Maakt deel uit van:vrouwelijke auteurs
Brigitte Raskin
Aarschot, 25 juli 1947
Eig. Brigitte Suzanne Albertine Joseph Raskin
Schrijfster, interviewer, columniste .
BIOGRAFIE
25 juli 1947: Geboren te Aarschot als vijfde van zes kinderen in een katholiek burgerlijk gezin. Haar vader, Paul Raskin, was vrederechter. Volgens haar website kreeg ze een “christelijke, burgerlijke en studieuze opvoeding”. In haar jeugd was ze actief bij de plaatselijke meisjesscouts.
18 maart 1959: Haar moeder Maria ’s Heeren sterft als Brigitte twaalf is.
1959-1965: Volgt de Grieks Latijnse afdeling op de kostschool Paridaens te Leuven.
1965-1971: Studeert Moderne Geschiedenis aan de KUL.
- Ze raakt er betrokken bij de strijd om de vervlaamsing en democratisering van de universiteit en evolueert in linkse richting.
- In die tijd publiceert ze ook haar eerste artikelen in het studentenblad Universitas. Het blad werd in 1970 na een ophefmakend themanummer over sex opgeheven.
1970: Studeert af aan de KUL als historica op een scriptie over het Davidsfonds. Ze studeert ook in de richting pers- en communicatiewetenschappen maar zonder eindverhandeling.
1970-1971: Medewerking aan De Nieuwe Gids (persoverzicht) en aan de Spectator (boekbesprekingen).
1971-1976: Journaliste en redactiesecretaresse bij het progressieve weekblad ‘De Nieuwe’ van Mark Grammens. Gerard Alsteens (GAL) was er tekenaar en lay-outman.
1974: Trouwt met Edgar Alsteens (tweelingbroer van GAL). Verhuist naar Overijse waar haar man druiventeler is.
1975: Verlaat De Nieuwe. Blijft wel geregeld voor het blad schrijven, alsook voor o.a. Knack, De Groene Amsterdammer.
1975 – 1980: Lerares geschiedenis in het rijksonderwijs. (in Sint-Pieters-Woluwe, Halle en Brussel)
In Humo wordt ze uitgeroepen tot “La Passionaria van klein progressief Vlaanderen”, in De Randkrant schrijft ze maandelijks een column.
1976: Geboorte van Stijn Alsteens.
1978: Geboorte van Korneel Alsteens.
1980: Vaste aanstelling aan het Koninklijk Atheneum van Keerbergen. Ze blijft er lesgeven tot 1989.
1981-1990: Volgt Luc Huyse op als hoofdredacteur van maatschappijkritisch tijdschrift De Nieuwe Maand.
1982-1984: Wekelijkse bijdrage als columniste onder de naam Brelle in het satirisch weekblad ‘De Zwijger’ van Johan Anthierens.
1983: Geboorte van Lotte Alsteens.
1984: Reis naar Cuba in gezelschap van Belgische journalisten.
1984-1987: Deelname aan ‘Namen noemen’ een spelprogramma van de VRT. (waardoor ze een ‘Bekende Vlaming’ wordt)
1988: Publicatie van haar romandebuut ‘Het koekoeksjong’ een documentaire roman.
- Dat boek is meteen een schot in de roos, want ze krijgt er in 1989 de AKO-literatuurprijs voor. In 1990 krijgt dit boek ook de prijs van de Vlaamse Lezer.
1989: Door dit succes aangemoedigd, verlaat Brigitte het onderwijs en wordt ze fulltime schrijfster. In augustus overlijdt haar vader.
1989-1990: Deelname aan het AVRO televisieprogramma ‘Van de rug af gezien’.
1990: Publicatie van de roman ‘Overwinterdagboek’
1991: Publicatie van ‘De Maagd van Antwerpen’, geschreven in opdracht van de Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen, in het kader van de actie ‘Het geschreven woord’ (Lees eveneens de uitsmijter achteraan dit lemma)
- Medewerking aan het boek ‘De Taalmeesters’ (red. Dick Poons, Amsterdam, Amber), de neerslag van het Televisieprogramma Van de rug af gezien.
- Reis naar Indonesië in het kader van een literair festival.
- Verlaat De Nieuwe Maand als hoofdredacteur, maar blijft medewerker tot het blad ophoudt te bestaan (1993).
- Voorbereiding van roman over haar oom Joseph Raskin, missionaris en oorlogsheld. Reis per schip naar China, waar ze een tijdlang verblijft.
1994: Publicatie van ‘De eeuw van de ekster’, een literaire documentaire over Joseph Raskin.
- Een standbeeld van pater Joseph Raskin staat te Aarschot- De Hoogbrug, Amerstraat
Tweede reis naar Indonesië.
