Maakt deel uit van:zonder categorie
ALSTEIN
Wilrijk, 18 maart 1947
Eig. Marc van Alstein, dichter, prozaschrijver en literatuurcriticus.
De spaarzaamste schrijver van de Lage Landen
Zijn poëzie debuut is onder zijn eigen naam uitgegeven. Voor alle andere publicaties gebruikt hij het pseudoniem Alstein.
BIOGRAFIE
18 maart 1947: Geboren te Wilrijk als Marc van Alstein als oudste zoon in een welvarend middenstandsgezin.
- Middelbaar onderwijs o.m. aan het Sint-Jan Berchmanscollege te Antwerpen.
- Werkt de kandidatuur in de Germaanse filologie af aan de Universitaire Instelling Sint-Ignatius te Antwerpen, maar voelt zich al vrij vroeg door het schrijversambt gegrepen.
LEGT ZICH VANAF 1968 VOLLEDIG TOE OP HET SCHRIJVERSCHAP
1968: Debuteert met de “De tijd der tijdelozen”, een gedichtenbundel uit de reeks: De Bladen voor de Poëzie. Dit is het enige werk dat hij onder zijn eigen naam Marc van Alstein publiceert.
- Daarop volgen nog vier bundels: Glas in 1970, De goddelijke waanzin in 1971, Attalus, of De eeuwige opstanding in 1972 en Zelfportret in 1979. Hij zet zich af tegen het Nieuw realisme in de Vlaamse poëzie, maar ook tegen de meer experimentele poëzie.
1970 – 1973 : Is de drijvende kracht achter het tijdschrift Witte Bladen. Essays en kritieken van hem verschijnen ook in de bladen Argus en Kreatief.
In Witte Bladen en in de tijdschriften Argus en Kreatief werpt hij zich op als criticus van en voor de ‘stille generatie jonge Vlaamse prozaïsten’. Hij noemt ze zo, omdat zij niet door happenings of schokkende verklaringen de aandacht naar zich toe willen trekken.
VANAF 1973 LEGT HIJ ZICH MEER TOE OP HET PROZA
1973: De novelle Axel Chanis. Het verhaal van een jeugdliefde geldt als zijn prozadebuut.
Het autobiografische, de verinnerlijking, beschouwing en vervreemding nemen in veel van zijn werk een opvallende plaats in.
1978: Wint de Arthur Merghelynckprijs voor zijn roman Liebrecht of de geruisloosheid van de bourgeoisie.
1979: Alstein ontpopt zich als woordvoerder van de jonge Vlaamse prozaïsten wanneer hij in Kreatief (13, 1979, 5) in een ‘Open brief aan de Van Vlieten in dit land’ reageert op een uitspraak van Eddy Van Vliet in de Volkskrant, waarin deze stelt dat het proza in Vlaanderen na 1970 ‘volstrekt waardeloos’ is.
1982: Verblijft enige tijd in Iowa, in het kader van een International Writers Program, en reist doorheen de Verenigde Staten. Hij houdt er een bundeltje essays en columns aan over: Iowa City, Iowa en andere confrontaties. (1983)
1982-1983: Hoofdredacteur van Argus.
1984: De roman Het uitzicht op de wereld die in dit jaar verschijnt is een opmerkelijk en in de Vlaamse literatuur misschien wel een uniek boek. Het is een tongue in cheek geschreven roman over een achttiende-eeuwse Vlaming die slavenhandelaar wordt, maar daar geenszins voor voorbestemd was.
1987: De uitgedaagde werkelijkheid. Notities 1982-1987. (dagboeknotities)
- De eerste van drie notitiebundeltjes die over een periode van 17 jaar zullen verschijnen. Alstein gaat zitten – in cafés, op banken – en kijkt naar wat voorbijkomt. Kijken en schrijven. Waarnemen en vastleggen. Toezien hoe alles voorbijgaat. Mensen dingen die opdoemen in zijn leven en erom vragen om opgemerkt te worden en dat vastleggen. Een genre dat niet zoveel in onze letteren voorkomt.
