Maakt deel uit van:Koloniale literatuur
GERARD SOETE
Pittem, 29 januari 1920 – Brugge, 19 juni 2000
Hoofdcommissaris bij de koloniale politie te Elisabethstad (nu Lubumbashi), schrijver en collegeleraar.
Schreef zijn eerste twee boeken onder het pseudoniem Geert van Puthem
In 1999, een jaar voor zijn dood, bekende hij dat hij in 1961 in opdracht het lijk van de vermoorde Lumumba had opgeruimd.
BIOGRAFIE
29 januari 1920: Geboren te Pittem, als derde van tien kinderen in het gezin van Alfons en Hildevira Soete-Raedt. Zijn vader was naast aannemer van bouwwerken tevens kerkbaljuw van de plaatselijke parochie.
Na zijn collegetijd – Grieks-Latijnse humaniora aan het Sint-Jozefcollege te Tielt – studeerde hij twee jaar wijsbegeerte en drie jaar Germaanse talen.
Tijdens de WO II breekt hij los uit het opgelegde katholieke patroon. Zijn medevoelen met de Joden bracht hem ertoe om – als een eenzame daad van protest – eveneens met een jodenster rond te lopen. Ook vertaalt hij de Engelse radioberichten. Als de Gestapo hem in het vizier krijgt moet hij onderduiken.
1945: is voor korte tijd ingelijfd bij het Amerikaanse leger,
1946: Vertrek naar de voormalige Belgische kolonie Kongo.
1946-1972: EEN CARRIÈRE BIJ DE KOLONIALE POLITIE IN VOORMALIG BELGISCH KONGO.
1946 tot 1967: Ging aan de slag bij de politie van Elisabethstad (nu Lubumbashi) en werd er in korte tijd hoofdcommissaris. Hij eindigde zijn carrière als inspecteur-generaal.
- Met zijn boek De grijshemden (1988) werpt hij een indringende blik op de wereld van de koloniale politie, gezien door de ogen van een insider die zichzelf en zijn omgeving kritisch ondervraagt en daarbij geen blad voor de mond neemt.
1960 – 1967: Koos in het intern Kongolese machtsconflict, de zijde van Tshombe en verbleef 7 jaar in de provincie Katanga waar hij het politieapparaat uitbouwde..
- Op 5 juli 1960, komen de Congolese soldaten van de ‘Force publique’ in opstand (opgericht in 1886 door Leopold II) tegen hun Belgische officieren. Generaal Janssens, die zich hevig tegen een africanisering van de kaders verzet wordt door Lumumba afgezet en kolonel Joseph-Désiré Mobutu wordt als stafchef aangesteld. Moïse Tshombe, leider van Katanga, verzet zich tegen elke vorm van africanisering van het leger en roept de onafhankelijkheid van het rijke Katanga uit.
- 17 januari 1961: Lumumba wordt , samen met zijn politieke medestanders, minister van Binnenlandse Zaken Maurice Mpolo en Senaatsvoorzitter Joseph Okito, vermoord door een vuurpeleton geleid door Belgische politiemannen.
- In de nacht van 22 op 23 januari, krijgt Gerard Soete, toen politiecommissaris, de opdracht om samen met zijn broer de lijken van de gefusilleerden terug op te graven, ze in stukken te zagen en op te lossen in geconcentreerd zuur geleverd door de Union Minière du Haut Katanga. Met deze maatregel wou de overheid verhinderen dat de begraafplaats van Lumumba zou uitgroeien tot een pelgrimsoord.
Jaren 60: Schreef als Afrika-correspondent talloze bijdragen voor het Brugsch Handelsblad. De Afrikaanse minister van binnenlandse zaken hed hem daartoe medeplichtige toestemming verleend.
- Kortverhalen verschenen in de tijdschriften Ambassadeur en Band, het algemeen tijdschrift voor Vlaams Kultuurleven in Afrika.
- De jubileumuitgave ter gelegenheid van de vierde lustrumviering van het tijdschrift Band, werd in 1961 door het Davidsfonds uitgegeven onder de titel Kongo ya lobi (“De Kongo van gisteren”). Soete leverde twee verhalen: Rechtspraak en Reis naar Bukavu.
1967: Werd door Mobutu Sese Seko naar Kinshasa teruggeroepen. Toen de politiemacht echter dreigde uit te groeien tot een onafhankelijk machtsblok binnen de Zaïrese staat, werd ze door Mobutu gewoonweg afgeschaft en vervangen door zijn eigen militairen.
- Nog één keer is Soete daarna naar Zaïre teruggekeerd, in 1982, toen hij belast werd met een speciaal politie-onderzoek.
