home | Inloggen
Aantal schrijvers: 595 | Aantal boeken:

19.538

 

 

De Voght Jozef

Maakt deel uit van:

JOZEF DE VOGHT

 Broechem, 18 september 1877 – Meerhout, 17 juli 1956

Dichter-priester

Schreef poëzie, prozawerken, toneelspelen en essays

BIOGRAFIE

18 september 1877: Jozef De Voght is geboren te Broechem. Zoon van Jan Frans De Voght smid en Amalia Barbara Naedts

1890-1896: Humaniora aan het Klein Seminarie van Hoogstraten.

  • Te midden van het nogal rabiaat Franstalig onderwijs, was De Voght toch geabonneerd op het (verboden op straffe van wegzending) studententijdschrift De Student. Meer zelfs, hij publiceerde er zijn eerste pennevruchten in. O.a. 19e, 1898-1899, p. 171-173: Mijnen Vriende Emiel F…., gedicht, (pseud. Adolf.)

1896-1903: Priesteropleiding aan het Groot Seminarie van Mechelen

  • Maakt er kennis en sluit vriendschap met Emiel Fleerackers.
  • In deze periode – en ook later – nog verschijnen verschillende gedichten in het tijdschrift Jong Dietschland onder verschillende pseudoniemen zoals K.I. De Kempe, J. Kersten, K. Jozef

6 juni 1903: Priesterwijding door Kardinaal Goossens te Mechelen

  • Onderpastoor te Hornu in Henegouwen
  • 6 mei 1904 – 10 december 1913: onderpastoor te Westerlo
  • 10 december 1913 tot april 1928: kapelaan van de st Amandusparochie te Antwerpen
  • 1 april 1928 tot 6 juni 1946: pastoor te Retie
  • Nadien rector van de zusters kanunnikessen van her H. Hart te Meerhout waar hij overleed.

1904: Vanaf 1904 vinden we gedichten terug in Dietsche Warande en Belfort. Een aantal worden in 1911 opgenomen in de gedichtenbundel Lichte Lanen.  Ook andere vooraanstaande literaire tijdschriften in Vlaanderen en in Nederland nemen stukken van zijn hand op.

6 mei 1904 – 10 december 1913: Onderpastoor van de parochie Sint-Lambertus te Westerlo.

1911: Zijn eerste dichtbundel Lichte lanen krijgt zeer gunstige besprekingen. Het grootste deel van de bundel is godsdienstige en neoromantische natuurlyriek. De invloed van Guido Gezelle is niet ver weg. Maar ook de Tachtigers en zelfs de Van Nu en Straksers hebben een zekere inwerking gehad. Hoe dan ook, het onmiskenbare persoonlijke accent van de stille melancholie van de Kempen én de kracht om dit alles uit te drukken maken van deze eerste bundel een beloftevol debuut.

10 december 1913 – 31 maart 1928: Kapelaan Sint-Amandusparochie te Antwerpen.

1920: Wat verlaat door de oorlogsomstandigheden, verschijnt zijn tweede bundel ‘Landsche Liederen’, met daarin de reeds in 1918 gepubliceerde naïef-eenvoudige ‘kerstliedekens’.
Het is een ietwat persoonlijkere bundel, waarin de hunkering naar ‘zijn’ Kempen doorklinkt.

1923: De Vocht wordt door de Gazet van Antwerpen aangezocht om de zondagse artikelenreeks van de overleden redacteur L. Drijvers voort te zetten. Langzamerhand wijzigt hij het wekelijks sermoentje in een vertelling. Deze vertellingen zullen later gebundeld worden in Willewanten (1927) en Pycke (1932)

  • De stukjes werden geschreven onder de pseudoniem “Kempe”. Niet alle stukjes onder die pseudoniem zijn van zijn hand. Ook kan. A. Van den Dries en pastoor M. Van Hoeck schreven eraan mee.
  • De stukjes zijn geschreven in dezelfde verteltrant als Fleerackers – met immens succes – had voorgedaan.

In hetzelfde jaar steekt het tijdschrift BoekengidsAlgemeen Nederlandsch Bibliografisch Tijdschrift van wal. Hij wordt één van de eerste medewerkers en zal tot in de oorlogsjaren 1943-1944 tal van besprekingen van boeken en verzenbundels aanleveren.

1925: Zijn eerste proza ligt op het domein van de christelijke spiritualiteit. Naar het licht  is gekunsteld van zinsbouw en woordkeus.

  • Naar het licht is de neerslag van meerdere conferenties die hij te Antwerpen had gehouden. Hij bundelde hierin drie liturgische beschouwingen over Kerstmis, Lichtmis en Pasen.

31 maart 1928 – 15 juni 1946: Pastoor van de parochie Sint-Martinus te Retie.

1934/1935:  De publicatie van de bundels gelegenheidspoëzie  Zomertijd (1934) en Herfsttijd (1935), zal aan componist Lodewijk De Vocht de kans geven om de ‘Jaarkrans van geestelijke liederen rond den haard‘ af te werken.  De eerste twee delen van deze cyclus Wintertijd en Lentetijd waren reeds gepubliceerd resp. in 1909 en 1911 op tekst van August Cuppens.

De ‘Jaarkrans…’ is bundeling van liederen bedoeld als gebed en meditatie bij de liturgie van het kerkelijke jaar.

1936: Een bundel ‘Retraite Liederen’ wordt door Remi Ghesquiere op muziek gezet.

