Maakt deel uit van:jeugdliteratuurTijdschrift De Tafelronde
ALBE
ps. van Renaat Joostens
Mechelen, 8 juni 1902 – Brussel, 10 oktober 1973
Joostens had een gulle pen. Hij debuteerde met een toneelstuk, daarop volgde religieus getinte poëzie en later zou hij ook verhalen, romans, essays, reisnotities, vertalingen van Italiaanse en Spaanse lyriek en jeugdboeken publiceren.
Vlaamsgezind, voor en tijdens WO II sympathisant van de Nieuwe Orde
Wordt algemeen bij de dertigers gerekend, d.i. de zogenaamde Post-Expressionistische Generatie rond het tijdschrift De Tijdstroom (1930-1934), waar men”wars van alle experimenten der laatste jaren, arbeiden wil(de) aan de opbouw ener persoonliker en menseliker kunst”. Albe werkte min of meer regelmatig aan De Tijdstroom mee, maar behoorde niet tot de redactie.
Maar evengoed kan hij ook gerekend worden tot de in 1926 opgerichte Pelgrimbeweging. Zowel op religieus als artistiek vlak waren de doelstellingen van deze beweging in die jaren de volmaakte samenvatting van zijn persoonlijke betrachtingen.
Albe was ook voorzitter geweest van de Kunstenaars voor de Jeugd en o.m. ook beheerder en vicevoorzitter van de Raad van Beheer van SABAM.
Hij schreef ook onder de pseudoniemen Decanus, O.D. (in Rommelpot); Gheselscap; Jonas; Joost; Justus; Allan B. Law (in: Rommelpot); Piet Punt (in: Rommelpot); Robin Rhode; Kapitein Zeldenthuis.
BIOGRAFIE
8 juni 1902: Albe wordt als Renaat Antoon Louisa Joostens te Mechelen geboren in een katholiek, burgerlijk gezin.
1914-1918: Het gezin Joostens ontvlucht België naar Nederland. Later zouden ze via Engeland in Frankrijk belanden. De deels autobiografische oorlogsroman Moeders winnen oorlogen (1960) verwerkt deze jeugdervaringen.
Treedt in bij de Broeders van Onze Lieve Vrouw van Barmhartigheid, een orde die vooral actief is in het lager en middelbaar onderwijs en in de gevangenenzorg.
Is tot 1935 kloosterling-leraar Nederlands in het Middelbaar onderwijs van het Mechelse Scheppersinstituut. (de Broeders van Onze Lieve Vrouw van Barmhartigheid). Zijn kloosternaam broeder Abel, wordt als anagram Albe zijn schrijversnaam.
1930: Debuteert met de dichtbundel “Praeludium” (1930), dat niet echt hoge ogen gooit, maar met met zijn tweede bundel “Paradijsvogel” (1932) wordt zijn talent zichtbaar. Beide bundels worden uitgegeven door de uitgeverij van de orde.
- Al zijn poëzie is sterk religieus (katholiek) getint. Een terugkerend thema is de spanning van de hogere roeping van de mens.
- Hij schrijft meerdere poëziebundels, een reeks die in 1967 besloten wordt met ‘Midzomerse miniaturen’.
- Na zijn overlijden worden zijn Verzamelde gedichten uitgegeven in 1977 met een inleiding van R.F. Lissens. In 1962 is een bloemlezing uit zijn poëzie opgenomen in de reeks Poëtisch Erfdeel der Nederlanden.
- Nogal eens wordt Albe bij zogenaamde Post-Expressionistische Generatie rond het tijdschrift De Tijdstroom (1930-1934) gerekend, waarin men ‘wars van alle experimenten der laatste jaren, arbeiden wil(de) aan de opbouw ener persoonliker en menseliker kunst’ (De Tijdstroom. Maandschrift voor Kunst en Letteren Jg. I, nr. 1, blz. 3. 1930.), maar evengoed kan hij ook gerekend worden tot de in 1926 opgerichte Pelgrimbeweging. Zowel op religieus als artistiek vlak waren de doelstellingen van deze beweging in die jaren de volmaakte samenvatting van zijn persoonlijke betrachtingen.
1935: Albe verlaat het onderwijs en het broederschap. Onder impuls van August van Cauwelaert wordt hij journalist.
- Hij verzorgt o.a. de letterkundige kroniek in het weekblad Elckerlyc en later schrijft hij in het nieuwe christen-democratische dagblad De Courant.
