JEF CRICK
Aalst, 23 oktober 1890 – Sint-Amandsberg, 7 juni 1965
Dichter, roman- en toneelschrijver, biograaf en essayist, kunstrecensent en journalist.
Als romanschrijver waren vooral ‘De ridder van het kasteel van Laerne’ (1933 e v ) en ‘Petrus Paulus Rubens, de roman van zijn leven’ (1943) een groot succes. Als kunstcriticus was zijn faam minstens even groot. Zijn tweedelig Kunstalbum : leven en werken onzer beeldende kunstenaars (1934-1935) is een unieke compendium met informatie over waardevolle, maar minder bekende kunstenaars.
Crick heeft vaak onder pseudoniemen gepubliceerd.
o a : Cecil Grace; Elmar; Excelsior; Josse; Musicus (in Excelsior) voor details zie rubriek A-Z Pseudoniemen lexicon
BIOGRAFIE
23 oktober 1890 : Geboren te Aalst als Jozef Crick. Zoon van Adrianus-Franciscus Crick, secretaris van de burgerlijke godshuizen van Aalst en van Maria-Hortensia de Smet, die winkel hield.
Hij doorliep de humaniora aan het Sint-Jozefscollege bij de paters jezuïeten te Aalst en had er onder meer les van de paters Jozef Van Mierlo (in de poësis) en Evarist Bauwens (in de retorica) – auteur van geprezen handboeken en van de reeks ruim verspreide Nederlandse bloemlezingen ‘Noord en Zuid’. Pater Lode Taeymans – tevens een voortreffelijk kunstschilder – was in zijn tijd de studieprefect. Nog tijdens de humaniora kwam zijn literair talent tot uiting.
1906: Als 16-jarige schrijft hij een dichtbundeltje “Rouwkransje” voor een overleden vriend.
- Of hij dat deed onder invloed van Guido Gezelle – zie zijn Kerkhofbloemen uit 1858 – is niet geweten, maar Crick toont hier wel zijn taalvaardigheid.
1909: Naar aanleiding van de oprichting van het standbeeld van Albrecht Rodenbach schrijft het Vlaamsgezinde tijdschrift “De Student” (uitg. te Lier onder beheer van Dr. A. Laporta), een literaire prijsvraag uit. Crick neemt er deel aan. Zijn verhandeling “Losse Gedachten over Albrecht Rodenbach” wordt bekroond.
- De Aalsterse drukker-uitgever Petrus van Schuylenbergh geeft de verhandeling uit en verspreidt er een paar honderd exemplaren van.
Zijn eerste vaste job vindt Crick op het kasteel van Overhamme bij Aalst, waar hij secretaris wordt van de in Erembodegem woonachtig katholieke volksvertegenwoordiger baron Louis-Marie de Bethune.
- De Bethune was actief in de Aalsterse perswereld en behoorde tot een invloedrijke familie in het sociale en politieke keven van de Aalsterse regio.
- Crick schrijft er in opdracht van zijn werkgever tal van politiek getinte artikels in het sterk sociaal gerichte weekblad “De Dageraad”.
Willens nillens wordt hij meegesleurd in een heftige verkiezingscampagne, iets wat hem voor de rest van zijn leven afkerig maakt van politiek.
Het zijn eerder ‘Kunsten en Letteren’ die zijn interesse wekken. In zijn weinige vrije uren schrijft hij gedichten en levert hij bijdragen voor tijdschriften als ‘Jong Dietsland’, Dietsche Warande en Belfort’ en ‘Nieuw Leven’.
1910: Zijn beste gedichten bundelt hij onder de titel Verzekens. De bundel – weerom verschenen bij Van Schuylenbergh – krijgt goede kritieken. In 1911 verschijnt er een tweede druk.
November 1913: Stichter en hoofdredacteur van het literaire en artistieke maandblad “Excelsior“, dat een forum wil bieden aan de toenmalige generatie schrijvers.