  • Overigens moet – in de marge – opgemerkt worden dat de lijst van componisten die zijn gedichten van muziek hebben voorzien indrukwekkend is: Flor Peeters, Lode van Dessel, Raf Belmans, Em. Delin, Dalschaert, F. Swinnen, Lodewijk de Vocht.

1937: Groot huldefeest voor J De Voght en E. Fleerackers, hen aangeboden door de Kempische Schrijvers. Bij die gelegenheid – beiden zijn 60 jaar – wordt ook het Hulde Album E.H. De Voght, E.P. Fleerackers 1877-1937 gepubliceerd, een uitgave  “Onze Kempen”, Kempisch Heimatmuseum, Herentals

1942: Bundelt zijn gelegenheidsgedichten onder de titel ‘C Beeldekens voor mijn volk’. Het werk wordt in 1944 in een sterk vermeerderde uitgave als CXXV Beeldekens voor mijn volk heruitgegeven en getuigt van medeleven met zijn parochianen, hun wezen en geschiedenis.

1945: Een prozabundel Broechemsche Brakken toont zowel de verteller als de lyricus.

  • Het is een bundel herinneringen van een oud geworden Broechemse rakker aan zijn geboortedorp: acht verhalen met herinneringen aan zijn jeugd, dorpstypen, een historische schets, een grootse fantasie en een prozagedicht voor zijn moeder.
  • Het boek kent een lange voorgeschiedenis: delen ervan verschenen reeds in 1919/1920 in Averbode’s Weekblad en in Dietsche Warande en Belfort.

15 juni 1946 – 17 juli 1956: Geestelijk directeur van de Priorij Jeruzalem van de Reguliere Kanunnikessen van het Heilig Graf, Turnhout.

1947: Zijn eerste werk gold echter Retie. Daar moest O.- L-Vrouw van Werbeek worden gevierd – het was in 1947 het derde eeuwfeest van de stichting van de kapel – en als afscheid bood hij de parochie zijn sobere ’Legende van O.-L.-Vrouw ter Sneeuw te Retie-Werbeek’ aan.

1948: Een eigentijdse bewerking van het 15-de eeuwse Mariaspel de Zevende Blijdschap van Maria.

  • Op 18 juli 1947 wordt het stuk voor het eerst opgevoerd – in een regie van Ast Fonteyne – met de studenten van het Mechelse Sint-Romboutscollege, waarna het spel in première gaat te Retie op 3 en 4 augustus met extra voorstellingen op 15 en 17 augustus 1947. Er volgen nog twee hernemingen, telkens met dezelfde regisseur: één in Aarschot (1950) en één in turnhout (1953).
  • Het verhaal had De Voght reeds bekoord bij de voorstudie van Maria in de Middelnederlandsche Poëzie, een keur van gedichten gebundeld en ingeleid door Jozef De Voght (1940/1941)

1949: Sint-Odrada spel (nooit gepubliceerd) wordt opgevoerd te Balen.

  • Ook hier gebeurde de opvoering in een regie van Ast Fonteyne.
  • Geschreven in vlotte vijfvoetige jamben, lijdt het stuk – een gedramatiseerd levensverhaal van een Kempische heilige – aan een tekort aan dramatische actie, dat niet wordt gecompenseerd door het effect van het fraaie woord. Maar het biedt wel de mogelijkheid van een machtige enscenering.

1950: Een Sint Dymfna Spel, een openluchtopvoering gecreëerd te Geel op 6 augustus 1950 onder regie van Ast Fonteyne.

1951: De laatste dichtbundel ‘Verloren op de heide’, is een bloemlezing van de gedichten geschreven tussen 1919 en 1950. Het is meteen ook zijn rijkste en rijpste bundel.

1953: Te Averbode verschijnt nog een bundel missiegedichten ‘Wenkende Verten’.

17 juli 1956: Jozef De Voght overlijdt te Meerhout.

  • Op 20 juli had de zielmis plaats te Meerhout, bijgewoond door vele priesters, kloosterzusters, parochianen en vrienden. Emile van Hemeldonck sprak de afscheidsrede uit “aan de nobele mens, de vrome priester en de fijnbesnaarde letterkundige”. Daarna werd het stoffelijk overschot naar Retie begeleid, waar het op vraag van de overledene zelf te midden van zijn parochianen wordt ter aarde besteld.

Epiloog

21 april 1963: Door Mgr. Daem werd te Retie tegen de kerk aan een monument onthuld van de hand van M. Macken.

MEER OVER JOZEF DE VOGHT

  • “Hulde-Album E.H. De Voght, E.P. Fleerackers, 1877-1937”. Herentals, (1937);
  • Sourie, “Jozef De Voght”. Roeselare : ” Klimop ” 1953, 63p.
  • August Keersmaeckers, Jozef De Voght. Een dichter van de Kempen. (Katholieke Vlaamse Hogeschooluitbreiding, 57 jg., nr. 4, verhandeling 488). Antwerpen : Uitgeversmij Standaard-Boekh 1963
  • Jan Gebuer, Jozef De Voght (1877-1956) Lier : J. Van In & C°, [s.d.], Reeks: De groene boekjes ; KBR

 

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Website

Referentie

  • Nationaal Biografisch Woordenboek”, III, p. 923;
  • August Keersmaeckers, Jozef De Voght. Een dichter van de Kempen. (Katholieke Vlaamse Hogeschooluitbreiding, 57 jg., nr. 4, verhandeling 488). Antwerpen : Uitgeversmij N.V. Standaard-Boekhandel 1963

SMAAKMAKER

Eenzelvig staan de luie lindelanen
in kalmen vrede en koud Novemberweer,
en uit hun rozen mantel rijzen neer
de trage blaren, nat van kille tranen.