1995: Een reportage over Moskouse daklozen voor Artsen zonder Grenzen verschijnt in Knack en in Populations en danger. Écrivains. Photographes. Regards. (Editions Michalon – Arte/ La Sept Editions).
1996: Publicatie ‘Afscheid van steen. Het domein van de kindertijd’ een bundel nieuwe en eerder verschenen verhalen o.a. een herziene versie van ‘De Maagd van Antwerpen’.
- De autobiografische verhalen in Afscheid van steen spelen zich af in het schijnbaar banale Aarschot, een stad van chocolade, naar de bruine ijzerzandsteen waarin de kerk en de puien van de herenhuizen zijn opgetrokken.
2010 : In een open brief in De Standaard pleit Raskin ervoor om het gedicht ‘Bericht aan de reizigers’ van Jan van Nijlen te laten aanbrengen in het Centraal Station te Antwerpen. Daarop vergaderden de NMBS en Antwerpen Boekenstad en Raskin zelf over de mogelijkheden. Na afloop liet Paul van Aelst van de NMBS weten dat de ingenieur-architect enthousiast was over het voorstel. ‘Bericht aan de reizigers’ zou aangebracht worden in de overgangszone tussen de sporen en de stationshal. Aldus wordt een oude droom van Johan Anthierens werkelijkheid.
Brigitte Raskin publiceerde bijdragen in verscheidene verzamelbundels
- 1988: Onmogelijke interviews. (Leuven:Kritak)
- 1990: Burengerucht. Het Vlaams verhaal doet weer de ronde. (Amsterdam/Leuven, Meulenhoff/Kritak).
- 1994: Cahier d’amour. Liefdesbrieven. Samenstelling Luc Coorevits (’s-Gravenhage/Rotterdam, Nijgh & Van Ditmar)
- 1994: De huid voorbij. Prostituées vertellen. (Antwerpen, Coda)
- ….
Brigitte Raskin blijft haar literaire en publicistische werk combineren met journalistiek werk en is bij gelegenheid reporter, interviewer, columniste (o.a. voor het maandblad RandKrant) en recensente (o.a. voor de Letteren-bijlage van De Standaard).
2012: In haar jongste boek “De Taalgrens” keert historica Brigitte Raskin terug tot 500 voor Christus om uit te zoeken waar die grens vandaan komt en wat voor impact ze had op de Belgische geschiedenis.
BEKRONINGEN
- 1989: de AKO-literatuurprijs voor ‘Het koekoeksjong’.
- 1990: de prijs van de Vlaamse Lezer voor ‘Het koekoeksjong’
MEER OVER BRIGITTE RASKIN
- De Maere, Jaak. 1992. Kritisch Literatuur Lexicon. Uitgeverij: Martinus Nijhoff. (deel 8, februari 1992).
- Osstyn, Karel. 1998. “De sluipwegen naar het ik”, in: De Standaard online. (12 december).
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
- www.brigitteraskin.be/ (eigen website)
- NEDWEB/Literatuur in context – Raskin, Brigitte
Referenties
- Magda Michielsen, Brigitte Raskin, vertelster van ware verhalen, pp.112-129. In: Als een wilde tuin : schrijfsters in Vlaanderen 2 / red.: Lisette Keustermans; red.: Brigitte Raskin. Amsterdam : Meulenhoff ; Antwerpen : Manteau, 1996. – 279 p. : ill.. (Schrijfsters over Schrijfsters)
BIBLIOGRAFIE
De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.