1967: Publicatie van zijn eerste roman De achterhoede onder pseudoniem: GEERT VAN PUTHEM
- Een voormalige koloniale politie-commissaris gaat op zoek naar zijn vroegere collega die onder geheimzinnige omstandigheden in Kongo verdwenen is, en wordt daarbij geconfronteerd met corruptie en ontreddering van het openbaar gezag die de nieuwe staat die ondermijnd.
1971: Publicatie van zijn tweede Kongo roman: Negropolis
- Na zijn opgemerkt debuut gaat dit verhaal over het hallucinante visioen van B. (technisch adviseur in een onbepaalde Afrikaanse republiek): een verziekt Europa dat door de horden van de Derde Wereld overrompeld wordt. In de korte tijdspanne van een weekeinde confronteert hij zijn eigen ervaringen met deze van zijn vrienden: een blanke schrijver, een Amerikaanse diplomaat, een missionaris, een gearriveerde neger, een prostituee, een spionne van het Oostblok. In zijn ultieme poging om een zwart kind te redden valt B. zelf als slachtoffer van een zinloze Westerse contestatie.
1972 – 2000 TERUG IN BELGIË
1972: Verhuisde naar Brugge en werd er tot aan zijn pensioen in 1985 leraar talen (Nederlands, Engels, Duits en Frans) in de middelbare afdeling van het Sint-Leocollege in Brugge.
Eenmaal terug in België schrijft Gerard Soete zijn romans onder zijn eigen naam.
- Er verschijnen een aantal scherpe analyses in romanvorm van het leven in voormalig Belgisch Congo: De Stroom of handleiding voor een revolutie (1976); De Arena. Het verhaal van de moord op Lumumba. (1978); Afrekening (1980); De Grijshemden (1988).
- Ook de eigen samenleving ontsnapt niet aan zijn scherpe pen: Keerverbod (1976); Burenpsalmen (1993).
- Een beetje apart is De gekke monnik (1991): het levensverhaal van Hugo van der Goes plastisch voorgesteld en Hotel “Roze Uren” en wat larmoyant verhaal over een man die ontslagen wordt, in diefstal en overspel vervalt, ontdekt dat ook zijn vrouw aanpapt met een rijke zakenman, in de gevangenis geraakt en wanneer hij vrijkomt een nieuw leven begint.
1999: Publicatie van “De Moord op Patrice Lumumba” van de hand van de Vlaamse socioloog Ludo De Witte.
- De Witte had voor zijn boek onder meer Soete geïnterviewd, die nu openlijk toegaf, niet bij de moord zelf maar bij de afwikkeling ervan, betrokken te zijn geweest.
- Ook verklaarde hij geen spijt te hebben van de moord omdat hij Lumumba als een gevaar beschouwde.
Zijn verklaringen ontketende de nodige politieke heisa, die uitmondde in een onderzoek naar de moord op Lumumba. Zelf zou hij de uitkomst van het onderzoek niet meer beleven.
19 juni 2000: Overleden te Brugge
Addendum: Op dit kaartje van voormalig Belgisch Congo waarop is aangegeven in welke regio verschillende schrijvers – waaronder Gerard Soete (2)– actief waren. Het kaartje is van de hand van Julien Vermeulen en werd gepubliceerd in het themanummer van het Tweemaandelijkse Tijdschrift Vlaanderen nr 225 jg. 38 (1989) nr 2.
Voor vergroting en helderheid => klik op het kaartje !
MEER OVER GERARD SOETE
- Luc DECORTE, Tien vragen aan Gerard Soete, in: Brugsch Handelsblad, Brugge, 31 augustus 1979.
- Een problematische erfenis: België en de moord op Lumumba
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Website
Referentie
- Jooris van Hulle, Gerard Soete, De zachte pijn van het medelijden, VWS-Cahiers nr 119, Torhout, jg. 21 nr 4, 1986.
BEKRONINGEN
In 1980 kreeg hij de provinciale romanprijs van West-Vlaanderen voor zijn onuitgegeven roman Stad van bordelen en kathedralen. In 1985 werd het manuscript uitgegeven onder de titel Hotel “Roze Uren”.
BIBLIOGRAFIE
De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience –Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klik op de foto
Chronologisch overzicht
Tijdschriftenartikels in het tijdschrift Kruispunt
- Exotisch decor, 1996, blz. 158-161
- Acculturatie, 1997, blz. 220-222
- Ongeremde fantasie, 1997, blz. 266-268, over de koning van de Kuba, of de zwarte bijbel
- Op zoek naar onszelf ?, 1998, blz. 222-225