Waar mijn onvaste voet de gore banen
betreedt, hoorik aldoor het droevig teer
geklaag der winden ; over veld en veer
ontplooit de mist zijn blanke sluimervanen.

Ik minde zoo héél gaarn de lindegeuren,
en ’t groen gewelf, waaruit met kwistigheid
bij zomerdagen zoele zangen stroomen.

Zie ‘k ze in bewaasde schamelheid vertreuren,
toch voel ik me in die wereld-triestigheid,
ik voel me wel bij mijne goede boomen.

Uit: Lichte lanen (1911)

Allerzielen

Vol weemoed hangen lucht en beemden kale bomen:
de klokken luien treurig in den laten dag,
en roerloos als een spin in ’t wijde nevelrag,
hangt huiverig de zon beneên bedauwde zomen

De klokken luien treurig in den laten dag
uit vage verten zie’k, als in onwisse dromen,
O, houd u sterk, mijn hart – zo veel geliefden komen,
met in het minzaam oog een traan of stillen lach.

Uit vage verten zie’k, als in onwisse dromen,
geliefden die ‘k weleer aan mijne zijde zag,
en ’t is of ik den tijd weerom herleven mag
waarop ons hart geen dood of scheiding wilde schromen.

Geliefden die ‘k weleer aan mijne zijde zag,
gij die de stalen greep der dood ons heeft ontnomen,
ge gingt met op ’t gelaat de kalme rust der vromen,
de vreugde tegemoet van een godzaalgen dag.

Gij die de stalen greep der dood ons heeft ontnomen,
maar tot vóór God uw ongerepte levensvlag
zeeghaftig dragen mocht, hoe lang nog draalt de dag
dat zijn gena me wekt om in uw Rijk te komen ?

Uit: verloren op de heide

BIBLIOGRAFIE

Woordje vooraf

  • Deze bibliografie bevat 2 rubrieken
    1. Een chronologisch overzicht van de werken in boekvorm, gevolgd door een beknopt overzicht gerangschikt per genre
    2. Een chronologisch overzicht van publicaties in tijdschriften
  • Voor een meer uitgebreide bibliografie zowel primair als secundair van publicaties in tijdschriften, kranten, bloemlezingen verwijzen we naar E. Stans “Jozef De Voght. Een monografie. Onuitgegeven  licentiaatsverhandeling Leuven, 1964;

De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij

  • Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience –Antwerpen.
  • Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles
  • Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
  • POËZIECENTRUM vzw – Gent
  • Stans, “Jozef De Voght. Een monografie. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling Leuven, 1964; Beschikbaar in de Erfgoedbibliotheek te Antwerpen.

Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klik op de foto

Chronologisch overzicht

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1911 Lichte lanen (poëziebundel) Leuven: De Vlaamsche Drukkerij (Minderbroedersstraat, 44). -171p.

Afmetingen: 22,5 x 15 (ingenaaid – geïllustreerde omslag)
Imprimatur van 10 augustus 1911

1915 Sint-Agnes (oratorium)

Muziek: August de Coninck.
Pentekenngen van M. Thomassen

Antwerpen: Veritas, Kipdorp 26. -72p.

Afmetingen: 21 x 16,5 (ingenaaid)
 Drukkerij Jos De Winter-Geudens, Van Kerckhovenstraat, 6,  Antwerpen.
Gedateerd Antwerpen, I-II-1915. Imprimatur van 29 juni 1915

1918 Kerstliedekens: Kerstmis . De herderkens . De Koningen.

Plaatjes van   Edward Pellens.
Deze gedichten werden ook opgenomen in Landsche Liederen pp 13-17.

Antwerpen: Veritas , Ch. & H. Courtin, MCMXVIII   -37p.

Afmetingen: 13,5 x 11 (ingenaaid)
Imprimatur van 27 mei 1918

1919 Op zoek naar een levensregel. (christelijke spiritualiteit)

1925: Opgenomen in Naar het licht, pp 85-118

Antwerpen : Geloofsverdediging, Ploegstraat, 23. -36p.

Reeks: Uitgaven der geloofsverdediging. – Antwerpen; vol. 1919: nr 5.
Afmetingen: 20 x 14 (geniet)
Drukkerij De Bièvre , Brasschaat

z j
[1920]
Landsche liederen (poëziebundel)

Platen van  Edward Pellens.
Bevat de cycli: Landsche Liederen (pp 7-60); II. Walenliederen (pp 65-90); III. Losse liederen (pp 95-135); IV. Stille liederen (pp. 139-163)
Nota: De cyclus Landsche liederen bevat de drie kerstgedichten die tevens zijn opgenomen in  de publicatie Kerstliedekens uit 1918.

Antwerpen: Veritas, Algemeene Katholieke Boekhandel Naamlooze Vennootschap.  -173p.

Afmetingen: 20.80 x 17 (ingenaaid)
Reeks: Voor God en ’t Volk
Imprimatur van 24 mei 1920

 

z j
[1925]
Naar het licht. (proza: christelijke spiritualiteit)

Bevat: Kerstmis (pp 7-38); Lichtmis (pp 39-66); Paschen (pp 67-84); Op Zoek (pp 85- 118)

Antwerpen : L. Opdebeek Uitgever.  -118p.

