Maakt deel uit van:de vijfenvijftigersErotische literatuur in Vlaanderen
Claude C. Krijgelmans
Aalst, 9 januari 1934
Prozaschrijver.
Behoorde tot de generatie auteurs die in de jaren zestig het experiment in de roman tot zijn uiterste consequenties doorvoerden.
Door zijn ongehoorde taalcreativiteit is Krijgelmans een unieke verschijning in de Nederlandse letteren.
Parallel aan zijn literaire carrière schreef hij onder het pseudoniem ‘Jug me Bash’ een aantal sterk erotische boeken. Onder het pseudoniem Karel Elleveest publiceerde hij een Eroties Woordenboek
BIOGRAFIE
9 januari 1934: Geboren te Aalst.
1959: Debuteerde met verhalen waarvan ‘Moderatus Caligula’ meteen opgenomen werd in Het Nieuw Vlaams Tijdschrift (redacteuren: Herman Teirlinck, Ivo Michiels).
1961: Publicatie van de novelle ‘Messiah’, eerst in NVT daarna bij De Bezige Bij te Amsterdam, wat meteen een erkenning inhield binnen de institutie van de betere, en inzonderheid modernistische literatuur inhield.
- Zijn tekst Messiah (1961) zou de proloog worden van een grotere tekst in meerdere delen die hij de titel De Hunnen gaf, een poging om in één enkel werk een oeuvre te realiseren waarin zowel persoonlijke zaken als het probleem van het schrijverschap en het medium van de schrijver, de taal, aan de orde worden gesteld. Dat grote project is echter nooit door hem gerealiseerd. Messiah is in feite een denk- en taalverslag van een personage dat op zoek is naar de raadselachtigheid van het begrip ‘Messias’ en de ontluistering daarvan.
1967: Publiceert de verhalenbundel Homunculi,
1968: Kreeg de Arkprijs voor het Vrije Woord voor Homunculi, waarmee Michiels hem enthousiast complimenteerde.
- Krijgelmans werd – door de critici – beschouwd als innovator die het Nederlandse proza bij de internationale avant-garde (van James Joyce , Faulkner, Virginia Woolf, Samuel Beckett) aansluiting had doen vinden. Hij werd daarvoor uitbundig geprezen door o a Hugo Claus (die zichzelf nooit zo ver in het grensverleggende proza waagde) en door critici als Paul de Wispelaere en Freddy de Vree.
Krijgelmans boeken verschenen in drie golven met telkens een grote tussenperiode:
- 1961, de novelle Messiah, en in 1967, de verhalenbundel Homunculi.
- 1984 verscheen dan een tweede verhalenbundel, Spaanse vlieg!
- 2007 en 2009: bij de nieuwe uitgeverij Het Balanseer (genoemd naar de titel van een verhaal van Krijgelmans) verschijnen twee nieuwe verhalenbundels: Tandafslag en Patogeen halogeen.
In ieder van die schrijfperiodes verwerkt Krijgelmans zijn project van taal- en denkontregeling via een ander invalshoek.
=> In de Messiah en Homunculi werd bijna uitsluitend de zinsbouw aangepakt:
- De novelle Messiah bestaat uit één enkele zin van meer dan tachtig bladzijden.
- In de verhalen van Homunculi, vooral in het laatste, krompen de zinnen meer en meer in elkaar tot ze nog slechts uit enkele, uit één woord bestonden, en in het laatste verhaal uiteindelijk zelfs uit géén woord: na de geleidelijke afbraak van de zinnen eindigt het verhaal met een wit blad. De taal wordt een ruïne zoals de muren van Jericho, waar de titel naar verwijst. Erger zelfs: er blijft niets over. In het voorlaatste, het titelverhaal van die bundel hielden constructie en deconstructie elkaar nog min of meer in evenwicht.
=> In de bundel Spaanse vlieg! waarin zowel grammatica als woordenschat grotendeels ‘gewoon’ blijven, moet eerder van denk-ontregeling gesproken. Die bundel is door en door grotesk in de zin van bv. de verhalen (’grotesken’) van Van Ostaijen. Alleen is deze laatste in zijn satire direct politiek gericht en veel vrolijker.
=> In Tandafslag en Patogeen halogeen vindt die taal-ontregeling plaats op het vlak van de woordenschat.
Hoe die ontregeling in het werk gaat kan best aan de hand van een voorbeeld worden aangetoond:
- “Toen de verkrankte verfranken in grote optelling op doortochtig naar Borst optrokken, hadden ze maar één bedoel: het strekerig vinden van parelmelk met raamkozenaar en beken met verfijnde wijn, omgroeid met uithollige stengels om die fijnproeverij in hun maag te zuigen.”
- Zo begint ‘De loze onthaarden (een ridderverhaal)’. Het is een tamelijk gemakkelijk verschillende talen vaak samengesmolten worden tot een nieuw woord. Dat doet Krijgelmans eveneens (zie ‘raamkozenaar’ hierboven), maar hij doet zoals gezegd méér: het substantiveren c.q. adjectiveren c.q. verbumiveren enz. kom je bij Joyce in veel mindere mate tegen. Krijgelmans is dus allesbehalve een Nederlandse epigoon van Joyce, integendeel.
