home | Inloggen
Aantal schrijvers: 594 | Aantal boeken:

19.538

 

 

De Haes, Jos

Maakt deel uit van:

Jos de Haes

Leuven 22 april 1920 – Brussel, Jette 1 maart 1974

Dichter, vertaler en samensteller van bloemlezingen.

Een oeuvre – 4 dichtbundels en een dertigtal losse gedichten – waarvan het belang het aantal gedichten verre overtreft.

De Haes studeerde klassieke filologie in Leuven. Daarna werd hij commentator en vervolgens hoofd van de literaire en dramatische programma’s van de BRT.

BIOGRAFIE

22 april 1920: Geboren te Leuven als oudste zoon van Alfons De Haes en Louisa Sterckx.

  • Beide ouders stammen uit een bescheiden boerengeslacht van het ‘Hageland’. Na WO I werd Alfons De Haes spoorwegarbeider, daarna douane-beambte.

1925-1932: Lagere school aan de Parkpoort te Leuven.

1928: Geboorte van een broer Marcel.

1932-1936: Klassieke humaniora tot de 3de Latijn-Grieks, aan het Sint-Pieterscollege te Leuven.

1936-1938: Het gezin verhuist naar Sint-Jans-Molenbeek te Brussel. Jos De Haes voltooit de poësis en de retorica aan het Sint-Pieterscollege te Jette, waar hij onder meer de latere directeur van de BRT  Paul Van den Bussche en Fil De Ridder ontmoet.

1938-1940: Kandidatuur klassieke filologie aan de Katholieke Universiteit te Leuven.

Mei/Augustus 1940: Vlucht met Paul Vandenbussche naar Zuid-Frankrijk, waar hij tot augustus in een kamp te Espalion, in de buurt van Rodez, zou blijven. Met trein en fiets terug naar Brussel.

December 1940: Ontmoet Elza Adams aan wie hij in 1942 de dichtbundel ‘Het andere wezen’ zal opdragen.

1941: Publiceert zijn eerste gedichten onder de titel ‘De diepe wortel’ in een collectieve bundel Aanhef , waaraan ook Fil De Ridder, Jef De Beeus en Leo Lindemans meewerkten.

1942: Licentiaat in de klassieke filologie, op een verhandeling over de Griekse dichter Pindaros.

Publicatie van van zijn debuutbundel ‘Het andere wezen’.

  • In die bundel zien we hoe twee elementen samenkomen: ‘het ‘andere wezen’ uit de titel is zeker niet alleen synoniem voor het goddelijke, maar ook voor het zinnelijk-vrouwelijke, alleen al omdat De Haes aan zijn bundel het motto meegeeft: “Aan Elsa, die mij dit ‘Andere’ hielp ontdekken”.

1942-1945: Leraar aan het Sint-Pieterscollege in Jette

1943-1944: Publiceert gedichten in het tijdschrift Podium (1943-1944), met in de redactie Frank Meyland, Anton van Wilderode en Jos de Haes (hoofdredacteur).

1945: Publiceert zijn vertaling van Pindaros’ ‘Puthische Oden”, twaalf zangen voor overwinnaars bij de Delfische spelen. 

1945-1946: Militaire dienstplicht, samen met Hubert van Herreweghen, te Leopoldsburg daarna Duitsland. Eerste aanvallen van astma.

Juni 1946: Publicatie van de tweede dichtbundel  “Ellende van het woord“.

  • De bundel vormt de aanloop tot zijn eigenlijke dichterschap, dat zich volledig zal openbaren in Gedaanten (1954)

1947: Trouwt met Elza Adams. Woont in Oudergem en werd commentator bij de N.I.R. (nationale voorloper van de huidige VRT)

1948: Geboorte van zijn oudste zoon Frans, die ook literair actief zal worden. De tweede wordt geboren in 1951, de derde in 1955.

1949: Vestigt zich te Jette.

1950-1959: Recensent voor ‘Dietsche Warande en Belfort‘ waarvan hij in 1960 redactielid wordt.

1954: Publiceert de bundel ‘Gedaanten’ , waarmee hij zijn dichterschap bevestigd.