- Of zoals Alstein het op p 56 zelf definieert: “Een zelfportret schrijven. Maar dan voornamelijk aan de hand van de werkelijkheid en de mensen om de schrijver heen, van zijn waarnemingen, ontmoetingen en overwegingen – literaire en andere – en ook met behulp van portretten die zo zijn uitgeschreven dat niet de anekdote of de beschrijving van een uiterlijkheid centraal staat, maar een kern van eenzaamheid die een weg zoekt en die wordt waargenomen opdat niet alleen inzicht kan worden bekomen in de privé-wereldgeschiedenis die elk mensenleven is, maar ook in de levenshouding van de schrijver zelf.’
1997: Tien jaar later rolt een tweede bundeltje van de pers: De engel van Simberg, of is dit nu de wereld? Notities 1987-1996.
- Een selectie uit tien jaar dagboeknotities in een boekje van net geen 80 pagina’s, dat drijft op een terughoudendheid, op een drang naar zuiverheid, gesymboliseerd in de figuur van de gekwetste, gebroken engel. Is dit nu de wereld ? Het boekje begint in Oude God bij Mortsel (waar hij woont) en eindigt op dezelfde plaats. Onderweg brengt de tekst ons bij enkele markante plekken in Europa, waar onverwacht verrijkende inzichten worden neergezet.
2000: Wint opnieuw de Arthur Merghelynckprijs voor de dagboeknotities De engel van Simberg of is dit nu de wereld.
2005: Aan de bundeltjes met notities uit 1987 (De uitgedaagde werkelijkheid) en 1997 (De engel van Simberg) voegt Alstein nu De vermiste wereld. Notities 1997-2003 toe. 79 pagina’s mijmeringen, die zich langzaam aaneenrijgen tot een associatief essay.
OOK DIT NOG…
In een recensie in de krant De Financieel Economische Tijd van 19 april 2005 schrijft Luc Devoldere:
Alstein geeft les in een schrijversschool. Waarom? Eenvoudig omdat hij veel gekregen heeft, en nu wil geven. Beklijvend zijn de lessen die hij van schrijver en criticus Leo Geerts (wie kent hem nog?) heeft gekregen en nu aan ons geeft: “Schrijf maar wordt nooit een Schrijver. Maak geen show van jezelf. Wees zo helder mogelijk. Speel geen spelletjes in je boeken. Stop geen moment met lezen. Wordt geen poseur. Wees wantrouwig tegenover de literaire wereld. Lik je nergens in. Word geen kluizenaar. Heb vrienden en geen ‘vrienden’. Woon in een stad. Neem de lezer zeer serieus. Word nooit afhankelijk van het oordeel van anderen. Je bent in Vlaanderen geboren, niemand verplaatst zijn wieg. Roei rustig tegen de stroom in. Eis dat je met respect wordt behandeld. Gebruik nooit iemand. Schuw de marge niet. Vlei nooit iemand en wees op je hoede als je wordt gevleid. Interesseer je voor de mensen. Vermijd twist. Heb geen lange tenen, vergeet beledigingen. Ga niet voor jezelf staan als je schrijft. Geef door wat je weet. Literatuur is een middel, geen doel. Als je niets te zeggen hebt, zwijg dan. Reis zoveel mogelijk. Zoek vrienden die geen schrijver zijn. Draag zorg voor je vrienden. Verwacht niet te veel. Kijk goed.”
BEKRONINGEN
- 1978: Wint de Arthur Merghelynckprijs voor beschouwend proza van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal) en Letterkunde (KANTL) voor zijn roman Liebrecht of de geruisloosheid van de bourgeoisie.
- 2000: Wint opnieuw de Arthur Merghelynckprijs voor de roman De engel van Simberg of is dit nu de wereld?
MEER OVER ALSTEIN
- 1981. ‘Het eerste interview’. In: Dietsche Warande Belfort. 126, nr. 4, p. 301-302.
- Bork, G.J. van. 1985. ‘Alstein’. In: De Nederlandse en Vlaamse auteurs. Van middeleeuwen tot heden met inbegrip van de Friese auteurs. Ed. G.J. van Bork en P.J. Verkruijsse. Weesp: De Haan.
