Maakt deel uit van:De bezettingsgeneratie
Hubert van Herreweghen
Pamel, 16 februari 1920 – Dilbeek, 4 november 2016
“De meeste warse taalknarsende vernieuwer” (dixit Herman de Coninck)
Dichter, televisiepionier, journalist en samensteller van een jaarlijkse bloemlezing van gedichten die in tijdschriften verschijnen.
BIOGRAFIE
16 februari 1920: Geboorte van Hubert Felix Arthur van Herreweghen in het Vlaams-Brabantse Pamel.
- Na zijn opleiding tot regent,was hij heel even werkzaam in het onderwijs en in de administratie, maar in 1944 stapt hij over naar de journalistiek.
1943: Debuteert als dichter tijdens de oorlog met de bundel Het jaar der gedachtenis.
- Samen met zijn generatiegenoten Anton van Wilderode, Jos de Haes en Christine D´Haen behoort hij tot de zogenaamde „bezettingsgeneratie“.
- De dichter presenteert er een jaarkrans die geheel in het teken staat van de dood. De opdracht luidt overigens ‘Aan mijn dode gezellen’ en het motto is ontleend aan het laatmiddeleeuwse Egidiuslied.
1943: Wordt redacteur van het tijdschrift Podium (1943-1944), en wanneer dat tijdschrift vervangen wordt door het poëzietijdschrift De Spiegel (1945-1946), zetelt hij in de redactie van dat blad.
1947: Redactielid van Dietsche Warande & Belfort, een functie die hij lang zal blijven uitoefenen.
- Van Herreweghen wordt ook bekend als samensteller van een jaarlijkse bloemlezing van gedichten die in tijdschriften verschijnen. Eerst doet hij dat werk samen met zijn vriend Jos de Haes, na diens overlijden in 1974 met Willy Spillebeen. Sinds 2001 is van Herreweghens taak in dat project overgenomen door Hugo Brems.
- Gedichten, Davidsfonds, Leuven – jaarlijkse bloemlezing uit de tijdschriften van Noord en Zuid, telkens 65 p.
- Samen met Spillebeen maakte hij eveneens een driedelig overzicht van de Nederlandstalige poëzie van 1880 tot 1985
1950: Maakt de overstap naar de audiovisuele media en gaat aan de slag bij de NIR, de voorloper van de BRT nu VRT. Hij presenteert daar aanvankelijk Ten huize van .. en Beschuldigde, sta op.
1956: Met P.H. Dubois is redacteur van het Poëtisch akkoord, een bloemlezing uit tien jaar Noord- en Zuid-Nederlandse poëzie.
1961: Komt aan het hoofd van de Dramatische Dienst bij de Televisie, een functie die hij tot zijn pensioen zou vervullen.
- Als producent was hij onder andere verantwoordelijk voor Wij, heren van Zichem en ‘Schipper Naast Mathilde’.
1961: Ontvangt de Driejaarlijkse Staatsprijs voor Poëzie.
1977: Na de uitgave van zijn Verzamelde gedichten in de prestigieuze reeks ‘De gulden veder’ treedt een kentering op in zijn dichterschap. Van Herreweghen stelt zich in zijn poëzie meer op als de wandelaar, de monkelende observator, die met zichtbaar genoegen de kleine dingen rondom zich gadeslaat en snel noteert.
Zelden ben ik nog een dichter
als van Orfeus wordt verhaald
die in de onderwereld daalt
meer een landloper die lichter
naar hij dieper ’t veld in dwaalt
vogelschrik of vredestichter
alles groet wat ademhaalt.
1983: Wordt lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde.
2003: Ontvangt de Orde van de Vlaamse Leeuw voor zijn bijdrage aan de Vlaamse cultuur.
2015: Tweeënzeventig (72!) jaar na ‘Het jaar der gedachtenis’, zijn poëziedebuut uit 1943, treedt Hubert van Herreweghen op 1 februari met ‘De bulleman en de vogels’, zijn nieuwste dichtbundel, weer voor het voetlicht. Met zijn bijna 95 jaar is hij de nestor van de Vlaamse poëzie.
4 november 2016: Hubert van Herreweghen overlijdt.
Epiloog
2020: Bij uitgeverij P te Leuven verschijnen in een stevig boekdeel zijn Verzamelde Gedichten, bezorgd door Dirk de Geest en Patrick Lateur.