  • De bundel wordt bekroond met de Arkprijs van het Vrije Woord in 1955 en met de Guido Gezelle-prijs van de Koninklijke Vlaamse Academie (tijdvak 1952-1956)

April-mei 1956: Reis doorheen Griekenland. Publicatie van een kort essay over Richard Minne.

1957: Reisbrieven uit Griekenland’, de neerslag van de zes weken durende reis wordt uitgegeven door het N.I.R.

  • Deze reis heeft hem geïnspireerd tot onder meer de gedichtencyclus ‘Delphi’ in de bundel Azuren holte (1964), want er zijn opvallende parallellen aan te wijzen tussen deze cyclus en zijn verslag van die reis in Reisbrieven uit Griekenland.
  • Delphi, dat ‘door het orakel in betrekking stond met duistere machten’, vond hij ‘de onvergetelijkste plek’.

1958: Dood van zijn moeder.

1959: Publicatie van Sophocles’ Philoktetes, vertaald en ingeleid door Jos De Haes.

1960-1964: Jaarlijkse vakanties te Chiny-sur-Semois in de Belgische Ardennen.

1961: Wordt diensthoofd van de literaire en dramatische uitzendingen en het 3de programma bij de BRT. Jarenlange medewerking aan het programma ‘Vergeet niet te lezen’.

1964: Publicatie van zijn vierde dichtbundel ‘Azuren holte’.

  • De titel verwijst naar de eerder vermelde reis van de dichter naar Griekenland, cfr Reisbrieven uit Griekenland (Brussel NIR, 1957), en meer specifiek naar zijn bezoek aan Delphi, dat ingesloten ligt tussen de bergen en vanwaar je de lucht enkel kan zien vanuit een soort omgekeerde trechter.

1965:Azuren holte’ blijkt een prijsbeest. De dichtbundel wordt bekroond met ‘De poëzieprijs van de provincie Brabant’; De prijs voor letterkunde van de Vlaamse Provincies; en de Driejaarlijkse staatsprijs voor Poëzie.

Na 1964 heeft Jos de Haes nog slechts vier gedichten gepubliceerd. Het tempo van publicatie (in januari 1973, in november 1973 en korte tijd na zijn dood in maart-april 1974 van het tijdschrift Dietsche Warande en Belfort laat vermoeden dat de dichter een nieuwe ader had aangeboord.

1966: Monografie van Willy Spillebeen over Jos De Haes in de reeks ‘Ontmoetingen’ (Uitgeverij Desclée De Brouwer)

1966-1974: Met Hubert van Herreweghen stelt hij jaarlijks voor het Davidsfonds een bloemlezing samen uit de poëzieproductie gepubliceerd in de Nederlandse tijdschriften.

1967: Kort bezoek aan Israël in april.

In oktober verschijnen in Dietsche Warande en Belfort negen ‘moderne Hebreeuwse gedichten’, vertaald uit het Engels.

1973: Drie nieuwe gedichten zien het licht in DWB

Januari 1974: Voltooit de gedichten ‘Avondschemering (3) ‘zonsondergang (3)

1 maart 1974: Overlijden te Brussel (Jette) ten gevolge van een vaatstop in de longen.

EPILOOG

Najaar 1974: Bij Uitgeverij Orion verschijnt een eerste maal zijn Verzamelde gedichten De editeurs C. Bittremieux, H. van Herreweghen, F. de Haes en B.F. van Vlierden baseren zich nadrukkelijk op de testamentaire wil van de dichter.

  • Dit betekent dat in de eerste druk de vroege gedichten uit het Vlaamse tijdschrift Podium (1943-1944) niet zijn opgenomen, met uitzondering van de gedichten ‘Ten dode toe’ en ‘Een sproke zelf’ die in de bundel Ellende van het woord (1946) zijn gepubliceerd.
  • Verder zijn de gedichten uit de reeks ‘De diepe wortel‘ (in de collectieve bundel Aanhef (1941), waarvan De Haes zich later distantieerde, niet opgenomen en is alleen een beperkte selectie uit De Haes’ debuutbundel Het andere wezen (1942) en uit Ellende van het woord
  • De twee latere bundels, Gedaanten (1954) en Azuren holte (1964) zijn integraal opgenomen. In de tekstverantwoording wijzen de editeurs erop dat de spelling van de gedichten in de eerste twee bundels is aangepast. De criteria op basis waarvan een selectie is gemaakt, en de wijze waarop de spelling is gemoderniseerd, worden niet geëxpliciteerd.

