home | Inloggen
Aantal schrijvers: 594 | Aantal boeken:

19.538

 

 

Bergeyck, Jacques

Maakt deel uit van:

Jacques BERGEYCK

Lommel, 15 november 1914 – Leuven, 2 oktober 1991

Pater Theuws, alias Jac. Bergeyck (ook J. Bergeyck), letterkundige en antropoloog te Luabo in november 1955.

Pseudoniem voor Jaak Antoon Theuws o.f.m.
Schrijver van novellen, romans en poëzie.
Franciscaner missionaris in Katanga (voormalig Belgisch Kongo) en antropoloog.

Zijn romans liggen in het verlengde van zijn missionair en antropologisch werk namelijk zijn studie van de filosofie, religie en taal van de Luba, wat hem een speciale plaats binnen de Vlaamse Kongoliteratuur verschaft.
“Vooral de romans Het stigma en De pofadders, nemen een unieke plaats in in onze Kongoliteratuur door de inhoudelijke diepgang, de menselijke bewogenheid, de filosofische en religieuze dimensie, door de combinatie van antropologisch en literair vakmanschap” (Marita de sterck)

BIOGRAFIE

15 november 1914: Geboren te Lommel als Jacques Antoon Theuws.

  • De keuze van zijn schuilnaam verwijst naar het Nederlandse dorp Bergeyk, net over de Belgisch-Nederlandse grens, waar zijn ouders geboren waren.

1932: Na zijn humaniorastudies trad hij in bij de franciscanen waar hij filosofie en theologie studeerde.

1940: Werd tot priester gewijd, waarbij hij de kloosternaam Theodoor aannam

1946-1947: Behaalde het licentie diploma in de Germaanse filologie aan de Leuvense universiteit met een verhandeling over de godsopvatting van de Bayombe zoals die tot uiting kwam in het Kongo-werk van Leo Bittremieux.

1947-1959: MISSIONARIS en ANTROPOLOOG IN DE KATANGA PROVINCIE VAN VOORMALIG BELGISCH CONGO;

1947 – 1959: Was 12 jaar missionaris in de provincie Katanga.

  • Hij werkte er, aanvankelijk als leraar en vanaf 1949 als missionaris, op verscheidene plaatsen (Kolwezi; diverse plaatsen van het gewest Bukama van het Kaminadistrict).
  • In de loop van deze jaren, die hij in nauw contact met de Afrikaanse Luba bevolking doorbracht, verzamelde hij de nodige antropologische gegevens die als basis fungeerden voor een doctoraatsthesis (1953).

1948: Van zijn hand verschijnen enkel gedichten in het tijdschrift Band nl. De duikelaar (gedicht) in Band, 1948, VII, p. 92; De ertsdelver (gedicht) in Band, 1948, VII, p. 286;

1949: Zijn antropologische interesse kon hij verder verdiepen tijdens een verblijf aan de Witwatersrand Universiteit (Johannesburg, Zuid-Afrika).

1953: Met behulp van informanten kon hij een corpus religieuze Kilubateksten verzamelen, wat hem in staat stelde om zijn doctoraat in de wijsbegeerte en letteren aan de KUL te behalen

1954: Veel van de religieuze Luba-teksten die het onderwerp van zijn proefschrift vormden, werden in 1954 gepubliceerd in een speciaal themanummer Textes Luba van het Bulletin Trimestriel du Centre d’Etudes des Problèmes Sociaux Indigènes , no. 27 (déc.), p. 11-153 , no. 27 (déc.), p. 11-153 te Elisabethstad.

  • Theuws zal tijdens zijn leven onder zijn eigen naam een omvangrijk antropologisch oeuvre over het Luba volk publiceren. Veelal gebeurde dat in de vorm van artikels in internationale vaktijdschriften, maar regelmatig verschenen ook synthese in boekvorm: De Luba-mens (Tervuren, 1962), Word and World. Luba Thought and Literature (St. Augustin, 1983).