Afmetingen: 21 x 16 (ingenaaid)
Imprimatur van 28 maart 1925

z j
[1927]
Willewanten. (verhalend proza) Antwerpen: Maatschappij ‘Voor God en ’t Volk’. -259p.

Afmetingen; 20.50 x 13.75 (ingenaaid)
Druk: Drukkerij “Lumen” N.V. 1, kasteelplaats, Turnhout.
Imprimatur van 8 juni 1927

1932 Pycke (verhalen)

Omslag: F. Van Immerseel

Uitgeverij: Algemene uitgeversmaatschappij (Drukkerij Averbode). – 227p.

Afmetingen: 19 x 14 (ingenaaid)

z j
[1934]
Jaarkrans van Geestelijke Liederen rond den Haard. Derde Bundel: Zomertijd.

Gedichten van Joz. De Voght.
Muziek van Lodewijk De Vocht.

Antwerpen: Uitgave Metropolis, Oud-huis G. Prop, Frankrijklei, 24 s.d. -51+1 p.

Imprimatur op het feest van het H. Hart 1934

Uitgever van de partituur: John Bode-Vinck, St. Jacobsmarkt, 12, Antwerpen / Tilburg, Bergmans.

1935 Jaarkrans van geestelijke liederen rond den haard; vierde bundel: Herfsttijd

Gedichten van Jozef DE VOGHT; Muziek van Lodewijk DE VOCHT.
Deze laatste bundel bevat de liederen voor de Zondagen na Pinksteren. (12e tot 24e) benevens 9 Heiligen liederen: ’n keur najaarspoëmen.

Antwerpen: Uitgave Metropolis, Oud-huis G. Prop, Frankrijklei, 24 s.d. -49+1 p.

Imprimatur op 11 juli 1935

Uitgever van de partituur: John Bode-Vinck, St. jacobsmarkt, 12,Antwerpen / Tilburg, Bergmans.

1936 Retraite-liederen

Muziek:  R. Ghesquière

 In: POPPE E., Recitatief-mis voor kinderen, Averbode E.K.-Sekretariaat, s.d. (1936), pp 17-31
z.j.
[1937]
Het Kempenland (massaspel)

Bevat 4 delen: 1. Nijverheid; 2. Spel; 3. Gezin; 4. Geloof.
Opgevoerd op het Kempisch Arbeiderfeest op zondag 4 september 1937 te 2 uur op het voorhof der O.L.V. Abdij Tongerloo.

In: programmabrochure Kempisch Arbeidersfeest pp 14-39.

Afmetingen: 15 x 11.80 (geniet)
Druk: Drukkerij Sint Norbertus, Tongerloo

Tekst: Z.E.H. Joz. De Voght.
Spelleider: Theo Op de Beeck
Muziek-dirigent: Lode van Dessel
Orgel: Lode Huybrechts
Ensceneering; E. Pater K. Fimmers, O. Praem.
Koorleider: Lode Peeters

1938 Het Rijk der Liefde. (verhalend, beschouwend proza)

Bevat: Vrede (pp 7-20); De Drie Koningen (pp 21-60); De vlucht naar Egypte (pp 61-86); De bekoring (pp 87-110); De gevloekte sycomoor (pp 111-129)
De vlucht naar Egypte’ verscheen eerst in het tijdschrift ‘Ons Volk Ontwaakt (1919 -1920)

Turnhout: Uitgeverij J. Van Mierlo-Proost. 133p.

Afmetingen: 24 x 16 (ingenaaid)

1941 Maria in de Nederlandsche poëzie (bloemlezing)

De auteur begeleidt de lezer doorheen de Mariadevotie-literatuur

Tongerlo: S.M. Sint Norbertus Boekhandel. -189p.

Afmetingen: 20 x 13.50 (ingenaaid)
Druk: Sint Norbertus Drukkerij pvba, Tongerloo (Antwerpen)

1942 100 beeldekens voor mijn volk. (religieuze poëzie)

Retie: Drukkerij  G. Van den Eynde. -117p.

Afmetingen: 22 x 14 (ingenaaid – zachte kaft)
Imprimatur van 12 april 1942

 

z j
[1944]
CXXV beeldekens voor mijn volk.

2de vermeerderde uitgave van C beeldekens voor mijn volk (1942)

Mechelen: Uitgeverij Naulaerts. -162p.

Afmetingen: 22 x 14 (ingenaaid)
Imprimatur van 28 juli 1944

1945 Broechemsche brakken. (novellen)

Bandversiering van Maria Segers.

Leuven: Davidsfonds. -169p.

Afmetingen: 19 x 12.50 (ingenaaid & gebonden met gekartonneerde omslag)
Reeks: Volksreeks nr 331.
Druk van de Etablissementen Brepols, N.V., Turnhout.

z j
[1946]
Legende van O.L.V. ter Sneeuw te Retie-Werbeek. (berijmde legende)

Houtsnede van Désiré Acket

Retie : Drukk. G. Van den Eynde. -20p.

Afmetingen: 15 x 11.60 (samengehouden met koordje).
Met de hand gezet in de Erasmus letter en gedrukt bij G. Van den Eynde te Retie.
Imprimatur van 3 mei 1946

1948 De zevende blijdschap van Maria. Naar het middeleeuwsch mysteriespel. (openluchtspel)

Dit werk werd bekroond door de Provincie Antwerpen.
Het werd in openluchtopvoering gecreëerd te Retie op 3,4,15 en 16 Augustus 1947 onder regie van Ast Fonteyne.

Brugge ; Brussel ; Amsterdam : De Kinkhoren . -94p.

