Maakt deel uit van:Frans-Belgische 'Vlaamse school'
Emile VERHAEREN
Sint-Amands, 21 mei 1855 – Rouen, 25 november 1916
Emile Verhaeren schreef romans, toneelstukken en kortverhalen, was medewerker van verscheidene tijdschriften
maar is vooral bekend omwille van zijn poëzie.
Hij debuteert met de vrijmoedige bundel Les flamandes, later gevolgd door duister symbolisme.
In ander werk – zoals Les Campagnes hallucinés en Les Villes tentaculaires toont hij zijn maatschappelijke betrokkenheid.
Ook is er intimistische Verhaeren, met liefdespoëzie voor zijn vrouw Marthe.
In 1898 verhuist Verhaeren naar Parijs.Hij raakt er bevriend met Rodin, Maria Rilke en Stefan Zweig.
Literaire tournees voeren hem door Europa. Hij affirmeert zich als een belichaming van de Europese cultuur.
Dit belet hem niet om de reeks Toute la Flandre gewijd aan Vlaanderen te schrijven.
De Eerste Wereldoorlog slaat zijn kosmopolitisch wereldbeeld stuk.
Hij wordt een verontwaardigd patriot, vredesactivist en breekt met zijn Duitse vrienden.
Op 27 november 1916 komt hij in Rouen om het leven bij een treinongeval.
BIOGRAFIE
21 mei 1855: Geboren als Emile Adolphus Gustavus Verhaeren te Sint-Amands aan de Schelde.
- Als zoon van een welstellende handelaarsfamilie, behoort hij tot de burgerij van het Scheldedorp. Niettegenstaande de voertaal in het gezin het Frans is, spreekt de jonge Verhaeren het dorpsdialect met zijn klasgenoten van de dorpsschool en de inwoners van Sint-Amands.
1866: Op elfjarige leeftijd wordt Verhaeren op internaat gestuurd. Hij doorloopt zijn middelbare studies aan het befaamde Sint-Barbaracollege te Gent. Ook Georges Rodenbach, de latere auteur van ‘Bruges, la morte’, loopt er school. De strenge Jezuïetenopleiding zorgt evenwel voor de volledige verfransing van de Scheldezoon.
Na zijn middelbare studies gaat Verhaeren rechten studeren aan de Leuvense Universiteit. Hij leidt er een studentikoos leven. Hij neemt deel aan diverse literaire activiteiten, publiceert zijn eerste pennenvruchten in verscheidene studentenbladen en komt in contact met gelijkgezinde studenten – de latere medewerkers van het revolutionaire tijdschrift ‘La Jeune Belgique ‘.
1881-1884: Stage aan de Brusselse balie bij Edmond Picard (1836-1924), een gerenommeerd strafpleiter, wiens literaire en politieke activiteiten hem tot spilfiguur van de avant-garde in de jaren 1880 tot 1890 maken.
- Hij bracht Verhaeren in contact met schrijvers en kunstenaars van de avant-garde. De jonge advocaat wou echter een carrière als schrijver en na slechts twee rechtszaken gepleit te hebben, hing hij zijn toga aan de wilgen.
- Daarop werkte Verhaeren als dichter en kunstcriticus mee aan verschillende Belgische en buitenlandse tijdschriften. Hij schreef onder meer voor “L’Art Moderne” en werd redacteur van het progressieve “La Jeune Belgique“.
1883: Publiceert zijn eerste dichtbundel ‘Les Flamandes’.
- De sensuele en naturalistische geladenheid van de gedichten hadden succes bij de toenmalige avant-garde, maar verwekten schandaal in het bekrompen landelijke milieu.
- Geholpen door de pastoor van Sint-Amands, trachtten zijn ouders de volledige oplage op te kopen en te vernietigen.
- Ook ‘Les Moines’ (1886), werd niet overal goed onthaald.
1888: Deze ontgoochelingen, een geloofscrisis en de dood van zijn ouders in 1888 resulteren in een zware psychische depressie.
- In deze periode verscheen de “Trilogie Noire”, waarin Verhaerens getormenteerde gedachten gepaard gaan met het fin de siècle-gevoel. (“Les Soirs” (1888), “Les Débâcles” (1888) en “Les Flambeaux noirs” (1891)).
Oktober 1889: De 34-jarige Emile Verhaeren ontmoet de vijf jaar jongere Marthe Massin, op wie hij smoorverliefd wortd. De getalenteerde Luikse kunstenares geeft tekenles aan de kinderen van de graaf de Marnix de Sainte-Aldegonde. Ze komt geregeld aan huis bij Verhaerens zus, van wie de man rentmeester van de graaf is.
