955 Herinneringen aan E. du Perron. (essay)

Met een portretfoto van E. du Perron op het stofomslag.
1981: 2de uitgave bij G.A. Van Oorschot,  Amsterdam

Amsterdam : G.A. van Oorschot. -64p.

Afmetingen: 20 x 12.50

Elektronisch beschikbaar via Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
1957 Te laat voor deze wereld. (poëzie)

Band en stofomslag werden vervaardigd door Helmut Salden
Bevat de cycli: Gedichten; Kwatrijnen.
 
Emile Bernheim-prijs 1961

 

Van Nijlen 6 Amsterdam : G.A. van Oorschot. -79p.

Afmetingen: 19.50 x 12 (ingenaaid – harde kaft met stofomslag)
Colofon: Deze eerste druk van ‘Te laat voor deze wereld’ door Jan van Nijlen werd in opdracht van G.A. van Oorschot uitgever te Amsterdam uit de Bembo gezet en gedrukt door N.V. Drukkerij G.J. Thieme te Nijmegen en gebonden door Elias P. van Bommel te Amsterdam.
1959 Jan van Nijlen. (monografie)

Samengesteld en ingeleid door P.H. Dubois.
Brussel: Manteau, A. N.V. voor het Ministerie van Openbaar Onderwijs -40 p.

Afmetingen: 22.60 x 13.80 (ingenaaid geïllustreerde kartonnen kaft)
Reeks: monografieën over Vlaamse Letterkunde deel 14.

1964 Verzamelde gedichten 1903-1964. (poëzie – verzamelbundel)

(ed. C. Bittremieux)
Bevat: Verzen; Het licht; Naar ’t geluk; Het aangezicht der aarde; De lokstem; De vogel Phoenix; Geheimschrift; Het oude kind; Berijmde prenten uit het aards paradijs; De dauwtrapper; De slaapwandelaar; Te laat voor deze wereld; Mijn makker uil; Soms met een vriend.
Band en stofomslag en typografische verzorging door Helmut Salden
Herziene en vermeerderde uitgave.
Eerder uitgegeven onder de titel ‘Verzamelde gedichten 1904 – 1948’ in 1948.
Van Nijlen 7 Amsterdam: G.A. Van Oorschot. -430p.

Afmetingen: 19.50 x 11.80 (gebonden – harde linnen kaft met stofomslag)
Colofon: Deze herziene en vermeerderde uitgave van ‘De verzamelde gedichten’ van Jan van Nijlen werd in opdracht van G.A. van Oorschot uitgever te Amsterdam uit de Bembo gezet en gedrukt door N.V. Drukkerij G.J. Thieme te Nijmegen en gebonden door Elias P. van Bommel te Amsterdam.
Van deze uitgave werden 10 exemplaren in leer gebonden, die niet in de handel zijn.
1966 ‘Druilende burgerij: jeugdherinneringen van een eenzelvig man’.

Verzameld en ingeleid door Clement Bittremieux.
1982: Uitgegeven in boekvorm bij G.A. Van Oorschot, Amsterdam.
In: Tirade. Vol. 10, afl. 111 (maart), p. 131-191.
POSTUME UITGAVEN
1977 Bedeesd maar onbedaard. (bloemlezing)

Verzameld en ingeleid door Clement Bittremieux.
Bevat gedichten uit: Naar ’t geluk; Het aangezicht der aarde; De lokstem en andere gedichten; De vogel Phoenix; Geheimschrift; Het oude kind; Soms met een vriend; Berijmde prenten uit het aards paradijs; De dauwtrapper; De slaapwandelaar; Te laat voor deze wereld; Mijn makker uil.
Omslagontwerp: C.L.M.C. Witte-Brooymans.
Van Nijlen 1 Hasselt: Heideland-Orbis. -76 p.

Reeks: Poëtisch erfdeel der Nederlanden; vol. 100
Afmetingen: 18 x 10.80 (pocket)
1981 Herinneringen aan E. du Perron.

Tweede editie – eerste uitgave 1955
Amsterdam: G.A. Van Oorschot. -64p.
1982 Druilende burgerij. Jeugdherinneringen van een eenzelvig man.

Het omslagontwerp is van Gerrit Noordzij.
In maart 1966 vulden deze jeugdherinneringen al een compleet nummer van ‘Tirade’.
Amsterdam: G.A. Van Oorschot. -58p.

Afmetingen: 20 x 12.50 (garenloos gebrocheerd – zachte kaft)
Colofon: Druilende burgerij naar een nagelaten handschrift van Jan van Nijlen werd bezorgd en van een verantwoording voorzien door C. Bittremieux. Het werd voor het eerst gepubliceerd in Tirade jaargang 10 nr. 111 van maart 1966. In opdracht van G.A. van Oorschot, uitgever te Amsterdam, werd het gezet uit de Bembo, gedrukt door de Koninklijke drukkerij G.J. Thieme bv te Nijmegen en gebonden door Boekbinderij Delcour te Hilversum.