Reeks: Opbouwen-Toneeluitgaven – Leuven Achtste reeks nr 58.
Afmetingen: 20 x 11.20 (ingenaaid)

z j
[1950]
St. Dymfna Spel (massaspel)

Dit spel werd in openluchtopvoering gecreëerd te Geel op 6 augustus 1950 onder regie van Ast Fonteyne.

Geel: St Dymfna-Comité. -104p.

Afmetingen: 18 x 11.80 (ingenaaid)
Druk: Typolit, Heuvelenstraat 74, Brussel.
Imprimatur van 29 juni 1950

1951 Jozef Simons (essay)

Met een portrettekening door R. Demoen.

Averbode: Uitgeverij  Altiora. -26p

Reeks: Averbode’s brochurenreeks. – Averbode; vol. 1951: 1

z j
[1951]
Verloren op de heide. (bloemlezing uit werk 1919 tot 1950)

Bevat de cycli: Verloren op de heide (pp 5-41); Seizoenen (pp 43-79); Stille stonden (pp 81-94)

Oud-Turnhout: Kempische Boekhandel. -94p.

Afmetingen: 22.50 x 16 (ingenaaid – geïllustreerde stofomslag)
Imprimatur van 22 november 1950

z.j.
[1952]
Wenkende verten. (gedichtenbundel) Averbode: Uitgeverij  Altiora. -60 + IIIp.

Afmetingen: 20.80 x 14.50 (gelijmd)

Beknopt overzicht gerangschikt per genre

POEZIE

  • Lichte lanen (1911);
  • Sint Agnes (1915);
  • Kerstliedekens (1918);
  • Landsche Liederen (1920);
  • Verloren op de heide (Oud-Turnhout, 1951) (= bloemlezing uit werk 1919 tot 1950);
  • C Beeldekens voor mijn Volk (1942);
  • CXXV Beeldekens voor mijn Volk (1944);
  • Zomertijd (1934) in het kader van de Herfsttijd (1935)) door L. De Vocht en A. Cuppens begonnen; “Jaarkrans van geestelijke Liederen rond den Haard”;
  • Retraite-liederen (Averbode 1936), getoonzet door R. Ghesquiere;
  • Wenkende Verten (1953), missiegedichten; intimistische poezie in de lijn van de school van Gezelle, met invloeden vanuit ‘Van Nu en Straks’ en de ‘Tachtigers’ (vnl. W. Kloos);

PROZA

  • Naar het Licht (1925);
  • Willewanten (1927);
  • Pycke (1933);
  • Het Rijk der Liefde (1938);
  • Broechemse Brakken (Leuven, 1945);

TONEELSPELEN

  • Sint Agnes (= oratorium, getoonzet door A. De Coninck (1915);
  • De Zevende Blijdschap van Maria (1948);
  • Sint Odrada (1949, niet gepubliceerd);
  • Sint-Dimfna-spel (1950, Geel);

ESSAYS

  • Jozef Simons (Averbode, 1951);
  • Maria in de Middelnederlandsche Poezie (Tongerloo, 1951);

PUBLICATIES IN TIJDSCHRIFTEN

Overgenomen uit : August Keersmaeckers, Jozef De Voght. Een dichter van de Kempen. (Katholieke Vlaamse Hogeschooluitbreiding, 57 jg., nr. 4, verhandeling 488). Antwerpen : Uitgeversmij N.V. Standaard-Boekhandel 1963