1986: De tweede druk van De Haes’ verzamelde gedichten wordt uitgegeven bij Manteau, Antwerpen, met een voorwoord van Ad Zuiderent.

  • De editeurs (Bittremieux, Van Herreweghen en De Haes) baseren zich voor deze herziene uitgave op de eerste editie. De selecties uit Het andere wezen en Ellende van het woord zijn gehandhaafd, inclusief de spellingaanpassingen.
  • De tekstediteurs voegen vier gedichten toe, die De Haes in 1973 en 1974 (‘Avondschemering’: postuum) in Dietsche Warande en Belfort publiceerde, een reeks met ‘moderne Hebreeuwse gedichten’ (in een vertaling van De Haes), alsook een prozatekst ‘Voor de studenten van ′Germania′’ (een gewijzigde versie van een publicatie in Dietsche Warande en Belfort, 1965).
  • Verder omvat de tweede druk een bio- en bibliografische kroniek.
  • In de ‘Verantwoording’ (p. 164-165) stellen de editeurs dat Jan Schoolmeesters ‘misstellingen in de eerste druk’ heeft gecorrigeerd. Er wordt evenwel niet verduidelijkt welke correcties zijn aangebracht. Ook die tweede druk beantwoordt kortom niet aan de basisprincipes voor een wetenschappelijk betrouwbare uitgave.

2004: Uitgeverij Lannoo publiceert een tekstkritische leeseditie met alle gepubliceerde gedichten van Jos de Haes, voorzien van een contextualiserend, literair-historisch nawoord van prof. dr. Erik Spinoy. In de leesuitgave wordt een beknopte tekstverantwoording opgenomen, met een lijst met editeursingrepen en een verantwoording van de keuze van de basisteksten.

Over zijn poëzie.

Bron: J. Schoolmeesters en G.J. van Bork in: G.J. van Bork, Schrijvers en dichters (dbnl biografieënproject I) (2003-….)

De Haes’ poëzie bereikte nooit een groot publiek. Daarvoor is zijn werk te gesloten en ook zijn thematiek is weinig toegankelijk. Die thematiek wordt beheerst door een paar grondthema’s die een persoonlijk karakter hebben. ‘Licht’ is zo’n sleutelbegrip in zijn poëzie, waarbij dat licht staat voor apollinische zuiverheid, maar ook voor het bewustzijn van vergankelijkheid en onvolmaaktheid.

De gedichten van Het andere wezen (1942), Gedaanten (1954) en Azuren holte (1964) vertonen een sterk gevoel van onmacht, falen en schuld. Motieven die dat ondersteunen zijn de zondeval, bestraffing of wraak. Erotiek kan niet worden losgemaakt van de dood. Dit alles maakt dat De Haes’ poëzie een sombere, zelfs pessimistische wereld oproept die beheerst wordt door schuld en onmacht. Wat de vorm betreft vertoont de poëzie van De Haes sterk traditionele eigenschappen, waarbij hij vasthoudt aan een regelmatige strofenbouw en aan rijm en gecontroleerde ritmiek.

In 1956 reist De Haes naar Griekenland. Deze reis heeft hem geïnspireerd tot onder meer de gedichtencyclus ‘Delphi’ in de bundel Azuren holte, want er zijn opvallende parallellen aan te wijzen tussen deze cyclus en zijn verslag van die reis in Reisbrieven uit Griekenland (1957).

Bron:   Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie – Kritische leeseditie

Het dichtwerk van Jos de Haes werd aanvankelijk gerekend tot de literaire traditie. Samen met Christine D’haen behoorde De Haes tot het katholieke traditionalistische circuit van de jaren vijftig en zestig. Medio jaren tachtig, een decennium na het overlijden van de dichter, kwam de kentering. De zogeheten ‘postmoderne dichters’ recupereerden de poëzie van De Haes en D’haen: zij waardeerden vanaf medio jaren tachtig vooral de normafwijkende verstechniek, de metatalige (en poëticale) gedichten, de vele intertekstuele reminiscenties, de eigenzinnige beeldassociaties, het vernuftige structuur in gedichten van D’haen en De Haes. De tweede druk van De Haes’ poëzie moeten we dan ook in die literair-historische context plaatsen. De poëzie van De Haes mocht men dan wel rekenen tot de traditie, toch zijn er ook innovatieve elementen aanwijsbaar. Net als Snoek en Claus in de jaren zestig (maar dan in omgekeerde richting) heeft De Haes verworvenheden van de (post)experimentele literatuur in zijn poëzie geassimileerd. Traditie en vernieuwing zijn met elkaar verbonden.