24 augustus 1891: Huwelijk met Marthe Massin. Ze vestigen zich in Brussel.
- Verhaeren beschrijft zijn huwelijksgeluk in drie bundels liefdespoëzie: ‘Les Heures Claires’ (1896), ‘Les Heures d’après-midi’ (1905) en ‘Les Heures du Soir’ (1911).
- Maar niet alleen in zijn huwelijksgeluk vindt Verhaeren dichterlijke inspiratie. Ook zijn sociale bewogenheid wordt een thema. In de dichtbundels “Les Campagnes Hallucinées” (1893), “Les Villes Tentaculaires” (1895), “Les Villages Illusoires” (1895) – de zgn sociale trilogie- en zijn eerste theaterstuk “Les Aubes” (1898) , hekelt hij de sociale ongelijkheid en de teloorgang van het platteland als wrange vruchten van de industriële revolutie.
- Zijn ‘sociale trilogie’ vindt, omwille van de ideologische inslag weerklank zowel in het Westelijke Europa als in het Rusland na de Oktoberrevolutie.
1899: Verhaeren verhuist naar Saint Cloud nabij Parijs.
- De vijftigjarige dichter beleeft in het volgende decennium het toppunt van zijn roem. Hij wordt beschouwd als een van de boegbeelden van een nieuwe generatie schrijvers.
- Zijn bundels worden vertaald in de meeste Europese talen. Hij geeft overal voordrachten in heel Europa, tot zelfs in Sint-Petersburg en Moskou. en wordt door koning Albert I gepromoveerd tot ‘Poète National’.
- Overigens beletten zijn goede contacten met het Belgische vorstenhuis hem niet om lange tijd sympathie te koesteren voor het socialisme en het anarchisme.
Tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog keert de dichter jaarlijks terug naar Le Caillou-qui-Bique, zijn buitenverblijf in de buurt van Roisin aan de Frans-Belgische grens.
1911: Grijpt net naast de Nobelprijs voor Literatuur, die wordt toegekend aan zijn vriend Maurice Maeterlinck.
1914: Op het toppunt van zijn roem in Duitsland, breekt de Eerste Wereldoorlog uit. Verhaeren is ontredderd. Als strijdbare pacifist klaagt hij in vlammende en schrijnende verzen (‘La Belgique sanglante’, ‘Parmi les Cendres’ en ‘Les Ailes rouges de la Guerre’) de waanzin van de oorlog aan, publiceert gedichten in anti-Duitse geschriften en geeft voordrachten.
25 november 1916: Verhaeren geeft een voordracht te Rouen. De volgende ochtend probeert hij op de al rijdende trein naar Parijs te springen*. Dit werd hem fataal want hij kwam onder de wielen terecht waardoor zijn beide benen vermorzeld werden.
*Volgens de franstalige Wikipedia zou de schrijver door de dringende menigte onder de trein terecht gekomen zijn…
Epiloog
Rond het graf van Verhaeren
- December 1916: Emile Verhaeren werd eerst begraven in Frankrijk, maar op aandringen van de familie en na tussenkomst van koning Albert I werd Verhaeren op 14 december 1916 ter aarde besteld te Adinkerke.
- Het oorlogsgeweld dreigde evenwel het graf van de dichter te vernielen en veiligheidshalve werden zijn stoffelijke resten overgebracht naar Wulveringem (Veurne).
- Oktober 1927: Uiteindelijk vond de dichter op 9 oktober 1927 de laatste rust in zijn praalgraf te Sint Amands aan de Schelde, naar ontwerp van Louis Van der Swaelmen en Henry Van de Velde. Het is één van de belangrijkste grafmonumenten in Vlaanderen.
- 2007-2009: De stijgende waterspiegel bedreigde het graf en de hele omliggende site, waardoor een ophoging noodzakelijk was. Tegelijk is het oorspronkelijk landschap er omheen hersteld, om zo de band tussen Schelde, dorp en grafsite opnieuw te versterken. Het monument ligt nu weer als baken in de prachtige Scheldebocht.
Rond het museum Emile Verhaeren te Sint-Amands
- 1955: Oprichting van het het museum door René Gevers, een achterneef van de dichter – in het Veerhuis aan de Kaai van Sint-Amands.
- 1982: In 1982 werd het Antwerpse Provinciebestuur eigenaar van het gebouw en de collectie.
- 1994: Naar aanleiding van een museumhervorming binnen de provinciale instellingen werd het museum in 1994 verzelfstandigd.