Meer over Van Herreweghen
- Spillebeen, Willy. 1973. Hubert van Herreweghen. Brugge: Uitgeverij Orion – N.V. Desclée De Brouwer.
- De Geest, Dirk. 1988. ‘Hubert van Herreweghen.’ In: Hugo Brems, Tom van Deel, Ad Zuiderent (red.). Kritisch lexicon van de Moderne Nederlandstalige Literatuur. Groningen: Martinus Nijhoff Uitgevers. 31e aanvulling (november 1988).
- Spillebeen, Willy. 1978. ‘De dichter Hubert van Herreweghen.’ In Dietsche warande en Belfort: tijdschrift voor letterkunde, kunst en geestesleven. 123, 2, p. 130-136.
BEKRONINGEN
- 1945: de Prijs van de provincie Brabant
- 1955: de Arthur Merghelynckprijs voor poëzie.
- 1961: Driejaarlijkse Staatsprijs voor Poëzie.
- 1985: De Standaardprijs
- 1997: de Emiel Bernheimprijs voor de bundel Karakol.
- 2003: de Orde van de Vlaamse Leeuw voor zijn bijdrage aan de Vlaamse cultuur.
- 2006: de Prijs voor letterkunde van de Vlaamse Provincies voor zijn gehele oeuvre.
Uit: G.J. van Bork en P.J. Verkruijsse, De Nederlandse en Vlaamse auteurs (1985)
Zijn gedichten zijn doorgaans klassiek van vormgeving, met een grote aandacht voor de muzikale en ritmische uitbouw van het vers. Thematisch is deze poëzie doordrenkt van permanente onrust, het besef van onverzoenbare tegenstellingen. Opmerkelijk hierbij is hoe een existentialistisch ideeënstelsel wordt gecombineerd met een religieus (i.c. katholiek) perspectief. Liefde en dood, ziel en lichaam, tijd en eeuwigheid, verlossing en zondebesef zijn enkele van de dualismen die de dichter in zijn poëzie wel treffend weet te verwoorden, zonder ze evenwel te kunnen opheffen. Aan de basis van zijn poëzie liggen telkens herinneringen uit de kindertijd, alledaagse ervaringen, de nauwkeurige observatie van de natuur, de relatie tussen man en vrouw.
Uit: Paul Demets in De Morgen Uitgelezen 9.12.2009
Sinds zijn bundel ‘Aardewerk’ (1984) heeft Van Herreweghen’s poëzie zich wat meer losgemaakt van het klassieke idioom, omdat zijn poëzie expressiever werd. Dat zien we alleen al aan de vorm: sommige versregels springen er letterlijk uit op de pagina. Maar Van Herreweghen is als dichter ook een schatbewaarder, die ons in deze bundel (Webben & Wargaren) weer woorden cadeau doet die in onbruik zijn geraakt en nochtans een hele wereld van associaties oproepen, alleen al door hun klankkleur: alsem, spalier, mandoria of bornput.
De titel ‘Webben & Wargaren’ suggereert hoe de mens verstrikt raakt in het bestaan. Die negatieve kant, in het licht van de ouderdom, zit duidelijk in deze bundel, maar Van Herreweghen verpakt dat in een aandoenlijk vitaal beeld:
Ik krijg geen kam meer door mijn haren, ik heb iets vast en laat het los, der dingen zijn is zonder zin, der mensen ’t hulpeloos gebaren. Ik ben de wind, ik stoei met blaren, ik houd iets vast en laat het los, ’t verstrikt in een wild warregaren, de vingeren vinden geen begin, ’t steekt er niet uit, ’t steekt er niet in. Ik had iets vast en liet het los, ’t is met de wind gaan spelevaren.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Website
- NEDWEB/Literatuur in context – Herreweghen, Hubert van
- DBNL auteur – Hubert van Herreweghen
Referenties
- Paul Demets in De Morgen Uitgelezen 9.12.2009
SMAAKMAKER
Gister was het carnaval
Uit: Gedichten III (1961)
Gister was het carnaval waar het vlees tracht te vergeten dat het dra bederven zal. Het vlees heeft een slecht geweten daarom was het overal in een narrenpak gezeten. Gister was het carnaval waar het ondraaglijke weten van het lijfelijk verval wordt bedrogen met veel eten, samen rammelen aan de keten, samen loeien in de stal. Warme vastenavondvrienden, vriendschap kan geen leven binden, masker is dat en bedrog. Kunt gij heden zingen nog zoals wij deze nacht in de kroeg dansten en dreunden toch ?