Zijn antropologische interesse en studie vinden een rechtstreekse weerslag in zijn literair oeuvre dat hoofdzakelijk uit romans bestaat.

1955: 1959: Verschillende kortverhalen en novellen verschijnen in diverse tijdschriften:

  • Mwepu (kortverhaal) en Mensgeworden liefde in het weekblad De Week (Kerstnummer 1955);
  • Het onweer in Zuiderkruis, 1957, II, 2, p. 7-12;
  • Met verlof in Band, 1957, p. 178-189;
  • Twee zusters in Zuiderkruis, 1959, IV, p. 57-68;
  • Het onzekere hart in Dietsche Warande en Belfort, 1959, p. 65-94 (dat in hetzelfde jaar als zelfstandige uitgave op de markt komt bij  De Clauwaert, Leuven.
  • Arbeidsongeval in Dietsche Warande en Belfort, 1959, p. 456-482;

1959: Publiceert zijn eerste roman Het onzekere hart.

  • De roman snijdt het thema aan van de fertiliteit binnen de Luba gemeenschap. Monga raakt in de ban van een mysterieuze vrouw, die ook na haar dood destructieve invloeden blijft uitoefenen.

1960: Een tweede roman rot van de persen: De levende doden . Ook hier vormt de rol die de overledenen spelen in het dorpsleven het centrale thema

  • 1960: Franse vertaling onder de titel Le masque de bois verscheen de vertaling van zes novellen (Parijs,).
  • 1963: Duitse vertaling: Am Kongo herrschen die Toten. Cassianeum Verlag, Auer / Aus dem Flämischen von Ida Gruiterman

1960-1961: Studieverblijf aan de universiteit van  Oxford waar hij geboeid werd door de figuur en het antropologisch werk van Evans-Pritchard.

1961-1979: NA DE ONAFHANKELIJKHEID: CARRIERE ALS ACADEMICUS EN ROMANSCHRIJVER.

1961-1965: Na de onafhankelijkheid vertrok Theuws opnieuw naar Kongo waar hij docent werd aan de Lovanium-universiteit.

1962: Het levende beeld, zijn derde roman rolt van de persen.

  • Voor het eerst komt de dialoog tussen Afrikaanse en Westerse denkbeelden op de voorgrond en treedt de eerste van een serie sterke missionarisfiguren ten tonele. Door zijn contacten met de andere, vreemde cultuur, voelt pater Alex zich pas volwaardig mens.

1962: Tegelijkertijd komt een eerste synthese van zijn antropologisch werk uit in boekvorm: De Luba-mens (Tervuren, 1962)

1966-1969: Hoogleraar aan de Université Officielle du Congo te Lubumbashi

1969: Visiting professor aan de University of Calgary (Alberta, Canada)

1970: Het stigma, zijn vierde roman is wellicht diegene die het meeste succes heeft gekend.

In deze roman wordt in het hoofdpersonage een missionarisfiguur uitgetekend die zijn eigen identiteit probeert te begrijpen en zijn eigen leven probeert zin te geven vanuit zijn positie tussen twee werelden in: de fascinerende Bantoewerkelijkheid die hem dreigt mee te slepen in haar overweldigende kracht en de christelijke wereld van zijn familie en zijn thuisland. Uiteindelijk groeit in hem een zekere bevrijding en ook voor de Afrikaanse dorpsgemeenschap breekt een ogenblik aan van een nieuwe christelijke toekomstverwachting.

1970 tot 1979: Doceerde als gewoon hoogleraar aan de University of Windsor (Ontario, Canada).

1975: Met De pofadders tekent Bergeyck een zich emanciperende Afrikaanse vrouw – de zienster Odessa – die een sekte bezielt waarin oude Afrikaanse waarden en nieuwe religies versmelten. Zij zal zich een weg banen tussen verleden en toekomst doorheen het onoverzichtelijke aanbod van nieuwe elementen van sociale, politieke en religieuze aard.