- Sinds 1 januari 1995 is het Emile Verhaeren Genootschap vzw – met provinciale, gemeentelijke en private participatie – volledig verantwoordelijk.
MEER OVER EMILE VERHAEREN:
- Franz Hellens: Émile Verhaeren (1952). Franstalig werk
- Grégoire le Roy: Les poètes gantois : fragments, in : Epîtres, fasc. 32 (1955), p. 85-97. Delen van een nooit gepubliceerde toespraak die als geheel wellicht Souvenirs littéraires gantois getiteld was
- Frans Buyens: Émile Verhaeren : een schets van zijn persoonlijkheid (1962)
- Jacques Marx: Verhaeren : biographie d’une œuvre (1966)
- André Mabille de Poncheville: Vie de Verhaeren (1953)
Na de bibliografie vindt u een beknopt overzicht van de vele literaire en artistieke contacten die Verhaeren in de loop van zijn leven opbouwde: ‘Verhaeren en de literaire en artistieke avant-garde’. De tekst is schatplichtig aan het Provinciaal Museum Emile Verhaeren.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
- Website van het Provinciaal Museum Emile Verhaeren te Sint-Amands.
- Emile Verhaeren – Wikipedia
SMAAKMAKER
Uit: Verhaeren, Les Plaines (1911)
Emile Verhaeren, Les Plaines, 1911. Mais je suis né, là-bas, dans les brumes de Flandre, Les marais noirs, les bois mornes, et les champs nus, Toujours l’énorme escaut roula dans ma pensée. L’été, les bateaux lourds qui trouaient les lointains Les mobiles brouillards et les volants nuages, O vous, les pays d’or et de douce splendeur! C’est la Flandre pourtant qui retient tout mon cœur.
|
Vertaling: René Buckinx
Maar in Vlaanderen ben ik geboren, waar de nevelen domen, |
De Schelde (Fragmenten)
Uit: ‘Tout la Flandre – Les Heros’
Vertaling : René Verbeeck
Nu zacht, dan ruw, zijt gij, soms vredig of niet in te tomen Noordse Schelde – bleke golven, groene zomen – Van wind en zon de baan, Waar steigert soms de zwarte hengst van den orkaan, Waar wit de winter op uw scherpe schotsen ligt En zomer glanst in ’t goud van ’t spranklend schitterlicht, Dat d’armen van uw snelle stroming in beweging slaan… De heerlijkste gedachten Die ’t voorhoofd aan ’t gloeien brachten, Heb ik van u gewonnen : D’oneindigheid der ruimte, de diepe horizonnen, Het ritme van de tijd en van zijn uren, wel gemeten Aan uwer tijen gaan en komen, Kwam ik in uwe grootheid toen te weten… Uw golven hebben hunne ritmen door mijn vers gedreven, Gij hebt mijn lijf gekneed, mijn ziel verheven ; Uw stormen, winden, sterke stromen, vlammenbogen Zijn door mijn vlees als door een zeef getogen. Als staal gesmeed wordt, hebt gij mij gehard, Mijn wezen hoort u toe, En als mijn stem u noemt, grijpt mij naar ’t hart Ontroering plots en hevig en snoert de keel mij toe…
BIBLIOGRAFIE
Woordje vooraf
- Dit overzicht geeft enkel de werken weer die als zelfstandige uitgave verschenen zijn. De ontelbare artikels die Verhaeren schreef voor toonaangevende tijdschriften zijn in dit overzicht niet opgenomen. Ook de gedichten die als “pré-original” verschenen, werden evenmin opgenomen.
- Verhaeren is vertaald in vele talen. Deze bibliografie beperkt zich tot vertalingen naar het Nederlands en vertalingen naar het Duits gemaakt door Stefan Zweig.
-
- Eén uitzondering : in 1929 verscheen in Shanghai een Chinese vertaling van In de goede dood /A la bonne mort (Cinq récits). De vertaling is van Xu Xiacun (1907-1986) en is verlucht met houtsneden van Frans Masereel. Uitgever: Shanghai, Shuimo Bookstore, 1929. (19 x 13.10)
- Het boek staat vermeld in de catalogus van “Roar China !” uitgegeven door het Museum van Schone Kunsten te Gent, n.a.v. de tentoonstelling “3x avant-garde “ (november 2009-februari 2010). Volgens de catalogus bevindt het daar tentoongestelde exemplaar zich te Lyon, Bibliothèque municipale, fonds chinois.
-
- De bibliografie bestaat uit vier delen:
- A. Chronologisch overzicht –
- B. Enkele mooie bibliofiele uitgaven –
- C. Nederlandse vertalingen
- D. Vertalingen naar het Duits door Stefan Zweig.
