THANS Hilarion
Maastricht, 12 januari 1884 – Smeermaas, Lanaken, 10 januari 1963
Minderbroeder, priester gewijd in 1909. Oorlogsvrijwilliger tijdens WOI, waarna hij leraar werd in Rekem.
Veelschrijver (ca 50 boeken) die zich vooral toelegde op gedichten, toneel en essays.
Hilarion Thans liet dichtbundels na als Omheinde hoven (1913) en Verloren stroom (1920).
Zijn oorlogservaringen als brancardier en aalmoezenier bij het leger publiceerde hij in Mijn oorlog (1921).
Zijn later werk werd grotendeels op verzoek geschreven, o.a. een aantal toneelstukken en hagiografische geschriften. Daarnaast bundelde hij nog vijf reeksen Vertellen (1933-1945), een tiental reisverhalen over Frankrijk, Italië en eigen land, en elf delen Geestelijk onderricht (1946-1963), die aanvankelijk in verschillende tijdschriften waren verschenen.
In 1943 verscheen de bibliofiele map De Zwarte Kempen, met teksten van Thans bij etsen van zijn vriend Oscar Bronckaers.
In hetzelfde jaar wijdde Lambert Swerts de levensbeschrijving De minnezangers Gods Hilarion Thans aan hem.
In 1953 publiceerde Thans zijn autobiografie: Eigen leven en werk.
BIOGRAFIE
12 januari 1884: Geboren te Maastricht als Antoon David Thans als jongste in een gezin van 14 kinderen.
Genoot vanaf zijn elfde jaar een Franse opvoeding te Luik, waar zijn ouders in 1895 waren gaan wonen. Daar schreef hij ook zijn eerste verzen in het Frans, die in 1915 werden uitgegeven onder de titel Lilas blancs
1897-1902 : Leerling aan het Sint-Antoniuscollege te Lokeren, een kleinseminarie gerund door de minderbroeders-franciscanen..
20 september 1902 : Na zijn middelbare studies in het St. Antoniuscollege te Lokeren, legt hij in het minderbroederklooster te Tielt de Simpele Geloften af en krijgt hij de kloosternaam Hilarion
Geestelijk parcours:
- September 1903 : Tijdelijke professie te Tielt;
- 1903-1907 : Te Rekem/Limburg studeert hij wijsbegeerte en het eerste jaar godgeleerdheid.
- September 1906 : Plechtige professie te Tielt;
- 1907-1909 : Theologische studies volgen in Sint Truiden.
- 29 augustus 1909: Tot priester gewijd te Sint-Truiden.
Enkele weken later wordt hij zwaar ziek en is lange tijd aan het bed gekluisterd. Uiteindelijk herstelt hij ,maar de gezondheid blijft wankel. Reden waarom zijn oversten hem vrij snel benoemden tot leraar klassieke en moderne talen aan het opleidingscentrum in het landelijke Rekem.
1910-1914: Herstelperiode te Schaarbeek en te Mechelen.
Het belette hem echter niet tot dichterlijke inspiratie:
Januari 1910: de eerste cyclus Zieke bloemen uit zijn debuutbundel Omheinde hoven (1913) verschijnt in het tijdschrift ‘t Daghet in den Oosten
1912: Laat zich tot Belg naturaliseren;
1913: Debuteert als dichter met Omheinde hoven (1913), belijdenispoëzie in de trant van de Tachtigers, die gunstig werd onthaald en die hij niet meer heeft overtroffen.
1914: Bij het uitbreken van WO I meldde hij zich als vrijwilliger, maar kreeg geen toestemming enerzijds omdat hij ziekelijk was, maar ook omdat reeds al te veel broeders waren opgeroepen.
1915/1916: leraar poësis te Rekem
1915: In zijn Franstalige bundel Lilas Blancs (witte seringen, paradijselijke poëzie met een mystieke inslag) staat als laatste een gedicht te lezen ‘L’attente’ waarin het verlangen wordt uitgedrukt dat de Duitsers flink wat op hun donder zouden krijgen en het Belgisch leger zegevierend terug zou komen. Het gevolg was een vlucht naar Nederland, waarvoor hij zich door een smalle riool wurmde die onder de Maas verborgen lag.