1979 – 1991 TERUG IN BELGIË – OOK POËTISCH TALENT

Na 1979 verblijft hij in het Franciskanerhuis te Vaalbeek bij Leuven waar hij zich verder aan de antropologie, de filosofie en de literatuur kan wijden.

1982-1989: Een periode van intense literaire productie

Drie romans: Een tuin die niet van Eden was (1985), Het orakel (1987), Verhalen uit Kongo (1988).

Vier dichtbundels zien het licht.

Julien Vermeulen, zijn voornaamste biograaf, zegt hierover:

  • “Zijn lyriek wordt ook gepubliceerd onder zijn eigen naam, J.A. Theuws, waarbij hij eveneens een opvallende veeltaligheid aan de dag legt: Franse en Engelse verzen lijkt hij met evenveel gemak te schrijven als Nederlandse poëzie.
  • Transcendental Meditations (For Brass and Strings) – Transcendentale Meditaties (Voor Dwarsfluit, Blazers en Violen) (Windsor, 1982), Vesperaal (Mechelen, 1987), Les Heures de Thèbes (Parijs, 1988), Playing the Trumpet from my Window (Windsor, 1989).
  • Is Bergeycks romanoeuvre sterk verbonden met zijn antropologisch werk, in zijn poëzie daarentegen grijpt de auteur terug naar gegevens en motieven die in de sfeer van zijn jeugd, zijn geloof en zijn verbale georiënteerdheid liggen.
  • In Les heures de Thèbes (1988) vat Theuws die veelheid van gevoelens samen in één gedachte: ‘Mon habitat est la parole, / dans la parole j’habite.’ (p. 29).
  • In Vesperaal is de toon mild en hartelijk. Hierin bundelt Theuws enkele lofliederen op het eenvoudige leven van de lekebroeders die in hun concrete dagelijkse taken als hovenier, timmerman, bouwvakker, drukker of kok een eerlijk en deugdelijk leven leiden; deze lofzangen worden aangevuld met een openhartig Klein testament waarin de dichter teruggrijpt naar zijn jeugdjaren, naar de moedergrond en het vaderland waarbij hij zijn verwondering en verdriet om zijn leven ‘in het land van Teuten en van sjouwers’ uitdrukt, een land waar hij opgroeide omgeven door volksgeloof en piëteit, een land ook waar hij de roeping ervaren heeft om kloosterling en missionaris te worden:
Ik heb gewoekerd met het woord,
ik heb gezaaid in weer en wind.
Ik heb geleraard en getwist,
ik heb gestotterd en gestameld
en meestal achter ’t net gevist.
Maar waar mijn woord in goede aarde viel
daar bloeit mijn geest,
daar is iets van mijn hart gebleven.
(Vesperaal, p. 91)

Uit: Julien Vermeulen, De missionaris en de literatuur: Jac. Bergeyck, o.f.m. in: Vlaanderen. Jaargang 39. Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond, Tielt 1990.

02 oktober 1991: Overleden te Leuven op 76-jarige leeftijd, begraven op 08 oktober 1991 te Vaalbeek, Kloosterkerk v/d Paters Franciscanen. (Bron: Het Belang van Limburg, 1991-10-05)

Een appreciatie

De inleving in de ziel van de Afrikaan is wel de meest kenmerkende eigenschap van Bergeycks romans: ‘Opvallend is hoe doorheen zijn diverse romans inzicht in en respect voor de vreemde medemens groeien’ schrijft M. De Sterck in een overzicht van het werk van Bergeyck. Bergeyck munt vooral uit in het weergeven van vrouwenfiguren en de situering van de zwarte binnen zijn culturele tradities; van daar ook dat hij weinig of geen aandacht besteedt aan politieke of maatschappelijke ontwikkelingen. De romans van Bergeyck openen de wereld van de zwarte voor de blanke lezer en zijn daardoor een pleidooi voor meer begrip. Dat is zijn grootste verdienste. Romantechnisch is er op zijn romans redelijk wat aan te merken. Zijn romanfiguren lijden dikwijls aan bloedarmoede omdat de vertelinstantie het verhaalgebeuren al te zeer domineert.