De bibliografische gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
- Bibliographie d’Émile Verhaeren de Jean-Marie Culot (Préface de Henri Liebrecht). -156p. 1954.
- POËZIECENTRUM vzw – Gent
A. Chronologisch overzicht
Jaar | Titel | Fotogalerij | Uitgeverij 1ste druk |
1883 | Les Flamandes: poésies. (gedichtenbundel)
Typographie Hochsteyn |
![]() |
Bruxelles: Lucien Hochsteyn, Éditeur. (8, Rue de la Paille) -122p.
Afmetingen: 17.50 x 11.50 |
1884 | Les Contes de Minuit. (verhalen)
Met tekening van Théo van Rysselberghe. |
![]() |
Bruxelles: J. Finck ed. (1, Passage de la Monnaie) -48p.
Afmetingen: 21 x 13.50 (ingenaaid) |
1885 | Joseph Heymans. (kunstkritiek) | Bruxelles: Ferdinand Larcier. –19p.
Afmetingen: 27 x 17.50 |
|
1886 | Les Moines: poésies. (gedichtenbundel)
Heruitgaven |
![]() |
Paris: Alphonse Lemerre, Éditeur. (27-31, Passage Choiseul). – [IV] + 100 + [II]p.
Afmetingen: 19.x12 |
1887 | Quelques notes sur l’œuvre de Fernand Khnopff, 1881-1887 (kunstkritiek) | Bruxelles: Imprimerie Vve Monnom. -28p.
Afmetingen: 19 x 12.50 |
|
1888 | Les Soirs. (gedichtenbundel)
Frontispice van Odilon Redon en 4 vignetten. |
Bruxelles: Edmond Deman, édit. -80 + [I]p.
Afmetingen : 25 x 19 |
|
1888 | Les Débâcles. (gedichtenbundel)
Frontispice: Odilon Redon en 4 vignetten |
Bruxelles: Edmond Deman. -72p.
Afmetingen: 25.50 x 18.50 |
|
1890 | Au Bord de la route (poëzie en proza) | Luik: H. Vaillant-Carmanne. -32 + [I]p.
Afmetingen: 21 x 13 |
|
1891 | Les Flambeaux noirs. (gedichtenbundel)
Illustraties van F. Knopf of Odilon Redon ? |
![]() |
Bruxelles: Edmond Deman. -79 + [II]p.
Afmetingen : 27.50 x 20 (ingenaaid) |
1891 | Les Apparus dans mes chemins. (gedichtenbundel)
Heruitgaven |
![]() |
Bruxelles: Paul Lacomblez, éditeur (31, rue des Paroissiens). -99p.
Afmetingen: 16.50 x 12.50 (ingenaaid) |
1893 | Les Campagnes Hallucinées. (gedichtenbundel)
Omslag en versieringen door Théo Van Rysselberghe. |
![]() |
Bruxelles: Edmond Deman. . -85 + [I]p.
Afmetingen: 22.50 x 16.50 |
1895 | Almanach. Cahiers de vers d’Emile Verhaeren. (gedichtenbundel)
Kleurversieringen, 4 illustraties over de gehele pagina, 11 vignettes en 6 sluitvignetten van Theo van Rysselberghe |
![]() |
Bruxelles: Editeurs Dietrich & Cie. / Paris : L’Estampe originale.
Afmetingen : 21.50 x 19.50 |
1895 | Les Villages illusoires. (gedichtenbundel)
Met 4 houtgravures van Georges Minne. |
Bruxelles: Edmond Deman. -76p.
Reeks: Collection du « Réveil » |
|
1895 | Poèmes. Les Bords de la Route. Les Flamandes. Les Moines. Augmentés de plusieurs poèmes. (poëzie – verzamelbundel) | ![]() |
Paris: Société du Mercure de France. -282 + [I] p.
Afmetingen : 18.50 x 12 |
1895 | Les Villes tentaculaires. (gedichtenbundel)
Kaft en versieringen: Théo van Rysselberghe. |
![]() |
Bruxelles: Edmond Deman. -101 + [I] p.
Afmetingen : 22.50 x 16 |
1896 | Poèmes (Nouvelle Série). Les Soirs. Les Débâcles. Les Flambeaux noirs. (poëzie – verzamelbundel)
Heruitgaven: |
![]() |
Paris: Société du Mercure de France. -214 + [I] p.