Jaar titel Vindplaats
1899-
1900
Arme wees (gedicht, getekend K.J. De Kempe) In: Jong-Dietschland, 2de jg (1899/1900), pp. 68-71.
1900-
1901
De Zang der Dood (gedicht, getekend K. Jozef) In: Jong-Dietschland, 3de jg. (1900/1901) pp. 505-507
1901-
1902
Sancta Maria, Mater virgo (gedicht, getekend K. Jozef) In: Jong-Dietschland, 4de jg. (1901-1902) pp. 307-308
1902-
1903
Het Maïs (gedicht, getekend K. Jozef) In: Jong-Dietschland, 5de jg. (1902-1903), pp. 248
1904 Droeve dagen (gedicht, getekend Broechem 4-11-03) In: Dietsche Warande & Belfort 1904, p 235
1906 Allerzielendag (3 sonnetten) – Opgenomen in Lichte Lanen 1911 pp 87-89 In: Jong-Dietschland, 9de jg. 1906, pp 160-161
1906 Mijne Tortel I – II (2 sonnetten) – Opgenomen in Lichte Lanen 1911 pp 18-19 In: Dietsche Warande & Belfort, 1906, II pp. 332
1906 Bij stillen nacht (gedicht) – Opgenomen in Lichte Lanen 1911 pp 458-460 In: Dietsche Warande & Belfort, 1906, II pp.458-460
1907 S. Maria Magdalena (gedicht) – Opgenomen in Lichte Lanen 1911 pp 78 In: Jong-Dietschland,, 10de jg. (1907) pp 49
1907 Assumptio (gedicht) – Opgenomen in Lichte Lanen 1911 pp 65-66 In: Dietsche Warande & Belfort, 1907, II pp 158-159
1907 Sancta Agnes V.M.B. (gedicht) – Opgenomen in Lichte Lanen 1911 pp 16-17 In: Dietsche Warande & Belfort, 1907, II pp 160-161
1907 Vrede I-II-III (gedichten) – Opgenomen in Lichte Lanen 1911 pp 10-15 In: Dietsche Warande & Belfort, 1907, II pp 469-171
1908 Luna pulchrior (3 gedichten en 1 sonnet) – Opgenomen in Lichte Lanen 1911 pp 38-42 In: Jong-Dietschland,,11de jg. (1908) pp. 84-86
1908 Avondzon (gedicht) – Opgenomen in Lichte Lanen 1911 pp 34-36 In: Dietsche Warande & Belfort, 1908, II, pp.236-237
1909 Winterweer (sonnet) – Opgenomen in Lichte Lanen 1911 pp 99 In: Vlaamsche Arbeid, 5de jg. (1909) pp. 27
1909 Imitatio Christi (gedicht) – Opgenomen in Lichte Lanen 1911 pp 55 In: De Lelie, 1ste jg. (1909), pp 273
1909 Aan den Vijver (gedicht) – Opgenomen in Lichte Lanen 1911 pp 31-32 In: De Lelie, 1ste jg. (1909), pp 373
1909 Magna Peccatrix. – Roman aus der Zeit Christi, von Anna Freiin von Krane (boekbespreking, gedateerd Westerloo IX-08 In: Dietsche Warande & Belfort, 1909, II, pp 72-80
1909 Mater Dolorosa (gedichtenreeks, met de vermelding “wordt voortgezet”) – Opgenomen in Lichte Lanen 1911 pp 103-129 In: Dietsche Warande & Belfort, 1909, II pp 431-442
1910 November avond (gedicht) In: Onze jeugd in Drang, 1ste jg. nr 3 (1909-1910) pp. 119
1910 De Tijd (gedicht) – Opgenomen in Lichte Lanen 1911 pp 45-46 In: Vlaamsche Arbeid,, 6de jg. (1910) pp. 95
1910 Pastorale (gedicht, met muziek van F. SWINNEN) – Opgenomen in Lichte Lanen 1911 pp 37 In: De Lelie, 2de jg.(1910-1911), bijvoegsel bij  nr 2. p. 2
1910 Kerstnacht (gedicht) – Opgenomen in Lichte Lanen 1911 pp 53-54 In: De Lelie,, 2de jg.(1910-1911), pp 106
1911 De eenige Troon (gedichtencyclus) – Opgenomen in Lichte Lanen 1911 pp 131-167 In: Dietsche Warande & Belfort, 1911, I, pp. 21-24 – 161-163 en 248-153
1911 Trappisten (sonnetten) – Opgenomen in Lichte Lanen 1911 pp 26-30 In: Dietsche Warande & Belfort, 1911, II pp. 353-355
1911 Mei (gedicht) – Opgenomen in Lichte Lanen 1911 pp 33 In: De Lelie, 3de jg. (1911-1912), pp. 52, met de vermelding “Uit Lichte Lanen, ter perse bij H. Bomans, Leuven”
1912 Vrede (proza) – Opgenomen in Het Rijk der Liefde 1938 pp 7-17 In: De Lelie, 3de jg. nr 5 (januari 1912), pp. 130-133.
In: Averbode’s Weekblad, 12de jg. nr 52 (24 december 1922), pp 502-503
1913 Voor de hut (gedicht) – Opgenomen in Landsche Liederen 1920 pp 85-87 In: De Lelie, 5de jg. (1913), pp. 269
1913 Graaf Hendrik de Merode (proza) In: Ons Volk Ontwaakt, 3de jg. (1913), pp 470-471
1913 De Verzoeking (proza)  – Opgenomen in Het Rijk der Liefde 1938 pp 87-108 In: Dietsche Warande & Belfort, 1913 I, pp. 521-539
1914 Stille Liederen I-VII (7 sonnetten) – Opgenomen in Landsche Liederen 1920 pp 139, 148-149, 145, 140, 147 en 150. Gedateerd “Maart 1914” In: Dietsche Warande & Belfort, 1914 II, pp. 29-33
1914 Storm (gedicht) – Opgenomen in Landsche Liederen 1920 pp 50-52 In: Vlaamsche Arbeid, 9de jg. (1914), pp 172-173
1919 Verbannen (gedicht, gedateerd XII, 1915) In: Dietsche Warande & Belfort,, 1919, pp 155-158
1919 Aan onze helden (gedicht, gedateerd 14, XI 1918) In: Dietsche Warande & Belfort,, 1919, pp 152-154