Bron: Europa buitengaats p.324

Addendum: Op dit kaartje van voormalig Belgisch Congo waarop is aangegeven in welke regio verschillende schrijvers – waaronder Jac Bergeyck – actief waren. Het kaartje is van de hand van Julien Vermeulen en werd gepubliceerd in het themanummer van het Tweemaandelijkse Tijdschrift Vlaanderen nr 225 jg. 38 (1989) nr 2.

Voor vergroting en helderheid => klik op het kaartje !

MEER OVER Jacques Bergeyck

  • De Afrika-roman in Vlaanderen, themanummer 225 van het tijdschrift Vlaanderen, maart-april 1989
  • Julien Vermeulen, De Centraal-afrikaanse woordkunst en de Nederlandse Afrika-literatuur, Gent: Africana Gandensia, 1988, 310 pp.
  • Julien Vermeulen, Jac. Bergeyck. Uitgegeven door Janssen te Lummen in de reeks Limburgse monografieën nr 26 [1996]

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Website

Referentie

  • Luc Renders, Nikkerke en ikkerke. Nederlandstalig proza over Kongo. In: Theo D’haen (red.) Europa buitengaats, Koloniale en postkoloniale literaturen in Europese talen. .Bert Bakker, Amsterdam 2002 (2 dln) . pp 302 – 328. Electronisch: Europa buitengaats | Theo D’haen – Academia.edu
  • Marita de Sterck, Bergeyck, Jac., in Geboekstaafd, Vlaamse Prozaschrijvers na 1945 pp 46-49, Leuven Davidsfonds 1988

BEKRONINGEN

  • 1970: Prijs van de Scriptores Catholici voor zijn roman Het stigma;
  • 1974: De Prijs voor Letterkunde van de Vlaamse Provincies voor zijn roman Het Stigma;
  • De literaire Reinaertprijs van de Arbeiderspers voor De pofadders;
  • Hij ontving tevens de Driejaarlijkse literaire prijs van de Academie voor Overzeese Wetenschappen.
  • 1985: In het kader van de Prof. Emiel Vlieberghprijs 1985 behaalde Een tuin die niet van Eden was de premie voor de roman waarin de christelijke levensvisie concreet gestalte gegeven wordt.

SMAAKMAKER

LES HEURES

1

Minuit a sonné.
Comme un cri taillé dans le roc
Ton silence est debout
sur l’ombre de nos ossuaires.
Un instant le temps s’arrête,
retient son souffle,
suspendu comme une vague
qui s’accroche à sa crête
et retombe dans le creux
d’où elle prit son départ.
Le silence cogne
comme le ressac
qui, sans répit,
recule et repart
à l’assaut de la falaise
L’univers frémit d’impatience.
Debout à l’heure de minuit
l’être prend toute sa mesure.
Comme une ramure gigantesque,
comme une croissance irrésistible,
l’être envahit l’infini de Ton silence.

2

La démesure de Ton univers
n’a d’égale que la démesure de mon ignorance.
Non, ce n’est pas mon savoir,
ce n’est pas ma sagesse qui ont grandi.
C’est mon ignorance
qui croît comme une ombre
en filigrane de Ton univers
à l’heure de minuit.
Tels des fruits d’or
les étoiles brillent
pareilles aux pommes d’or
au jardin des hespérides.
Au cœur de la nuit un fruit trop mûr
tombe d’un coup sec sur la terre.
Une flèche fulgurante sillonne
un ciel en feu.
Mes mains en gardent les brûlures et les cendres.
Qu’une poussière tombe
et l’univers en résonne.
Uit : Les Heures de Thèbes, Éd. Saint-Germain-des-Prés, 1988, p. 43-44.