- Het eerste nummer rolde van de pers in november 1913.Door het oorlogsgebeuren verschenen er slechts 9 nummers met een totaal van 144 pagina’s. Gerenommeerde schrijvers werkten er aan mee: Richard De Cneudt, pater Hilarion Thans f.m., Basiel De Craene, pater D.A. Stracke S.J.…
WERELDOORLOG 1914-1918
1913: Wordt medewerker, later feitelijk hoofdredacteur van het katholieke tijdschrift “De Denderbode”.
- In “De Denderbode” schrijft hij een uitgebreide biografie van de Deense auteur Johannes Jörgensen, die in 1912 professor esthetica was geworden in Leuven. Ook aan de 19de -eeuwse Franse dominicaan en predikant Henri Lacoraire werd een dergelijke studie gewijd.
- De studie over Jörgensen werd in 1917 in boekvorm uitgegeven door uitgeverij Van de Putte in Aalst
Jef Crick schrijft in de oorlogsperiode veel gedichten die hij in diverse tijdschriften kan publiceren. (zie bijlage na de chronologische bibliografie: Cricks gedichten in het tijdschrift : Vlaamsch Leven – Zelfstandig Vlaamsch Geïllustreerd Weekblad)
1915: ‘Oorlogswee’, een fragment uit een lyrisch drama verschijnt, alsook een sonnettencyclus Smartlied geïnspireerd op het vroegtijdig overlijden van zijn zus Rosina.
1916: De bundel Mondschein-sonate van Beethoven wordt tot zijn beste poëzie gerekend en kan bogen op een 2de druk in hetzelfde jaar.
23 juni 1917: Treedt te Etterbeek in het huwelijk met Elza Calmeyn, dochter van de Brugse tekenaar, pastellist en etser Karel Calmeyn.
1918: De bundel ‘Sonnettenbundel’ staat volledig in het teken van het sonnet. Het motto van de bundel is geplukt uit een gedicht van Jacques Perk: ‘Klinkt helder op, gebeeldhouwde sonnetten’ en geeft weerklank aan de invloed van de toen vernieuwende poëzie van de Tachtigers: Jacques Perk, Willem Kloos en Helena Swarth.
Het is tevens zijn laatste bundel, want na de oorlog houdt Crick de poëzie grotendeels voor bekeken.
INTERBELLUM : FRENETIEKE ACTIVITEIT
1919: Crick kan als journalist aan de slag bij de krant “De Standaard”, waar hij collega wordt van o a Jan Boon, Alfons Martens, Filip De Pillecyn en dr. Van de Perre.
- Aanvankelijk was Crick lid van de redactie van “Ons Volk Ontwaakt’ in Brussel.
- In het speciale nummer van 14 september 1919, – volledig gewijd aan Albrecht Rodenbach ter gelegenheid de terugkeer van diens monument in Roeselare -, verschijnt zijn eerste grote interview en wel met Hugo Verriest, Rodenbachs leermeester en mentor.
- Crick schreef wel meer artikels in dat tijdschrift. Een overzicht daarvan – ons welwillend ter hand gesteld door de heer Louis Govaerts voorzitter van de Heemkundige kring De Oud Oostburg te Gent – vindt u achteraan na de bibliografie.
1921-1930: Wordt zowat de ‘vliegende reporter’ van De Standaard. Iedereen die in cultureel Vlaanderen enige naam of faam had krijgt hem over de vloer voor een persoonlijk interview.
- Regelmatig schrijft hij onder pseudoniem ‘Erasmic’ in de krant felgesmaakte humoristische krabbels. Naar het einde van de dertiger jaren wou hij deze krabbels – met illustraties van Charles Doudelet – in boekvorm uitgeven, een project dat door de economische crisis en de nakende oorlog in het water viel.