1916-1918: Hij slaagt erin Engeland te bereiken. Vandaar gaat te tocht naar Frankrijk waar hij te Auvour en daarna in Cabour als verpleger behulpzaam is. In 1918 wordt hij als legeraalmoezenier verplaatst naar Kales.
September 1919: Na de demobilisatie keert hij terug naar Rekem (Limburg), waar hij als minderbroeder lessen Grieks, Latijn, Nederlands en Frans verzorgt.
INTERBELLUM
In het interbellum en tijdens wereldoorlog II verkende Hilarion verschillende genres. Het is de periode van zijn grootste productiviteit: 7 dichtbundels, 7 toneelstukken (waaronder Passiebloemen , 1924), 15 hagiografieeen (waaronder Harlinde en Relindis van Aldeneik, 1945), 3 kinderverhalen, oorlogs- en reisverhalen (bvb Vertellen in 4 delen, 1933-1941), meer dan 50 gepubliceerde geestelijke conferenties.
1921: Zijn prozadebuut is autobiografisch: Mijn oorlog. Het wordt een bijzonder populair boek dat hem bij het grote publiek bekend maakte en in 1934 zijn derde druk beleefd.
- In het hoofdstuk De vlucht vertelt hij over zijn vlucht voor de Duitsers via het riool dat te Lanaken/Smeermaas onder de Maas lag. Ook zijn werk als verpleger komt aan bod, zijn aalmoezenierswerk bij de frontmannen, en zijn terugkeer naar België.
- Opmerkelijk in het boek is de evolutie van de toon, van jeugdig enthousiasme bij zijn engagement als vrijwilliger bij het uitbreken van de oorlog naar een berustend medevoelen met de slachtoffers van de oorlogsgruwel. (Lut Missinne in NEVB-online)
1925: In Onder de wolk vertelt hij over de eerste oorlogsmaanden van 1914.
Lid van de Pelgrimbeweging;
1927: Deelname aan de grote Pelgrimtentoonstelling 1927;
1928: Op de 9de IJzerbedevaart te Diksmuide spreekt Thans de ‘godsdienstige rede’ uit
1938: In een reeks verhalen (Kleine Hari, Groote Hari, Hari z’n zusje) beschrijft hij op humoristische wijze de eerste levensjaren van zijn neefje Hari. Uitgeverij Michiels uit Tongeren nam het op in haar jeugdreeks Rein genot. Wie de tekenaar is van de omslag en de illustraties is voorlopig onbekend.
WERELDOORLOG II
April 1941: wordt rector van het weeshuis te Gellik.
Over de houding van Thans met betrekking tot de bezetting en de collaboratie leze men de bijdrage van Anton Milh, Een literaire vriendschap in woelig water. Hilarion Thans en Lambert Swerts tijdens de Tweede Wereldoorlog.in Zacht Lawijd, Literair-historisch tijdschrift, jg. 20 nr 2 juni 2021 pp 69-86.
NA WERELDOORLOG II
1953: In het tijdschrift Oostland verschijnen twee artikelen ‘Eigen leven en werk’, Thans’ literaire autobiografie.
10 januari 1963: Twee dagen voor zijn negenenzevenstigste verjaardag overlijdt de ‘pater met de pen’ te Lanaken/Smeermaas.
16 januari 1963: Het Belang van Limburg meldt:
MEER OVER HILARION THANS
- Lambert Swerts, De minnezinger Gods Hilarion Thans, Sint Franciscusdrukkerij, Mechelen, 1943.
- Het archief van Hilarion Thans bevindt zich in het Letterenhuis, Minderbroedersstraat te Antwerpen. (Hilarion Thans – Anet)
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Website
Referentie
- Jozef Droogmans, Hilarion Thans, in: De stroom der dagen, Hasselt: Uitgeverij Heideland. -186p. Reeks: Vlaamse Pockets nr 104 pp 5-9.