BIBLIOGRAFIE

Woordje vooraf

  • Deze bibliografie bestaat uit 4 afdelingen: LITERAIR WERK proza & poëzie en WETENSCHAPPELIJK WERK  in boekvorm en in tijdschriften.
  • Met betrekking tot het wetenschappelijk werk werd geen volledigheid beoogd.
  • Achteraan de bibliografie wordt een beknopt overzicht van het werk van de auteur aangeboden.

De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij

  • Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience –Antwerpen.
  • Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles
  • Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007

Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klik op de foto

Chronologisch overzicht

Literair werk: proza

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1955 Mwepu. (kortverhaal) In het weekblad De Week (Kerstnummer 1955).
1955 Mensgeworden liefde. (kortverhaal) In het weekblad De Week (Kerstnummer 1955).
1957 Het onweer In:  Zuiderkruis, 1957, II, 2, p. 7-12.
1957 Met verlof In:  Band, 1957, p. 178-189.
1959 Twee zusters. In:  Zuiderkruis, 1959, IV, p. 57-68.
1959 Het onzekere hart.  (novelle)

Komt in hetzelfde jaar als zelfstandige uitgave  op de markt bij  De Clauwaert, Leuven.
In:  Dietsche Warande en Belfort, 1959, p. 65-94.
1959 Arbeidsongeval. In:  Dietsche Warande en Belfort, 1959, p. 456-482.
1959 Het onzekere hart.  (novelle)

Omslagontwerp: A. Boschmans.
Op het omslag: J. Bergeyck.
Het titelblad vermeldt Bergeyk.
Aanvankelijk verscheen de novelle in Dietsche Warande en Belfort (1959, p. 65-94)
Bergeyck 1 Leuven: Boekengilde De Clauwaert V.Z.W. -72p.

Uitgegeven voor de leden van De Clauwaert-Vereniging Pasen 1959  nr 15.
Afmetingen: 20 x 11.75 (ingenaaid)
z.j.
1960
De levende doden. (roman)

Onder pseudoniem JAC. BERGEYCK
 
Bergeyck 6 Antwerpen/Amsterdam: N.V. De Standaard Boekhandel. -207p.

Afmetingen: 20.50 x 14 (gebonden – harde linnen kaft met stofomslag)
1960 Le masque de bois. (verhalenbundel)

Recits traduits du néerlandais par Jacques Scoupreman.
Bevat o a Le cœur partagé vertaling van ‘Het onzekere hart’.
Paris/Tournai : Casterman. -158p.

Reeks: Eglise vive
z.j.
[1962]
Het levende beeld (roman) Antwerpen/Amsterdam: N.V. De Standaard Boekhandel. -280p.

Afmetingen: 20.50 x 14 (gebonden met stofomslag)
1963 Am Kongo herrschen die Toten. (roman)

Oorspronkelijke titel: De levende doden (1960)
Vertaald door Ida Gruiterman.
 Bergeyck 5 Auer: Cassianeum Verlag.
1970 Het stigma. (roman)

Onder pseudoniem J. BERGEYCK
Bergeyck 4 Leuven: Uitgeverij Davidsfonds. -394p.

Reeks: Belfortreeks nr 568- 1970-2.
Afmetingen: 20.50 x 13.25 (gebonden- harde linnen kaft met stofomslag)
 
Antwerpen/Utrecht: Standaard Uitgeverij. -394p.

Reeks: Standaard literatuur vandaag
Afmetingen: 20.75 x 12.50 (paperback)
Omslagontwerp: Dorus van der Linden
1975 De pofadders (roman)

Omslagontwerp: Reklame Adviesbureau Accent
Brussel: D.A.P. Reinaert Uitgaven. -316p.