1919 De moeder droomt (gedicht) In: Averbode’s Weekblad 9de jg. nr 2 (23 maart 1919) pp. 6
1919 Onschuld (gedicht) – Opgenomen in Landsche Liederen 1920 pp 111 In: Averbode’s Weekblad 9de jg. nr 13 (13 juni 1919) pp 58
1919 Het meisje zingt (gedicht) In: Averbode’s Weekblad 9de jg. nr 16 (29 juni 1919) pp 82
1919 Sursum Corda (gedicht) – Opgenomen in Landsche Liederen 1920 pp 7 In: Averbode’s Weekblad 9de jg. nr 19 (20 juli 1919) pp 102
1919 Wijding (gedicht) In: Averbode’s Weekblad 9de jg. nr 23 (17 augustus 1919) pp 134
1919 Revertere (gedicht) – Opgenomen in Verloren op de Heide (1951) pp 29-30 In: Averbode’s Weekblad 9de jg. nr 29 (26 september 1919) pp 182
1919 Wijding M.V.H. (gedicht) – Opgenomen in Verloren op de Heide (1951) pp 45-48 In: Averbode’s Weekblad 9de jg. nr 30 (5 oktober 1919) pp 190
1919 Het Congres der Torens (proza) – Opgenomen in Broechemse Brakken (1945) pp 101-117 In: Averbode’s Weekblad 9de jg. nr 40 (14 december 1919) pp 256-260
1919 Op zoek naar een Levensregel (proza) – Opgenomen in Naar het Licht (1925) pp 85-118 Geloofsverdediging, Ploegstraat 23, Antwerpen
1919-
1920
De Vlucht naar Egypte (proza) – Opgenomen in Het Rijk der Liefde 1938 pp 11-84 In: Ons Volk Ontwaakt,5de jg. (1919) pp 363-364, 370-372 en 6de jg. (1920), pp 7.
1919-
1920
Lente, Avond, Avondstilte, Onschuld en Zomernacht (gedichten) – Opgenomen in Landsche Liederen 1920 pp 97, 105-106, 108 , 111 en 109-110. In: Vlaamsche Arbeid 14de & 15de jg. (1919-1920) pp 50-52
1920 28ste december (gedicht) In: Averbode’s Weekblad 10de jg. nr 1 (4 januari 1920) pp 2
1920 Winterstuk (gedicht) In: Averbode’s Weekblad 10de jg. nr 2 (11 januari 1920) pp 20
1920 Eenzaam onderzoek (gedicht) – Opgenomen in Verloren op de Heide (1951) pp 21-22 In: Averbode’s Weekblad 10de jg. nr 5 (1 februari 1920) pp 42
1920 Sursum Corda : Zeg waar zal ik hem ontmoeten (gedicht) – Opgenomen in Verloren op de Heide (1951) pp 17-18 In: Averbode’s Weekblad 10de jg. nr 8 (22 februari 1920) pp 80
1920 Maria (gedicht) – Opgenomen in Verloren op de Heide (1951) pp 27-28 In: Averbode’s Weekblad 10de jg. nr 14  (4 april 1920) pp 131
1920 Sursum Corda: De Velden zijn verlaten (gedicht) – Opgenomen in Verloren op de Heide (1951) pp 73-74 In: Averbode’s Weekblad 10de jg. nr 16  (18 april 1920) pp 142
1920 Sursum Corda: ter dunen staat … (gedicht) – Opgenomen in Verloren op de Heide (1951) pp 15-16 In: Averbode’s Weekblad 10de jg. nr 26 (27 juni 1920) pp 226
1920 Aan J.A. Alberdingk Thijm 1820-1920 (sonnet) In: Dietsche Warande & Belfort,, 1920 II, pp 93
1920 Gebed (gedicht) In: Ons Volk Ontwaakt 6de jg., 28 augustus 1920 pp 431
1920 Kind (gedicht) In: Averbode’s Weekblad 10de jg. nr 36 (5 september 1920) pp 306
1920 Jan Gebuur (proza) – Opgenomen in Broechemse Brakken (1945) pp 39-58 In: Averbode’s Weekblad 10de jg. nr 20 (16 mei 1920) pp 180-184
1921 Mei (gedicht) In: Averbode’s Weekblad 11de jg. nr 20 (15 juni 1921) pp 153
1921 Cain (gedicht) In: Averbode’s Weekblad 11de jg. nr 48 (27 november 1921) pp 379
1921 Kerstmis nadert (proza) – Opgenomen in Naar het Licht (1925) pp 7-35 (gewijzigd) In: Averbode’s Weekblad 11de jg. nr 51 & 52 (18 en 25 december 1921) pp 403-404 en 410-411
1922 Paschen nadert (proza) – Opgenomen in Naar het Licht (1925) pp 67-72 In: Averbode’s Weekblad 12de jg. nr 15 (9 april 1922) pp 113-114
1922 Paschen (proza) – Opgenomen in Naar het Licht (1925) pp 72-81 In: Averbode’s Weekblad 12de jg. nr 16 (16 april 1922) pp 122-124
1922 Sintene Greef (proza) – Opgenomen in Broechemse Brakken (1945) pp 9-23 In: Averbode’s Weekblad 12de jg. nr 36 en 37  (3 en 10 september 1922) pp 319-320 en 327-328
1922 De gevloekte Sycomoor (proza) – Opgenomen in Het Rijk der Liefde 1938 pp 111-129 In: Dietsche Warande & Belfort,, 1922 pp 553-568
1922 Het Congres der Torens (proza) – Opgenomen in Broechemse Brakken (1945) pp 101-145 – Zie ook 1919 In: Dietsche Warande & Belfort,, 1922 pp 1055-1066
1923 Vanaf 1923 medewerking aan Boekengids en Gazet van Antwerpen (samen met Kan. A. Van den Dries en M. Van Hoeck onder de schuilnaam De Kempe). In het tijdschrift verschenen tot 1943-1944 zeer vele korte boekbesprekingen en een paar artikels; alleen deze laatste worden hier vermeld. De artikelen in de GvA werden later gebundeld onder de titels Willewanten (1927) en Pyke (1933)