- Brackmann, Christine & Friesendorp, Marijke (Red.). 1996. Oosthoek Lexicon Nederlandse en Vlaamse Literatuur. Utrecht/Antwerpen: Kosmos-Z&K Uitgevers.
- Lampo, Jan & Alstein. 1995. ‘Alstein, of De man die zichzelf herschreef: interview’. In: Gierik. 13, nr. 46, p. 55-61.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
- DBNL auteur – Alstein
- NEDWEB/Literatuur in context – Alstein
- Alstein – Wikipedia.
Referenties
- Jef van Gool, Alstein (Marc van), in: Geboekstaafd, Vlaamse Prozaschrijvers na 1945 pp 33-35, Leuven Davidsfonds 1988
- Lionel Deflo, Alstein, in Kritisch lexicon van de moderne Nederlandstalige literatuur, februari 1983, pp 10.
BIBLIOGRAFIE
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België -Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
- POËZIECENTRUM vzw – Gent
IN TIJDSCHRIFTEN (selectie als aanzet)
Alstein publiceerde proza(fragmenten), essays, kritieken in tal van bladen en tijdschriften als Heibel, Kreatief, Argus, Elsevier(’s Magazine), Spectator, Knack, Dietsche Warande en Belfort, De Standaard, De Nieuwe, Deus ex Machina, Nieuw Vlkaams Tijdschrift, Yang, De Vlaamse Gids en Topics.
Hieronder volgt een korte selectie
1974 | Honden (verhaal) | In: Heibel, 1974, IX, nr 1, pp 17-25 |
1975 | Dagboek van een reiziger. (verhaal) | In: Dietsche Warande & Belfort, 1975, CXX, pp 588-597 |
1976 | De nieuwe romantiek, of de verleiding van een te gemakkelijke literatuur. (essay) | In: Kreatief, 1976, X, nr 5, pp 22-26 |
1977 | Omtrent de schrijver nu. (essay) | In: Dietsche Warande & Belfort, 1977, CXXII, pp 189-198 |
1977 | Nabokov: De werkelijkheid en de werkelijkheid. (essay) | In: Streven. Jaargang 31 oktober 1977 nr 1 pp 24-34 |
1978 | ‘Kinderjaren’ van Norbert Edgard Fonteyne, een vergeten boek | In: Dietsche Warande & Belfort, 1978, CXXIII, pp 588-596 |
1979 | Leningrad in de winter. | In: Poëziekrant, 1979, jg. 3 |
1979 | Open brief van Alstein | In: Spectator, 8 december 1979, nr 49, pp 91-92 |
1979 | Open brief aan de Van Vlieten in dit land | In: Kreatief, 1979, XIII, nr 5 pp 98-100 |
1979 | ‘gedichten’ | In: Yang, jg 15 november 1979 nr 90 |
1980 | ‘Dubin’s Lives’, Bernard Malamud (recensie) | In Streven april 1980 jg 47 pp 603-609 |
1981 | Het eerste interview. | In: Dietsche Warande & Belfort, 1981, CXXVI, pp 301-302 |
1982 | (Mijn werkkamer) | In: Deus ex Machina, 1982, VI, nr 22 z.p. |
1982 | Tien jaar Vlaamse prozaliteratuur. (essay) | In: Lezerskrant, 1982, IX, nr 2, pp 16-19 |
1982 | Verheerlijking ? | In: Spectator, 30 oktober 1982, nr 44 pp 64 |
1982 | Een winter eens in Soest (poëzie) | In: De Vlaamse Gids, 1982, LXVI, nr 6, pp 55-57 |
1983 | Conscience als monument en als mens (essay) | In: De Nieuwe, 3 november 1983, nr 1016, pp 12-17 |
1984 | Het Schoonselhof. De versierde dood. | In: Topics, 8 augustus 1984, nr 32 pp 80-84 |
1996 | Over Leo Geerts: vijf jaar later. (beschouwing) | In: Kreatief : literair- en kunstkritisch tijdschrift. Vol. 30, 1996, nr. 2, p. 42- 45 |