Het kruis
Uit: Gedichten (1953)
Er is maar één alternatief: wordt ik gered of niet gered. De dood zal komen als een dief op straat, in ’t drankhuis of in ’t bed. Er is maar één alternatief: wordt ik gered of niet gered. Het leven is mij luttel lief als mij niet wast van elke grief van zonde en zelfgezochte smet het Bloed dat alle wonden bet. Er is maar één alternatief: wordt ik gered of niet gered. Kruis op Golgotha rechtgezet oor ’t enig doel, ’t enig gerief, droppelend Bloed, als de trompet van ’t oordeel schalt, zegel mijn brief. Er is maar één alternatief: wordt ik gered of niet gered.
BIBLIOGRAFIE
Woordje vooraf
De bibliografie bestaat uit 4 delen:
A. Chronologisch overzicht van de poëzieuitgaven; B. Bloemlezingen (samen met Jos de Haes en later met Willy Spillebeen); C. Vertalingen en bewerkingen; D. Essayistisch werk in tijdschriften (selectie).De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel – Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- POËZIECENTRUM vzw – Gent
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.
A. Chronologisch overzicht van poëzieuitgaven
B. Bloemlezingen (samen met Jos de Haes en later met Willy Spillebeen)
- Gedichten: Gedichten, Davidsfonds, Leuven
- Jaarlijkse bloemlezing uit de tijdschriften van Noord en Zuid, telkens 65 p. (meerdere jaargangen). In samenwerking met aanvankelijk Jos de Haes, later Willy Spillebeen.
C. Vertalingen en bewerkingen
- De Maeyer, Charles. 1963. Paul Hankar. Vertaald uit het Frans door Hubert van Herreweghen. Brussel: Meddens. 16, 28 p.
- Meuris, Jacques.1964. Roel D’Haese. Vertaald uit het Frans door Hubert van Herreweghen en Bert Decorte. Brussel: Meddens. 16 p., 28 p. pl
D. Essayistisch werk in tijdschriften (selectie)
1953 | ‘Anton van Duinkerken en Vlaanderen’. | In: Roeping: cultureel maandblad. 29, nr. 1, p. 33-34. |
1957 | ‘Jan Hammenecker’. | In: Dietsche Warande en Belfort. 102, p. 429-432. |
1960 | ‘Over: Demedts, André. Vaarwel. 3e, herz. dr. Brugge [etc.]’ | In : Stroming: bibliografisch informatiebulletin. 12, nr. 2, p. 11. |
1968 | ‘Afscheid van Anton van Duinkerken’. | In: De Brusselse post: maandblad voor Vlamingen te Brussel en elders: orgaan van het Vlaams Komitee voor Brussel. 18, nr. 8, p. 2. |
1983 | ‘Herdenking van Maurice Gilliams’. | In: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal – en Letterkunde. nr. 3, p. 530-534. |
1985 | ‘Over de trillingen van woorden en dingen: Hubert van Herreweghen in gesprek met Stefaan Evenepoel.’ | In: Onze alma mater: orgaan van de “Vlaamsche Leergangen te Leuven”. 39, nr. 4, p. 301-315. |
1986 | ‘Het ritmisch princiep is het begin van alles’. | In: Poëziekrant: tweemaandelijks tijdschrift. 10, nr. 3, p. 4-5. |
1993 | ‘Gedichten.’ | In: Maatstaf: maandblad voor letteren. 41, nr. 10-12, p. 221-224. |
1994 | ‘Gedichten.’ | In: Ons erfdeel : kultureel tijdschrift voor Zuidvlaamse werking in Vlaams-Nederlands-Suidafrikaanse samenwerking. 37, nr. 3, p. 371-372. |
1994 | ‘Zwiep.’ | In: Dietsche warande en Belfort : tijdschrift voor letterkunde, kunst en geestesleven. 139, nr. 6, p. 680-686. |
1995 | ‘Lavei.’ | In: Dietsche warande en Belfort : tijdschrift voor letterkunde, kunst en geestesleven. 140, nr. 6, p. 688. |
2002 | ‘Begroeting van Frans de Haes’. | In: Jaarboek van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal – en Letterkunde, p. 66-68. |