Il a été tiré de cet ouvrage: Trois exemplaires sur Japon Impérial, numérotés de 1 à 3, et douze exemplaires sur Hollande de 4 à 15. |
1896 | Les Heures claires (poëzie)
Kaftontwerp: Théo van Rysselberghe. |
![]() |
Bruxelles: Edmond Deman. -66 + [I]p.
Afmetingen: 20.50 x 14 |
1896 | Emile Verhaeren 1883-1896. Pour les Amis du Poète (huldiging)
Met een portret door Théo van Rysselberghe. |
![]() |
Bruxelles: Edmond Deman. -44 + 2p.
Afmetingen: 22.50 x 16 (ingenaaid) |
1898 | Les Aubes. (theatertekst)
Omslag en versieringen door Théo van Rysselberghe. |
Bruxelles: Edmond Deman. -160p.
Afmetingen: 23.50 x 17 |
|
1899 | Les visages de la vie. (gedichtenbundel)
Kaftontwerp: Théo van Rysselberghe. |
![]() |
Bruxelles: Edmond Deman. -83 + [I]p.
Afmetingen: 21.50 x 14 |
1899 | Poèmes (Troisième série): Les villages illusoires ; Les apparus dans mes chemins ; Les vignes de ma muraille. (poëzie – verzamelbundel)
Bevat: nieuwe bundel: Les vignes de ma muraille. |
![]() |
Paris: Société du Mercure de France. -205p.
Afmetingen: 18.50 x 12 |
1899 | Espana negra / par Émile Verhaeren, et, Dario De Regoyos. (reisverslag)
Geïllustreerd kaft, 8 buiten tekst en 24 vignetten door , Dario De Regoyos. |
Barcelona: Imprimerie Pedro Ortega. -76p.
Afmetingen: 28.50 x 18.76. |
|
1900 | Le Cloître. (theatertekst)
Omslag geïllustreerd door Théo Van Rysselberghe. |
![]() |
Bruxelles: Edmond Deman. -118p.
Afmetingen: 22.50 x 16 |
1900 | Petites légendes. (verhalende verzen)
Bevat : I. Le Pèlerin (p. 9); II. Les petits vieux (pp. 16-21); La Statuette (pp.22-26); IV. Notre-Dame au Manteau Froid (pp. 27-34); V. Le Valet de Cœur (pp. 35-40); VI. Jan Snul (pp.41-48); Le Saint-Pierre (pp.49-55); Le Ménétrier (pp 56-62); Kleudde (pp.63-69); La Sorcière (pp.70-76). |
![]() |
Bruxelles: Edmond Deman. -76 + [II]p.
Afmetingen: 24 x 16 |
1900 | Images japonaises. (gedichtenbundel)
5 gedichten van Verhaeren. |
![]() |
Tokyo: T. Haségawa. -15 dubbele pagina’s.
Afmetingen: 20.50 x 28 (oblong) |
1901 | Philippe II: tragédie en 3 actes. (theatertekst)
Heruitgaven: |
![]() |
Paris: S0ciété du Mercure de France. -107 + [I]p.
Afmetingen 24 x 17 |
1901 | Les petits vieux. (verhalende verzen)
1 houtgravure, 13 lettrines en 1 sluitvignet van Lucien Pissaro. Ingekleurd door Lucien en Esther Pissarro. |
London: Hacon et Ricketts.- 18 feuillets imprimés sur une face : grav. coloriée hors texte.
Afmetingen : 12 x 16 (oblong) |
|
1902 | Les Forces tumultueuses. (gedichtenbundel)
Bevat : Sur la mer (p.5-12); L’Art (p 13-20); L’Amour (pp 21-32); Les Maîtres (pp.33-54); Les Femmes (pp. 55-72); Les Villes (p 73-80); La Conquête (p 81-86); La Science (p. 87-92); L’Erreur (p 93-100); La Folie (p 101-108); Les cultes (p 109-114); Les Baptêmes (p 115-122); Les Heures créatrices (p 123-128): l’Utopie (p 129-136); Les Bagnes (p 137-142); Les Cris de ma Vie (p 143-172); Un soir (p. 173-178); Sur la Mer (p 179-184)). |
![]() |
Paris: Mercure de France. -188 + [I]p.
Afmetingen : 18.50 x 12 (ingenaaid) |
1904 | Emile Verhaeren. (bloemlezing)
Bevat poëzie en proza uit diverse publicaties. |
![]() |
Bruxelles: Association des Ecrivains Belges (Société Coopérative) / Dechenne et Cie (Libraires-Dépositaires 20, Rue du Persil). -124p.