De uitzonderlijk literair-historische betekenis van het dichtwerk van Jos de Haes staat buiten kijf. Niet alleen is zijn werk meermaals bekroond, voor Azuren Holte ontving hij in 1965 de driejaarlijkse Staatsprijs voor Poëzie, zijn gedichten (vooral de klassieker ‘Een kus in Ter Kameren’) hebben verscheidene Nederlandstalige dichters geïnspireerd (Stefan Hertmans, Huub Beurskens, Stefaan van den Bremt).

 

BEKRONINGEN

  • 1949: de Grote Poëzieprijs van Merendree met het gedicht ‘In Memoriam’ (Gedaanten p. 16)
  • 1955: De Arkprijs van het Vrije Woord voor de bundel Gedaanten.
  • 1955: De Guido Gezelleprijs van de Koninklijke Vlaamse Academie voor ‘Gedaanten’.
  • 1962: Poëzieprijs van de gemeente Wemmel met de gedichten ‘Delphi I en II’ (Azuren Holte, pp. 15-17)
  • 1965: De Driejaarlijkse Staatsprijs voor poëzie voor Azuren holte.
  • 1965: De Poëzieprijs van de Provincie Brabant voor Azuren holte .
  • 1965: De prijs voor Letterkunde van de Vlaamse Provincies voor ‘Azuren holte’

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Website

Referenties

  • Schoolmeesters, Jan. 1980. ‘Jos de Haes’. In: Hugo Brems, Tom van Deel, Ad Zuiderent (red.). Kritisch lexicon van de Moderne Nederlandstalige Literatuur. Groningen: Martinus Nijhoff uitgevers. Band 2. mei 1980.
  • Spillebeen, Willy. 1966. Jos de Haes. Brugge: Desclée De Brouwer. (Ontmoetingen, 66).
  • Verzamelde Gedichten. (1986) Uitgeverij A. Manteau.

SMAAKMAKER

Delphi

Navel der aarde Gods. Wij zitten

en horen sperwers water drinken.
Dat is alsof metalen klinken
en smelten in een blauwe hitte.
 
Een slang, een goddelijke schaamte,
schuift over schilferende muren,
of ligt te blijven en te duren
bij kleibaksels en geraamten.
 
De droge tepels der kamille
verpulveren tussen onze lippen.
Het laatst zal ons de smaak ontglippen
uit de verzadigde papillen.
 
En dan, uw linker in mijn rechter,
twee laatste stofveredelingen,
zijn wij zelf eetbare dingen
in Gods vuurvaste trechter.
Uit: De azuren holte (1964)
 

Een kus in Ter Kameren

 
Zeg in de splinterende lucht
een wurgzwam heeft haar olm,
oranje eendepoot loop vast
in het bevriezend water,
ik weet niet wat ik
 
Het licht nochtans op schaliën,
abt of abdis dek toe
de daken van Ter Kameren,
nijp alles rond gebroken bot,
hoewel al kon ik
 
En weer ’t gelobde waterhoen
dat stapt met een gekraakte poot
–          alle onthalsden en verstikte pories,
in de naam van alle Heren,
stronken u zou ik
 
Maar lief, de rand vandaag,
koorts aan de dunne wondrand,
zwart en nat aan de rand,
heilige pest der geschiedenis,
naar mijn begrip, ik,
 
bewegend lipvlees tegen been,
aan alle kanten duwt het,
jouw koude speeksel zuig ik,
als het gaat gisten zal ik,
het kan niet dat ik

BIBLIOGRAFIE

Woordje vooraf

De bibliografie bestaat uit 3 rubrieken:

  1.  Chronologisch overzicht van publicaties in boekvorm
  2. Medewerking aan poëziebloemlezingen
  3. Overzicht van niet-gebundeld werk

De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij

  • Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
  • Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.

Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.

Chronologisch overzicht

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1941 Aanhef, verzamelbundel van F. De Ridder, J. De Haes, J. De Beus, L. Lindemans.

Bevat 11 gedichten  van de Haes onder de titel “De diepe wortel” (pp. 15-24)

Titels van de 11 gedichten: ‘Aanhef I en II’; ‘Stilte in ’t verwachten’; ‘Bewonderen’; ‘Opstand’; ‘Hemel en aarde’; ‘De rotsduif’;  ‘Rijpheid I en II’; ‘De diepe wortel’; ‘De wilde kroon’.
Paul De Beus sneed de bandteekening.

Jette ; Brussel : Drukk. Emile De Boeck, -46p.

Nota: Andere bijdragen ‘Lach niet zo luid’ door J. De Beus; ‘Het jaar der verbeelding’ door L. Lindemans

1941/42 Het andere Wezen. Verzen. (poëzie)

Bevat de cycli: Zinnenspel en beeld; Verborgen pijn.
Brussel: De Crone.  -29p.

Afmetingen: 22.80 x 15 (ingenaaid)
Gedrukt bij De Wever in Pamel

 

1945 Puthische oden (vertaald uit het Grieks).

Oorspronkelijke auteur: PINDAROS
Vertaald en ingeleid door Jos de Haes
Brugge: De Kinkhoren. -118p.

Reeks: Helios reeks.
1946 Ellende van het woord. (poëzie)

Onder de naam Jozef De Haes
Met een ten geleide van Hubert van Herreweghe
Portret naar een penteekening van Marc Neels
Hoogstraten: Moderne Uitgeverij. -19p.

Reeks: De Spiegel. Maandelijks Tijdschrift voor Poëzie. Jrg. 2, nr. 6.
Afmetingen:20.50 x 13.50 (geniet)
1954 Gedaanten: verzen. (poëzie)

Bevat de cycli: Van vroeger; Een vriend; Vier momenten; Gedaanten; Vriendin; De pool.
Amsterdam, Brussel: Elsevier. -62p.

Afmetingen: 20.80 x 13 (ingenaaid)
Colofon: Deze dichtbundel werd in opdracht van uitgeverij Elsevier te Brussel in het voorjaar van 1954, gezet uit de Hollandse Mediaeval en gedrukt op de persen van de drukkerij ‘Die Poorte te Antwerpen.
De oplage bedraagt 500 exemplaren waarvan 450 genummerd van 1 tot 450.
1956 Richard Minne. De dichter. (essay en bloemlezing)

Met 8 documentaire zwart-wit foto’s

Brussel: A. Manteau, voor het Ministerie van Openbaar Onderwijs. -47p.

Reeks: Monografieën over Vlaamse letterkunde nr 4
Afmetingen: 22.50 x 14 (gebonden – harde gekartonneerde kaft)
1957 Reisbrieven uit Griekenland. (reisverhaal)

Met pentekeningen van Jan Meert en kunstfoto’s van Maria Van den Wijngaert.
Brussel: Belgisch nationaal Instituut voor Radio-omroep. -151p.

Programmabrochure nr. 11.

1959 Victor Bourgeois (vert. uit het Frans).

Oorspronkelijke auteur: Georges Linze
Brussel: Elsevier. -28p.

Reeks: Monografieën over Belgische kunst. – Brussel; vol. 1959: 5
1959 Philoktetes (Oud-Griekse theatertekst)

Oorspronkelijke auteur: SOPHOCLES
Oorspronkelijke titel: Φιλοκτήτης
Vertaald en ingeleid door Jos de Haes
Nota: de tekst van Philoktetes in de vertaling van Jos De Haes werd door de N.I.R. als hoorspel gebracht in de Schoolradio.
Brugge: Uitgeverij NV Desclée De Brouwer. -81p.

Afmetingen: 19.50 x 13 (ingenaaid – zachte kaft)
Reeks: Helios reeks. Nr 8.
Gedrukt op de persen van de Sint-Augustinusdrukkerij, Brugge.  NV Desclée De Brouwer
1962 Albert Crommelynck (vert. uit het Frans).