1985 E Cinere Phoenix. (gelegenheidsuitgave – bibliofiel)

Gedrukt in drie kleurendruk (goudbruin, rood en zwart).
De Engelse weergave van het gedicht is van de hand van H.G. Liebentrau.

De tekst werd door de Veerpers te Amsterdam gezet en gedrukt in een oplage van 125 ex. waarvan 118 arabisch genummerd op Zerkall, en 7 romeins genummerd op Wookey Hole Royal, welke laatste werden gebonden in limp vellum.

Amsterdam: Phoenix Editions. -12pp

Colophon: E Cinere Phoenix van Jan Van Nijlen werd uitgegeven voor de vrienden en de relaties van Binderij Phoenix Editions ter gelegenheid van de jaarwisseling 1984-1985.De Nederlandse versie werd met vriendelijke toestemming van G.A. van Oorschot’s uitgeversmaatschappij overgenomen uit de tweede druk van de Verzamelde gedichten (1979)

1997 Wijsheid. (rijmprent)

Rijmprent zonder prent, gedrukt in rood en zwart, gezet uit de Spectrum, gedrukt tijdens de boekenbeurs in Leiden in de Pieterskerk op 11 & 12 sept.

Leiden: Antiquarische Boekenbeurs. [Avalon Pers]

Formaat: 26.80 x 16 gedrukt op stevig papier.
Met de hand gezet en gedrukt in rood en zwart

2003 Verzamelde gedichten 1903-1964. (poëzie)

(ed. C. Bittremieux) 3de druk
Bevat: Verzen; Het licht; Naar ’t geluk; Het aangezicht der aarde; De lokstem; De vogel phoenix; Geheimschrift; Het oude kind; Berijmde prenten uit het aards paradijs; De dauwtrapper; De slaapwandelaar; Te laat voor deze wereld; Mijn makker uil; Soms met een vriend.
Eerste druk 1948; vermeerderde 2de uitgave 1964
Van Nijlen 8 Amsterdam: G.A. Van Oorschot. -430p.

Afmetingen: 20 x 12.20 (gebonden – harde linnen kaft met stofomslag)
Colofon: Deze opnieuw herziene uitgave van de ‘Verzamelde gedichten’ van Jan van Nijlen werd in opdracht van Uitgeverij G.A. van Oorschot gezet uit de Bembo door Perfect Service te Schoonhoven. Het boek werd gedrukt op 90 grams Oxford Crème door Drukkerij Groenevelt te landgraaf en gebonden door boekbinderij Van Waarden te Zaandam.
Het ontwerp voor band en omslag is van Gerrit Noordzij.

JAN VAN NIJLEN IN VERTALING

FRANS

  • 1963:  Poèmes Frans / vert. uit het Nederlands door Henry Fagne. Uitgever: Henry Fagne, Bruxelles (Poetes Néerlandais). Poëzie, paperback. Vert. van een keuze uit: Lokstem (1925); Het oude kind (1938); De dauwtrapper (1947); Te laat voor deze wereld (1957); De slaapwandelaar (1948).

ITALIAANS

  • 1964:  Poesia Italiaans / vert. uit het Nederlands door Francesco Piselli.Uitgever:  Centro di Attivita’ e Documentazione di Poesia Contemporanea Milano (Cedole di poesia; serie Europa; Belgio). Poëzie, paperback. Vert. van Een keuze uit het werk.
  • 1964: Poesie scelte Italiaans / vert. uit het Nederlands door Francesco Piselli. s.l.: n.n.W, 1964. Poëzie, Vert. van Een keuze uit het werk
  • 1966: Jan van Nijlen. Italiaans / vert. uit het Nederlands door Ida Garzonio; Maria Vailati. Uitgever: onbekend, 1966. Non-fictie, Vert. van Jan van Nijlen. Samengesteld en ingeleid door P.H. Dubois.. Brussel: Manteau,A. N.V. voor het Ministerie van Openbaar Onderwijs, 1959. Met bloemlezing.
  • 1966:. Piccola antologia a cura di Maria Vailati Nr. 7 Italiaans / vert. uit het Nederlands door Ida Garzonio. Uitgever: Gli Amici di Poíesis, Milano. Poëzie, Vert. van Een keuze uit het werk.

HONGAARS

  • In het Hongaars vertaalde gedichten van Jan van Nijlen verschenen in het Hongaarse tijdschrift ‘Nagyvilág’.