Afmetingen : 21 x 12.50 |
1904 | Toute la Flandre – Les Tendresses premières. (gedichtenbundel)
Heruitgaven: |
![]() |
Bruxelles: Edmond Deman. -88 + [II]p.
Afmetingen: 23 x 16 |
1904 | Rembrandt: biographie critique, illustrée de vingt-quatre reproductions hors texte. (monografie)
Met 24 reproducties van schilderijen buiten tekst. |
![]() |
Paris: Librairie Renouard et Laurens, éditeur. -128p.
Afmetingen: 21 x 15.50 (ingenaaid – harde kaft) |
1905 | Les Heures d’après-midi. (gedichtenbundel)
Kaftontwerp: Théo van Rysselberghe. |
![]() |
Bruxelles: Edmond Deman. -66 + [I]p.
Il a été tiré 35 exemplaires numérotés: 25 sur papier de Hollande Van Gelder et 10 sur Japon Impérial. |
1906 | La Multiple splendeur: poèmes. (gedichtenbundel)
Heruitgaven: |
![]() |
Paris: Société du Mercure de France. -168 + [I]p.
Afmetingen: 18.50 x 12 |
1907 | Toute la Flandre – La Guirlande des dunes. (gedichtenbundel)
Heruitgaven: |
![]() |
Bruxelles: Edmond Deman. -98 + [III]p.
Afmetingen: 22.50 x 16 |
1907 | Lettres françaises de Belgique. (conferentie) Conférence éditée pour le Musée du livre à l’occasion de l’exposition du Livre Belge d’Art et de Littérature.
Conférence faite à l’Exposition de Liège, en 1905, et publiée dans l’ouvrage La Nation Belge 1830-1905. Liège, Desoer ; Bruxelles, Weissenbruch, 1906, pp. 240-163) |
![]() |
Bruxelles: Henri Lamertin, éditeur. -44p.
Afmetingen: 23 x 16.50 |
1908 | Toute la Flandre – Les Héros. (gedichtenbundel)
Illustraties van Théo van Rysselberghe. |
![]() |
Bruxelles: Edmond Deman. –[I] + 98 + [III]p.
Afmetingen: 22.50 x 16 |
1908 | Les Visages de la vie. Les douze mois. (poëzie – heruitgave)
Twee eerder gepubliceerde bundels in één |
![]() |
Paris: Mercure de France. 182 + [I]p.
Afmetingen: 18.50 x 12 |
1908 | James Ensor. (monografie)
Met 35 gravures buiten tekst en 10 vignetten. |
![]() |
Bruxelles: Van Oest & Cie. Librairie Nationale d’Art & d’Histoire. -[II] + 137p.
Afmetingen: 25 x 19.50 (geïllustreerde kaft) |
1909 | Les Heures Claires: Les Heures claires, les Heures d’après-midi. (poëzie – twee eerder gepubliceerde bundels in één)
Heruitgaven: |
Paris: Société du Mercure de France. 259 + [I]p.
Afmetingen: 18.50 x 12 |
|
1909 | Deux Drames: Le Cloître, Philippe II. (theaterteksten –omnibus)
Bevat: Le Cloître (pp. 5-110); Philippe II (pp. 111-207). |
![]() |
Paris: Société du Mercure de France. -207 + [III]p.
Afmetingen: 18.50 x 12 |
1910 | Toute la Flandre – Les Villes à pignons. (gedichtenbundel)
Heruitgaven : |
![]() |
Bruxelles: Edmond Deman. –[I] + 132 + [II]p.
Afmetingen: 23.50 x 16 |
1910 | Les Rythmes souverains. (gedichtenbundel)
Heruitgaven: |
Paris: Mercure de la France. -165 + [II]p.
Afmetingen: 18.50 x 12 |
|
1910 | Pierre-Paul Rubens. (monografie)
Heruitgaven: |
Bruxelles: Van Oest & Cie. -45 + [I]p.
Afmetingen: 22 x 16 |
|
1911 | Verhaeren. (poëzie – bloemlezing)
Bevat keuze uit diverse bundels. |
Liège: Revue des Poètes Belges. -45p.
Afmetingen: 25 x 16.50. |
|
1911 | Toute la Flandre – Les Plaines. (gedichtenbundel)
Heruitgaven : |
![]() |
Bruxelles: Edmond Deman. –[I] + 190 + [III]p.
Afmetingen: 22.50 x 16 |
1911 | Les Heures du soir. (gedichtenbundel)
Kaftontwerp: Henry van de Velde. |
![]() |
Leipzig: Insel Verlag. -36 + [II]p.