Oorspronkelijke auteur: ROGER BODARD
Brussel: Elsevier. -24p.
1964 Azuren Holte. (poëzie)

Bevat de cycli: Afmeting; Delphi; Avond en morgen; La noue; Le vieux moulin; Evenmens.
Brugge: Desclée De Brouwer. -50p.

Reeks: Gedachten en gedichten
Elektronisch beschikbaar: Digitale bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
Afmetingen: 19.40 x 13 (ingenaaid)
Gedrukt op de persen van de Sint-Augustinusdrukkerij te Brugge in opdracht van uitgeverij Desclée De Brouwer . 

POSTUME UITGAVEN

1974 Verzamelde gedichten. (poëzie)

Bevat gedichten uit de bundels: Het andere wezen; Ellende van het woord; Gedaanten; Azuren holte; Moderne hebreeuwse gedichten; Laatste gedichten.De VERZAMELDE GEDICHTEN van Jos de Haes werden in opdracht van Uitgeverij Orion te Brugge verzorgd door de oudste zoon en drie vrienden van de dichter en in het najaar van 1974 uit de Garamond 10 pts gezet en gedrukt op 90 grs editie door Drukkerij Sanderus te Oudenaarde
 
Een deel van de oplage werd heringebonden met harde linnen kaft; naast de gewone uitgave werden zestig exemplaren gedrukt op simili japon van gelder 100 grs., genummerde van een tot vijftig, en tien exemplaren, niet in de handel, genummerd I tot X.

Brugge: Uitgeverij Orion. -149p.

Reeks: De gulden Veder
Afmetingen:20.80 x 13 (ingenaaid – zachte kaft met flappen & luxe versie: heringebonden in harde linnen kaft)
Die eerste druk (najaar 1974) is tot stand gekomen conform de wensen van de schrijver. De editeurs C. Bittremieux, H. van Herreweghen, F. de Haes en B.F. van Vlierden baseerden zich nadrukkelijk op de testamentaire wil van de dichter. Dit betekent dat in de eerste druk de vroege gedichten uit het Vlaamse tijdschrift Podium (1943-1944) niet zijn opgenomen, met uitzondering van de gedichten ‘Ten dode toe’ en ‘Een sproke zelf’ die in de bundel Ellende van het woord (1946) zijn gepubliceerd. Verder zijn de gedichten uit de reeks ‘De diepe wortel’ (in de collectieve bundel Aanhef, met verder werk van F. de Ridder, J. de Beus en L. Lindemans, 1941), waarvan De Haes zich later distantieerde, niet opgenomen en is alleen een beperkte selectie uit De Haes’ debuutbundel Het andere wezen (1942) en uit Ellende van het woord gepresenteerd. De twee latere bundels, Gedaanten (1954) en Azuren holte (1964) zijn integraal opgenomen.
1986 Verzamelde gedichten. (met een inleiding van Ad Zuiderent). (poëzie)

Tweede herziene druk
Deeltitels: Het andere wezen; Ellende van het woord; Gedaanten; Azuren holte; Moderne Hebreeuwse gedichten; Laatste gedichten; Voor de studenten van ‘Germania’
 
Verzamelde gedichten van Jos De Haes werd in opdracht van uitgeverij A. Manteau nv te Antwerpen gezet in Trump Mediaeval en gedrukt bij Smits te Wommelgem, Boekbinderij Interbooks te Kontich zorgde voor de afwerking.
Grafische vormgeving: Rikkes Voss 
De Haes 4 Antwerpen: A. Manteau. -169p.

Afmetingen:21.40 x 12.80 (gebonden – harde linnen kaft stofomslag)
De editeurs (Bittremieux, Van Herreweghen en De Haes) baseerden zich voor die herziene uitgave op de eerste editie. De selecties uit Het andere wezen en Ellende van het woord zijn gehandhaafd, inclusief de spellingaanpassingen. De tekstediteurs voegden vier gedichten toe, die De Haes in 1973 en 1974 (‘Avondschemering’: postuum) in Dietsche Warande en Belfort publiceerde, een reeks met ‘moderne Hebreeuwse gedichten’ (in een vertaling van De Haes), alsook een prozatekst ‘Voor de studenten van “Germania”‘ (een gewijzigde versie van een publicatie in Dietsche Warande en Belfort, 1965).
2004 Gedichten. (poëzie)