1940-1945: Uitgesproken Vlaamsgezind verleent hij zijn medewerking aan allerlei initiatieven van de Nieuwe orde.
- Meerdere van zijn bundels verschijnen bij de uitgesproken Vlaamsgezinde uitgeverij Wiek Op, van uitgeefster Martha Vandewalle, die hoofdzakelijk de publicaties verzorgt van Cyriel Verschaeve.
- Hij werkt in 1944 mee aan de bloemlezing Gelaat der dichters, Een keuze uit de hedendaagsche revolutionaire poëzie in Noord- en Zuid-Nederland . Deze publicatie bloemleest werk van dichters die de denkrichting (ook de politieke leiders) van het nationaal socialisme zeer genegen zijn en toejuichen.
1944: Publicatie van de historische roman: ‘Annunciata’ (1944), gevolgd door ‘Ossenwagens op de kim’ (1946) over de grote trek van de Zuid-Afrikaanse boeren in de jaren 1836-1837.
- Daarop volgen meer romans, zoals Aurita (1954), Harshof (1956), De arkvaarders (1961) en Een droomgezicht in Epidauros (1965). Het zijn levendig vertelde verhalen met een romantische inslag.
- De roman In de Kempen trompt de hoorn (1948) wordt in 1981 opnieuw uitgegeven onder de titel Boerenkrijg in de Kempen, met een inleiding van M. Lamend.
“Annunciata” wordt bekroond met de Gottmerprijs, “Ossenwagens op de kim” met de prijs van de Bestendige Deputatie van de provincie Antwerpen.
1944: Onder het pseudoniem Kapitein Zeldenthuis start hij een reeks avontuurlijke verhalen op bestemd voor de jeugd onder de titel DE AVONTUREN VAN KAPITEIN ZELDENTHUIS. De reeks zou uiteindelijk een 26 deeltjes bevatten en tot 1966 verschijnen.
1945: Redacteur van het satirische anti-repressie weekblad Rommelpot (december 1945-december 1949), dat achtereenvolgens een Groot-Nederlandse en een federalistische koers vaart.
- Het blad ageert tegen de repressiewetten en verspreidt de mening dat niet zozeer de collaboratie dan wel de vlaamsgezindheid wordt vervolgd.
- In 1949 publiceert Rommelpot tot grote consternatie van Willem Elsschot diens gedicht ‘Borms’. Dit gedicht is zowel een hommage aan de op 12 april 1946 ter dood gebrachte August Borms, als een aanklacht tegen wat wordt gezien als het wraaklustig België en tegen de lafheid van de katholieke Kerk.
- De redactie wordt gevormd door Arthur de Bruyne, Edgar Boonen, Remi Piryns, Louis Ryckeboer, Renaat Joostens (ps. Decanus) en hoofdredacteur dr. Daniël Merlevede.
- Het blad behaalt op zijn hoogtepunt een oplage van meer dan 10.000 exemplaren.
- Men ageert vooral tegen het monddood maken van de ‘actieve vlaamsgezinden en de Vlaamse Beweging’.
- Het blad wordt uitgegeven door NV Ontspanningslectuur uit Antwerpen. De titel was geïnspireerd op ‘Rommelpot van ’t Hanekot’, het hekeldicht van Joost van de Vondel. Daniël Merlevede is zowel initiatiefnemer als hoofdredacteur. Marta Doflyn, afgevaardigd bestuurder van Ontspanningslectuur, is de verantwoordelijke uitgever.
1946: Redactielid van het katholiek jongerentijdschrift Golfslag (1946-1950), dat als slogan draagt: Jong/Durvend/Gelovend.
- Het katholieke Golfslag heeft een strijdend, katholiek, vlaamsnationaal en radicaalethisch karakter en wordt door velen beschouwd als een tijdschrift van ‘zwarten’, van collaboratie verdachte burgers.
- Het tijdschrift heeft een Grootnederlands perspectief, protesteert tegen de in haar ogen onrechtvaardige repressie en eist aandacht op voor gecontesteerde figuren als Ernest van der Hallen, Cyriel Verschaeve, Felix Timmermans enz..
- Andere redactieleden zijn: Manu Ruys, Adriaan De Roover, Ivo Michiels, Hendrik Storm (= Paul de Vree).