Afmetingen: 26 x 19 (gebonden – harde kaft) |
1912 | Les Blés mouvants. (gedichtenbundel)
Met portret buiten tekst en versieringen door P.-E. Vibert. |
Paris: Georges Crès, Le Maîtres du Livre. -185 + [I]p.
Afmetingen: 18.50 x 12.50 |
|
1912 | Hélène de Sparte. (theatertekst)
Heruitgave |
![]() |
Paris: Éditions de la “Nouvelle revue française”: Marcel Rivière & Cie / Bruges : The St Catherine Press. -133p.
Afmetingen: 19 x 13 |
1915 | Le Crime allemand. (essay)
Frontispice de Lobel-Riche. |
![]() |
Paris: Maison du livre.-VIIp. |
1915 | La Belgique sanglante. (gedichtenbundel)
Vertalingen : |
![]() |
Paris: Éd. de la Nouvelle Revue Française. -152p. |
1916 | Parmi les Cendres. La Belgique dévastée. (gedichtenbundel)
Met frontispice van Huygens, dat het beschadigde stadhuis van Leuven toont. |
Paris: Georges Cres & Cie, Editeurs. -85p.
Collection “Bellum” |
|
1916 | Villes meurtries de Belgique. Anvers, Malines et Lierre. (essay)
Kaft geïllustreerd door Charles-Michel. |
![]() |
Bruxelles et Paris: Van Oest & Cie. -50p.
Afmetingen: 18.50 x 12.50 (ingenaaid) |
1916 | Les Ailes rouges de la guerre. (gedichtenbundel)
Vertaling : |
![]() |
Paris: Mercure de France. -252p
Afmetingen: 18.50 x 12 |
1916 | Poèmes légendaires de Flandre et de Brabant. (poëzie – bloemlezing)
Keuze uit de bundels Petites Légendes en Toute la Flandre en drie onuitgegeven gedichten. |
![]() |
Paris: Société littéraire de France. -226 + [II]p.
Afmetingen: 16 x 12.50 (ingenaaid – harde geïllustreerde kaft) |
1916 | Choix de poèmes. (poëzie – bloemlezing)
Met een portret buiten tekst |
Paris: Mercure de France. 248 + [I]p.
Afmetingen: 18.50 x 12 |
POSTUME PUBLICATIES
B. Enkele mooie bibliofiele uitgaven
Jaar | Titel | Fotografie | Uitgeverij 1ste druk |
1913 | Les villages illusoires Met 15 etsen van HENRI RAMAH | Leipzig: Insel Verlag. -15 pll. 3 ff. + 65 p. + 1 f ; Afmetingen: 33 x 26 Oplage 230 exemplaren | |
1920 | Le Cloître. Met heliogravures van CONSTANT MONTALD | Paris: La Connaissance. -80p. Afmetingen: 32 x 25 | |
1920 | Cinq récits, avec 28 bois dessinés et gravés par FRANS MASEREEL. Met portret. | Genève: Editions du Sablier. -104p. Afmetingen: 21.50 x 17 | |
1927 | Les Campagnes hallucinées. Bois gravés et lithographies de FRANK BRANWYN | Paris: Helleu et Sergent éd. -118p. Afmetingen: 29 x 23 | |
1946 | Les villes à pignons. Met 34 originele aquatinten van J. CELOS. | Le vesinet: Victor Dancette. 124 + [I]p. Afmetingen : 32.50 x 25.50 Losbladige uitgave. Oplage: 250 exemplaren. | |
1947 | “Vingt poèmes” Geïllustreerde kaft en 20 tekeningen van VALERIUS DE SAEDELEER door Roger Hebbelinck geëtst op aquatint. Keuze van gedichten uit diverse bundels. | Bruxelles: Editions Terres Latines. -115 +[III]p. Afmetingen : 33 x 25 Oplage: 200 exemplaren. |
C. Nederlandse vertalingen
VERTALINGEN DOOR STEFAN ZWEIG
.
Over de speciale literaire vriendschap tussen deze twee reuzen van de literatuur – reden waarom we deze bijlage aan de bibliografie toevoegen – kunt u lezen in:
- Stefan ZWEIG, Emile Verhaeren, Leipzig, Insel-Verlag 1910. Vertaald naar het Frans met als titel Emile Verhaeren. Sa vie, son œuvre, door P. MORISSE et H.CHERVET. Uitgave : Paris, Mercure de France 1910.
- Stefan ZWEIG, Die Welt von Gestern; Bermann-Fischer Verlag Stockholm, 1942. Nederlandse vertaling door Willem van Toorn: De Wereld van gisteren. Herinneringen van een Europeaan. Uitgave: De Arbeiderspers, Privé-domein nr 168, 1990.