November 1923 – oktober 1927 : Kan in het vervallen kasteel van Laarne drie kamers afhuren op de bovenverdieping van de noordvleugel “bekroond met spits dak en torentje”. Achteraf bewoonden we ook nog de benedenverdieping, die paalde aan de kapel… Men trad er binnen via een kleine gang, waarin zich twee inspringende kruisramen met stenen zitbanken bevonden en waar ook een groot schelpvormig wasbekken in de dikke wand gebouwd was. Deze benedenverdieping bestond uit een keuken met pittoreske schoorsteenmantel en een kleine voutkamer. Daaronder lag een doolhof der misterieuze schemerige kelders, waar wij onze watervoorraad dienden te halen”. (Crick J. Ik was eens kasteelheer te Laarne, in De Toerist, Halfmaandelijks orgaan van de Vlaamse Toeristenbond V.Z.W., jg. 37, nr. 12, 16 juni 1958, p. 155)
Crick had het kasteel ‘ontdekt’ tijdens het maken van een reportage over deze burcht in augustus 1922 voor het tijdschrift Ons Volk Ontwaakt.
Dit verblijf en de studie van enkele archiefstukken zetten hem ertoe aan een driedelige roman te schrijven met als titel: De ridder van het kasteel van Laarne: een roman uit de 16de eeuw.
- Het is het verhaal van de 16de-eeuwse Laarnse ridder, hoogbaljuw en vertegenwoordiger van Alva in deze streek – en van diens dochter Monica die smoorverliefd is op jonker Willem van Hembyze, zoon van de Gentse Jan van Hembyze. Het verhaal speelt tegen de achtergrond van de tumultueuze gebeurtenissen uit die tijd, de genadeloze strijd tussen de geuzen en de aanhangers van de Spanjaarden, de beeldenstorm, vervolging, foltering en terechtstelling.
- Aanvankelijk werd het – van 18 september 1932 tot 5 juni 1933 – door de auteur zelf in feuilletonversie gepubliceerd.
1926: Treedt in dienst van het dagblad ‘Het Volk’ als medewerker van de kunstrubriek. Hij zal er de rest van zijn carrière aan deze krant verbonden blijven.
- Opnieuw reist Crick het hele Vlaamse land af en interviewt zowat alle grote namen uit de kunstwereld: Stijn Streuvels, Felix Timmermans, Flor Van Reeth, Emile Claus, Valerius de Sadeleer, Jules De Bruycker, Dirk Baksteen, August De Boeck, Flor Peeters en tientallen anderen.
- Crick schrijft niet alleen over kunst en kunstenaars, hij schrijft ook humoristische stukjes onder diverse titels zoals o m ‘Bij den kapper’, Hier scheert men gratis’, ‘Krabbels’ en ‘In den Ouden Uil’
- Soms gebruikt hij zijn eigen naam, maar vaak gebruikt hij schuilnamen zoals Jazz, Harmonie, Nec spe Nec metu, Picknick, Musicus, Gillette.
- Her en der in diverse bladen en tijdschriften vinden we artikels geschreven onder de meest diverse schuilnamen: Excelsior, Josse, Jef Studax (in De Standaard/Ons Volk Ontwaakt) ??, Fra Diavolo, Cecil Grace, Elmar, Elsevier (weekblad De Volksmacht ook in Volk en Kultuur 1943 jg. 3) Veritas (in Volk en Kultuur 1941 jg1).
1927 Crick verhuist naar Sint-Amandsberg, aanvankelijk op de Antwerpse Steenweg 351. Zeven jaar later (1934) verhuist het gezin naar de Heiveldstraat.
- Hij zet er zich in voor de realisatie en uitbreiding van de begraafplaats Campo Santo, waar hij zelf ook werd begraven.
- In de jaren 1940 zet hij de reeks “Campo-Santo” op, waarin kleine monografieën over grote Vlamingen die daar begraven liggen verschijnen. (4 deeltjes gepubliceerd in de periode 1945-1948), o.m. over Jan Frans Willems, Karel-Lodewijk Ledeganck, Ferdinand August Snellaert, Florimond en Prudens van Duyse en anderen.
1929: ‘Het Volk’ publiceert zijn roman ‘Toen moeder heenging’ in afleveringen van 15 december 1929 tot 31 januari 1930.
1932-1935: Veel van zijn journalistieke, kunsthistorische bijdragen – o.m. Dietsche Warande en Belfort en Ons volk ontwaakt, De Standaard en nadien van Het Volk – worden gebundeld en gepubliceerd in zijn tweedelig Kunstalbum : leven en werken onzer beeldende kunstenaars (1934-1935).