Chronologisch overzicht
a. Scheppend werk
b. Artikels (een selectie)
1987 | “Vrouwelijk eenzaam: een beetje verplichte lectuur van Pol Hoste”, | In: De nieuwe maand, vol. 30,8, p.5-7. |
1990 | “Dagboek” | In: MaDiWoDo: twaalf fascinerende dagboeken; samenst.: Paul Jacobs |
1990 | Raskin, B. en Laevaerts, F., “Ik ben perfectionistisch, alles moet kloppen”. | In: Exclusief; vol. 14, 68, p.46-52. |
1990 | “Brigitte Raskin Overwinterdagboek”. | In: De Brakke Hond. Jaargang 7 |
1991 | “Brigitte Raskin Vakantiefoto’s”. | In: De Brakke Hond. Jaargang 8 |
1991 | “Geachte heer Buekenhout”. | In: Nieuwe namen: over 21 nieuwkomers in de Vlaamse literatuur periode 1980-1990; [samenst. en research Paul Buekenhout; met medew. van Kristien Thielemans … et al.]. |
1991 | “Een bastaardmens” | In: De nieuwe maand, vol. 34,7, p.10-11. |
1995 | Raskin, B. en Verheyen, J., “De archivaris en de liedjeszanger”. | In: Ons Erfdeel, vol. 38, 2, p. 268 (1). |
1995 | Raskin, B.; Jacobs, P. en Icarus, “Vriend & Vijand: belangrijke invloeden in het leven van Brigitte Raskin” | In: Vriend & vijand: belangrijke invloeden in het leven van Marc de Bel, Gerard Bodife´e, Walter van den Broeck, Hugo Camps, Patrick Conrad, Midas Dekkers, Jef Geeraerts, Luuk Gruwez, Kristien Hemmerechts, Yvonne Kroonenberg, Marc Legendre, Louis De Lentdecker, Jan Leyers, Alida Neslo, Bart Peeters, Brigitte Raskin, Annie M.G. Schmidt, Luckas Vander Taelen, Frans Verleyen, Etienne Vermeersch, Luc Versteylen; opgetekend door Paul Jacobs. |
1996 | “Mijn uitgelezen tafelheer”. | In: Hans Warren 75. |
1996 | “Antwerpse en andere ware verhalen”. | In: Literaire escapades = Escapades littéraires: miroir de la traduction: actes du symposium international organisé le 23 novembre 1995 par l’Ecole supérieure de traducteurs et interpre`tes de l’Institut Cooremans, avec la participation des écrivains Berk, M.; Bernauw, P.; Brulin, T.; de Kuyper, E.; Raskin, B.; Verheij, M.; Verleyen, K.; édit. par Anckaert, Ph. [et al.]. Speciaal nr. van: Idioma (Brux.), vol. 8, p.41-46. |
1996 | Van den Brandt, R.; Keustermans, L. en Raskin, B., “Veel te veel geluk verwacht: Schrijfsters in Vlaanderen 1”. | In: Tijdschrift voor vrouwenstudies; vol. 17, 4, p.417. |
1997 | Van den Brandt, R.; Keustermans, L. en Raskin, B., “Als een wilde tuin; Schrijfsters in Vlaanderen 2”. | In: Tijdschrift voor vrouwenstudies; vol. 18 , 2, p.214. |
1998 | Raskin, B.; Brands, W. en Friedman, C., “Multatuliprijs” | In: De Kunstprijzen Amsterdam …, p.18-23. |
1999 | “Op zoek naar een kanjer” | In: Muziek & woord, vol. 25, afl. 294 (mrt), p.8-9. |
1999 | “Last Post” | In: Dietsche warande en Belfort, vol. 144, 6, p.764-766 (3). |
1999 | “Rondsnuffelen in de artistieke keuken” | In: Museale oorden van dichters en ‘andere’ schrijvers in Belgie en Nederland. Dl. 2; samenst.: Decorte L. Speciaal nr. van: Vlaanderen (Roeselare, 1966); vol. 48, afl. 275 (mrt-apr), p.86. |
1999 | “Zo wisselen leven en natuur van plaats”. | In: Een plek om te lezen. |
1999-2000 | “Koesterboeken” | In: Het boek in Vlaanderen, vol. 68, p.6-7. |
2003 | ” Het balkon. Het boek in de hoek.” | In: De Standaard |
UITSMIJTER
Uit: Nieuwsbrief Nr. 8 – november 2002 – Grafzerkje vzw, vereniging ter …
Maria S’heeren in ere hersteld:
Een klein onopvallend graf op perk Y, rij 28, is dat van Maria S’heeren. Het monument, opgericht door de maatschappij Leopold, vermeldt dat Maria, amper 17 jaar oud, omkwam tijdens de lichtstoet van 15 augustus 1902, het feest van de Hemelvaart van Onze-Lieve-Vrouw, de patroonheilige van de stad. De lichtstoeten werden georganiseerd vanaf 1890. Antwerpen had in die tijd een traditie van optochten opgebouwd. De maatschappij Leopold kaapte al drie keer de eerste prijs weg. De praalwagen van 1902 stelde een Noords ijskasteel voor en droeg de naam “Fantazij op de Winter”. Hij was opgemaakt uit gaas en belegd met doeken en watten. Het geheel werd langs de onderkant verlicht met benzinelampen, de bovenzijde was voorzien van elektrische verlichting, olielampjes en kaarsen. Een tiental kinderen strooide papieren sneeuwvlokjes vanaf de wagen. Maria vertolkte de rol van de bruid van Koning Winter. Gracieus troonde zij hoog op de wagen, zes meter boven de grond. Uit veiligheidsoverwegingen was zij vastgesnoerd op haar troon. Zij had een schaar bij om de gordels, ingeval van nood, door te knippen. Op de Sint-Kathelijnevest stopte de stoet en vatte de praalwagen plots vuur. Omstanders konden iedereen bevrijden maar met Maria lukte dit niet, zij kon zich onmogelijk losmaken. Zij overleed de volgende dag in het Sint-Elisabethziekenhuis. Het meisje gold als een symbool van onschuld en werd op 18 augustus door duizenden Antwerpenaars als een martelares ten grave gedragen. Het stadsbestuur en de maatschappijen die aan de optocht meededen zorgden ervoor dat de naaister, die uit een kroostrijk gezin kwam, een vorstelijke uitvaart kreeg. Langs het hele traject van het Sint-Elisabethziekenhuis naar de Kielbegraafplaats stonden die namiddag rouwende Antwerpenaars. Mensen klommen in bomen, lantaarnpalen en op rijtuigen. Op weg naar het Justitiepaleis werd de lijkkist gevolgd door de Sneeuwfeeën die samen met Maria het drama hadden beleefd. Eminente personen droegen de hoeken van het baarkleed. Tot laat in de avond legde men bloemen op haar graf.