Verhaeren en de literaire en artistieke avant garde
Bron: Provinciaal Museum Emile Verhaeren.
Dichter, kunstcriticus en medewerker van verscheidene tijdschriften, Verhaeren onderhield professionele en vriendschappelijke contacten met de letterkundigen, kunstenaars en uitgevers die de Fin-de-Siècle Kunst en Literatuur haar innoverende vorm zouden geven.
De kring rond ‘La Jeune Belgique‘
Tot deze vriendenkring behoorden onder meer Verhaerens studiegenoot Georges Rodenbach en de medewerkers van La Jeune Belgique waaronder Camille Lemonnier, Maurice Maeterlinck, Georges Eekhoud, Charles Van Lerberghe, Albert Giraud, André Fontainas, Iwan Gilkin en Jules Destrée. Hun letterkundig succes was mede te danken aan uitgevers als Edmond Deman.
De avant garde in Vlaanderen
Terwijl Verhaerens liefde voor Vlaanderen hem in vriendschappelijk contact bracht met verscheidene Vlaamse schrijvers als Cyriel Buysse, Stijn Streuvels, Karel Van de Woestijne, Pol De Mont en August Vermeylen, bracht zijn Europese gerichtheid hem er toe relaties met talrijke schrijvers en dichters in het buitenland te ontwikkelen. Zo onderhield de dichter in Nederland banden met onder meer Lodewijk van Deyssel, Frederik van Eeden, Albert Verwey en Jan Greshoff.
Parijse kringen
Tijdens zijn vele uitstappen naar Parijs leerde hij de Franse symbolistische intelligentsia als Stéphane Mallarmé, Jean Moréas, Gustave Kahn, Paul Adam, Villiers de l’Isle-Adam, Paul Valéry en René Ghil kennen. In de lichtstad raakte hij eveneens bevriend met André Gide, Stuart Meerill, Francis Vielé-Griffin, Henri de Régnier, en Alfred Vallette, het hoofd van de uitgeverij Mercure de France die de faam van Verhaeren in Frankrijk bestendigde.
Internationaal netwerk
Maar Verhaeren beperkte zich niet tot contacten met het Parijse intellectuele milieu. Hij streefde ernaar zijn literaire opgang ook verder te zetten in andere landen. Bij zijn bewonderaars treffen we naast Guillaume Apollinaire, Jules Romain en Georges Heym. Ook Rainer Maria Rilke, de Oostenrijkse schrijver en essayist Stefan Zweig en de futurist F.T. Marinetti. Tijdens zijn rondreis in Rusland in 1913 ontmoette Verhaeren onder andere de befaamde Russische dichter en filosoof Valeri Brjoesov, de componist Nicolai Myaskovsky, de schilder Leonid Pasternak en diens zoon Boris.
De avant garde kunstwereld – Le groupe des XX – impressionisten
Naast literaire duizendpoot, was Verhaeren ook een graag geziene kunstkenner die intieme vriendschappen onderhield met de meest progressieve artiesten van dat ogenblik. Onder meer de kunstenaars van Le groupe des XX – Willy Schlobach, Théo Van Rysselberghe, Fernand Khnopff, James Ensor, Dario de Regoyos, Constantin Meunier, Henry van de Velde, William Degouve de Nuncques, Georges Minne, Georges Lemmen en Constant Montald – behoorden tot Verhaerens vriendenkring. Deze kunstenaars wilden breken met de academische conventies en droomden ervan de kunstwereld te doen herleven en van Brussel het centrum van de avant-garde te maken. Daartoe organiseerden ze onder meer een jaarlijkse tentoonstelling van eigen werk en werk van buitenlandse kunstenaars met dezelfde esthetische opvattingen: Claude Monet, Pierre-Auguste Renoir, Paul Cézanne, Alfred Sisley, Camille Pissarro, Vincent Van Gogh, Paul Gauguin, Henri Matisse, Georges Seurat, Paul Signac, Maximilien Luce, Henri-Edmond Cross, Auguste Rodin, Henri de Toulouse-Lautrec, Odillon Redon, Jan Toorop en James Mc Neil Whistler.
Overtuigd dat deze kunstenaars een verandering in de naar zijn mening te academische en steriele kunstbeoefening tot stand konden brengen, schreef Verhaeren lovende artikels over hun tentoonstellingen en hun experimenten. Verhaerens kunstkritieken resulteerden later in kunstenaarsmonografieën over Rembrandt (1904), Ensor (1908) en Rubens (1910).