- Crick bespreekt er 193 kunstenaars (vol 1 -86 en vol II 107) met biografie, portret en afbeelding van enkele werken. Bevat enkele originele afdrukken, gedrukt op speciaal papier
Naast alle bekende kunstenaars biedt het boek ook een uniek overzicht van kunstenaars waarover weinig bekend is en waarover geen afzonderlijke boeken bestaan.
1932-1933: De roman De ridder van het kasteel van Laarne: een roman uit de 16de eeuw wordt in eigen beheer gepubliceerd in 39 wekelijkse afleveringen, onder de reekstitel Romans voor ons volk (afl. 1 en 2) en vervolgens Romans: Geen rijker kroon, dan eigen schoon.
- Bij elke aflevering was een deeltje van zijn reeds vermeld Kunstalbum De nummers waren rijkelijk geïllustreerd met houtsneden en platen van tal van kunstenaars, vrienden van de auteur. In de afleveringen 18 en 20 (resp. 9 en 23 jan. 1933) en 37, 38 en 39 (resp. 22 en 29 en 5 juni 1933) geeft Jef Crick zijn bronnen van de roman aan en doet hij het verhaal van zijn verblijf in het slot en van de vele kunstenaars die hem daar kwamen bezoeken.
1934: De roman wordt als boek gepubliceerd bij handelsdrukkerij “Het Volk”. De oplage bedroeg 7600 exemplaren (gewoon papier) en 200 door de auteur gesigneerde exemplaren op fijn luxepapier.
- De roman (ook in de feuilletonversie) is verlucht met talloze illustraties van o m Karel Doudelet, Herman Verbaere, Victor Stuyvaert, Alfons Mora, A. Heins, Gerard Hermans, Pater Kallist Fimmers O. Praem., Rob Courtens, Luc en Jean De Weert, Berten Schepers, e.a., alsook met vele 16de eeuwse gravures.
1935: De roman De ridder van het kasteel van Laarne: een roman uit de 16de eeuw wordt bekroond met de Karel Barbierprijs van de (toen nog) Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde.
- In 1941 wordt de roman herdrukt bij ‘Het Volk’
- In 1944 volgde de tweede editie, ingekort en bewerkt, onder de titel Monica: roman uit de 16de eeuw.
- In 1954 publiceerde D.A.P. Reinaertuitgaven (Brussel) een derde editie, eveneens onder deze titel
- Twee jaar later bewerkt hij het verhaal voor opera; Lode van Dessel zorgt voor de muziek en de Koninklijke Gentse Opera creëert het werk als De jonkvrouw van Laarne.
- Nog later bewerkt Crick het verhaal als “kleur-, vuur- schimmenspel”. Zo wordt het in 1958 als Monica opgevoerd in het voorhof van het kasteel van Laarne en nadien als tv-spel uitgezonden door de Vlaamse televisie.
WERELDOORLOG II EN DE NAOORLOGSE PERIODE
1939: Een tweede historische roman over het leven van Pieter Rubens ‘Petrus Paulus Rubens, de roman van zijn leven.‘ gaat als feuilleton van start bij “De Tijd” op 31 december 1939, maar valt na de 130ste aflevering stil op 12 mei 1940 bij het uitbreken van Wereldoorlog II.
Van 10 januari 1941 tot 1 augustus 1941 verschijnt de roman als vervolgartikel in het geïllustreerde weekblad “De Stad”. (raadpleegbaar bij de Erfgoedbibliotheek te Antwerpen)
1943: Ter gelegenheid van het eeuwfeest van Jan Frans Willems dicht hij een Kantate gewijd aan Jan Frans Willems, waarvoor Robert Herberigs de muziek schreef. Het geheel werd gecreëerd door het Gents Kamerkoor “Crescendo” o l v dirigent Omer van Puyvelde.