Onder redactie van dr. Yves T’Sjoen/Willem Van den Daele.
Teksteditie onder auspiciën van het Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie
Deeltitels: Het andere wezen; Ellende van het woord; Gedaanten; Azuren holte; Rust; De diepe wortel; Podium; Nieuw gewas;Laatste gedichten;
Nawoord; Verantwoording; Aantekeningen bij de gedichten; Primaire bibliografie [poëzie]; Secundaire bibliografie [over poëzie]; Register op titels en beginregels.
De Haes 6 Tielt: Uitgeverij Lannoo./ Amsterdam: Atlas. -300p.

Afmetingen:21 x 14 (paperback)

Medewerking aan poëziebloemlezingen

Jos de Haen verleende tussen 1966-1973 ook zijn medewerking, samen met Hubert van Herreweghen, aan een jaarlijkse publicatie van een poëziebloemlezing. De initiatiefnemer was het Davidsfonds.

Gedichten 1965.

  • Samenstelling : Jos de Haes & Hubert van Herreweghen
  • Leuven : Davidsfonds. Poëziereeks van het Davidsfonds. -73p.

Gedichten 1966

  • Samenstelling : Jos de Haes & Hubert van Herreweghen
  • Leuven : Davidsfonds. Poëziereeks van het Davidsfonds. -65

 

Overzicht van niet gebundeld werk.

I. Rust [1941]

  • Rust’  in: Dietsche Warande en Belfort , 41 (1941) 4-5 (april mei), p.200.

II. Aanhef, ‘De diepe wortel’ [1941]

  • De diepe wortel’. In: F. De Ridder, J. De Haes, J. De Beus, L. Lindemans, ‘Aanhef” , Jette, Drukk. Emile De Boeck [1941], pp. 15-24.

III. Podium [1942-1944]

  • Het eeuwige lied’ in: Podium. Bloemlezing uit het werk van jongeren samengesteld door Frank Meyland, Gerard van Elden en Luc van Geertsom. I (1942) 2, (december) , p.17.
  • Nimmermeer verdwijnen’ in: Podium. Bloemlezing uit het werk van jongeren samengesteld door Frank Meyland, Gerard van Elden en Luc van Geertsom.1 (1943) 3 (maart) p.35.
  • O lieve Doode’ in: Podium. Bloemlezing uit het werk van jongeren samengesteld door Frank Meyland, Gerard van Elden en Luc van Geertsom. 1 (1943), 4, (mei) p.52.
  • Is navelloos…’ in: Podium. Bloemlezing uit het werk van jongeren samengesteld door Frank Meyland, Gerard van Elden en Luc van Geertsom. 1(1943), 5, (juli) p. 67.
  • ‘God’ in: Podium. Bloemlezing uit het werk van jongeren samengesteld door Frank Meyland, Gerard van Elden en Luc van Geertsom. 1, (1943) 5, (juli) p. 68.
  • ‘Avondval’ in: Podium. Bloemlezing uit het werk van jongeren samengesteld door Frank Meyland, Gerard van Elden en Luc van Geertsom. 1 (1943), 6 (september) p. 84.
  • ‘God’ in: Podium. Letterkundig tijdschrift der jongste generatie. 2 (1944) 2, p. 1.

IV. Nieuw Gewas [1946]

  • Bij den tempel’ in: Nieuw Gewas. Algemeen Kunsttijdschrift. 2, (1946), 2 p.51.
  • Gezelschap’ in: Nieuw Gewas. Algemeen Kunsttijdschrift. 2, (1946), 3 p.77.

V. Vlaamse Gedichten [1973-1974]

  • Zonsondergang I’ in: Dietsche Warande en Belfort, 118 (1973) 1 (januari) p.1.
  • Zonsondergang II’ in: Dietsche Warande en Belfort, 118 (1973) 1 (januari) p.2.
  • Zonsondergang III’ in: Dietsche Warande en Belfort, 119 (1974) 3 (maart-april) p.195.
  • Een kus in Terkameren’ in: Dietsche Warande en Belfort, 118 (1973) 9 (november) p. 641.