1948: Onder het pseudoniem PIET PUNT verschijnt een vrije berijmde navertelling van Reinaert I, die vooral teruggaat op de tekst van C. Lindemans, die op zijn beurt weer gebaseerd is op J.F. Willems.
Het werkje is een zuivere satire op de Belgische repressie na de tweede wereldoorlog.
- Eerder waren reeds omvangrijke gedeelten gepubliceerd in het weekblad Rommelpot.
- De eerste 490 verzen en de verzen 1419-2185 verschijnen tussen 1 augustus 1947 en 5 december 1947
- Het nummer van 19 december 1947 bevat nog een ‘Bericht van Reinaard de Vos’
Om een idee te geven: de aanhef begint aldus
Sire Nobel, de Regent, riep ter vierschaar heel te bent om wat zwart was te epureren en de Witten te purgeren.Wie iets meer wil weten over de bewerkingstechniek, de voorpublicaties, de bronnen en de receptie van Punts Reinaard kan terecht op volgende link: Tiecelijn. Jaargang 6 VZW Tiecelijn-Reynaert. M. Ryssen, Sint-Niklaas 1993.
1950-1960: Na de oorlog wijdde hij zich aan het schrijven van een omvangrijk oeuvre dat afwisselend bestond uit poëzie, romans, kinderboeken en toneelteksten.
1962: In de reeks Poëtisch Erfdeel der Nederlanden verscheen als nr 6 ‘Gedichten’ , een bloemlezing uit de bundels Paradijsvogel; Cherubijn en mens; Van Adellijken bloede; Groenendaalse clausuren; Scheppingsgedicht; Magnificat.
1962-1973: Vanaf 1959 ontstaat een interesse voor Italiaanse en Andalusische literatuur, waaruit hij vertaalt en waarover hij monografieën schrijft. Zo verschijnen er resp. 1960 en 1962 portretten van de Spaanse dichters Federico García Lorca (1898-1936) en Juan Ramón Jiménez (1881-1958).
Ook zijn interesse voor de oud-Griekse beschaving vindt zijn weg in reisverslagen, jeugdboeken, novellen en romans.
1972: Wint de Koopal prijs voor zijn poëzievertalingen.
10 oktober 1973: Overlijdt vrij plotseling in zijn flat aan de Brusselse Louizalaan. Hij is 71 en erg creatief gebleven.
Epiloog
1977: In de prestigieuze reeks De gulden veder, uitgegeven door Gottmer/Orion, Nijmegen/Brugge, verschijnen zijn Verzamelde gedichten met een inleiding door R.F. Lissens.
BEKRONINGEN
- 1932: Prijs van de provincie Antwerpen voor debuut in verschillende genre’s voor Praeludium.
- 1943: Gottmerprijs voor “Annunciata“.
- 1947: Prijs van de provincie Antwerpen voor Kinder- & jeugdboeken voor Ossewagens op de kim.
- 1953: Prijs van het SABAM-Steun-en ¨Pensioenfonds voor De Christus van San Cristobal de la Laguna.
- 1958: Prijs ingericht door het Verbond van Vlaamse Toneelverenigingen van België – Stedelijk Verbond Diest n a v get 7de lustrum van het Stedelijk Verbond voor De handen van Jacob.
- 1963: Referendum Vlaamse Jeugd- en Kinderboek (VBVB) voor Kapitein Zeldenthuis, Het vergeten paradijs.
- 1969: Referendum Vlaamse Jeugd- en Kinderboek (VBVB) voor De jonge Odysseus.
- 1970: Prijs van de provincie Antwerpen voor Kinder- & jeugdboeken voor De jonge Odysseus.
- 1970-1971: Koopal Prijs (Staatsprijs voor vertaling) voor Cante Flamenco (Andalusische copla’s).
Bron: Frans Heymans, Het goud van de Vlaamse letteren. 170 jaar prijzen voor de Nederlandse litaratuur in België (1830-2000). Snoeck-Ducaju & Zoon, Gent, 2001.
MEER OVER ALBE
- Hendrik Diddens, Albe, aan boord van het woord. Brussel, W. Godenne, 1972, bevat tevens een uitgebreide bibliografie.
- Albe-nummer van Mededelingen Kunstenaars voor de jeugd (1974) -64p.