1943: Het kunsthistorische werk Petrus Paulus Rubens, de roman van zijn leven kent een groot succes. Het fraai uitgegeven boek wordt tot in 1977 herdrukt. In 1946 verschijnt er bij Uitgeverij La Sixaine een Franse vertaling onder de titel “Les vies multiples de Rubens”.
1944-1948: De Santo Campo uitgaven
- Reeds vanaf 1938 stelt Crick het gemeentebestuur in kennis dat hij een aantal monografieën ter publicatie klaar heeft over illustere figuren die op het Campo Santo begraven liggen, waarbij hij om financiële steun vraagt. De gesprekken slepen wat aan en het uitbreken van Wereldoorlog II zet het project on hold.
- Uiteindelijk worden er vier werkjes gepubliceerd met de financiële steun van pastoor Cyriel Palms:
- 1944: Karel-Lodewijk Ledeganck, 1805-1847
- 1945: Prudens Van Duyse, 1804-1859
- 1946: Jan-Frans Willems, vader der Vlaamsche beweging 1846-1946 : zijn volledig levensbeeld.
- 1948: Dr F. A. Snellaert, Dr Guislain, Frans De Potter, Florimond Van Duyse
- Hoewel er nog materiaal was voor meer uitgaven bleef het uiteindelijk bij deze vier publicaties
Vanaf de jaren 1950 tot praktisch aan zijn dood werkt Crick mee aan het weekblad “De Volksmacht”
1952: Pax, of: Klein kerstoratorio. Kerstspelluisterspel – een bewerking van het gelijknamige theaterstuk uit 1916 – wordt door de N.I.R. Vlaams gesproken uitzendingen, uitgezonden op zondag 24 december 1952.
1956-1961: Levert vele bijdragen aan Averbodes weekblad.
- In het tijdschrift Heemkundig Nieuws, Contactblad van de Heemkundige Kring “Oost Oudburg” en het Documentatiecentrum voor Streekgeschiedenis, jg 17 nrs 3 / 4 – mei-augustus 1989 geeft Jos Clauwaert een overzicht van de bijdragen van Crick aan dit weekblad op pp 13-15.
7 juni 1965: Overlijdt te Sint-Amandsberg. Zijn graf bevindt zich op zijn geliefde Santo Campo begraafplaats, Sectie C, vierde rij, tweede graf
EPILOOG
1981: De vroegere Orchideeënstraat te Sint-Amands wordt omgedoopt tot Jef Crickstraat.
MEER OVER Jef Crick
- V. D’HONDT, Jef Crick, in: Toneel, 1926.
- Gaston DURNEZ, De Standaard. Het levensverhaal van een Vlaamse krant, Deel I, Brussel, 1998.
- Poelman R., (1990), Jef Crick en zijn Santo Campo uitgaven pp 5-12 in: Heemkundige Kring De Oost-Oudburg vzw, jaarboek 32
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Website
- Fiche Jef Crick op Odis
- Jozef Crick – Wikipedia
- Crick, Jef – NEVB (auteur Gaston Durnez)
- Crick, Jef – Literair Gent (auteur Frans Heymans)
Referentie
- de Vleeschouwer: Jozef Crick, in: Nationaal biografisch woordenboek, dl. 6 (1974), p. 168-174
- Roger Poelman, Jef Crick, zijn loopbaan en zijn oude dag, Heemkundige Kring De Oost Oudburg vzw. Jaarboek XXXVIII, 2001, pp 63-88. De publicatie vermeldt ook de vele (interessante) artikels die in hun tweemaandelijks contactblad zijn verschenen.
BEKRONINGEN
- 1935: Karel Barbier-prijs (KANTL) – periode 1933-1934 voor zijn historisch verhaal “De ridder van het Slot van Laarne”.
SMAAKMAKER
AVOND – BEIAARD
Met zwaren bons viel door de stenen poorten
der reuzig-uitgelengde beiaardskap
Het klokgeklepel als een luid geklap
Dat de avondstilte brak met bronzen woorden
Zij vloeiden saam in deining van akkoorden
Die kwamen van ver, als paarden op stap
Met bellen gehalsband – en dol getrap
Daar dapper de ruiters hun flanken spoorden.