1923 Dicta (gedicht) In: Dietsche Warande & Belfort,, 1923 pp 918-926
1924 Dr. Alfons Fierens (levensschets) In: FIERENS A. (Dr). : Losse Bladen Geschiedenis II, Brussel 1924, pp 117-127
1924 De Waalse kunstenaar Louis Wilmet In: Ons Volk Ontwaakt 10de jg., (1924) pp 14
1925 De laatste dag van den blinden Koning (proza) – Opgenomen in Hulde-Album E.H. De Voght en E.P. Fleerackers (1937) pp 139-166 en in Broechemse Brakken (1945) pp 59-80 In: Dietsche Warande & Belfort,, 1925 pp 522-538
1926 Eenzame Stonden (proza) In: Dietsche Warande & Belfort,, 1926 pp 126-127 en 355-357
1926 De Dagen (proza) In: Dietsche Warande & Belfort,, 1926 pp 1008-1010
1926 Jocadie (proza) – Opgenomen in Willewanten (1927) pp 105-112 (met verschillende wijzigingen) In: Hooger Leven, 1ste jg. nr 1 (14 november 1926) pp 21
1926 Van een Musch, een Merel en een Botvink (proza) – Opgenomen in Willewanten (1927) pp 171-176 In: Hooger Leven, 1ste jg. nr 11 (13 maart 1927) pp 341
1927 August van Cauwelaert (proza) In: Boekengids  5de jg. nr.7, (juli 1927) pp 193-198
1927 “De Vlaamsche Jongeren van gisteren en heden. Samengesteld en ingeleid door Aug. Van Cauwelaert” (Boekbespreking) In: Hooger Leven, 1ste jg. nr 34 (21 augustus 1927) pp 1064-1065
1927 E.J. Ossenblok (proza) In: Ons Volk Ontwaakt 13de jg., (1927) pp 482
1928 Dr. Jules Persyn in Broechem (proza) In: Persyn nummer van Dietsche Warande & Belfort, 1928pp 317-323
1928 Aan Dr. Fr. Van Eeden (gedicht) – Opgenomen in Verloren op de Heide (1951) pp 31-34 In: Van Eeden-nummer van Hooger Leven, 12de jg. nr 37 (9 september 1928) p 1156 en in Hulde-Album 1937 pp 72-74
1929 Roeping van den Oud-Student (toespraak, proza) In: Onze Jeugd, Gent, 10de jg. 4de afl. (november 1929), pp 125-152. Gedateerd 11.4.1929
1929 Toespraak op de Lodewijk De Koninck-Hulde In: De Pelgrim, 1ste jg. nr. 1 (1929-1930) pp 28-30
1930 Hulde aan De Vlaamsche Arbeid In: Vlaamsche Arbeid, 25ste jg. (1930), pp 521-522
1937 P. Em. Fleerackers S.J. (proza) In: Boekengids, 15de jg. nr 5 (Maart 1937) pp 161-167
1937 In memoriam (proza) – Opgenomen in CXXV Beeldekens, pp 19-20 In: Hulde-Album 1937 pp 167-168
1938 L. De Koninck als Christen (=  Toespraak op de Lodewijk De Koninck-Hulde uit 1929) In: Gedenkboek 1838-1938 Lodewijk De Koninck, H(oogstraten’s) O(udheidkundige) K(ring), 6de jaar, nr 2 (1938) pp 171-174.
1938 Nog een kanselrede (van 24 juli 1938) Ibidem pp 220-222
1938 L. De Koninck: een Levensbeeld (proza)- Overgenomen uit DE Zondagsvriend, 23 juli 1938 Ibidem pp 235-238
1939 Uit de Kanselrede (proza) In: Huldegarve E.P. J. Van Mirlo S.J. z.p. (Vereniging van Kempische Schrijvers) pp 133-134
1941 Oud Moederke (gedicht), Voor de hut (gedicht) uit de bundel Landsche liederen.
Zonnen (gedicht) opgenomen in Verloren op de heide (1951) pp 39-41
In: Leo Op de Beeck stelt voor : Volk uit de Kempen z.p., z.j. (Turnhout 1941) pp 60-61 en pp 82-83;
Zonnen: pp 20-21
1940-
1941
Maria in de Middelnederlandsche Poëzie.
Eerst bijna volledig verschenen in afleveringen van Tongerloo’s Tijdschrift, 1940, pp 10-12, 33-36, 60-63, 82-84, 110-112, 132-135, 156-158, 182-184, 204-206, 226-229, 254-257, 276-278, en 1941, pp 12-14, 37-39, 62-63, 84-86.
Tongerlo: S.M. Sint Norbertus Boekhandel. -189p.
1942 Inleiding blz. VII-XI  + 1 gedicht uit Luna Pulchrior pp 196-197 (eerder in Jong Dietschland 1908) + Het Schapulier pp 127, later opgenomen in Verloren op de Heide (1951) pp 55-56 In: Maria in de Nederlandsche poëzie. Keur van gedichten gebundeld door E P Alfons van de Moeder van Smarten O.D. C.
1945 In ’t Stalleke van Bethlehem (gedicht) – Opgenomen in Verloren op de Heide (1951) pp 67-68 In: Gazet van Antwerpen 24-25 december 1945
1946 Driekoningen (gedicht) – Opgenomen in Verloren op de Heide (1951) pp 71-72 In: Gazet van Antwerpen 1946. Nogmaals gepubliceerd  in  Gazet van Antwerpen 24-25 december 1947, met muziek van RAF BELMANS
1948 In memoriam Kan. Dr. Mag. J. Th. C. Edm. Broeckx In: Komaan, Hoogstraten, 8ste jg. nrs. 1-2 (1948), pp 2-5
1950 Op het Klein Seminarie te Hoogstraten In: Frans van Cauwelaert. Vriendenhulde bij zijn zeventigste Verjaardag, Antwerpen 1950, pp 23-30
1950 Een brief In: MATHE A. (Dr.), De lieve heimat z.p., z.j., pp 5-6