2010: Publicatie van zijn roman ‘De hunnen’
- Tussen 1954 en 1967 werkte C.C. Krijgelmans aan wat zijn magnum opus had moeten worden: De Hunnen. De proloog verscheen in 1961 onder de titel Messiah. Dat indrukwekkende debuut is een van de allereerste experimentele romans in de Vlaamse literatuur en haalt moeiteloos het niveau van Ivo Michiels’ Het boek Alfa (1963). Maar de grote beloften werden niet waargemaakt. De Hunnen bleef ongepubliceerd, afgezien van een viertal fragmenten in tijdschriften, en verdween in de mist van de literatuurgeschiedenis. Tot het manuscript in 2003 opnieuw opdook.
Onder het pseudoniem ‘Jug me Bash’
Claude Krijgelmans schreef tevens verschillende pornoromans onder het pseudoniem ‘Jug me Bash’. Tot op de dag van vandaag is dit facet van het schrijverschap van Krijgelmans onbekend gebleven en dat is jammer. Want niet alleen heeft de geschiedenis van de Nederlandstalige pornografie er met Krijgelmans een nieuwe interessante auteur bij, ook de literatuurgeschiedenis zou een meer coherent beeld van het oeuvre van Krijgelmans kunnen geven als men werken als K-Anaal der liefde en Te koop: honderden beschadigde paren mee zou nemen in de bespreking. De ‘officiële’ Krijgelmans zou immers al in 1967 (na Homunculi) van het literaire toneel verdwenen zijn, om in de jaren ‘80 ‘plots’ weer te keren met ‘heel ander’ werk: hij zou zijn idealisme zijn kwijtgeraakt en meester geworden zijn in ‘het bedenken van platte taal’. Had men de ware ‘Jug me Bash’ gekend, dan had men kunnen weten dat Krijgelmans al veel eerder deze ‘enorme omslag’ had gemaakt.
Onder het pseudoniem Karel Elleveest.
Claude C. Krijgelmans publiceerde onder het pseudoniem Karel Elleveest een erotisch woordenboek.
Het manuscript werd door Antiquariaat De Slegte als volgt in haar verkoopscatalogus nr 14 (september 2009) beschreven:
Karel ELLEVEEST [pseud. voor Claude C. KRIJGELMANS] – Joeplala alfabet of Het (klein)burgerlijk woordenboek der pornografie – [handschriften, typoscripten en documentatie] – diverse losbladige mappen, cahiers, losse papieren, enz. – € 1995 * Totaalpakket met honderden pagina’s hand- en typoscripten, nota’s, aanzetten en commentaren bij de lemma’s van Krijgelmans pornografisch woordenboek. Een project waarvan slechts het eerste deel gepubliceerd werd: Karel Elleveest – Joeplala alfabet [van AAAAA… tot DOM– het volledige erotiese woordenboek van de Nederlandse taal] – Antwerpen – Uitgeverij Juthro – 1975. Deze collectie beslaat het ganse alfabet in een poging het volledige erotische taalgebruik vast te leggen (vaak met referenties naar, en soms met citaten uit, de bronteksten).
Een wat megalomaan en bezeten project, dat vermoedelijk nooit helemaal afgewerkt werd, maar nu van een ongekend cultuurhistorisch belang. Een unieke kijk op de jaren zestig / zeventig van vorige eeuw door de spiegel van het erotische taalgebruik. Bijgevoegd: twee versies van het contract voor de uitgave van het eerste deel.
Meer over Krijgelmans
- M. Janssens, ‘C.C. Krijgelmans “Messiah”‘, in: Dietsche Warande {amp} Belfort 107 (1962) 6, p. 449-453;
- F. de Vree, ‘Leesgids voor het boek Alfa en voor Homunculi’, in: Bok 1 (1963-1964) 6, p. 2-48;
- M. Janssens, ‘Omtrent ‘Homunculi”, in: Dietsche Warande {amp} Belfort 112 (1967) 8, p. 612-617;
- J. Starink, ‘Zesde gesprek: C.C. Krijgelmans’, in: Gesprekken op dinsdag (1968), p. 31-35;
- Mertens, ”Messiah’ van C.C. Krijgelmans’, in: Avantgarde!?, speciaal nummer van Raster (1977) 2, p. 46-49;
- M. Andries, ‘C.C. Krijgelmans, de man die De Hunnen wilde schrijven’, in: Kamers voor lezers (1985), p. 42-45;
- Vervaeck, ‘Een stroom in een ruïne. Het vroege werk van C.C. Krijgelmans’, in: Y. T’Sjoen en L. Stynen (red.). Onderstroom. De vergankelijkheid van het schrijverschap (2004), p. 65-76.
BEKRONINGEN
1968: Arkprijs van het Vrije Woord
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
Referenties
- Vervaeck, ‘Een stroom in een ruïne. Het vroege werk van C.C. Krijgelmans’, in: Y. T’Sjoen en L. Stynen (red.). Onderstroom. De vergankelijkheid van het schrijverschap (2004), p. 65-76.
BIBLIOGRAFIE
De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Universiteitsbibliotheek – Katholieke Universiteit Leuven
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.
Chronologisch overzicht.