- A. Demedts, ‘Albes Verzamelde gedichten‘, in: Dietsche Warande & Belfort 123 (1978) 78, p. 530-534;
- B. Peleman, ‘Albe (1902-1973): ‘gekwetste paradijsvogel”, in: Geboeid maar … ongebonden (1983), p. 141-149;
- H. Diddens, ‘De poëzie van Albe’, in: R. van de Perre (red.). ‘Een klaverblad van vier’, speciaal nummer van Vlaanderen 32 (1983) 193, p. 88-94.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
- Albe – Nederlandse Poëzie Encyclopedie
- Albe (schrijver) – Wikipedia
- Tiecelijn. Jaargang 6 • dbnl
- ODIS: bestand / archief: Archief Albe (Renaat Joostens). 1930-1972. 0,2 ...
SMAAKMAKER
Wie weet de genade van een donkere ziel die als een lichte kei in ’t diepe water viel? Een kringende rimpel snoert het secreet van de vallende steen die de diepte meet. De schijn van de kei in de diepte bedriegt want het beeld van het water liegt. Wie weet de kei die in ’t water viel als de klare genade in een donkere ziel? Een paradijsvogel vloog verloren aan de horizon: een zwarte vlek op ’t goud der zon Met gebroken vederslag in de ontloken jonge dag. De gloed der zon werd hoog rood, toen viel de vogel dood op de horizon. Zeg niet van dees vogel: te trots was zijn reis, wellicht zat zijn nest nabij het Paradijs.Uit: ‘Paradijsvogel’ (1931)
De engel aarzelde
De engel aarzelde een korte stond, ontroering sloot zijn gezegende mond en in zijn licht stond hij verblind : Hij zocht een vrouw en vond een kind, dat naar hem opkeek, argeloos rein, en te verbaasd om moeder te zijn. Hij sprak de boodschap met fluisterende mond toen hij van vreugde de woorden vond.
Dans de fandango, Pepita,
met al je trots, met al je lust,
zoals je mint, zoals je kust,
zoals alleen jij, Pepita,
de dartele hakken weet te zetten
bij elke slag der castagnetten.
Dans de romero, Pepita,
met al je zwier, met al je macht,
zoals je lonkt, zoals je lacht,
zoals alleen jij, Pepita,
wel duizend blikken weet te lokken
met ’t waaieren van je kanten rokken.
Dans de taranta, Pepita,
met al je hartstocht en geweld
zoals je bidt en weent en scheldt,
zoals alleen jij, Pepita,
met oog en been en castagnetten
de wereld op zijn kop kan zetten.
Uit: Goyescas 1955 p. 13
BIBLIOGRAFIE
Een woordje vooraf
Albe heeft een gulle pen gehad. De bibliografie valt uiteen in vier delen.
- Chronologische volgorde zijn poëzie, toneel, romans e.d.
- Historische jeugdboeken die hij schreef onder de pseudoniem ‘Kapitein Zeldenthuis’.
- Hoorspelen uitgezonden bij de N.I.R.
- Alfabetisch overzicht op titel per genre.
De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
- Catalogus Vlaamse openbare omroep 1931-1998
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klik op de foto
A. Poëzie, toneel, romans e.d. (chronologisch overzicht)
POSTUME UITGAVEN
B. De avonturen van Kapitein Zeldenthuis (reeks jeugdverhalen, 1944-1966)
De deeltjes werden in de loop dan de uitgaven uitgegeven door verschillende uitgeverijen: : Boekuil- en Karveeluitgaven te Antwerpen bracht tussen 1944 en 1949 de eerste 10 volumes uit. Uitgeverij De Pijl te Brussel bracht in 1947 het nummer De avonturen van den Filistijn en Kid uit. In 1948 bracht Uitgeverij Lannoo te Tielt in 1948 Ossenwagens en assegaaien uit, waarna Uitgeverij Heideland te Hasselt vanaf 1950 de hele reeks zou overnemen.
Bovendien variëren de ondertitels : Kapitein Zeldenthuis; Reeks van Kapitein Zeldenthuis; De avonturen van Kapitein Zeldenthuis; Kapitein Zeldenthuis vertelt; “Avonturen” van Kapitein Zeldenthuis.
Naast de reguliere reeks werden er in 1955 vier kortere verhalen uitgegeven in een reeksje onder de titel “De avontuurbrieven van Kapitein Zeldenthuis.”
C. HOORSPELEN UITGEZONDEN DOOR DE NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE RADIO-OMROEP
Bron: Catalogus Vlaamse openbare omroep 1931-1998
Samengesteld door Herman Van Cauwenberghe en geredigeerd door John van Houten.