Afmetingen: 21 x 13.50 (ingenaaid)
Gedrukt op de persen van “Vooruitgang” Kuurne.
1985 Een tuin die niet van Eden was. (roman)

Onder pseudoniem JAC. BERGEYCK
O
mslag: Gregie de Maeyer.
Foto: Paul van Wouwe
Beeld: ‘La Mendiante’, Koninklijke Museum voor Midden Afrika
 Bergeyck 1 Leuven: Uitgeverij Davidsfonds. -156p.

Reeks: Romanreeks nr 662.
Afmetingen: 21 x 13 (paperback)
Gedrukt en gebonden bij Scheerders van Kerchove N.V., Sint-Niklaas
1987 Het orakel (roman)

Onder pseudoniem JAC. BERGEYCK
O
mslag: Myriam van Beneden
 Bergeyck 3 Leuven: Uitgeverij Davidsfonds. -142p.

Reeks: Romanreeks nr 670
Afmetingen: 20.80 x 12.80 (paperback)
Gezet in de Garamond 12/12
Gedrukt en gebonden bij Scheerders van Kerchove N.V., Sint-Niklaas
1988 Verhalen uit Kongo (verhalen)

Naverteld uit het ki-Luba door Jac. Bergeyck.
 Bergeyck 7 Brecht/Antwerpen: Uitgeverij De Roerdomp. -111p.

Afmetingen: 21 x 12.50 (ingenaaid)

Literair werk: poëzie

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1982 Transcendental Meditations (For Brass and Strings) – Transcendentale Meditaties (Voor Dwarsfluit, Blazers en Violen) (poëzie)

Nederlandse tekst met Engelse versie op de bladzijde tegenover.
Windsor University,  Ontario (Canada): Netherlandic Press. -71p.
1987 Vesperaal. (poëzie)

Onder de naam J THEUWS.
Deeltitels: Lofzang uit het officie van een lekenbroeder; Klein testament
Mechelen, Sint Franciscusdrukkerij. -127p.
1988 Les Heures de Thèbes. (poëzie)

Onder de naam: J.A. THEUWS
Paris : Éd. Saint-Germain-des-Prés.

Reeks: À l’écoute des sources.
1989 Playing the Trumpet from my Window. (poëzie)

Met een inleiding van Joseph A. Quinn.
Windsor University , Ontario (Canada): Netherlandic Press. -74p.

Antropologische studies over de Luba in boekvorm

1962 De Luba-mens.

Onder de naam JACQUES A. THEUWS.
Met samenvatting in het Frans
Tervuren Koninklijk Museum voor Midden-Afrika. -342p.

Reeks: Musée Royal de l’Afrique Centrale. Annales. Sér. in 8″. Sciences humaines, 38
1983 Word and world : Luba thought and literature.

Onder de naam JACQUES A. TH. THEUWS.
St. Augustin West Duitsland: Verlag des Anthropos-Intituts. -198p.

Reeks: Studia instituti anthropos ; 32
1986 Luba culture: ultimate reality in an African society : a phenomenological approach. Toronto, Ontario: Ultimate reality and meaning.

 
1992 Space, travel and ritual among the Luba.

Onder de naam JACQUES A. TH. THEUWS.
Gent: Universiteit Gent. Faculteit van de Letteren en Wijsbegeerte.

Reeks: Seminarie voor Afrikaanse Cultuurgeschiedenis ; 7.

Enkele artikels in antropologische tijdschriften door Jacques A Th Theuws

1954

Textes Luba. In : Bulletin du Centre d’Etude des Problèmes Sociaux Indigènes.  Bulletin du Centre d’étude des problèmes sociaux indigènes, , no. 27 (déc.), p. 11-153 , no. 27 (déc.), p. 11-153 (1954)

1964

Outline of Luba-culture. In: Cahiers économiques et sociaux, , vol. 2, no. 1, p. 3-39 (1964)

1968

Le styx ambigu. In: Problèmes sociaux congolais : bulletin trimestriel du Centre d’Etude des Problèmes Sociaux Indigènes, , no. 81, p. 3-33 (1968)

1992

Space, travel and ritual among the Luba. In: Africana gandensia. No. 7, 1992, pages 1-119.