Voorbij reed de bende met bont geschal
En hoevengekletter in helderen val
Door ’t stemmengeschater. Plots heengevaren
Verdween ze aan de omdraai der donkre baan
En de avond, die zilverde in ’t licht der maan
Ligt, zwijgend in dromen ze na te staren.
Uit: Verzekens (1910)
BIBLIOGRAFIE
Woordje vooraf
De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience –Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
- POËZIECENTRUM vzw – Gent
- Onze dank ook aan het Documentatiecentrum voor Streekgeschiedenis dr. Maurits Gysseling, vzw – gevestigd in het convent Engelbertus, Groot Begijnhof 46, 9040 Sint-Amandsberg, voor hun enthousiaste samenwerking bij het tot stand komen van dit lemma.
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klik op de foto
Chronologisch overzicht
Publicaties in tijdschriften
In: Vlaamsch Leven – Zelfstandig Vlaamsch Geïllustreerd Weekblad (1916-1918)
- Verscheen in de periode 1915-1918 (2 oktober 1915 – 20 november 1918)
- Hoofdredactie: Octaaf Seghers (ps Free Fritz) tijdens jaargang 1 – Willem Gyssels vanaf jaargang 2 tot einde.
- Licht activistisch geïnspireerd.
- Enkele auteurs: Victor J. Brunclair – Raymond Herreman – Achilles Mussche – Firmin Mortier – Jori Vriamont – Gaston Burssens – Albert Van Hoogebemt
Bijdrage van Jef Crick beperkte zich tot poëzie
Jaargang 2 (1916-1917), nr 28
-
- p 365 : ‘Processie’ – ‘Mijn lied’ – ‘Aan Moeder’
- p 431 : ‘Lentelied van Sneg’ (sonnet)
Jaargang drie (1917-1918), nr 25
-
- p 390 : Passie-sonnetten (‘Maria Magdalena’ – ‘Pilatus’ – ‘Mater Dolorosa’)
- p 391 : De dood die maait I en II (sonnetten)
- Nr 26 p. 418 : ‘Een lentedag’ (sonnet)
- Nr 28 p. 435 : ‘Herfst’
- nr 34 p 520 : ‘Verlangen I en II’ – ‘Sneeuwlandschap’ – ‘Strijd’
Bron: Jos Clauwaert, Kroniek rond leven en werk van Jef Crick. Periode tijdens de eerste wereldoorlog. In Heemkundig nieuws. Contactblad van de Heemkundige Kring De 3Oost-Oudburg” jg. 37, nr 2 -april-juni 2009 pp 18-19
In: Ons Volk ontwaakt (1922-1930)
1922
- Jeugd en geboortehuis van Peter Benoit, jg. 8 nr. 43, 22/10/1922
- De Pastor van te Lande is overleden, jg. 8 nr. 45, 5/11/1922
- Bij het eeuwfeest van César Franck, jg. 8 nr. 47, 19/11/1922
1923
- De glasschilder Ed. Seyaert, jg. 9 nr. 11, 18/03/1923
- Bij de beeldhouwer en houtsnijder Jozef De Somer, jg. 9, nr. 38, 23/09/1923
- Tentoonstelling van oude kunsten te Gent, jg. 9, nr. 45, 11/11/1923
- Een zanger van Maria, 9, nr. 49, 9/12/1923
- Kerstmis in de Letterkunde, jg. 9, nr. 51, kerstnummer 1923
1926
- Een geschilderde Kruisweg van Constantin Meunier te Sint-Pieters Kapel, jg. 12, nr. , 4/04/1926
- Karel Van den Oever gevierd, jg. 12, nr. 41, 10/10/1926
1927
- Rond de Saverys-studie van Is. Van Beugem, jg. 13, nr. 7, 13/02/1927
1930
- Kunstschilder Willy Jocqué, jg. 16 nr. 13, 13/04/1930
- Bij de Kunstschilder-Etser Emiel Thysebaert, jg. 16 nr. , 31/08/1930