De catalogus verstrekt, voor zover te achterhalen, relevante informatie over uitgezonden hoorspelen door de Vlaamse openbare omroep. Het merendeel van de gegevens is afkomstig uit de jaarverslagen van de Vlaamse openbare omroep en de Nederlandse omroepbladen en die zijn vaak heel summier met betrekking tot de hoorspelen van de Vlaamse omroep. Derhalve is catalogus vooralsnog onvolledig.
HOORSPELEN
1932
Toen de H. Petrus afstemde op…
Bewerkt door Albe tot radio-hoorspel uitgezonden door N.I.R. op 11 – 04 – 1932
1939
Münchhausens dood – Auteur: Arnold Hahn
Vertaling: Albe (= Renaat Joostens)
Regie: Dries Neerman. Uitgezonden door NIR op 09-07-1939
Moord in het Zonnesteegje. Auteur: Hermynia zur Mühlen
Vertaling: Albe (= Renaat Joostens)
Regie: Rik Haesen. Uitgezonden door NIR op 19-08-1939
1940
De zeeslag voor Salamis. Auteur: Friedrich Langer
Vertaling: Albe (= Renaat Joostens)
Muziek: Pieter Leemans
Regie: Gaston Vandermeulen Uitgezonden door NIR op 12-04-1940
D. Een alfabetische rangschikking op titel per genre en jaar van uitgave .
POËZIE
- Bloem en vrucht. 1937
- Cherubijn en mensch 1932 (herdruk in 1938)
- Dagboek van een brancardier (gedichten en proza) 1956
- De poëet, (gedichten en proza)
- De stem van Rama. 1943
- Diafragma. 1970
- Dietse filomelen. 1953
- Eva, moeder der levenden. 1944
- Gedichten. Bloemlezing 1962
- Getijden der blijdschap van Massabielle. 1959 (herdruk in najaar 1959)
- Goyescas. 1955 (herdruk 1956)
- Groenendaalse clausuren. 1947
- Het tijdloze verbond. 1955
- Ivoren toren.1940 (herdruk in 1942)
- Kersthallel. 1950
- Kinderen van Parnas (gedichten en proza) 1962
- Magnificat. Mariabundel . (bundeling vn ‘Ivoren toren’, Verborgen roos’ ‘Volschone Maagd’ – zie vertalingen – en een reeks nieuwe gedichten) 1958
- Magnificat. Voor een ridder van Maria. 1961
- Maria Koningin (bundeling van ‘Verborgen roos’ en ‘’Wonder van het Hageland) 1955
- Mijn weerbeeld. (bloemlezing) 1942 (Bekroond met de Prijs van de provincie Antwerpen in 1943)
- Midzomerse miniaturen. 1967
- Morgenster. 1955
- Paian voor Apollo. 1958
- Paradijsvogel 1930 (herdrukken in 1932,19422, 1954, 1955)
- Praeludium. 1930
- Reinaard de Vos. 1948
- Scheppingsgedicht. 1953
- Seizoenen om Orpheus. 1964
- Van adelijken bloede. 1940 (herdruk in 1942)
- Vanden Rike der Ghelieve. 1947
- Van zaad tot bloei. 1952
- Verborgen roos. 1954 (herdruk in 1954)
- Vertellingen uit rijmland. 1957
- Vlaanderen, mijn land. 1942
- Wonder van het Hageland. 1955 herdrukken in 1954, 1955)
- Jezus, mijn vriend. (kindergedichten) (1941)
- Het Leelijke Eendje. (kindergedichten) (1943)
Vertalingen van poëzie
- Cancioneiro de Ana-Catarina 1977
- Cante flamenco. Machado y Alvarez, Antonio, keuze uit Coplas, soleares. seguiriyas gitanas, serranas, cantares 1970
- Dodenklacht voor Ignacio Sanchez Mejias. – Federico Garcia Lorca, Llanto por Ignacio Sanchez Mejias 1959
- Eva, moeder der levenden, keuze uit Franse, Duitse en Italiaanse poëzie. 1944
- Gedichten voor de stenen vrouwe – Dante Alighieri. Rime per la donna pietra. 1966
- Keurgedichten uit de Italiaansche lyriek 1944
- Romancero gitano – Federico Garcia Lorca, Romancero gitano. 1959
- Volschone Maagd – Petrarca’s Virgine bella.1944 & 1949