  • Comment: the late Jacques Theuws, missionary turned anthropologist, completed this manuscript shortly before he died. Based on many years of personal acquaintance and study of the Luba, Theuws examines here ideas of empirical space and mythical space within the Luba world. Of particular interest is his chapter on trade and travel in which he discusses the role of trade and movement of peoples and goods during and after the expansionist phase of the Luba Empire. Copper bracelets, copper wire, and copper crosses were made and traded from this stretch of the Central African savannah. Although the Luba were not copper-smelters, they were consumers of copper goods and were deeply involved in the trade caravans that moved salt and copper and other goods across this region.

Beknopt overzicht per genre

Wetenschappelijke publicaties onder eigen naam

  • Textes Luba. Elisabethville, CEPSI (1954).
  • De Luba-mens. Tervuren, Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (1962).
  • Samen met Jacobs, J. & Burssens, H., De Negro-Afrikaanse mens en zijn cultuur. Brugge, Desclée-De Brouwer (1965).
  • Le Styx amigu. CEPSI (1968).
  • Word and World. Luba Thoughts and Literature. Bonn (1983).
  • Samen met Dejonghe, e. & Vanzwet-Dewilde, e. j. m., De mens in de internationale samenleving.Leuven, Acco (1984).

Bijdragen in:

  • Civilisations. (1951)
  • Présence africaine. (1958)
  • Orientations pastorales. (1959)
  • Zaïre. (1960, 1961)
  • Handelingenvan het XXIV Vlaamse filologencongres. (1961)
  • Cahiers économiques et sociaux. Lovanium  (1964)
  • Revue du Clergé africain. (1965)
  • Zeitschrift für Missionswissenschaft und Religions-wissenschaft. (1969)
  • Cultures et Développement. (1978)
  • Anthropos. (1978).

Literaire bijdragen in diverse tijdschriften:

  • Mwepu (kortverhaal) en Mensgeworden liefde in het weekblad De Week (Kerstnummer 1955);
  • Het onweer in Zuiderkruis, 1957, II, 2, p. 7-12;
  • Met verlof in Band, 1957, p. 178-189;
  • Twee zusters in Zuiderkruis, 1959, IV, p. 57-68;
  • Het onzekere hart in Dietsche Warande en Belfort, 1959, p. 65-94 (dat in hetzelfde jaar als zelfstandige uitgave op de markt komt bij  De Clauwaert, Leuven.
  • Arbeidsongeval in Dietsche Warande en Belfort, 1959, p. 456-482;

Literair proza onder het pseudoniem Jac. Bergeyck

  • Het onzekere hart. Leuven, De Clauwaert (1959).
  • De levende doden. Antwerpen- Amsterdam, De Standaard (Duitse vertaling: Am Kongo herrschen die Toten) (1960). ― Le masque de bois. Doornik, Casterman (Franse vertaling van verhalen) (1960).
  • Het levende beeld. Antwerpen-Amsterdam, De Standaard (1962).
  • Het stigma. Antwerpen-Utrecht, De Standaard (1970).
  • De pofadders. Brussel, D.A.P. Reinaert (1975).
  • Een tuin die niet van Eden was. Leuven, Davidsfonds (1985).
  • Het orakel. Leuven, Davidsfonds (1987).
  • Verhalen uit Kongo. Brecht-Antwerpen, De Roerdomp (1988).

Poëzie onder eigen naam

  • Transcendental Meditations (For Brass and Strings). Windsor, The Netherlandic
  • Press (1982).
  • Vesperaal. Mechelen, Sint-Franciscusdrukkerij (1987).
  • Les heures de Thèbes. Parijs, Editions Saint-Germain-des-Prés (1988).
  • Playing the Trumpet from My Window. Windsor, The Netherlandic
  • Press (1989).

Onuitgegeven manuscripten

  • Een toevlucht van geslacht