- Anton Milh, Een literaire vriendschap in woelig water. Hilarion Thans en Lambert Swerts tijdens de Tweede Wereldoorlog.in Zacht Lawijd, Literair-historisch tijdschrift, jg. 20 nr 2 juni 2021 pp 69-86.
BEKRONINGEN
1940: de Eugen van Oyenprijs voor zijn werk Oud en Nieuw Italië, hem toegekend door de Veldeke-Stichting te Hasselt.
SMAAKMAKER
Nog houdt de omheining, als weleer
– een hooge muur – de hoven dicht.
De middag groent in schemer neer:
een loof-getemperd bovenlicht.
Dezelfde mooi-gebogen dreef
koel, zwijgend, als een kerkebeuk.
Mijn tuinbank – of ze wachten bleef
verscholen onder rooden beuk.
De merel, in de koepelkroon,
fluit bij deze’ avond als van oud?
Weer schakelt ginder toon in toon
het torenlied zijn keten goud.
Hier woonde ik, uur gewaar noch dag,
verloren in diep droompriëel –
tot ik veel vreemde steden zag,
en nam van ’t groote Leed mijn deel.
Ik weifel bij de tuinbank die ’t
geheim van diepe stonden weet…
Was dit wellicht mijn laatste lied
van eigen lief en eigen leed?…
Uit: Verloren stroom
BIBLIOGRAFIE
Woordje vooraf
De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience –Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
- POËZIECENTRUM vzw – Gent
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klik op de foto
Chronologisch overzicht
POSTUUM
Beknopt overzicht per genre
Verzen
- Omheinde Hoven (1913)
- Lilas Blancs. (poëzie, Franstalig) 1915
- België’s Kruisweg 1916
- Verloren stroom. 1919
- Der lieve Vrouw. (Mariagedichten) 1922
- Van het kind dat Maria zag. (hagiografisch werk in verzen) 1929
- Gods veldbloempje Zuster Assuta , Franciskanes Missionaris van Maria, gestorven in geur van heiligheid te Tai-Wien-Foe op 7 april 1905 (1932)
- Heide. (poëtisch proza) 1936
- Zwarte Kempen. 1943
- Troost in treuren (gedichten voor overledenen) 1950
- Dichterlijke dagen bij Maria. (poëzie – Mariagedichten) 1955
- Het berijmde leven (religieuze poëzie) 1963
Proza
- Oorlogsmemoires
- Mijn oorlog. 1921, 1926², 1934³
- Onder de wolk 1925
- Verduistering. 1949
- Reisverhalen
- Pelgrim. 1934
- Door oud en nieuw Italië. 1938, 1940², 1943²
- Valle Santa Viterbo Roma. 1940
- Langs heilige bergen. Vertellen – 4 (reisverhalen) 1941
- Terra d’amore: door oud en nieuw Italië. 1949
- Mee naar Lourdes. 1953
- Rit op Rome met rode en blauwe. 1956
- Honderd uren Mallorca. 1958
- Jeugdliteratuur
- Hari en Riet. 1930
- Kleine Hari. 1938
- Groote Hari. 1938
- Hari z’n zusje. 1938
- Slimme Wim. 1939
- Sterke Jaak. 1940
- Hari en Riet en andere verhaaltjes. 1944
- Hagiografisch proza
- Elisabeth van Thuringen. 1933
- Kent gij het heilig paterke van Hasselt. 1939
- Een eeuw in dienst van de Kerk [geschiedenis van de Franciscanen]. 1942
- Harlindis en Relindis van Aldeneik. Heiligen van onzen stam. 1945
- Verhalen, essays, novellen, romans
- Typen van toen. (verhalen) 1929
- Franciscanisme. (essay) 1933
- Vertellen. I, II, III (1933-1935)
- Hun eenige dochter. (roman) 1938
- Geestelijk onderricht. Gebundelde artikels voor het tijdschrift Sacerdos. (1946-1963)
- Eigen werk en leven (essay) 1953
Toneel
- Passiebloemen. 1924
- Broeder Francesco. 1926
- Zuster Chiara 1927
- Padre Antonio. 1931
- Mevrouwe Elisabeth. 1932
- Margaretha 1935
- Kleine Roza. 1937