ROMANS/NOVELLEN
- ’t Paradijsvogeltje. (verhaal in ‘Jonge Boomgaard”) 1930
- ’t Spatske. (jeugdverhaal) 1948 2de druk 1958. Uitgave Heideland, Hasselt. -83p onder de titel ‘Spatske’;
- Annunciata.(roman) 1944
- Aurita. (roman) 1954 Bekroond door SABAM 1954
- Dagboek van een brankardier (proza en gedichten) 1957
- De arkvaarders. (roman) 1961
- Den doodskop en zijn mama. (verhalen) 1937
- De poëet (proza en gedichten) 1933
- De Siciliaanse nimbus (roman). 1971
- De spin en ik. (roman) 1952
- Droomgezicht in Epidaurus. (roman) 1965
- Eugracia Maria Alcaraz. (roman) 1953 (herdruk in 1962)
- Harshof. (roman) 1956
- Het gelaat (verhaal in ‘Bloei”)). 1942
- In de Kempen trompt de hoorn. (roman) 1948
- Miniaturen, (korte verhalen). 1942
- Miniaturen van Sint-Maria-Oudenhoven. (verhalen) 1962
- Moeders winnen oorlogen. (autobiografisch werk) 1960
- Naar de tuinen der Hesperiden. (reisverhaal – Spanje) 1957
- Omnibus van de zuiderzon. Ornella; Engracia Maria; Aurita. 1964
- Ornella. (roman) 1953
- Orpheus. (roman) 1950
- Ossewagens op de kim.(roman) 1946 (herdruk in 1952)
- Te gast bij goden en mensen. (reisverhalen – Griekenland) 1965
- Tussen sol en sombra.(reisverhalen – Spanje) 1956
- Twintig in één: 20 verhalen 1974
- Uit de doopvont van meester Verdonck.(verhalen) 1953
- Uit eigen buurschap (verhalen). 1944
Vertalingen van romans
- Thomas Quercy (Stanislas d’Otremont – Tomas Quercy) 1954
- De oude man en de zee (Ernest Hemingway – The old man and the sea ) Bewerking voor de jeugd 1954
- Het bandietje (Karl Jäger – The little Banditta) verhaal 1959
- De kleine Torero en de grote Stier (Karl Jäger – The bull that was Terrifico) verhaal 1960
JEUGDVERHALEN
- De gevlekte paardjes. 1956
- De jongen van de zee. 1954
- De jonge Odysseus. Trilogie. 1967
- De kinkhoren. 1957
- De zeilvogel Ikaros. 1967
- De lokroep der Cycladen. 1970
- De zilveren kerstboom 1957
- Een parelvisser bij Neptunus 1948
- En zij spitsten de oortjes. 1944
- Het eiland van Ariadne. ) 1967
- Tussen sol en sombra. Zuiderse anekdoten en belevenissen. 1957
- Kapitein Zeldenthuis (1944-1964 23 verhalen)
TONEEL
- Annunciata. (toneelbewerking)1960
- De drie vroege koningen. Kerstspel 1958
- De fabel van Pipetta. 1957
- De handen van Jacob 1960
- De honingvogel. 1956
- De Pathé-baby van Mukunda. 1932
- De roos en de doorn. 1957
- De UNO der klapeksters. 1962
- De vleermuis. 1957
- De wedloop. 1957
- Doremifasollasido. 1957
- Handen van Jacob. 1960, 1963²
- Het debat der klowns Feber en Faber. 1934
- Het simpel monnikske. 1933
- Kwakske in ballingschap 1931
- Madamiséla. Luisterspel 1958
- Salto mortale. Dramatiese fantazie 1934
- Scenische bewerkingen. 1964
- Toen Fonske en Mitke de hemel bezochten. 1928
- Toen de H. Petrus afstemde op… Radio Sprookje 1931
- Zonsverduistering. 1957
Vertalingen van toneel
- En kruipen maar … (José Achegaray: A fuerza de ararstrarse) 1958
ESSAYS
- Andalusisch dagboek, pilgrimage naar leven en dood van Federico Garcia Lorca. 1964
- Dichters van alle tijden. 1960
- Dichters van deze tijd en van alle tijden overdruk uit ‘Bulletin van SABAM. 1959 Herdruk in ‘Nieuwe stemmen’ 1960
- Frederico Garcia Lorca. 1960
- Giuseppe Ungaretti. 1964
- Juan Ramon Jiménez. Nobelprijs 1956.