In Borgerhout werd later een straat naar haar genoemd. Twee jaar na Maria’s overlijden had men genoeg geld ingezameld voor een waardig gedenkteken, dat besteld werd bij de beste steenhouwer Cl. Jonckheer fils. Maria werd overgebracht uit het graf in gewone grond waarin ze sinds 1902 rustte, naar de kosteloze vergunning. De engel duidt op het jonge leven dat plotseling werd weggerukt. Op Maria’s graf plaatste men geen muze of verpersoonlijking van de stad omdat ze niet wordt herdacht om wat ze realiseerde maar om wat haar is overkomen. De foto op het graf werd genomen vlak voor Maria stierf. De fotograaf legde haar ook in zijn uitstalraam, aan de Offerandestraat, die dagenlang druk werd bekeken. Hetzelfde beeld staat op Maria’s doodsprentje, dat als postkaart werd uitgegeven. De zwarte inscriptieplaat werd pas in 1928 aangebracht en is vervaardigd uit marmoriet, een glassoort die minder sterk is dan marmer. Bij de overbrenging van de stoffelijke resten naar Schoonselhof werd de toen inmiddels gebarsten plaat vervangen. Momenteel is ze opnieuw gebarsten.
Op zaterdag 10 augustus, tijdens een rondleiding, stelde ik vast dat het groen en onkruid de overhand aan het nemen was bij het grafmonument voor Maria S’heeren. Nu wil het dat dit feit zich op 15 augustus 1902, 100 jaar geleden, afspeelde. Ik vroeg aan de technische verantwoordelijke van de begraafplaats Willy Van Bergen of hij daar niets kon aan doen en beloofde, als tegenprestatie, op de verjaardag van haar overlijden een bloemetje voor haar grafmonument. De dag na mijn vraag was het grafmonument ontdaan van alle overtollig groen en onkruid. Met mijn tegenprestatie, ik vulde de bloembak en deponeerde enkele roosjes, komt het grafmonument er veel beter voor. Daarom: dank u Willy. Als het goed is zeggen we het ook.
De letters in de marmorieten plaat waren, volgens mij, ooit beschilderd. Ik besefte toen nog niet dat ik nog onhandiger was dan ik dacht en trok er, met een familielid, op uit op de letters te herschilderen. Nadat ik niet minder dan drie letters voor mijn rekening had genomen was er meer verf te ontdekken op mijn kleding, schoeisel en haar dan op het grafmonument. Mijn familielid, iets handiger dan ik, (wat niet moeilijk is) stelde daarenboven vast dat de letters in het verleden niet beschilderd waren geweest maar dat ze denkelijk opgevuld werden met een soort kalk. Dit werkje ging vlotter dan het schilderen. Het grafmonument voor Maria S’heeren oogt nu mooier dan voorheen. Na enkele tijd zie ik echter wel dat de letters een klein beetje uitlopen en dat het onkruid weer beetje bij beetje de bovenhand neemt. Dus als er Grafzerkjes zijn die ooit eens langs het Schoonselhof komen zij kunnen misschien even de tijd nemen om, met een natte doek, de letters terug mooi te maken en, met een snoeischaar, het overtollige groen te verwijderen. Maria zal u eeuwig dankbaar zijn en ik ook.
Bronnen of meer informatie:
- DE MAAGD VAN ANTWERPEN, Brigitte Raskin, Vereniging ter bevordering van het Vlaamse boekwezen 1992. D 1992 128 3, 90 72103 22 X.
- ANTWERPSCHE TYDINGHEN nr 1, maart – april – mei 2002. Uitgegeven door de Koninklijk Gidsenvereniging van Antwerpen.
- ANTWERPSCHE TYDINGHEN nr 2, juni – juli – augustus 2002. Uitgegeven door de Koninklijk Gidsenvereniging van Antwerpen.